Woensdag 8 November 1920. 85a* Jaargang N\ 2647 ¥®®r de ^aiMiiofilandsielie en Kernwuche Eilanden. Antirevolutionair w"r "^jfF 1 Orgaan HOC SIGNO VINCES Bfmm uit hst ösntrum. Een fóiddil tegen Mond en Klauwzter? W. BOEKHOVEN 2©n@as Alle stukken voor de Redactie bestemd, Advertentien en verdere Administratie franco toe te zenden aan de Uitgevers. Zlgd. Deze Courant verschqnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG. ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden franco per post 75 Cent bjj vooruitbetaling. BUITENLAND bq vooruifbetaiing f 5.50 per jaar. AFZONDERLIJKE NUMMERS 5 CENT. UITGEVERS i g O MMEL8 DIJ K. Telefoon Intareomsnanaftl No. 202. ADVERTENTIËN 20 Cent per regel, RECLAMES 40 Cent per regel. BOEKAANKONDIGING 10 cent per regel. DIENSTAANVRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN f 1.- per plaatsing. Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die s| beslaan. Advertentiën worden Ingewacht tot DINSDAG- en VRIJDAGMORGEN 10 UUR. Ingrijpen. Herhaalde malen komt 't voor dat er van Rechteche en van Linksche zijde gevraagd woidt oen ing.Qpen in de economische toestanden, 't Is alles zoo duur. Het komt 05 3 voor, dat niet ééu Regeering in Eu ropa in s;aat is, om in te grijpen. Het komt ons voor, dat de Crisis, de wereldcsi3is ge komen is, als gevolg van de oorlogstoestanden. En we moeten er doorheen met al 't lijden, dat elke crisis meebrengt. Hoe kng nog die ellende duren zat, weet niemand, maar men schatte den tijd van toekomstige misere niet te kort. Hooge Iconen baten niet meer. A! hooger en booger zullen ze moeten worden om in de tekorten aan levensbehoeften te voorzien. Maar al hooger en hooger is onmogelijk. Hst ruïneert de Rijkskassen en O burger^landbouw en fabriek, zonder nlge bate voor 't algemeen welzijn. Hooge loonen: we kunnen er met onze gezinnen niet buitenmnar osze welstand neemt er aiets door toe. Ze verlagen onsen ouden wel stand niets, maar we gaan er geen cent mee vooruit En diezelfde hooge loosen verheogen de prgzen en belastingen. Zoo biqt je in een cirkel ronddraaien en je komt er nooit uit. Wat kan een Rfgeering in zoo'n toestand ingrijpen? Door Sociale wetten als 8 uren dag Maar of die nu, in dezen t(d, waar er ontzaglik moet geproduceerd worden, om door den overvloed te komen tot goedkoopje of nu de 8 uren-dag voor 'f sociale leven een zegen is, gelleven we niet te aanvaarden. On3 dunkt, als er van ingr|psn sprake was, én de menschen willen én konden het vol houden, dan moest men 10 h 12 uurwerken per dsg Ingrijpen? De Crisis is er 1 En alleen zuinigheid en zich bekrimpen op alle uitgaven zal voor millioenen menschen 'teenige mid del bil fees om „uit de schuld" te blfiven; en ardsis gaan ze er gewis onder. We siaan voor een tjd van onzeglijke armoe. En al 't moois dat je ziet ia allerlei lagen onzer samen leving is maar klatergoud. Er is geen gezonde .osomische reden voor. 't Is mekaar na doen maar de gevolgen zullen komen. Dankstonden Voor 't Chr. Onderwijs op Flakkee? 't Is onze aandacht; 't is niemands aan dacht ontgaan,, hoe luttel de dankstonden zij a voor de Wet de-Visser. Ia 't R. K. Kamp is er animo om te loven en te danken, en we eerbiedigen die blijdschap. Maar in 't Protenstansche Kamp? Waar zin die dankdagen, die in sommige kringen met wat animo in elkaar worden gezet, maar 't Ned. Christenvolk als geheel absoluut koud laten. Er is op dat oogenblik geen Neder- landscbc Christendom dat daar voor voor de Wet de Visserde be dehuizen vullen ïal.Er wordt wel in sommige Scholen gedachtenis gevierd van 't belzng- rgke feit, maar een Nationale Bedestond door de BQz. Scholen uitgeschreven