mumsL Derde Blad. De PïHK PILLEN Zaterdag 45 Nov. 4»aO. Wo. 2650 Sch@rps3het8ü ieclamss Meda®lftig©n» Zenuwachtige uitpuiling. Bïlmm uit hst 6§ntr«. iliEZO^OEi STUKKEN mil-is ÏBHOCSKN0WSES Diep, zeer diep grfjpl de nieuwe Arbeids wet la het bedrfltsleves in. Met name ten piattelande i3 haar „incomste" geenszins met blijdschap begroet. Integendeel, met schier onverdeelde afkeuring i3 z% ontvangen. En dat niet alleen van de z|2e der patroons, maar ook velschillende categories arbeiders en hunne vrouwen iaten hunne stem ertegen faooren. Eenvoudig daarom, omdat ze het wekel^krch inkomsa er door zien verminde ren. Dit is natuurlijk niet de bedoeling vaa den wetgever, maar ptadisch zei het e? in vele gevallen op uit'oopen. Wat toch is de kwestie Vele bedrijtsontoflemers zien zich in hun beweging meer ea meer door de sociale wetgeving belemmerd, ze krfgen zoo onge veer het idee dat het vooral op hen gemunt is, zij de personen z|a die hst meest door de nieuwe maatregelen worden getroffen. Zielkundig tc verklaren is 'aet dat daardoor een zekere ongevoeligheid, b$ sommigen overslaand tot onverschilligheid ontstaat, te meer nog als bet geldt de ocostkombare greep van vader Staat. Wordt de patroon door andere factoren tegengewerkt, welke voortvloeien uit een algeheels verslechtering der tijden, zoo staalt dit zijn wil en prikkelt het s|n ondernemingsgeest, dan stelt hij zich met al sla vermogens ca talenten te weer, om het gevaar te boven te koraen. Doch nu gaat het zijn krachten te boven en nu moet hg zich, z% het morrend, schikken. We willen niet verder treden in het ten rechte of ten onrechte van deze zielstemming doch cods tetteren slechts het feit Als zoo danig ctl wordt het verklaarbaar dat vooral ia stuk- ea uurwerk de pstrson geen loons- verhooglag invoert, zoodst 'de betrokken arbeiders, die anders 10 tiur per dag weskietr, nu slechts kh van dien tijd arbeiden, doch als gevolg daarvan ia gelfke mate het weekgeld sten verminderen. Men sg vaor- zichtig om ten dezen de schuld alleen te schuiven op den hals der patroons. Er kunnen omstandigheden zij a die een loonsvèrfeoogiög geheel afhankelijk stellen van den wil en wenech der werkgevers en werknemers beide De toestand der markt zal een haast sltesbeslissend element daartoe vormen. Veronderstel dat in een of ander bedrijf een artikel vcor de wereldmarkt wordt geproduceerd dat minder opbrengt dan de totale som van uitgaaf, die ncodig is om genoemd artikel voor het gebruik kant en klaar af te maken dan beieekent dit verlies voor den patroon. In dergelijk geval, en op 't oogenblik biedt do praktfk daarvan meer dan een voorbeeld, kan de patroon niet overgaan tot lconsverhooglsg, en indien dit toch, werd. gséisc&t zou hij eenvoudig; zeg gen het bedifjf stop te zetten, geprikkeld als hg reeds is door da Staal «inmenging. Over 't algemeen wordt dit daa ook door de ar beiders gevoeld, en wanneer sS in dergelijke weinig winst ef ook verlies afwerpende be drijven bezig zin, trachten z9 niet door staking pressie op de patroons uit te oefenen, mgar trachten door werktgdverzuimiag het «v loon te handhaven. O.a. blpt dit uit een 51 verzoek aan den Minister vaa Biabaatache klompenmakers, die stukwerk verrichten en door den 8 urlgea arbeidsdag hun loonpljl belangrijk zagen dagen. de behandeling van het ontwerp in de Kamer werd door den minister vooropgesteld dat het voornamelijk de grootbcdr|ven zou- des z?n, welke meer dan de kleinbedrijven in hun prestatie werden getrcffen, waardoor min of meer een gunstiger poslsle dan het laatste tégenover het eerste sou voortvloeien. Een vaststaand economisch beginsel