Woensdag 8 November 1920.
85a* Jaargang N\ 2647
¥®®r de ^aiMiiofilandsielie en Kernwuche Eilanden.
Antirevolutionair w"r "^jfF 1 Orgaan
HOC SIGNO VINCES
Bfmm uit hst ösntrum.
Een fóiddil tegen Mond
en Klauwzter?
W. BOEKHOVEN 2©n@as
Alle stukken voor de Redactie bestemd,
Advertentien en verdere
Administratie franco toe te zenden aan de Uitgevers.
Zlgd.
Deze Courant verschqnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG.
ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden franco per post 75 Cent bjj vooruitbetaling.
BUITENLAND bq vooruifbetaiing f 5.50 per jaar.
AFZONDERLIJKE NUMMERS 5 CENT.
UITGEVERS i
g O MMEL8 DIJ K.
Telefoon Intareomsnanaftl No. 202.
ADVERTENTIËN 20 Cent per regel, RECLAMES 40 Cent per regel.
BOEKAANKONDIGING 10 cent per regel.
DIENSTAANVRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN f 1.- per plaatsing.
Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die s| beslaan.
Advertentiën worden Ingewacht tot DINSDAG- en VRIJDAGMORGEN 10 UUR.
Ingrijpen.
Herhaalde malen komt 't voor dat er van
Rechteche en van Linksche zijde gevraagd
woidt oen ing.Qpen in de economische
toestanden, 't Is alles zoo duur. Het komt
05 3 voor, dat niet ééu Regeering in Eu
ropa in s;aat is, om in te grijpen. Het komt
ons voor, dat de Crisis, de wereldcsi3is ge
komen is, als gevolg van de oorlogstoestanden.
En we moeten er doorheen met al 't lijden,
dat elke crisis meebrengt. Hoe kng nog die
ellende duren zat, weet niemand, maar men
schatte den tijd van toekomstige misere niet
te kort. Hooge Iconen baten niet meer. A!
hooger en booger zullen ze moeten worden
om in de tekorten aan levensbehoeften te
voorzien. Maar al hooger en hooger is
onmogelijk. Hst ruïneert de Rijkskassen en
O burger^landbouw en fabriek, zonder
nlge bate voor 't algemeen welzijn. Hooge
loonen: we kunnen er met onze gezinnen
niet buitenmnar osze welstand neemt er
aiets door toe. Ze verlagen onsen ouden wel
stand niets, maar we gaan er geen cent mee
vooruit En diezelfde hooge loosen verheogen
de prgzen en belastingen. Zoo biqt je in een
cirkel ronddraaien en je komt er nooit uit.
Wat kan een Rfgeering in zoo'n toestand
ingrijpen? Door Sociale wetten als 8 uren
dag Maar of die nu, in dezen t(d, waar er
ontzaglik moet geproduceerd worden, om
door den overvloed te komen tot goedkoopje
of nu de 8 uren-dag voor 'f sociale leven
een zegen is, gelleven we niet te aanvaarden.
On3 dunkt, als er van ingr|psn sprake was,
én de menschen willen én konden het vol
houden, dan moest men 10 h 12 uurwerken
per dsg Ingrijpen? De Crisis is er 1 En alleen
zuinigheid en zich bekrimpen op alle uitgaven
zal voor millioenen menschen 'teenige mid
del bil fees om „uit de schuld" te blfiven; en
ardsis gaan ze er gewis onder. We siaan
voor een tjd van onzeglijke armoe. En al 't
moois dat je ziet ia allerlei lagen onzer samen
leving is maar klatergoud. Er is geen gezonde
.osomische reden voor. 't Is mekaar na
doen maar de gevolgen zullen komen.
Dankstonden Voor 't Chr. Onderwijs
op Flakkee?
't Is onze aandacht; 't is niemands aan
dacht ontgaan,, hoe luttel de dankstonden
zij a voor de Wet de-Visser. Ia 't R. K.
Kamp is er animo om te loven en te danken,
en we eerbiedigen die blijdschap. Maar
in 't Protenstansche Kamp? Waar zin die
dankdagen, die in sommige kringen met
wat animo in elkaar worden gezet, maar 't
Ned. Christenvolk als geheel absoluut koud
laten. Er is op dat oogenblik geen Neder-
landscbc Christendom dat daar voor
voor de Wet de Visserde be
dehuizen vullen ïal.Er wordt wel in sommige
Scholen gedachtenis gevierd van 't belzng-
rgke feit, maar een Nationale Bedestond
door de BQz. Scholen uitgeschreven is er
niet.