is er niet. Wat mag de oorzaak z|n Onses inziens drieërlei. Ten eerste is men bij 't B. O.aan de Rijkssubsidie al gewoon gehaakt; en een paar banden vol meer geld voelt men niet meer. Ten tweedeKomt een aardige portie der subsidie in de zakken der oudcrwgzeis terecht, maar of men die ook aan deender- wQsers van harte gunt, is neg iets anders. Ten derde: de Nieuwe Wet baant zoo'a weg voor de vsfjheid, dat eralyan misbruik is gesproken en van een vrceze om de ker kelijke verdeelt heden in 't Protestantisme door de School op de spits te drijven. Ea waarbij als vierde factor is genoemd de wecsch om cu er Rechtsgelijkheid is niet dcor publieke dankdagen een verzoenende houding tegenover 't Op. Onderwas in den weg te staan. We laten al deze opgegeven factoren voor wat ze zijnmaar feit is, dat op Fiakkee van een gezameltjke samenkomst in publleken Schooldag, nog geen woord gerept is; nog minder eenig initiatief ge nomen is. De Chr. Scholen op Flakkee kon den zonder veel moeite wel eeos bij eikaar bomen in een Chr. Besturen en Oaderwijieis- bijeenkomst. Wie pakt de koe bij de horens, opdat in Dec. eens een Fiakk. Schooldag v/oide gehoudenAl was 't maar een „On der Ons" van een 50 tot 80 man. Wie pakt aan V Dr. KUYPERS VERJAARDAO. De dochter van dr. K. schrift in de Stan daard over dezen tragischen 29 Octb. het volgende ontroerende woord over haren vader, onzen hoogvereerden leider, wlen 't leven spoedig zal uitgebluscht z|n 29 October. Op dezen thans zoo weemoedigen ge denkdag, den 83sten verjaardag van mijn Vader waarop, nóg meer dan anders, wfl met onzen dierbaren zieke ons gedra gen voelen door de liefdevolle gedachten en gebeden van ons Gereformeerde volk, is het mij een behoeite des harten tot de velen, die met ons medeleven, een enkel woord over den ziektetoestand van mijn Vader te zeggen. Wij weten, dat wq nu z|n toegekomen aan het laatste gedeelte van den weg, die, binnen korter of langer tijd, zal leiden tot de groots scheidipg. En w| kunnen slechts danken, dat God ons voor dat groote oogenblik, dat naderende is, zulk een rus- tlgen sn langen tjjd van voorbereiding schenken wil. Ook voor en met onzen Vader kunnen wij slechts danken. Een eigenlïke ziekte, een eigenlijk lijden is er niet. Het is een stil ges'adig uitgaan van de levenslamp. Een steeds meer zich verengen van den eens zoo machtig-wqden horizont. De strijd tusschen het telkens weer willen en picbeeren en telkens minder kunnen, soms zoo hartvet scheurend om aan te zien, is, God z| dank, volsireden Vader heeft zich nu, gewillig en gedwee, in Gods hand oversregeven en ligt stil en rustig te wachten tot Gods roepstem hem zat verlossen van wat zeker voor iemand van mfjes Vaders natuur wel de allerzwaarste beproeving moet s|nwerkeloos wachten in toenemen de hulpbehoevendheid. leven nu maar b{ den dag, dank baar genietend van leder lief woord, van lederen dankbaren blik, dien Vader ons in zijn heldere oogecblikken, die gelukkig nog vele z|n, schenken wil. Als ik mijn Vader zoo stil en tevreden zie nederllggcn met dien rustigen blik in z|n nog onverdonkerde oogen, denk ik telkens aan den Paaimregel „M|n ziel Is in mij al3 een kind gespeend, En heeft zich met Uw wil vereend". En zoo ontvangt hq ook, met dankbaren glimlach, soms met uitgestrekte handen, oude vrienden en vriendinnen, die afscheid van hem komen nemen. Schaarsch moeten die bezoeken z|n en kert, want alles vermoeit hem nu, den vroeger onvermoei- baren. En zoo zien wjj gaandeweg ver dween alle heerlijkheid, die van dit leven was. En wat blijft, is alleen Gods genade, die dit ziekbed omringt, en onzen lieven zieke en ons bekwaam maakt, om stil