Is het dat een grootscb opgezet bedrijf goedkooper kan werken dan een klein, althans waar het betreft de productie van die artikelen welke uitsluitend ten doei hebben op de wereld markt te worden aangeboden. De opkomst en den bloei der groot3te industrie vormen hletvoor het meest tastbare bew§s. Als zoo danig zal hei groot-bedril meer getrcffen worden dan het kleinbïdrjjf door den 8- urigen arbeicsSag, én het laatste ia gunstiger .conditie komen. Streng door gevoerde arfoeidsverdeeilng arbeid uitsparende machines, vuur, licht braadrtof wordt ia verhouding minder ge bruikt; alteraaal factoren die overvleugeliag van her groot-bedr^f mcgeigk maken. Want de grootste exploitatiekosten wegen ruim schoots ep tegen de nzar verhouding meer dere productie. Een verkorte arbeidsdag evenwel zal deze verhoudingscsjfers in on derling ongunstiger positie doen verkeeren. Wij bedoelen hiermede dat de voortbrenging meer zal dalen dan de exploitatiekosten, wat tengevolge heeft een duurder worden der artikelen,i terwijl bij het kleinbedrijf deze daling meer geleken tred sal houden, zoodat daarin de artikelen minder verhoogd zullen worden dan in de groot industrie. Theoretisch is dit alles vast ta stellen, niettegenstaande zal de practfjk wel enkele afwijkingen aaniosnen. Het klein bedrijf ten piattelande ondervindt al een zeer onaangename verhouding door de invoering der arbeidswet tot stand ge bracht, In allerlei hanteering doen zich de meest eigenaardige gevallen voor. Zoo mag b.v. de wagenmaker in zijn eigen bedrijf werkzaam naar eigen verkiezing den werk- tgd vasfeiftn, doch sija zoon cf knecht staat er 's morgens of 'a avonds met de hoeden in de zakken. Dit geldt ook voor den smid, den bakker en dergelijken. Alleszins begrij pelijk dat de gemoedsstemming van den kleinen ondernemer die door vlflt ea vol harding zich V'X den strijd om het bestaan sen vaste en bl|vende positie tracht te ver werven, daar door ia niet besten staat is en door deze inmenging geprikkeld en dan som3 i. onredelijk wordt. HQ ziet vooraf de groote i gedachte die deze wet ten grondslag beeft, n.l. bescherming vaa den economisch zwak kere en versterking van het gezinsleven. De geestdoodende en overmatige arbeid in vele Si- fabrieken die nimmer anders te hooren geven dam het eindelooze gesnor der machines, en het gestamp der walsen, en dag in dag uit van den arbeider niets anders vragen dan een eindelooze herhaling van dezelfde hande ling zender de minste afwisseling, billijkte alleszins het ingrijpen van de tot rschtsbe- deeliag geroepen overheid. Hier heeft o.i. de overheid wel degeigk een taak. om de be hartiging der stoffelijke belangen Riet te doen geschieden ten koste van het sieieieven des menschen, en de treurige weergave daarvan in de lusteloosheid en onverschilligheid van het gezinsleven. Maar evenzeer zouden wij gaarne ontheffing of verruiming der bepalingen mogelijk ge maakt zien voor den kleinen "ondernemer. Te meer waar de aard van dien arbeid over 't algemeen weinig afmattende of eentonig is, in elk geval beslag legt, of de persoon lijke bekwaamheid van don mcnsch, en vsn hem cischt in dien arbeid met hart en hoofd in te leven, wat de energie voortdurend staalt. Ge voegt me toe dat dergelijke opheffingen op ssnvragg verstrekt kunnen worden. Aan stonds voegen we hisratn tos dat In werke lijkheid de wetgever daarin voorziet, alleen maar de uitvoering is overgelaten meeren- deels aan personen die misschien het eind diploma H, B. S. of de bul van een of an dere Universiteit is hun portefeuille hebben, doch geheel vreemd staan voor de practfjk van het bedrijfsleven. Ia