Woensdag 19 Meip920. 85"u Jaargang N\ 2599. voor de Zuidhollandsclie en Zeeuwiche Eilanden. Antirevolutionair -l§r Orgaan IN HOC SIGNO VINCES Bestrijding van revolutionaire woelingen. BINNENLAND. W. BOEKHOVEN Zonen, Alle stukken voor de Redactie bestemd, Adv ertentien en verdere Administratie franco toe te zenden aan de Uitgevers. Een wetsontwerp is verschenen om de beken 1« Wijnkoopsche en Troelstra- sehe revolutionaire gymnastiek wat te temperen Wat die menschen al een paar jaar zich in 't zotte hoofd gezet hebben herinnert zich een ieder nog, die de Novemberdagen van 1918 en de Amsterdamsche bijeenkomst niet is vergeten met zijn verkoop van juwee- len om daarj,meejde revolutie finantieei te kannen steanen. Do Volksmond had jjjlang geroepen om ingrijpende maat- djpgelen tegen deze heel of halve Bols jewieken en nu eindelijk heeft de Regeering er gehoor aangegeven. Laten we de 7 artikelen even overnemen: In artikel 4, no. 1, van het Wetboek van Strafrecht wordt onmiddellijk voor het cijfer „105" ingelascht: „97a onder Artikel 79 van het Wetboek van Strafrecht wordt gelezen als volgt: „Aanslag bestaat, zoodra eene poging tot het voorgenomen feit aanwezig is en het voornemen des daders zich door een begin ran uitvoering heeft geopen baard." f Artikel 96 van het Wetboek van Strafrecht wordt gelezen als volgt: >De voorbereiding of de samenspan ning tot een der in de artikelen 9295 omschreven misdrijven wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vijf jaren.'' Na artikel 97 van het Wetboek van Strafrecht wordt een nieuw artikel 97a ingelascht, luidende als volgt: »Met gevangenisstraf van ten hoogste vijf jaren wordt gestraft: 1#. hij die met een in het buiten land gevestigd persoon of lichaam in verstandhouding treedt, met het oog merk om een zoodanig persoon of lichaam tot het verschaffen van steun aan het voorbereiden, bevorderen of teweegbrengen van onwenteling binnen het rijk in Europa te bewegen, om een zoodanig persoon of lichaam in het daartoe opgevatte voornemen te ver sterken of aan een zoodanig persoon of lichaam daarbij hulp toe te zeggen of te verleenen, of om omwenteling binnen het rijk in Europa voor te be reiden, te bevorderen of teweeg te brengen 2°. hij die eenig voorwerp invoert, waarvan hij weet, (Kt het bestemd is of ernstige reden heeft om te vermoe den, dat het bestemd kan zijn tot het verschaffen van stoffelijken steun aan het voorbereiden, bevorderen of te weegbrengen van omwenteling binnen het rijk in Europa; h u k'j eeu'g voorwerp onder zich heeft of tot onderwerp eener over eenkomst maakt, indien hij weet dat het bestemd is of ernstige reden heeft om te vermoeden, dat het bestemd z^h tot het verschaffen van stof- elijkén steun aan het voorbereiden, bevorderen of teweegbrengen van om- wejjt0ling binnen het rijk en Europa •n dat het of eenig voorwerp, waarvoor net m de plaats is getreden, hetzij met oie bestemming is ingevoerd, hetzij door vanwege een in het buitenland ge vestigd persoon of lichaam daartoe is bestemd. De voorwerpen waarmede of met betrekking tot welke de onder 2°.3°. omschreven misdrijven zijn begaan, kunnen worden verbeurd verklaard." Artikel 131 van het Wetboek van Strafrecht wordt gelezen als volgt: »Hij die, mondeling of bij geschrifte, in het openbaar tot eenig strafbaar feit, tot ongehoorzaamheid, hetzij aan een wettelijk voorsehrift, hetzij aan een bevel of vordering krachtens wet telijk voorschrift gedaan, of tot ge welddadig optreden tegen de openbare orde opruit, wordt gestraft met ge vangenisstraf van ten hoogste vijf jaren of geldboete van ten hoogste drie honderd gulden.