Wat mag de oorzaak z|n Onses inziens
drieërlei. Ten eerste is men bij 't B. O.aan
de Rijkssubsidie al gewoon gehaakt; en een
paar banden vol meer geld voelt men niet
meer. Ten tweedeKomt een aardige portie
der subsidie in de zakken der oudcrwgzeis
terecht, maar of men die ook aan deender-
wQsers van harte gunt, is neg iets anders.
Ten derde: de Nieuwe Wet baant zoo'a
weg voor de vsfjheid, dat eralyan misbruik
is gesproken en van een vrceze om de ker
kelijke verdeelt heden in 't Protestantisme
door de School op de spits te drijven. Ea
waarbij als vierde factor is genoemd de
wecsch om cu er Rechtsgelijkheid is niet
dcor publieke dankdagen een verzoenende
houding tegenover 't Op. Onderwas in den
weg te staan. We laten al deze opgegeven
factoren voor wat ze zijnmaar feit is, dat
op Fiakkee van een gezameltjke samenkomst
in publleken Schooldag, nog geen woord
gerept is; nog minder eenig initiatief ge
nomen is. De Chr. Scholen op Flakkee kon
den zonder veel moeite wel eeos bij eikaar
bomen in een Chr. Besturen en Oaderwijieis-
bijeenkomst. Wie pakt de koe bij de horens,
opdat in Dec. eens een Fiakk. Schooldag
v/oide gehoudenAl was 't maar een „On
der Ons" van een 50 tot 80 man. Wie pakt
aan
V Dr. KUYPERS VERJAARDAO.
De dochter van dr. K. schrift in de Stan
daard over dezen tragischen 29 Octb. het
volgende ontroerende woord over haren vader,
onzen hoogvereerden leider, wlen 't leven
spoedig zal uitgebluscht z|n
29 October.
Op dezen thans zoo weemoedigen ge
denkdag, den 83sten verjaardag van mijn
Vader waarop, nóg meer dan anders,
wfl met onzen dierbaren zieke ons gedra
gen voelen door de liefdevolle gedachten
en gebeden van ons Gereformeerde volk,
is het mij een behoeite des harten tot de
velen, die met ons medeleven, een enkel
woord over den ziektetoestand van mijn
Vader te zeggen.
Wij weten, dat wq nu z|n toegekomen
aan het laatste gedeelte van den weg, die,
binnen korter of langer tijd, zal leiden tot
de groots scheidipg. En w| kunnen slechts
danken, dat God ons voor dat groote
oogenblik, dat naderende is, zulk een rus-
tlgen sn langen tjjd van voorbereiding
schenken wil.
Ook voor en met onzen Vader kunnen
wij slechts danken. Een eigenlïke ziekte,
een eigenlijk lijden is er niet. Het is een
stil ges'adig uitgaan van de levenslamp.
Een steeds meer zich verengen van den
eens zoo machtig-wqden horizont.
De strijd tusschen het telkens weer willen
en picbeeren en telkens minder kunnen,
soms zoo hartvet scheurend om aan te zien,
is, God z| dank, volsireden Vader heeft
zich nu, gewillig en gedwee, in Gods hand
oversregeven en ligt stil en rustig te wachten
tot Gods roepstem hem zat verlossen van
wat zeker voor iemand van mfjes Vaders
natuur wel de allerzwaarste beproeving
moet s|nwerkeloos wachten in toenemen
de hulpbehoevendheid.
leven nu maar b{ den dag, dank
baar genietend van leder lief woord, van
lederen dankbaren blik, dien Vader ons in
zijn heldere oogecblikken, die gelukkig
nog vele z|n, schenken wil.
Als ik mijn Vader zoo stil en tevreden
zie nederllggcn met dien rustigen blik in
z|n nog onverdonkerde oogen, denk ik
telkens aan den Paaimregel
„M|n ziel
Is in mij al3 een kind gespeend,
En heeft zich met Uw wil vereend".
En zoo ontvangt hq ook, met dankbaren
glimlach, soms met uitgestrekte handen,
oude vrienden en vriendinnen, die afscheid
van hem komen nemen. Schaarsch moeten
die bezoeken z|n en kert, want alles
vermoeit hem nu, den vroeger onvermoei-
baren. En zoo zien wjj gaandeweg ver
dween alle heerlijkheid, die van dit leven
was. En wat blijft, is alleen Gods genade,
die dit ziekbed omringt, en onzen lieven
zieke en ons bekwaam maakt, om stil te
wachten op het groote oogenblik, dat
komende is, als God Zijn moegestreden
strijder tot Zich zal nemen in Z|ne heer
lijkheid.