te wachten op het groote oogenblik, dat komende is, als God Zijn moegestreden strijder tot Zich zal nemen in Z|ne heer lijkheid. Die genade Is Gods gave. Zfl is óók een gebedsverhoorlng van de duizenden in den lande, die met ons medeleven. W| weten het, en m|n Vader weet het ook Het was mij eene behoefte, dit op den dag van heden te zeggen aan hen, die met ons „De Stan daard" lezen. H. S. S. KUYPER. We mogen hieraan niets toevoegen en wachten met smart. Amice I 145 't Is nog niet zoo heel lang geleden, dat ik je aandacht vestigde op de sociailstische leuze: „Moederschapszorg", waardoor het huwelijksleven wordt aangerand. We hebben toen gezien, dat het heusch niet alleen uit soclatisüschen hoek kwam. Ik heb immers gewezen op het congres van de Nationale Vrouwenraad, dat te Groningen werd gehouden Dat waren meerendeels vrijzinnige dames. En de leuze werd heel gemoedereerd overgenomen. Je zult ja nog wel herinneren, dat ik er toen min oiqdschap oyer uit heb gesproken, dat van Chdstelfjke zijde, bq monde van de dames Frida Kais ea Dudck van Heel, pro test niet is uitgebleven. Nu wil ik eens op iets anders wijzen, om aan te toorien, hoe men in vrijzienige kring over het huwelijk denkt. Het is eenigen tijd geleden, dat door de Liberale Uaie een commissie werd benoemd om te onderzoeken, hoe er in hoeverre onze huwelijkswetgevingen moet worden gewjj- De namen van drie commissieleden doen weinig ter zake. Zjj werd benoemd er zaten drie dames in zij ging aan 't werk en zq kwam met een rapport. Dat rapport willen we nu eens even onder de oogen zien. De algemeene strekking behoef ik je na- tuuriqk niet te vertellen." 't Is samengesteld door vrijzinnige menschen. Dit Is voor ods reeds voldoende. Maar hef Is zaak, dat we op de hoogte zin. We behooren het dreigende gevaar te ondetkennen. Als het noodig Is moet de ba zuin aan den mond, moet alarm geblazen. En het Is noodig. Natuurlijk wordt niet erkend dat het hu welijk een Goddeiqke Instelling is. Daarvoor is men te modern. Wel wordt erkend daar moet In de eerste plaats de nadruk op vallen dat de normale man en de normale vrouw gelijkberechtigd zijn. Want zq zijn, volgens de commissie, geiqkwaardig. Daarom moet de overheerschende positie van den man, zooals onze huwelijkswetge ving die thacs kent, worden weggenomen. Op den man en da vrouw rusten dezelfde plichten en zq hebben dezelfde rechten, wat betreft den opbouw en de verzorging van 't gezin en het opvoeden der kinderen. Weg dus met art. 160 vaa het Burgerlik Wetboek. Dat bepaalt, dat de man 't hoofd der echtvereniging; is Vervolgens moet natuuriqk ook art. 161 verdwijnen, dat bepaalt, dat de vrouw aan den man gehoorzaamheid is verschuldigd. Je ziet, amice, welke rlchilsg 't uit gaat. Maar we zqn er nog niet. Wacht maar. Het rapport vraagt nog meer. De man mag niet verder beheerder z|jn van de goederen der vrouw. De vrouw moet zelfstandig in haar rechten kunnen verschij nen. Dat is reeds iets, van wat men wil be reiken. Maar nu komt er iets, waarop ik speciaal de aandacht zou willeu vestigen. Er wordt n 1. in het rapport vergemakke- lQking van de echtscheiding gevraagd, Want dat gaat tegenwoordig veel te moel- üjk Een van beide partqen moet al heel wat op haar keifstok hebben, wil de rechter de echtscheiding uitspreken. Gekheid, zegt het rapport, gekheid. Dat moet maar eens veranderen. Stel je voor: als de man cu eens ziet, dat het huwelijk een vergissing was of omge keerd de vrouw, moeten die twee dan maar biqven voortleven? Dat is immers te dwaas om los te lcopen En daarna komt men in het rapport tot deze passage: „ook als een der echtgenco- ten de overtuiging heeft