i. SoMai.
EIJER
Zaterdag 13 November Ï920.
358i# Jaargang N*. 2050
voor de Znidhollandsclie en Zeeuwsche Eilanden.
Eerste Blad.
9
Antirevolutionair 11F Orgaan 1
IN HOC SIGNO VINCES
^oor HuiflzieKt^n i
ios oater laraitis.
ipjes I 11 8
uwenlll
llËWIÈI
SiiEZOIDEl MEDEDEELINGEN.
T. Gk KKEinOHST
23 Boschlaan 23, Rotterdam,
L 0, KLEfHORST, loschban 21, ROTTERDAM.
I
oorzaak
zema.
voor MISUSE
ratia inrichting.
JONG.
PELTERIJEN,
roeren van alk
ERK.
LVOET is eiken
uur v,m. tot
consulteeren in
.HARNIS,
Proeftuin
uitgevers s
W. BOEKHOVEN Zenen,
Alle stukken voor de Redactie bestemd, Advertentiën en verdere Administratie franco toe te zenden man de Uitgevers
fl
i
strijd zfln de i
eindelik over
ma en andere
st door sieke
maar door j
clelne bacillen,
de opperhuid, 1
:den. De lflder
maar z|n huid
et dus trachten
huid te gene-
huid te kunnen
iet het genees-1
Ibaar z|n en U
kel|k van over-
vare middel te-
verkrijgen b|
ïoemde firma's. I
U, dat dejruk
van het middel,
onmiddellïk
nog een proef fl, j
jroote fl. (Inh.
eel voordeeliger j
en verkr|gbaar.
ig met D.D.D. i
nd door het ge-
.zeep (h f 1,—
(if 1,25)0.0.0,
re op aanvraag
genwoordigster
3MA, DenHaag-
iddelharnis, bij
n zgne filialen.
Drogist te Oude
Omwegen Jzn
eniplaat.
m
„DE EEKBOOHS"
SJSaafe 94
BBAI.
Hulskamermeu-
Ètoelen, Linnen-
i, Schilderles,
ahouten Bufiet-
n, Clubfauteuil,
ameublementen,
ten, Kapokma-
en Satgndekers,
enz. enz. Spot
adres voor jon-
Iksplannen.
>b, bovenhuis
ade, ROTTER-
oon 12800.
1VERFLAKKEE te
eveg) is op eiken
gstellenden QRA-
esgewenscht geelt
htingen, die moch-
17161
ie ken ik heel goed
men. De men&chen
:t platteland weten
id heel weinig af.
maar anderigds
het zeer gevaarlik
ervaring, dat zulke
de Middernacht-
ogt. Neem me niet
k, maar met u is
1 geval. Juist, dit
et erg (of eigenlik
werk moest veel
en steun onder
in 't kort vertellen
ak. Als u dat weet
meer vrgmoedlg-
meedeeien, die ik
voudlg-weg, wat
ernachtzendlng is
an baas Slnke en
te weten, dat de
ïtiewerk is.
gebroken,
ógelgke bizon icr-
in Marie Lokkose
Slnke deelt alles
'ordt vervolgd
o 1$
Deze Courant verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG.
ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden franco per post 75 Cent b|j vooruitbetaling,
BUITENLAND hg vooruitbetaling f 5.50 per jaar.
AFZONDERLIJKE NUMMERS 5 CENT.
SOMMELSD.ÜJK.
Telefoon Intercommunaal No. 202=
ADVERTENTIËN 20 Cent per regel, RECLAMES 40 Cent per regel.
BOEKAANKONDIGING 10 Cent per regel.
DIENSTAANVRAGËN en DIENSTAANBIEDINGEN f 1.— per plaatsing.
Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die besfesa.
Advertentiën worden ingewacht tot DINSDAG- en VRIJDAGMORGEN 50 UUR.
De slag is gevallen. De Antir. partij
heeft haar eminenten Leider door den
dood verloren. Ongeveer 50 jaar lang
was hij de tolk onzer antir gevoelens
da schitterende woordvoerder harer
ideeën in en huiten het Parlement. Door
hem heeft enze partij naam en invloed
gekregen in Binnen- en Buitenland
door hem vierde zij haar triomfen op
onderwijsgebied en op het terrein der
gewetensvrijheid tegen liberaal verzet
en conservatieve tegenwerking. Opvol
ger van Groen v. Prinsterer, was dr.