Die genade Is Gods gave. Zfl is óók een
gebedsverhoorlng van de duizenden in den
lande, die met ons medeleven. W| weten
het, en m|n Vader weet het ook Het was
mij eene behoefte, dit op den dag van heden
te zeggen aan hen, die met ons „De Stan
daard" lezen.
H. S. S. KUYPER.
We mogen hieraan niets toevoegen en
wachten met smart.
Amice I
145
't Is nog niet zoo heel lang geleden, dat
ik je aandacht vestigde op de sociailstische
leuze: „Moederschapszorg", waardoor het
huwelijksleven wordt aangerand.
We hebben toen gezien, dat het heusch
niet alleen uit soclatisüschen hoek kwam. Ik
heb immers gewezen op het congres van de
Nationale Vrouwenraad, dat te Groningen
werd gehouden Dat waren meerendeels
vrijzinnige dames. En de leuze werd heel
gemoedereerd overgenomen.
Je zult ja nog wel herinneren, dat ik er
toen min oiqdschap oyer uit heb gesproken,
dat van Chdstelfjke zijde, bq monde van de
dames Frida Kais ea Dudck van Heel, pro
test niet is uitgebleven.
Nu wil ik eens op iets anders wijzen, om
aan te toorien, hoe men in vrijzienige kring
over het huwelijk denkt.
Het is eenigen tijd geleden, dat door de
Liberale Uaie een commissie werd benoemd
om te onderzoeken, hoe er in hoeverre onze
huwelijkswetgevingen moet worden gewjj-
De namen van drie commissieleden doen
weinig ter zake. Zjj werd benoemd er
zaten drie dames in zij ging aan 't werk
en zq kwam met een rapport.
Dat rapport willen we nu eens even onder
de oogen zien.
De algemeene strekking behoef ik je na-
tuuriqk niet te vertellen." 't Is samengesteld
door vrijzinnige menschen. Dit Is voor ods
reeds voldoende.
Maar hef Is zaak, dat we op de hoogte
zin. We behooren het dreigende gevaar te
ondetkennen. Als het noodig Is moet de ba
zuin aan den mond, moet alarm geblazen.
En het Is noodig.
Natuurlijk wordt niet erkend dat het hu
welijk een Goddeiqke Instelling is. Daarvoor
is men te modern.
Wel wordt erkend daar moet In de eerste
plaats de nadruk op vallen dat de normale
man en de normale vrouw gelijkberechtigd
zijn. Want zq zijn, volgens de commissie,
geiqkwaardig.
Daarom moet de overheerschende positie
van den man, zooals onze huwelijkswetge
ving die thacs kent, worden weggenomen.
Op den man en da vrouw rusten dezelfde
plichten en zq hebben dezelfde rechten, wat
betreft den opbouw en de verzorging van 't
gezin en het opvoeden der kinderen.
Weg dus met art. 160 vaa het Burgerlik
Wetboek. Dat bepaalt, dat de man 't hoofd
der echtvereniging; is
Vervolgens moet natuuriqk ook art. 161
verdwijnen, dat bepaalt, dat de vrouw aan
den man gehoorzaamheid is verschuldigd.
Je ziet, amice, welke rlchilsg 't uit gaat.
Maar we zqn er nog niet.
Wacht maar.
Het rapport vraagt nog meer.
De man mag niet verder beheerder z|jn
van de goederen der vrouw. De vrouw moet
zelfstandig in haar rechten kunnen verschij
nen.
Dat is reeds iets, van wat men wil be
reiken.
Maar nu komt er iets, waarop ik speciaal
de aandacht zou willeu vestigen.
Er wordt n 1. in het rapport vergemakke-
lQking van de echtscheiding gevraagd,
Want dat gaat tegenwoordig veel te moel-
üjk Een van beide partqen moet al heel wat
op haar keifstok hebben, wil de rechter de
echtscheiding uitspreken.
Gekheid, zegt het rapport, gekheid. Dat
moet maar eens veranderen.