de pers circuleerden reeds berichten over de ambtenaars bu reaucratie uitgaande, die niet in staat zgn vertrouwen in te boezemen in hei algemeen economisch inzicht der daarmede belasten. In de lijn van het organisatie-teven ligt het indien meer de aandacht geschonken werd aan het spoediger tot stand komen van een bedrgfs-organlsatie, en verschillende Raden van bedrijven, bestaande uit werkgevers en werknemers, daarover de beslissing in han den krijgen. Menschen dus die de omstan digheden kennen, en publiek-rechterlijke uit spraken kunnen doen. Zoo zou misschien de nieuwe arbeidswet van goeden invloed kun nen zQn en dien invloed laten geide» waar zulks noodig is. De practp zal spoedig genoeg aandringen op herziening van veel dat storend «p het productieproces zou kun nen inwerken, «Sochdsarovernog een volgend maal. GERRiTSZ. VAN PUTTEN, 40 cent per regel. Vele menschen '/Vn lot zeninoJaqhtige uitput ting Voorbeschikt. In de eerste plaats alle jicht- tyders, dan al degenen die een oVermatigen arbeid met het hoofd Voortbrengen en r.V die misbruik Van geftoegens maken. De zenuwach tige uitputting doet zich heel dikvt^ls Voor als een geVolg Van zeer hevige geestesschokken of Van Verdriet. die Voor zenuwachtige uitput ting als 't -Vare zVn aangewezen, beklagen zich over slaaploosheid onderbroken door slaap met zWare droomen, zy ondervinden Wanneer zf loopen, doffe p^nen, steken in de schouders en in de lendenen. Het hoofd is Vermoeid. De spierkracht is Verminderd, eveneens hei herin neringsvermogen en de Wil, De zieke is onder hevig aan onbeschrvfelvke gevoelens Van angst en Van Verslagenheid, aan Verblindingen, aan duizelingen, aan koude der uiterste ledematen. Al deze Verschynselen Van neurasthenie, Van zenuwachtige uitputting komen daaruit Voort dat de Voeding Van het zenuwstelsel niet meer regelmatig Verloopt. De behandeling met de Pink Pillen zat, door hare dubbele Werking op het bloed en op het zenuwstelsel, die Voeding in orde brengen en zoo heel spoedig de cri sissen Van neurasthenie en Van zenuwachtige uilputting doen Verdwenen. z-;n onovertroffen tegen bloedarmoede, bleek zucht, algemeene zwakte, maagkwalen, Ver schietende p^nen, zenuWpVnen, rheumatiek. De Pink Pillen borden tcrknebt in alle apotheken m goede drogfohiinkels en in bet HoofddepotJVassaukadi 324 tc Jfrrijiterdam. Prys 2.74 dc doos, f. _p de zes J doozenr, franco. „Eischt HoIIandsche verpakking en gebruiks aanwijzing" verkrijgbaar bij de beste apothe kers en dfoglsten. DRABïllA'VAfWAlKEMBURG'S 18537 Amice l Het was een bericht, dat we reeds eeni- gen t|d hadden verwacht, nietwaar Maar het kwam toch cog onverwachts. Nu is ech ter de slag gevallen. Dr. Kuyper is niet meer. Als je dit ouder de oogen krggt is z$n stof felijk overschot reeds aan de groeve der vertering prijs gegeven, onder de enorme belangstelling, die te verwachten was. We zien hier het einde van een teven. Maar niet van eeir gewoon. Tteen van een buitengewoon leven. Gaan we nu beklagen; treden we nu het klaaghuis binnen„sullen we oss au neder We moeten in de eerste plaats ons op maken om te danken. Dit lp je misschien merkwaardig; niet waar? Maar ik kan het niet anders zien, We moeten, starende op het stoffeip over schot van Dr. Abraham Kuyper, danken. We brengen natuurlikv onzen 'dank aan God, dat spreekt Immers vanzelf. Dank brengen wfl voor tweeërlei. In de eerste plaats dank aan God voor een heef lp levenseinde. ,e«3a3»Ji«u m Je hebt natuurlijk in „De Standaard" op 24 October gelezen, wat mej. H. H. S Kuy per over bef ziekbed van hun hooggescbat- ten vader schreef. Eu anders in ieder geval ia de „Maas", waar dit is overgenomen. Dan weet je met m?, dat het einde van Dr. Kuyper vrede was. Dat zegt veel, dat zegt heel veel, dat zegt alles. Want we kunnen hem hebben bewonderd in sp genialiteit, in zp strijd, ja, zijn ge loofsstrijd, maar het is het meest verkwik kend te vernemen, dat de leeuw daar ne der lag als een kind, geduldig wachtend tot God hem opriep. We weten het, dat Dr. Kuyper kou zeggenOp Uwe zaligheid wacht ik, Heese. Nu is hs! hees. De aardsche strijd is voor hem afgeloopen. H| strijdt niet meer; hij juicht voor Gods troon I Moet dit te weten ons niet tot oot moedige dankbaarheid stemmen? Hg beeft ges treden en geleden voor de eer van zin Koning; hi heeft smaadheid te verduren gehad voor zin God. Maar nu heeft diezelfde Gvd gezegd: Kom, getrouwe dienstknecht, kom in, in de vreugde uws HeerenIs hei aiet heft dijk? Dankbaar zin dus voer dit blie levens einde. Maar we mogen ook gedenken. Richtte Jozua te Gilgal, in het midden der jordaan geen twaalf steenen op Waarom was dat Om te gedenken dc dooden Gods. Dat gedenken houdt in dankbaar zinbe- teefceat God danken. Dat doen we ook nu, nu God Dr. Kuyper tot zich heeft genomen, nu gedenken we, nu zin we God dankbaar voor hst rpe le ven van den overleden Minister van Staat. Je begrfpt, dat het absoluut onmogelijk is, dat rpe leven in één brief aan jou te belichten. Ik wil ook wel eerlik bekennen, dat ik me onmachtig gevoel, je die rijkdom, die veelheid te schetsen. Ik zai hef dan ook niet doen. Deze brief bedoelt alleen weer te geven, wat ik gevoel op den dag, vol gend op den overlidensdag. Maar dst neemt niet weg, dat we moeten gedenken, zooals ik boven reeds uiteenzette. Ik wii dat ook doen. Op den voorgrond wii ik stellen, dat ik zeer, zeer onvolledig zal zp. Wat ik zal doen, is slechte aanstippen. Meer kan ik ook siet. Het is te moeilik. Zet je eens neer en ga in gedachten dat r|ke leven eens na, voorzoom je dat aio- gelik is. Kuyper, de dominee. Dar lik je misschien wel eigenaardig toe, dat ik dat eenvoudige op den voorgrond stel. Maar Kuyper is in de eerste plaats de dominee, de dienaar des Heeren. Dat heeft hi ook steeds willen zp. Heuscb, Kuyper heeft niet gehaakt naar de politiek. H| ia er noode ingegaan. En daarom stel ik hem voorop als dominee. Dominee in het stille Beesd in do Betuwe; dominee te Utrecht, waar de kerkelgke strijd begon, dommee te Amsterdam, waar die strijd werd voltooid. Hierover schrijf ik natuurlek niet meer. Is ie» politiek biad behoeven we hierop niet nader in te gaan. Als uitvloeisel van dit alles moet ik nu melding maken vaa de stichting der Vrije URlverviteit, die dezer dagen jubileerde. De Vrfe Univeisltelt, ze is een van de twaalf steenen die Jozua als gederkteeken oprichtte in het midden des Jordaans. Kuyper ais domlaee, als stichter der V. U. dan ook als professor. Dit het allereerst. Dan Kuyper - als pcüücus en als stich ter der Autirev. part|. Prof. Kuyper kamerlid, lid der Tweede Kamer, ea&ele malen. Maar ook kabinets formateur, ook minister-president. De man der „kleine iuyden", die op ze keren dag zeldeik dien vatsavoud mijn ontslag als kamerlid in want men begrijpt mQ niet op het Binnenhof. Over 25 jaar zal ik met een pari ij terugkomen aie man, minister-president I Is het niet om dankbaar te xgn Is het niet om te gedenken? Kuyper de journalist. De groote jour nalist, neen, vriend en vijand zegt het van hem, de groote journalist. Wat hebben we niet genoten van zijn 8cherp-bel|nde hoofdartikelen, van zijn fon kelende driestarren in „De Standaard" I Jour nalistiek up to dato. En dan de „Heraut" lezen I Wat heeft hg het? ingeleid in de