Kuypor meer dan deze een organisator,
die allerlei verspreide troepkens uit alle
deelen des lands tot een hechte gemeen
schap aan een sloot, waarvan de schoo -
ne vrucht nog tot op dezen dag erva
ren wordt en nog jaren z-1 gezien
worden.
't Leven van dezen grootvorst in 't
denken en handelen te schetsen in een
kort bestek is onmogelijk. Schrijf er een
dik boek over en de schets is nog on
volledig. Wie 't ook wagen moge dit
rijke leven van kennis en macht en in
vloed, zelfs tot ver over onze grenzen
te beschreven hij zal 't ervaren
dat nog altijd deze of gene zijde te
weinig belicht zon zijn. Wantdr. Kuy-
per was alles politicus, theoloog, ethi
cus. filosoof, dogmaticus, jurist rede
naar, styliist en journalist van 24 ka
raat, Geen terrein, diar hij zijn voet
niet had gezet. En greep hij iets aan
diepzinnig en zwaarhij ontvouwde de
zwaarste problemen zoo simpel, dat een
leek- hem kon volgen in al zijn betoogec.
Een Staatsman! ja, meer dan dat:
een Christen Staatsman, een Evangelie-
belijder, als Groen, èn vader van 't Ne-
derlandsche Calvinisme, dat alle indi
vidu, alle kring, alle partij, alle school,
alle kerk ja. de ganscbe Maatschappij
opriep om alleen in 't Eere zij God
steunpunt voor alle actie te zoeken. En
het sinds 1889 veranderde Neder
land is gijn werr. Geen Vorstenkroon
zoo schitterend dan deze kroon op dr.
Kaypers hoofd Bij heeft het Nederland
van 18 0 een nieuw leven geschonken,
nieuwe ide ëa gewekt gepropageerd met
ongeëvenaard succes. Niet alléén stond
hij: zijn God dien hij liefhad en wiens
Naam hij uitdroeg onder vriend en
vijand, bewonderbaar en verachter
die God ondersteunde hem
op kennelijke wijze, maar niet alleen
stond hij, omdat hem tal van andere
Christenmannen het vaandel dar vrijheid
ontrolden en hem, dien Mozes ter ver
lossing als Aaron en Hur ondersteunden.
En nu, is deze godzalige man, eere
des Vaderlands, beroemde als wei
nigen, bemind door tienduizenden, ge
respecteerd door millioenen, de eeuwige
ruste ingegaan.
Zijn strijd is volstreden, zijn loop ge
ëindigd, de Kroon der overwinning is
hem weggelegdmaar God de
Heere blijft.
En wie nu ook onze leider zij of
worden zal: nooit, neen nooit meer
zal het een Kuypor zijn, omdat deze
door God geroepen is in een tijd, toen
er een Kuyper noodig was. God kent
Zijn tijd en weet Zijn instrumenten of
dienaars voor eiken tijd te vinden.
't Is nu weer een andere tijd
maar vaat staat, dat, al moge 1920 een
andere persoonlijkheid eischen als lei
der dan 1850 of 1880 zonder dr.
Kuypers grondbeginselen gaat onze par
tij te niet. En dit waren zijn grond
beginselen Tot het Woord en de Ge
tuigenis en zoo neen, dan zal Neder
land ge&n dageraad zien.
Dr. Abraham Kuyper eminente
leider, Staatsman bij Gods gratie, on
vergetelijk, én hoogeüjk vereerd
juiche dan nu na 50 jarigen strijd voor
den troon van uwen God En in onze
ziel staat ÏJw beeld en Uw naam en
Uw werk als in marmer gegrift,
of OEI orraji.
Nadruk verboden.
Dr. A. KUYPER. f
1837 1920.
Zoo viel dan eindelijk de slag.
De groote Maaier, die niemand spaart, kind
noch gr|saa?d als de ure er is, die God in
Zin eeuwigen Raad als de ure des doods
voor elk menschenkind heeft bepaald,
maakte een einde aan het leven, dat in 't
laatst nauwelgks leven wés, van den man
die 'n halve eeuw lang, naar de mate van
zijn groote talenten, voor de eere Gods heeft
op de bres gesteau.
Dr. A. Kuyper gleg den weg van alle vleesch.