* De aanhef van artikel 132 van het Wetboek van Strafrecht tot en met de woorden „met het oogmerk'' wordt gelezen als volgt „Hij die eenig geschrift, waarin tot gedragingen als in artikel 131 bedoeld wordt opgeruid, met het oogwerk». De in artikel 8 van het Wetboek van Strafvordering bedoelde amtenaren zijn ten alle tijde bevoegd ter inbe slagneming de uitlevering te vorderen van al hetgeen kan dienen tot bewijs of redelijkerwijs vermoed kan worden bestemd te ziju geweest of gediend te hebben tot het begaan van eenig in de artikelen 92 96 eu 97a van het Wetboek van Strafwet omschreven misdrijf. Ze hebben te allen tijde vrijen toe gang tot alle plaatsen, waar redelijker wijs vermoed kan worden, dat een zoodanig strafbaar feit wordt begaan. Wordt hun de toegang geweigerd dan verschaffen zij zich dien desnoods met inroeping van den sterken arm. Is de plaats tevens eene woning of alleen door eene woning toegankelijk, dan treden zij deze tegen den wil des bewoners niet binnen dan op bijzon deren schriftelijken last van den bur gemeester en in tegenwoordigheid, hetzij van dien burgemeister, hetzij van den kantonrechter, hetzij van een commis saris van politie. Van (dit binnentreden wordt door hen proces-verbaai opgemaakt, dat binnen tweemaal vier en twintig uren aan den ingezetene, wiens woning is binnengetreden, in afschrift wordt medegedeeld, Op 't technische van dit wetsontwerp gaan we niet inde juristen in en buiten de Kamers zijn al bezig zich er aan te verlustigen, en turen natuurlijk op 't oude artikel 79 van 't Wetboek van Strafrecht, waar staat Dat artikel wil de Minister aldus wijzigen Behalve over de bepaling van 't woord aanslag», is er ook over 't woord «samenspanning* een gedachte wisseling mogelijk, want in art. 80 van 't Strafwetboek staat: Samenspanning bestaat zoodra twee of meer personen overeengekomen om het misdrijf te plegen.* En in art. 96 van 't Wetboek staat »De samenspanning tot een der in de artikelen van 9295 omschreven mis drijven wordt gestraft met gevangenis straf van ten hoogste 5 jaren". De Minister wil dit artikel verande ren aldus: Maar wat zijn die in art, 92—95 bedoelde misdrijven. Lees het Wetboek, en daar staat Hij die door geweld of bedreiging met geweld opzettelijk een lid van den Regeeringsraad verhindert de vergadering bij te wonen of daarin vrij en onbelemmerd zijn plicht te vervallen, wordt gestraft met gevan genisstraf van ten hoogste 6 jaren. De jurisprudentie d, w, z. de rechter lijke opvattingen (eu dat is dus de tech- nise zijde van 't vraagstuk) over „aan slag", over «samenspanning", over »strafbare poging", over »grondwettigen regeeringsvorm", staat niet muur vast doch, nog eens, dat moeten de rechtsgeleerden maar uitzoeken. Voor ons, onderdanen des Lands, die de orde en 't gezag liefhebben en alle revolutie haten, is de hoofdzaak, dat de art. 92—95 wel niet gewijzigd worden, maar toch bepaald wordt, dat voortaan ook »de voorbereiding'' tot die misdrijven zal gestraft worden. Wijnkoop en Troelstra enz. zijn dus reeds schuldig, niet, zooals vroeger, als zij >den aanslag ondernomen hebben" én samengespannen" hebben, maar ook reeds schuldig, als zij *zicli en anderen voorbereidenop de mis drijven der in art. 92—95 genoemde zaken. De juristen moeten maar weer uitmaken, wat »voorbereiding< is en geven we nu aan, wat de Minister nog meer wijzigen wil. Er is een art. 97 van 't Wetb. v. str., waarachter de Minister een nieuw art. 97a wil inlasschen. Oud en nieuw art. luidden dan zoo. Art, 97. Hij die met een buitenland- sche mogendheid in ver standhouding treedt, met't oogmerk om haar 'tot ple gen van vijandelijkheden of 't voeren van oorlog tegen den staat te bewegen, haar in 't daartoe opgevatte voor nemen te versterken, haar daarbij hu'p toe te zeggen of