waarheid, die naar de Godzaligheid is I Hoe verrassend duldelgk stelde b3 de H, Schrift in het licht, in het volle licht I Kuyper de socioloog. Kuyper, die én als politicus, maar als sociaal-voelend man de vinger lei op de bloedende wondeplekin ons maatschappelijk leven, aandrong op re formatie. Er msg wel eens op gewezen, dat nu de sociaal-democraten komen met zaken die Kuyper reeds in 1874 besprak en waar voor hg de geneesmiddelen aasgnf I Is het niet ontzagwekkend Kuyper de publicist. Wat een artikelen, al die jaren in „Standaard" en „Heraut"! Wat een brochures:, wat een boeken, wat een redevoeringenEen heele bibliotheek, enkel van Dr. Abraham Kuyper I Wat een genialiteit, wat een geest, wat een vrucht baarheid I Moet ik nog verder schetsen 't Is wei voldoende om een wereld van gedachten te vormen om 11a te gaan dat volle rijke leven. Nog eens: ik heb slechts bf benadering, neen, nog niet eens bg benadering, dat le ven aangestipt. Er is nog veel, veel meer. Hier is voor de geschiedschrijver stof ta over. Ik wil er nu niet verder op ingaan. Het was alles maar m$n bedoeling, op te wekken tot gedenken, dus tot dankbaar z|n. Dankbaar vcor het rijke, bigde levensein de. Dankbaar voor het rijke leven, dat nu is afgesloten. Ik hoop dat ik mgn doel heb bereikt. Neen, laat 1b het zoo niet zeggenik heb dat doel siet te bereiken. Want voor je dezen brief onder de oogen kr|gt, heb je reeds bedacht ben je reeds dankbaar geweest. Ik weet dat stellig. MQn opwekking was gansch niet coodig, Welnu, aanvaard dan deze woorden als nabetrachting. Mag ik het zoo zeggen Wat nu Je weet, een van de redevoeiisgen ter deputatenverg. was getiteld; Wat nu? Ja, wat nu? Is het een brandende vraag Weten we niet, wat er nu verder moet gebeuren Ja, we weten het wel heel goed. Er is maar één antwoord mogelijk. Wc gaan voort op dien ingeslagen weg. We volgen de schaduwen van Kuyper Dat kan. 2 Want Kuyper heeft een school gevormd. Hg heeft mannen bekwaamd om zfjn taak op te vatten en dit voort te zetten» Volgen testes 3j- oa we die mannen! Dus voortvaren. Maar principieel voortva ren! Geen vesflsuwing der grenzen! Niet schipperen, niet marachandeerenScherp de antithese stellenBsginseloolitiek voeren Dat doende volgen we Kuyper na, die we wilien gedenken. Wi] houden hem in dank bare nagedachtenis! Gegroet,HAK A De copie van Ingezonden stukken, die niet ge plaatst zijn. wordt niet teruggegeven. Buiten verantwoordelijkheid van Redactie en Uitgevers Mijnheer de Redacteur Beleefd verzoekt «ndergcteekeiide het on derstaande Ingezonden stukje te plaatsen. Naar aanleiding vaa het verslag ia de M. en S, van een bijeenkomst van leden der Ger. Kerk die lid zijn van de Chr. Nat. School vereniging, spreekt onderget. zijn leedwezen en afkeuring uit. lo Dat de verslaggever het heeft gepubli ceerd eer de gekozene bestuursleden officieel kennis hebben gegeven aan den voors. van genoemde Vereen, van hunne voorwaardelijke aanneming. 2o. Het onjuiste verslag, den nadruk leg gende op het eene, en verzwijgende het an dere, wat wel een soort vergif genoemd mag worden, daar het de hartstochten gaande maakt 3o. dat zulks is geschied zonder toestem ming der geheele verg., daar onderget. zulks nooit zou hebben toegestemd, en nooit meer een verg. wenscht bg ts woaen waar zulk een journalist tegenwoordig is voor persop name. En roept daarom allen die het zuivere Chr. enderwgs voor hun kinderen begeeren toe: laat ons over al het onaangename, dat achter erts ligt heenstappen en een flinke school bouwen, wat nog niet onmogelijk Is, maar roeping. Wanneer gesteld .wordt een bestuur 4 en 4 wat een afdoend