En wie hem gekend hadden in z|n gewel
dige kracht; wie geleefd hebben onder de
machtige bekoring van z|n genialen geest;
wie hem als den grooten veldheer vele jaren
lang volgden in den str|d, z| baden, dat
God de dagen der beproeving voor z|n kind
verkorten mocht en de ure der ontbinding
spoedig mocht doen komen.
't Was zulk een bezoeking voor den kranke
zelf.
't Gaf zulk een droef aanzien voor de lijaen.
En tienduizenden in den lande, die leis er
van hoorden, hoe dezen eens zoo geweldigen
strijder voor Gods aangezicht langzaam aan
dlles ontnomen werd, wat hem geschonken
was, zoodat h| niet sterven zou als een
„held in volle wapenrusting", maar ais een
grijze „vergaan van krachten", hoopten en
baden, dat het nu spoedig gedaéa mocht z|n.
Zooals hgzélf eenmaal, staande b| 't sterf
bed van een Keuchenlus, dezen niets anders
meer toewenschen kon dan een speedigen
ingang in Gods hmeisch konlikrgk.
Die bede heeft God op Zijn t|d verhoord.
En toen deze Zijn dienstknecht, 's Heeren
Raad ten volle had uitgediend, werden ook
al zijne banden losgemaaktwerd de ziel
van net lichaam gescheiden, dat ia z|n ver
wintering geen otgh&a meer was, maar 'n
hindernis was geworden en bleef dat „stoffe
lijk overschot" achter, om straks in de groeve
der vertering te worden weggeborgen.
Zóó eindigt de mensch, die stof is
„God alléén is groot I"
En al wie hier op aarde voor Z|n tere,
voor Zijn naam, voor Zfjn zaak en dienst en
r|b, strijden mag hij is niet anders
en niet meer, dan een Instrument in Gods
handwien God van oogenblik tot oogenblik
de kracht schenken en vernieuwen, den geest
leiden, mond en pen besturen moet
Zóó heeft de calvinist Kuyper 't ons ge
zegd en het 't geslacht z|ner dagen inge
prent.
En daarom zal geen onzer b| zijn doods
baar den ménsch verheerlijken en Dewteroo-
ken, maar w| zullen essen God danken en
groot maken voor wat H| ons in dezen, Zijn
dienstknecht, geschonken heeft.
God, die alléén groot is, eerst:
Zóó zullen we spreken van den mensch.
Neen, we geven hier geen kroniek z|ns
levensjaartal noch data, wie daarvan
meer weten wil zoeke het op in de vele
werken, die hem kunnen inlichten.
Wij herdenken allereerst de leidingen Gods.
Als eenmaal Mozes, die onderwezen werd
in alle wijsheid der Egyptenaren, om straks
in de kracht Gods die Egyptenaren met hun
eigen wapenen te kunnen bestr|den, zoo
werd ook de man dis straks de godsgetrou-
wen op eigen erf organlseeren zou, eerst in
al de wisheid der v|anden naarstlgl|k on
der wezen.
Aan de Leidsche hoogeschool ontmoette
h| het ongeloof.
't Modernisme was er in z|n opkomst.
Gods Woord lag er op de sn|tafel.
Menschellke wijsheid streek er vonnis over
en zóó groot was de zuigkracht dezer |de!e
filosofie en valschelgk'genaamde wetenschap
dat ook de jonge student, straks dienaar des
Woords mee onder haar bekoring kwam en
de gemeente niet bracht „den vollen raad
Gods" tot redding van zondaren en tot groot-
making Zijns naams, doch haar gaf een
brouwsel naar eigen recept.
Doch daa komt de beslissende ure.
Als Gods Geest z?n blinde aielsoogen
opent, dan ziet h| in de eenvoudige vromen
die z|n prediking versmaden en zich bi hun
„oude schrijvers" afzonderen, hoe het groote
heiigeheim, het eeniga dat de zielzaïigende
werking oefent nóg vaak door God voor de
wijzer» en veistaadigen verborgen wordt en
aan de kinderkees wordt geopenbaard.
Niet dadelijk is hg nu de „calvinist".
Eerst nog verwacht hl zeer veel van de
„Utrecütsche orthodoxie" cn ais hijzelf in tie
bisschopstad den herdersstaf opneemt, is
't hem geweest in z|n hart als 't den kinde
ren Israels was, wanneer ze onder 't zingen
der liederen Hammsüloth, optogen naar Je
ruzalem
De teleurstelling is groot I
H| zit er als in een belegerde veste,
't Gansche, onafzienbare terrein daar bui-
t n wordt aan den v|and overgelaten. Diens
aanval regelt den tegenweer, 't Eene bol
werk na 't andere wordt hem prijsgegeven.