Stel je voor: als de man cu eens ziet, dat
het huwelijk een vergissing was of omge
keerd de vrouw, moeten die twee dan maar
biqven voortleven? Dat is immers te dwaas
om los te lcopen
En daarna komt men in het rapport tot
deze passage: „ook als een der echtgenco-
ten de overtuiging heeft dat het huweiqk
een misgreep was, bekomt ontbinding daar
van te kunnen volgen".
Je ziet: dojkjes worden er niet om ge
wonden. Het wordt maar ronduit gezegd.
Maar laten we alvorens verder te gaan
dit eens even onder de oogen zien.
Dit is zuiver revolutionair. Dat is een zui
vere omkeering der Goddeiqke orde.
Want het gezag van den man wortelt even
als het gezag van de Overheid, in God, Dat
zuFen we wel met elkaar eens z|]d.
Maar de commissie, die de Liberale Unie
benoemde, om rapport uit te brengen, houden
daarmee natuurlijk geen rekening.
God is hoogstens een God voor de binnen
kamer. Voor het individu. Niet voor de ge
meenschap. Niet voor het politieke, clct voor
het Staatkundige, niet voor het maatschap-
peiqke leven. Ook niet voor het gezin.
De meerderheid van den man, zooals van
Burgeriqk Wetboek die ook kent is dus ook
niets meer dan traditie, verouderde traditie.
Die doet In het huweiqk het recht van den
sterkste gelden. Maar aan die traditie van
krachtsmlsbruik moet maar eens een einde
gemaakt.
Het is precies hetzelfde met wat de com-
mvnlsten beredeueeien, wanneer zq 't over
het overheidsgezag hebben, Dat is ook maar
traditie. De overheid is zoo brutaal geweest
het gezag te grqpen. Dat kon zq doen, want
zq bezat machtsmiddelen En door gebruik
te maken van die machtsmiddelen, houdt zq
haar gezag staande. Dat nu is ia strqd met
de ware democratie.
Zoo wordt door de communisten gerede
neerd. En zoo wordt nu ook betoogd, door
de Liberale Unie inzake het gezin.
We moeten dit goed in het oog vatten,
want het is een aanranding van het huwe
lijksleven, dat ons dierbaar is, omdat het
door God is ingesteld.
Gesteld nu eens, dat de denkbeelden In
het rapport van de commissie der Liberale
Unie werden verwezeniqkt, dan zou dit prac-
tische gevolgen hebben.
Ik wil er enkele van opsommen.
Er rqst tusschen man en vrouw een ge
schil. Dat Is mogeiqk. Wie zal nu het be
slissende woord spreken Want zq zin ge-
iqkwaardlg, dus geiqkberechtigd.
Dit is iets
Verder: Wie zal als de vrouw haar gaven
naar buiten wil ontplooien, laten we zeggen
in het politieke leven, wie zal dan zorgen
voor de opvoeding der kinderen?
Weer iets.
Er rist een andere vraag. Als de denk
beelden worden verwezeniqkt, dus art. 161
van het B. W. opdoekt, dan kan de moge-
ïqkheld zich voordoen, dat man en vrouw
een verschillende woonplaats hebben. Waar
heeft hef gezin nu zin domicilie.
Zoo kunnen er meer vragen rlzen. Doch
dit zqn practische vragen, die ik slechts
aanstip.
Ik fe;b niet bedoeld het rapport nader te
gaan uitwerken of te verklaren. Daarvoor
moeten de heeren en dames (pardondames
en heeren) self maar zorgen.
Ik heb alleen willen aantoonen, hoe vq-
andig het rapport is om aan de door God
gestelde ordede man het hoofd der vrouw,
Laten we maar eens even onzen Bqbel op
slaan Efeze 5, vers 22 en vervolgens de ver
zen 23 28„Gq, vrouwen, weest uwe eigene
mannen onderdanig, gelgk aan den Heere"
„GI, mannen, hebt uwe eigene vrou
wen lief, gtiqk ook Christus de gemeente
liefgehad heeft en stchzelven voor haar heeft
overgegeven. Opdat hq haar heiligen zoude
haar gereinigd hebbende met het bad des
water door hst woord. Opdat bq haar zich-
zelve heerlik zoude voorstellen, een gemeen
te, die geen vlek of rimpel heeft, of iets
dergeiqke, maar dat zl zoude heilig zlu en
onberlspeiqk. AIzoo zlu de mannen schul
dig, hun eigene vrouwen lief te hebbsn, ge
lik hun eigene lichamen. Die zqn eigene
vrouw liefheeft, die heeft zlchzelve lief".