middel is om verkeerde bijoogmerken in het verkiezen weg te nemen. Stel dat we zoo ongelukkig zin, 2 Chr. scholen te zien ia Middelharnis en echter zal het wei zijn eenzelfde onder wijs, zou dat niet in alle opzichten treurig en onverantwoordelijk zijn. Laat ons niets beoogen als het welzijn van het kind, wat onze dure toeping is daarvoor te waken en te bidden. Mijn hartewensch is, dat het den Satan niet moge gelukken de verdeeldheid te bestendigen. Met dank voer de plaatsing, P. H. MANS. De heer Mans spreekt z|n leedwezen en afkeuring uit: le. dat de verslaggever te vroeg csn ver slag in de courant set; 2e, dat de verslaggever een onjuist ver slag gegeven heeft, door op ééee zaak den nadruk ta leggen ea een andere zaak te ver zwegen 3e. dat er een verslag gemaakt is, zonder tosstemming der vergadering, waaraan de heer Më$s dan nog toevoegt :|n wen&ch om zelf nooit meer een vergadering bij te wonen waar zulk een journalist tegenwoordig is voor persopname. Hef is voor het eerst dat ik de klacht hoor dat een verslaggever te vlug is geweest, 't gebeurt wel eens dat een lezer vaa een blad een ontevreden gezicht zet als een verslag van een gehouden vergadering wat lang uitblijf!, ma ar andersom heb Ik nog nooit gehoord, trouwens een verslaggever kan nooit te spoedig rapport uitbrengen, w&at het is juist zin taak, de lezers van z$£ blad steeds direct op de hoogte te brengen van zaken die de algemeene aandacht verdienen, blijft hg hiermede in gebreke dan deugt hij niet voor s|n arbeid. Conclusie is dushet verwijt als zou ik vlugger geweest z|n dan de gekozene be stuursleden waarover de heer Mans het heeft, meer een loftuiting op mijn arbeid dan dat het ces verwfjt mag fceeten. In de tweede pi»ts sou er een onjuist verslag gegeven zijn, door te veel te seg- geu en te ve»l te verzwijgen. Het is mg werkelijk zeer meegevallen dat het hisr mee afloopt, 'k Had reeds feooren verluiden dat ik in mfjn verslag dingen ge zet had die niet zouden gezegd zijn op de voornoemde vergadering, dit Bchjjnt dus siet het geval te z?n, wast ik vertrouw wel dat de heer Mans zoo vriendelijk zou geweest zfa mi dan ook daar op te wfzen. De haer Mans beschuldigt mi dus van een partgdig verslag gegeven te hebbes. Het is waar dat Ik veel, heel veel zelfs verzwegen heb, maar ik betwist het den heer Msns dat ik niet objectief ia min ver slag geweest zou zijn Steeds is min eenigst streven geweest m'n verslagen van al de vergaderingen die ik maak, zoo juist mogelijk te doen zin, im mer stond ik er op dat m'c verslag van een vergadering het beeld dier vergadering juist weergaf in alle licht- en schaduwzijden, we tende dat m'n lezers niet vragen hoe ik over een verhandelde zaak denk, maar dat z»j wcnschen te weten wat er plaats gehad heeft. En nu kost het mi vaak moeite, heel veel moeite min ingenomen principe te handha ven ten opzichte van min arbeid, want ik ontmoet zooveel onheiligs, zooveel onwaar achtigheid, zooveel gedraal en gekronkel, zooveel pharizeëisme, ook zooveel dat in botsing komt met sifn beginsel en levens beschouwing, (want weet br. Mans dat een verslaggever ook een levensbegistsel kan bezitten), maar ik doe een beroep op al m'n lezess of ik ooit van m|n principe afweek. Ik ontzeg U, br. Mans mg te betichten, een onjuist verslag te hebben gegeven en dat m|n arbeid vergif genoemd kan worden. (Maar indien ge het dan al vergif belieft te blïjrai noemen, weet dan, dat vergif soms heilzaam werken kas.) Nogmaals, ik erken veel verzwegen te hebben. Maar Indien ik meer geschreven had zou het juist een andere uitwerking gehad hebben dan de door U bedoelde, 'k Hsb