In die atmosfeer kia h? niet leven I
En dan z|n 't weer mannen uit 'a lands
hoofdstad, die getrouwei|k het kleinood der
gereformeerde belijdenis eenmaal san de va
deren overgeleverd, hebben bewaard en die
in Gods hand het middel zijn, dat dr. Ku(j
per straks alle aarzeling en bezwaar en alle
lafheid overwint, en eens voor alt|d zich
voegt b| de tóén vooral kleine, verachte, ge
schuwde secte „die overal tegengesproken
wordt"
Om met haar te leven en te sterven.
Al naar 's Heeren zaak 't eischen zou I
Grootmeester der Nederlasdsche dagblad
pers.
in zga goeden t?d kwam 't p tra-orkest
pas wesr op dreef, als hij na de zomerva-
caeitte wesr op 't podium kwam en met
forschen armzwaai de maat aangafdkn pas
werd het wsêr een spannend pers-debat ais
zijn krachtige vuist tegen drie, vier tegen
standers tegelijk in actie was, dezen een
maagstomp, genen 'n kaakslag gaf en seifs
de steskste kampioen werd „uitgeteld",
zonder het oogvrrrukkend, machtig vuurwerk
zijner schitterende „driestarren" ging de scha
re, vriend en vgand, van het persvdd on
voldaan heen.
In een blad els het onze, 't kan niet an-
d:rs I herdenken we dr. Kuyper bovenal als
den grooten organisator der antir. partijals
den man, die meer dan veertig jaar een der
groote figuren was in de politieke worsteling
als den Staatsman bg de gratie Gods.
Vóór hem waren er antirevolutionairen.
Maar een antir. partQ was er niet.
H(j heeft de verstrooide troepen en groe
pen onder ééa verband hecht aaneen verbon
den h| wierf naar alle zijden en trok lie
juist door de scherpe keur, die hg op begin
sel en praktik -uitoefendehg brak voorgoed
de bekoring, die bij velen nog nawerkte,
wanneer er sprake was van de oude, con
servatieve parts.
Zóó vormde hij z|n keurtroepen.
Klein in getal; sterk in hun God.
En toen dorst m het Davlds-waagstuk aan
om dat „kleene hoopten", gewapend slechts
met gladde steenta uit de beek aan te voe
ren en in slagorde te stellen tegenover den
Goliath van het liberalisme, met de reuzen-
legermacht, die deze achter zich had.
40 eest per regel.
GEEN GOEDK0ÖPER HORLOGE DAN BIJ
GOUDEN ZILVEREN en BYOUTERIE-ARTIKELEN, HORLOGES, KLOKKEN,
WEKKERS ailes tegen de laagst mogelgken prgs. Massieve gladde RINGEN.
B| zonder goedkoop, Eigen werkplaatsen voor reparatifin.
En nu raken we vanzelf In verlegen
heid
Ia welk opzicht zullen we dr. Kuyper
gedenken God had aan dezen r|k gezegende
den vollen overvloed der tien talenten ge
schonken en elk talent had het volle gewicht I
Als prediker hing de schare aan zgn lippen.
Nóg ontroert ons z|n woord, dat al haast
'o halve eeuw weerklonk, b| 't nalezen van
„Den troost der eeuwige verkiezing".
Tech was de pen zijn machtigst wapen I
Daarmee bereikte hg de tienduizenden.
Er was een tijd, dat het Zondagsgesprek
na de preek en op 't gezelschap, nooit los
was, vaak behrerscht werd door „wat Kuyper
die week schreef in de Heraut".
Met z|n pen heeft h| ons calvinistisch
leger georganiseerdhet kader gevormdhet
gestaald tot den strijd en het geleerd hoe 't
als Willem III de nederlaag te gebruiken had,
om de volgende overwinning voor te bereiden.
Dat leger was geen „nachtschool" meer I
De duizenden, die E. Voto kenden, de
Gemeene Gratie lazen, de vele bundels Uit
het Woord als geestel|ke sp|s genoten had
den; die er van en er door, de schoonheden
der eigen taal hadden leeren kennen en
soms zelfs in de geheimen van Grieksch,
LatQn en Hebreeuwsch werden ingewijd,
kon men toch moeilijk meer „dulsterlingen"
noemen
Hij was ook de teedere meditator.