dat het huweiqk een misgreep was, bekomt ontbinding daar van te kunnen volgen". Je ziet: dojkjes worden er niet om ge wonden. Het wordt maar ronduit gezegd. Maar laten we alvorens verder te gaan dit eens even onder de oogen zien. Dit is zuiver revolutionair. Dat is een zui vere omkeering der Goddeiqke orde. Want het gezag van den man wortelt even als het gezag van de Overheid, in God, Dat zuFen we wel met elkaar eens z|]d. Maar de commissie, die de Liberale Unie benoemde, om rapport uit te brengen, houden daarmee natuurlijk geen rekening. God is hoogstens een God voor de binnen kamer. Voor het individu. Niet voor de ge meenschap. Niet voor het politieke, clct voor het Staatkundige, niet voor het maatschap- peiqke leven. Ook niet voor het gezin. De meerderheid van den man, zooals van Burgeriqk Wetboek die ook kent is dus ook niets meer dan traditie, verouderde traditie. Die doet In het huweiqk het recht van den sterkste gelden. Maar aan die traditie van krachtsmlsbruik moet maar eens een einde gemaakt. Het is precies hetzelfde met wat de com- mvnlsten beredeueeien, wanneer zq 't over het overheidsgezag hebben, Dat is ook maar traditie. De overheid is zoo brutaal geweest het gezag te grqpen. Dat kon zq doen, want zq bezat machtsmiddelen En door gebruik te maken van die machtsmiddelen, houdt zq haar gezag staande. Dat nu is ia strqd met de ware democratie. Zoo wordt door de communisten gerede neerd. En zoo wordt nu ook betoogd, door de Liberale Unie inzake het gezin. We moeten dit goed in het oog vatten, want het is een aanranding van het huwe lijksleven, dat ons dierbaar is, omdat het door God is ingesteld. Gesteld nu eens, dat de denkbeelden In het rapport van de commissie der Liberale Unie werden verwezeniqkt, dan zou dit prac- tische gevolgen hebben. Ik wil er enkele van opsommen. Er rqst tusschen man en vrouw een ge schil. Dat Is mogeiqk. Wie zal nu het be slissende woord spreken Want zq zin ge- iqkwaardlg, dus geiqkberechtigd. Dit is iets Verder: Wie zal als de vrouw haar gaven naar buiten wil ontplooien, laten we zeggen in het politieke leven, wie zal dan zorgen voor de opvoeding der kinderen? Weer iets. Er rist een andere vraag. Als de denk beelden worden verwezeniqkt, dus art. 161 van het B. W. opdoekt, dan kan de moge- ïqkheld zich voordoen, dat man en vrouw een verschillende woonplaats hebben. Waar heeft hef gezin nu zin domicilie. Zoo kunnen er meer vragen rlzen. Doch dit zqn practische vragen, die ik slechts aanstip. Ik fe;b niet bedoeld het rapport nader te gaan uitwerken of te verklaren. Daarvoor moeten de heeren en dames (pardondames en heeren) self maar zorgen. Ik heb alleen willen aantoonen, hoe vq- andig het rapport is om aan de door God gestelde ordede man het hoofd der vrouw, Laten we maar eens even onzen Bqbel op slaan Efeze 5, vers 22 en vervolgens de ver zen 23 28„Gq, vrouwen, weest uwe eigene mannen onderdanig, gelgk aan den Heere" „GI, mannen, hebt uwe eigene vrou wen lief, gtiqk ook Christus de gemeente liefgehad heeft en stchzelven voor haar heeft overgegeven. Opdat hq haar heiligen zoude haar gereinigd hebbende met het bad des water door hst woord. Opdat bq haar zich- zelve heerlik zoude voorstellen, een gemeen te, die geen vlek of rimpel heeft, of iets dergeiqke, maar dat zl zoude heilig zlu en onberlspeiqk. AIzoo zlu de mannen schul dig, hun eigene vrouwen lief te hebbsn, ge lik hun eigene lichamen. Die zqn eigene vrouw liefheeft, die heeft zlchzelve lief". Hier wordt op ocvergeiqkkciqk schoone wlze de verhouding tusschen man en vrouw ge- teekend. Onvergeiqkkeiqk schoon. Maar ook eenvoudig. Maar ach, dat eenvoudige wil men niet. Men