aanteekesiingen gemaakt van meerdere woor den van den voorzitter, maar alleen heb ik dat gene geschreven van het door den voorzitter gesprokene, wat strikt noodzakeigk was voor een objectief verslag. Had ik meer geschre ven dan had ik ook moeten schaven wat andere leden gezegd hsbben om het woord van den voorzitter san te vullen. Daarom heb ik alleen het openingswoord van den Voorzitter in m'n verslag gezet cn verder wat andere sprekers in voor en te gen gezegd hebbes versweger, mg bepa lende met te constateeren dat er twee stroo- mingen waren en het karakter van die stroo mingen vast te stellen. Wat de HH. Krggsman, Mol en Nleuw- lsnd gezegd hebben betreffen andere zaken die slechts zijdelings de door U bedoelde que8iie raken. Als er dan ook verkeerde hartstochten op- (ïjsoteixsö isjfsosud 3 gewekt zljs», zijn daarvan de sprekers ver antwoordelijk, tnaar ik niet. In de derde plaats zou er verslag gemaakt zijn zonder toestemming van de vergadrtlng. De voorzitter wi3t vanaf de opening van ee vergadering dat ik a&nteekeningen maakte voer de cauraut en meerdeie leden gaven m| blijk dit te beseffen alleen U schijnt hst niet beseft te hebben, alhoewel U vlak te genover m| zat. Masr daar komt bg, dat ook in de na- vergadering van het best-mr waar ikopuii- noadiging van den voorzitter ook tegenwoor dig was, het zeer duidelijk gezegd is ge worden in biffin van br. Mans dat in het Zaterdagnummer van de courant het verslag der vergadering met de motte zou te iezen zgn. Dat br. Mans dus niet geweten heeft dat er verslag van in de courant zou komen komt mH heel onwaarschfjuigk voor. Br. Mans zou nooit toegestemd hebben dat er verslag van deze bijeenkomst gemaakt zou worden zegt hg. Hoe kan juist br. Mans zooiets willen Een man toch die blijkens zgn kerkelflke en politieke opvattingen wenscht te treden in het voetspoor van den pas gestorven Dr. Kuyper, wiens stelregel immer geweest is: „De publieke zaak moet publiek behandeld worden." Br. Macs, is de opvoeding van bet kind in de schooi geen publiek belang? Direct stemt ge het mg toe. Maar dan htb ik ook recht van U te eischen dat ieder een weef wat men in hst belang van deze publieke zaak wil. En indien ge dan even als de mollen onder den grond wil wroeten en niet Uw ware aangezicht aan vriend en vijand durf toonen dan hoop ik van harte dat ge U^v wensch in vervulling brengt en niet meer aanwezig zult zijn in de vergaderingen waar ik verslagen op neem, want weet dat de gulden stelregel van Dr, Kuyper ook de mijne is. De Verslaggever, AARTSWOUD. November 1920. Geachte Redactie, Mogen wij beleefd eenige plaatsruimte vragen voor onderstaand stukje? U zoudt ons met de opname daarvan zéér verplichten en zeggen IJ bg voorbaat faarteigk denk. Toen in het najaar van 1919 de voornaam ste bepalingen van de Invaliditeits- en Ouder domswetten meer algemeen bekend werden ea vooral toen op 3 December van dat jaar, die wetten in werking traden werden van zeer onderscheidene kanten tegen verschil lende artikelen van die wetten bezwaren ge opperd ea op meer dan ééa plaats werd te gen deze wetten krachtig en luide geprotes teerd. Welke motieven tot dat protest '.leid den en ot deze wel altgd te bill|ken waren doet thans niet ter zake. Een feit is hel, dat die wetten op verscheidene punten aanlei ding gaven tof ontevredenheid. Zooals ech ter meer gebeurt, eok thans luwde het ver zet v?g spoedig, althans openbaar werd daar van niet veel meer. Vooral nadat de bepa ling, dat ook Inwonende kinderen verzeke- rlngapiiehtig waren, door een uitspraak van den Centraten Raad van Beroep was teniet gedaan en door den Minister