De eeuwigheid zal openbaren voor hoeveien
Kuypefs „tweede siukskens" uit de „Heraut"
ten zegen z|n geweest, tot vermaning en
troost, tot een stok en een staf, zelfs ia het
dal der schaduwen des doods I
Bij dit alles was h| de groote geleerde.
Wien thans reeds zelf vergrlsden, van
groote kennis en hooge positie, nóg gaarne
hun „meester" noemden en er hun eer en
roem in stellen „bij den ouden Kuyper
college geloopen hebben".
De stichter der Vr|e Universiteit:
Wien destijds mannen als Rutgers en Loh-
man en Keuchenlus krachtig ter zijde stonden,
maar die toch de groote motor was, zonder
welke naar den mensch gesproken, de „Vr|e"
verongelukt zou zfin, nog vóór ze, uit haar
hangar gereden, den eersten keer den beganen
grond losgelaten had.
Bn b| dit alles journalist
Dien strijd tegen Goliath wón hij.
Eerst ais aanvoerder der oppositie, straks
afs de leider der coalitie, eindelijk als de
premier van het Kabinet, heeft h| dat libe
ralisme onttroond, in beginsel uit zijn macht
omzet en in elk geval de ban gebroken als
zou wat in Nederland den toon aangeven
wilde, liberaal moeten zijn.
Dat in 1918 de eens zoo machtige, é/er-
machtige, schier dl!es machtige liberale partij
in enkele kleine, machtelooze groepen uit
eengespat tot het politieke „gruis" in de
Kamer vernederd war, 't is goeddeels de
nawerking van zijn werk geweest, al moet
naiuuri|k erkend dat anderzijds niet minder
de sterke aanwas van het socialisme de
liberale buitenpolders in weinige jaren be
dolf onder den rooden vloed.
Machtig ook was zijn werk naar binnen.
Vele jaren lang is h| niet alleen geweest
de ziel, maar ook het denkend hoofd der partij.
Schier elk vraagstuk dacht hij in.
Toetste hef aan de beginselen.
Kwam dan met een eigen, oplossing, die
h| tegelijk én voor z|n volgelingen aanne
melijk maakte én tegen de vele, vinnige aan
vallen des v|ands verdedigde.
H$ ontwierp ons Program van Beginselen.
Gaf er een toelichting b|, die zelfs jaren
lang in onze kringen aaïeveSfjk vaak als „het"
Program gold. En toen door de vefe gewij
zigde omstandigheden die toelichting ver
ouderd was, kwam h| nog in den avond
z|ns levens met z|n nieuwe, groote „Nadere"
toelichting, die naarstlger bestudeering waard
is, dan haar veelal te beurt valt.
Ook als part|leider en staatsman is h|
geweest een man van „grooten bedr|ve", die
niet zichzelven zocht, maar brandde van |ver
om uit te voeren de taak, die hem door God
te doen gegeven was.
Langzaam z|n de banden losgemaakt.
Z|n sterven kwam niet onverwacht.
Men wist hoe deze sterke held z|n kracht
had zien verminderen, wegvloeien, in 't eind
had voelen bezw|ken.
Van alles moest h| zich losmaken.
Als part|leider trad h| af.
Hield h| 't daarna in de stilte der studeer
kamer nog 'n korte poos vol als journalist,
ook ddt moest h| opgevende avond viel
en met aten avond kwam voor hem de tijd
van inzinking, 't Zal hem ongetwijfeld een
groote beproeving geweest z|n, nog te wéten
wat hij eenmaal kón en eiken dag te moeten
ervaren, hoe die kracht naar lichaam en geest
steeds meer van feem week!
Dïe beproeving nam thans 'n einde.
De groote Meester, die eiken dienstknecht
z|n eigen task geeft, loste dezen discipel,
die zich met ons allen tegenover God een
arm en ellendig zoadaar wist, doch die tegas-
over menschea getuigen mecht, dat h| door
de genade Gods overvloediger gearbeid had
das z| allen, loste hem af van z|n „een
zamen post".
Het geloof ging over in aanschouwen.