wil zelf een regeling. Die van den Bq bel heeft uitgediend. Die is verouderd. Men erkent geen Bqbel, men wil geen Goddeiqke Instelling van het huweiqk. Ea dan wil men ook niet de bovenstaande uiteenzetting, van de rechten en de plichten va» den man. Zqn meerderheid, zooals God die wil, Is niet de meerderheid, die drukt, maar die draagt. Zin gezag tyranniseert niet maar beschermt, Zqn hand mishandelt niet in wreedheid, maar kastqd in liefde. Feilt h) hierin, dan ligt dat niet aan de ordinantie des Heeren, maar aan het inslui pen der sonde, die alles, ook hethuweiqks- leven, verwoest. Of zou de commissie de bewering aandur ven, dat het recht der ouders om de kin deren te tuchtigen ontoelaatbaar ls, omdat gevallen van kindermishandeling voorkomen Wie nu raakt aan het vaderlik gezag, die bomt er vroeg of laat vanzelf toe, hst over heidsgezag te ondermqnen. God verordineere hst eene éa het andere, belde liggen in één horizon. Loochening van eenig door God gesteld gezag, la in den grond loochening van de souverelnltelt Gads. 't Is het menscheiqk „neen" op het God- ddqic „gq zult". 't Is het losmaken der banden entouwen, die straks met opstandig gebaar worden weg geworpen. 't Is de ondermqnlng van het fundamant, waarop, naar Gods gemeene genade, de gan- sche samenleving rust. Gegroet, HAKA. Zooals bekend is zoekt onze regeering sedert lang naar een middel tegen de ge vreesde Mond- en Klauwzeer. Een staats commissie is opgericht met het doel speci aal baar aandacht aan deze zaak te widen N >g onlangs bracht een delegatie uit deze commis sie, bestaande uit drie deskundigen een bezoek aan Zwitserland om te zien of men soms daar al een middel tegen deze veeziekte heeft. Moeite en kosten worden dus niet gespaard om het mond- en klauwzeer af doende te bestrqden. Bovendien mag ieder particulier, wie h| ook wezen mag, deskundig of leek, indien hl meent een middel gevonden te hebben zich wenden tot dïze commissie om haar mededeellng te doen. Nu heeft zich iemand, zqn naam Is Van den Berg tot deze commissie gewend, be- weerende dat hq een middel gevonden heeft waardoor het vee, aangetast door de genoemde ziekte, na dit middel gebruikt te hebben binnen tweemaal vier en twintig uur weer hersteld is Hq bood aan proeven te doen en geeft adressen op waar navraag gedaan kon worden omtrent zqn middel maar onze regeering en genoemde staatscommissie laten den man links liggen, geven zich niet de moeite zich met zqn middel in te laten. Terecht vraagt de N. R. Ct. die deze zaak op aandrang van den beer v. d. Berg publi ceert. „Is er niet eenlge redenen tot verwon dering?" De heer v. d. Berg is directeur van een chemische fabriek. Van huls uit heeft hq la Zuld-Afrlka in de ehemlsche industrie gewerkt en had daar op tal van hoeven verschillende besmetteiqke veeziekten als runderpest en mond en klauwzeer leeren kennen maar ook maakte hq daar kennis met de middelen die de Kaffers tot bestriding dezer ziekten aldaar aanwendden. In Nederland terug gekeerd bracht bq dit huismiddel van de Kaffers mede, en heeft tqdens den oorlog, toen zin fabriek stillag, bq onderscheidene boeren in den omtrek van Utrecbt, dit middel (wel te verstaan, bq hun vee) toegepast en bereikte telkenmale de gewenschte resultaten. Op verzoek van den heer v. d. Berg is de redactie van de N. R. Ct. met hem op stap gegaan om eens na te gaan wat zqn proeven zooai uitwerkten. De N. R Ct. meldt het volgende: Wq vertrokken den 29sten 's ochtends met een medewerker van hem naai Dlrkslandop de Zuid-Hollandsche eilanden. Hq was daar toen al op zoek naar gevallen, waaraan hq zin middel zou kunnen demonstreeren. Toen wq des middags