Hier wordt op ocvergeiqkkciqk schoone wlze
de verhouding tusschen man en vrouw ge-
teekend. Onvergeiqkkeiqk schoon. Maar ook
eenvoudig.
Maar ach, dat eenvoudige wil men niet.
Men wil zelf een regeling. Die van den Bq
bel heeft uitgediend. Die is verouderd.
Men erkent geen Bqbel, men wil geen
Goddeiqke Instelling van het huweiqk.
Ea dan wil men ook niet de bovenstaande
uiteenzetting, van de rechten en de plichten
va» den man.
Zqn meerderheid, zooals God die wil, Is
niet de meerderheid, die drukt, maar die
draagt.
Zin gezag tyranniseert niet maar beschermt,
Zqn hand mishandelt niet in wreedheid,
maar kastqd in liefde.
Feilt h) hierin, dan ligt dat niet aan de
ordinantie des Heeren, maar aan het inslui
pen der sonde, die alles, ook hethuweiqks-
leven, verwoest.
Of zou de commissie de bewering aandur
ven, dat het recht der ouders om de kin
deren te tuchtigen ontoelaatbaar ls, omdat
gevallen van kindermishandeling voorkomen
Wie nu raakt aan het vaderlik gezag, die
bomt er vroeg of laat vanzelf toe, hst over
heidsgezag te ondermqnen.
God verordineere hst eene éa het andere,
belde liggen in één horizon.
Loochening van eenig door God gesteld
gezag, la in den grond loochening van de
souverelnltelt Gads.
't Is het menscheiqk „neen" op het God-
ddqic „gq zult".
't Is het losmaken der banden entouwen,
die straks met opstandig gebaar worden weg
geworpen.
't Is de ondermqnlng van het fundamant,
waarop, naar Gods gemeene genade, de gan-
sche samenleving rust.
Gegroet, HAKA.
Zooals bekend is zoekt onze regeering
sedert lang naar een middel tegen de ge
vreesde Mond- en Klauwzeer. Een staats
commissie is opgericht met het doel speci
aal baar aandacht aan deze zaak te widen N >g
onlangs bracht een delegatie uit deze commis
sie, bestaande uit drie deskundigen een bezoek
aan Zwitserland om te zien of men soms
daar al een middel tegen deze veeziekte
heeft. Moeite en kosten worden dus niet
gespaard om het mond- en klauwzeer af
doende te bestrqden.
Bovendien mag ieder particulier, wie h|
ook wezen mag, deskundig of leek, indien
hl meent een middel gevonden te hebben
zich wenden tot dïze commissie om haar
mededeellng te doen.
Nu heeft zich iemand, zqn naam Is Van
den Berg tot deze commissie gewend, be-
weerende dat hq een middel gevonden heeft
waardoor het vee, aangetast door de genoemde
ziekte, na dit middel gebruikt te hebben
binnen tweemaal vier en twintig uur weer
hersteld is Hq bood aan proeven te doen
en geeft adressen op waar navraag gedaan
kon worden omtrent zqn middel maar onze
regeering en genoemde staatscommissie laten
den man links liggen, geven zich niet de
moeite zich met zqn middel in te laten.
Terecht vraagt de N. R. Ct. die deze zaak
op aandrang van den beer v. d. Berg publi
ceert. „Is er niet eenlge redenen tot verwon
dering?"
De heer v. d. Berg is directeur van een
chemische fabriek. Van huls uit heeft hq la
Zuld-Afrlka in de ehemlsche industrie gewerkt
en had daar op tal van hoeven verschillende
besmetteiqke veeziekten als runderpest en
mond en klauwzeer leeren kennen maar ook
maakte hq daar kennis met de middelen die
de Kaffers tot bestriding dezer ziekten aldaar
aanwendden.
In Nederland terug gekeerd bracht bq dit
huismiddel van de Kaffers mede, en heeft
tqdens den oorlog, toen zin fabriek stillag,
bq onderscheidene boeren in den omtrek van
Utrecbt, dit middel (wel te verstaan, bq hun
vee) toegepast en bereikte telkenmale de
gewenschte resultaten.
Op verzoek van den heer v. d. Berg is de
redactie van de N. R. Ct. met hem op stap
gegaan om eens na te gaan wat zqn proeven
zooai uitwerkten.