H| ging uit dit „jammerdal" over in den
hemel der heerlpheid; voor esuwig weg
uit het strijdgewoel, geniet z|a ziel, dieosn
de bel|deni8 van 's Heeren Naam zoo vaak
is bespot, gelasterd en gekweld, thans den
eeuwigen vreê.
W| richten hem geen standbeeld op.
Dat ligt niet in onze lifts I
„God is groot" en Hij aüéén.
Maar wee onswanneer we Z|o groote
daden vergeten j Ea met die daden z|u ook
onafscheidelijk verbonden de instrumenten,
die H| gebruikt.
Hun heugenis mag niet vergaan 1
Hun werk snoet worden herdacht.
Hun arbeid moet warden voortgezet.
Want een held Gods, gelijk Kuyper onder
oas is geweest, heeft tot stand gebracht, heb
ben w| als een kostel|ke erfenis te bewaren
en te verdedigen. Wat h| begon, hebben w|
voort te zetten. Wat hij bouwde, hebben w|
te voltooien.
Hijzelf stierf thans onder ocs weg.
Hij ging den weg van alle vleesch
Maar z|n arbeid is niet vruchteloos ge
weest, want b| alle mensche ijke fatcoren,
die hier werkten, mocht h| meer dan verre
weg de meeaten onder de kinderen der aen-
schen gegund is, mede-arbeider Gods z|n,
die des Heeren werk onder ons heeft ver
richt en wiens werk d£i?om, wat het begin-
sel betreft, niet zal kunnen gebroken worden.
Omdat het Christus' eigen werk was.
Die er z|n knecht toe begenadigde.
Zelf heeft esnmaal op een der meest ge
denkwaardige avonden z|ns tevens dr. Kuy
per het werk s|us tevens aldus geteekend:
„Voor mf, één zucht beheerschf m|n leven,
Eéa booger drang drijft zin en ziel.
En moog' m| d' adem eer begeven,
Eer 'k aan dien heiligen drang ontviel,
't Is om Gods heil'ge ordonnantiën,
In buis en kerk, in school en staat.
Ten sp|t van 's werelds remoEstratiëi,
Weer vast te zetten, 't volk ten baat.
't I« om die ord'aiagen des Heeren
Wsar Woord en Schepping van getuigt,
In 't volk róó helder te gravceren.
Tot weer dat volk voor God zich buigt."
Dat program heeft h| nimmer verzaakt,
Menschel|ke gebreken kleefden z|n arbeid
aan; menschellke zwakheden mochten ook
hem niet vreemd z|n; mecscheiijke zonden
had ook h| te heifjden voor sfin God
maar als het ging om de eere Gods soo gaf
h| 't 41 prijsnaam, eer, roem, vriendschap,
positie, toekomst, 40es om alléén te vragen
naar hetgeen bevorderlik was voor dat werk
en de zaak des Heeren.
Dr. Kuyper werd van ons genomen.
Reeds vele maanden voelden we z|n ge
mis en de bange vraag rfst i;ms in 't hart
wat er op den duur wel worden aai van
onze part? san onze gauscha actie als cal
vinistische groep
Maar neen toch géén vrees:
God, die een Kuyper verwekte, bekrsch-
ttgde, en s?n werk ongemeen gezegend heeft
die God zal voor z|n eigene zaak zorgen.
En de nagedachtenis van dezen groote in
Israël zal nog bfj onze kindskinderen inze
gening z?n. UITKIJK.
Over het ziekbed van Dr. KUYPER.
In de „Standaard" lezen we onderstaande
ontroerende woorden:
Zooals ik beloofde zoude ik, desgewenscht,
nog eenige mededeelingen doen aangaande
het ziekbed van Dr. Kuyper. Ik wil daarmee
niet wachten; de levenskracht vliedt met
snelheid weg; men heeft er zich op voor te
bereiden, dat weldra de ure van bet schei
den geslagen is en de paarlen Poort zich
beeft geopend, die hem door Gods genade
den toegang tot het Vaderhuis ontsluit.
Zooais gisteren reeds werd gemeld werd
Zaterdagavond do toestand plotseling zeer
ernstigde nacht van Vr|dag op Zaterdag
was wel onrustig geweesten de Zaterdag
zelf bleef het aldus, maar eerst 's avonds
kwam de groote verandering. Dez Zondags
morgens kwam de geneesheer en achtte het
iï
IT
Hi