van Arbeidde toezegging was gedaan, dat met de bezwa ren van gemoedsbezwasrden zooveel moge lijk rekening zou worden gehouden, werd van een openlQk verzet niet veel meer ge hoerd. Toch leefde dat verzet, zij het dan ook veelal onuitgesproken, in de harten van duizenden bg duizenden voort en ook (hans nog is het aantal van hen, die ernstige be zwaren tegen deze z.g.n. Sociale wetten heb ben, zéér groot. En hoe kan het anders Als men let op de vele gebreken, die deze wet ten aankleven, en men niet, door partijpoli tiek verblind, daarvoor de oogen sluit, dan kan het niet anders of deze gebreken wek ken den wrevel van zeer velen in den lande. Daartoe behoeft slechts gewezen sp hef feit dat de bepalingen van de Invaliéiteits- en Ouderdomswet, krachtens welke aaa meer dsn 300.000 Nederlacdsche mannen en vrou wen op 3 Dec. 1919 het Staatspensioen werd toegekend, slechts overgang*bepalingen zin, m.a.w. dat allen die na 3 D:c 1919 den 65 jarigen leeftijd bereikte» op dat Siaatpen- sioett geen aanspraak kunnen doen gelden en dat deze, indien zij niet in loondienst zijn en niet in staat om de premie's vaa de Vrij willige Verzekering te betalen, gedoemd wor den op hun ouden dag armoede en gebrek te l|d€ü. En dan verder die vele andere be zwaren als: de zwara druk gelegd op eco nomisch zwakke werkgevers, de lage ultkee- singss, de oabiligke verdeeling der lasten, de ergerniswekkende administratieve romp slomp, het zeer onpractische en hinderlikc systeem van zegeltjespiakken, de enorme bu reaukosten enzNietwaar, elk weidenkend mensch zal mtestgenomen, deze bezwaren voelen. Maar mogen we dan langer zwijgen Moeien we niet openlijk onze grieven bloot leggen Zuilen we niet trachten op een of andere w^ze onze bezwaren kenbaar tema ken? Ons dunkt v«n wei. i En daarom meende ook de Bond #oor Staatspensionneering allen die zich met deze wetten niet vereenigen kunnen, de gelegen heid te moeten geven dit te uiten. De Bond heeft daartoe 't plan gevormd om een groot Voikspetltionneaient tegen de wetten Aalberse te organiseerea en droeg de uitvoering van dit pian op aan een daartoe benoemde Com missie. Deze Commissie heeft aan 't voor bereidende werk nu een achttal weken flink gewerkt en is thans zoo ver, dat binnen korten tQd in verscheidene plaateen reeds lijsten ter teekenlng zuilen worden aangeboden. In ver scheidene plaatsen, want helaas nog lang niet in alle heeft de Bond afdeeilngen en is het dus niet gemakkelijk aauknoopiisgspunten te krggen. Toch zou de Commissie gaarne aan alle tegenstanders van de wetten Aalberse in alle plaatsen van ons land de gelegenheid geren van hun tegenzin tc kunnen doen big- ken door op dé igsten te teckenen. Het is daarom dat de Commissie hierbij een beroep doet op aiie tegenstanders van de wetten om hun te verzoeken zooveel megelflk hun mede werking te verleenen, in de eerste plaats door aan ondergeteckende op te geven wie^ereld Is de leiding van deze protentacjle in z|n gemeente op zich te nemen. Ate .zufesn mede werken kan het een grootsche.beweging wor den, waaruit betere, eenvoudiger,^ minder drukkende en minder bureaucratischs, maar vooral méér billijke wetten voor dc ouden van dagen kunnen voortvloeien. Wf vertrou wen, dat velen van het groote belang dezer actie goed' doordrongen zulten zUri en dat wij weldra uit alie plaatsen van Nederland de verlangde opgave mogen ontvangen. Ook verder deze zaak warm bg allen aan bevelend. Namens de Petitionnementscommissie van den Bond voor Sfaatspensionneering, De Secretaris, J. J. T. SPAARGAREN, Awtswoud, -'<3

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1920 | | pagina 5