te Dirksland aankwamen, wachtte hq ons op met de tqding, dat h| er vqt gevonden had b| een melkveehouder even bulten het dorp, zekeren Corn.Struyk. Onmiddeiiqk begaven w| ons naar de welde van dezen boer waar wq de vqf zie ken vonden. Het was wanneer w| ons wel herinneren de eerste keer, dat deze boer de ziekte onder zqn vee had. De besmetting er mee was, naar werd verondersteld, overge komen van een aangrenzend stuk grond, waar kort te voren ziek vee geweld had. De koelen vap Struyk waren op 26 September, een Zondag ziek geworden. De heer Vaa den Berg kwam er op den 29sten bq. Vol gens oordeel van den boer zelf envaneeni- ge veehouders uit Dirksland en andere plaat sen waren vier van de v|f op dat oogenblik hard ziek De wel, waar deze koeien liepen was naar het algemeen oordeel een van de meest mal- ■che uit de buurt, men had er bovendien rqkeiqk peekoppen (koppen van suikerbie ten, die in deze streek overvloedig verbouwd worden) gestrooid en aan voedsel voor de koeien ontbrak het dan ook niet Toch wa ren zq zichtbaar vermagerd en ingevallen. Het eten ging hun dan ook zeer moetiqkaf. Wq zagen telkens een van hen een peekop in den bek nemen, om dien dan, na vruch- telooze pogingen om hem te vermalen, weer te laten vallen. Hetzelfde was het met het eten van gras. En dat was geen wouder, want, wq konden er ons stuk voor stuk van overtuigen, de dieren hadden de een meer de ander minder blaren op de tong, het ver hemelte en het tandvleesch, groote gelige, soms zwarte blazen, of rauwe plekken, wan neer de blaren door het kauwen op de taaie peeën kapot gesprongen waren. Zonder uit zondering hadden zq overvloedig schuim op den bek, dat met lange draden op den grond droop. (Dit schuim draagt, doordat het in het gras en het slootwater terecht komt, waar- schqniqk veel er toe bq de ziekte te ver spreiden). Een van de dieren schuimde zoo erg, dat er zich op de ptaats waar het stond een groote witte plek van enkel sehulmhad gevormd. Dit beest, een witkop, was er dan ook wel blsonder slecht aan toe, vóór op de tong had het een blaar van wel een hand palm grootte, de tong was dientengevolge deeriqk opgezet en de bek zag er bloederig uit. Een ander van de v|f, die het minder erg In den bek had, liep erg kreupel door groote blaren tusschen de achterhoeven Ook de andere koeien hadden in minder mate alle dergeiqke blaren aan de pooten Van twee van de vqf waren de spenen sterk aange daan, vurig bloederig en ontstoken Het mel ken van deze twee wit, naar w| konden waarnemen, door de pqn, die het hun ver oorzaakte, bizonder moeliqk; vooral een van de twee sloeg lederen keer wanneer men haar spenen aanraakte, fel achteruit en de meeste melk kwam dan ook naast den em mer terecht. Het kwam goed uit, dat juist terw|I wq op het land waren, de districtaveearts, naar aanleiding van de door Struyk gedane aan gifte op het stadhuis, kwam om de ziekte te constateeren. Hq verklaarde dat de dieren „al aardig aan het beteren waren". Een uit spraak die ons eecigszlnsonbegrqpeiqk voor kwam, omdat dit de eerste keer was dat h| de dieren tqdens hun ziekte zag. Het opti misme van den veearts werd overigens door de aanwezige boeren niet gedeeld, integen deel waren zt van meenlng, dat de dieren er zinds het uitbreken van de ziekte tot op dat oogenblik nog steeds erger op gewor den waren. Nadat de koeien gemolken waren, (zq ga ven dien dag met hun vieren 15 liter), be gon de behandeling op de hierboven reeds aangeduide wqze. De beesten werden stuk voor stuk aan bek, pooten en uierspenen ingesmeerd en kregen een llteiflcch vaa het

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1920 | | pagina 1