De N. R Ct. meldt het volgende:
Wq vertrokken den 29sten 's ochtends met
een medewerker van hem naai Dlrkslandop
de Zuid-Hollandsche eilanden. Hq was daar
toen al op zoek naar gevallen, waaraan hq
zin middel zou kunnen demonstreeren. Toen
wq des middags te Dirksland aankwamen,
wachtte hq ons op met de tqding, dat h|
er vqt gevonden had b| een melkveehouder
even bulten het dorp, zekeren Corn.Struyk.
Onmiddeiiqk begaven w| ons naar de
welde van dezen boer waar wq de vqf zie
ken vonden. Het was wanneer w| ons wel
herinneren de eerste keer, dat deze boer de
ziekte onder zqn vee had. De besmetting er
mee was, naar werd verondersteld, overge
komen van een aangrenzend stuk grond,
waar kort te voren ziek vee geweld had. De
koelen vap Struyk waren op 26 September,
een Zondag ziek geworden. De heer Vaa
den Berg kwam er op den 29sten bq. Vol
gens oordeel van den boer zelf envaneeni-
ge veehouders uit Dirksland en andere plaat
sen waren vier van de v|f op dat oogenblik
hard ziek
De wel, waar deze koeien liepen was naar
het algemeen oordeel een van de meest mal-
■che uit de buurt, men had er bovendien
rqkeiqk peekoppen (koppen van suikerbie
ten, die in deze streek overvloedig verbouwd
worden) gestrooid en aan voedsel voor de
koeien ontbrak het dan ook niet Toch wa
ren zq zichtbaar vermagerd en ingevallen.
Het eten ging hun dan ook zeer moetiqkaf.
Wq zagen telkens een van hen een peekop
in den bek nemen, om dien dan, na vruch-
telooze pogingen om hem te vermalen, weer
te laten vallen. Hetzelfde was het met het
eten van gras. En dat was geen wouder,
want, wq konden er ons stuk voor stuk van
overtuigen, de dieren hadden de een meer
de ander minder blaren op de tong, het ver
hemelte en het tandvleesch, groote gelige,
soms zwarte blazen, of rauwe plekken, wan
neer de blaren door het kauwen op de taaie
peeën kapot gesprongen waren. Zonder uit
zondering hadden zq overvloedig schuim op
den bek, dat met lange draden op den grond
droop. (Dit schuim draagt, doordat het in
het gras en het slootwater terecht komt, waar-
schqniqk veel er toe bq de ziekte te ver
spreiden). Een van de dieren schuimde zoo
erg, dat er zich op de ptaats waar het stond
een groote witte plek van enkel sehulmhad
gevormd. Dit beest, een witkop, was er dan
ook wel blsonder slecht aan toe, vóór op de
tong had het een blaar van wel een hand
palm grootte, de tong was dientengevolge
deeriqk opgezet en de bek zag er bloederig
uit. Een ander van de v|f, die het minder
erg In den bek had, liep erg kreupel door
groote blaren tusschen de achterhoeven Ook
de andere koeien hadden in minder mate alle
dergeiqke blaren aan de pooten Van twee
van de vqf waren de spenen sterk aange
daan, vurig bloederig en ontstoken Het mel
ken van deze twee wit, naar w| konden
waarnemen, door de pqn, die het hun ver
oorzaakte, bizonder moeliqk; vooral een van
de twee sloeg lederen keer wanneer men
haar spenen aanraakte, fel achteruit en de
meeste melk kwam dan ook naast den em
mer terecht.
Het kwam goed uit, dat juist terw|I wq
op het land waren, de districtaveearts, naar
aanleiding van de door Struyk gedane aan
gifte op het stadhuis, kwam om de ziekte
te constateeren. Hq verklaarde dat de dieren
„al aardig aan het beteren waren". Een uit
spraak die ons eecigszlnsonbegrqpeiqk voor
kwam, omdat dit de eerste keer was dat h|
de dieren tqdens hun ziekte zag. Het opti
misme van den veearts werd overigens door
de aanwezige boeren niet gedeeld, integen
deel waren zt van meenlng, dat de dieren
er zinds het uitbreken van de ziekte tot op
dat oogenblik nog steeds erger op gewor
den waren.
Nadat de koeien gemolken waren, (zq ga
ven dien dag met hun vieren 15 liter), be
gon de behandeling op de hierboven reeds
aangeduide wqze. De beesten werden stuk
voor stuk aan bek, pooten en uierspenen
ingesmeerd en kregen een llteiflcch vaa het