bij de voorbereiding hulp te4 verleenen, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste 15 jaren. Indien de vijandelijkhe den worden gepleegd, of de oorlog uitbreekt wordt le venslange gevangenisstraf of tijdelijke van ten hoogste 20 jaren opgelegd. Art. 97a (nieuw.) Met gevangenis straf van ten hoogste 5 ja ren wordt gestraft. Ie. hij die met een in 't bui tenland gevestigd persoon of lichaam iu verstandhou ding treedt, met'toog enz. (Zie boven art. 4.) De Min. wil ook wijzigen art. 131 van 't Stiafwetb. Daar staat als mis drijf tegen de openbare orde: Hij, die in 't openbaar, mon deling of bij geschrifte, tot eenig strafbaar feit opruit, wordt gestraft met gevan genisstraf van ten hoogste 5 jaar of geldboete van ten hoogste 300 gulden. Hoe wil de Min. dit nu veranderen Zie boven art. 5. En dan wil de Min. nog veranderen art. 132. Het luidt in 't Wetboek al dus: Hij die een geschrift, waarin tot eenig strafbaar feit wordt opgeruidmet 't oogmerk om aan den opruienden inhoud ruchtbaarheid te geven of de ruchtbaarheid daarvan te vermeerderen, verspreidt, openlijk ten toon stelt of aanslaat, wordt gestraft met een gevangenistraf van ten hoogste 3 jaren of geldboe te van ten hoogste 300 gul den enz. De Min. wil nu een paar woorden wijzigen Hij, die een geschrift, waarin tot gedragingen, als in art. 131 bedoeld, wordt opgeruid met 't oogmerk om aan den enz. enz. Ieder herleze 't .nieuwe wetsontwerp nog eens een paar malen, en dan blijft de hoofdindruk deze: de Min. wil scher pere bepalingen tegen revolutie, bolsje wisme, verstandhouding met Russi sche en Daitsche anarchisten. En de uitkomst zal leeren, of 't doel bereikt kan worden maar de vijand slaapt óók niet en weet nog door de mazen der wet te kruipen. Een wet voor booze menschen te ma ken, die met geweld en list de orde willen vertrappen, is een zware karwei. Tegen allerlei booze plannen helpt fei telijk maar één zaak: de tegenstand der goedgezinde bevolking Daartegen loopt alle revolutie haar vuigen kop te pletter. BurgerwachtenVrijwillige Land storm! Justitie en politie en militie! die allen moesten waakzaam zijn! En de bevolking steune haar. Dan is er van aanslag en misdrijf geen sprake Zooals 'tspreekwoord zegt; Vivim ex- pellemus, d.w.z, wij verdrijven 't ge weld door geweld. En de bevolking is goedgezind, als 't Woord Gods beluisteren wil; dat geeft de machtigste stenn tegen wan orde en opruiing, tegen, wrevel eu revolutionaire gezindheid. Daarin staan de lessen, hoe we ons tegenover God en onze overheid hebben te gedragen, Het zwaard kan tegen zwaard gewet worden, maar géén zwaard is noodig als de Goddelijke ordinantiën worden gehandhaafd. Na dankgebed vaa Ds. van Arkel werd de Deze Courant verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG. ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden franco per post 75 Cent bfl vooruitbetaling. BUITENLAND bl vooruitbetaling 1 5.50 per jaar. AFZONDERLIJKE NUMMERS 5 CENT. UITGEVERS: 80MMEL8DIJK. Telefoon Intercommunaal No. 202, ADVERTENTIËN 15 Cent per regel, RECLAMES 30 Cent per regel. BOEKAANKONDIGING 5 cent per regel. DIENSTAANVRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN 75 Cent per plaatsing. Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zl besiaan. Advertentiën worden ingewacht tot DINSDAG- en VRIJDAGMORGEN 10 UUR. Artikel 1. Artikel 2. Artikel 3. Artikel 4. Artikel 5. Artikel 6. Artikel 7. Aanslag bestaat, zoodra een straf bare poging tot het voorgenomen feit aanwezig is. Aanslag bestaat, zoodra een poging tot 't voorgenomen feit aanwezig is, en het voornemen des daders zich door een begin van uitvoering heeft geopenbaard. De voorbereiding of do samenspan ning tot een der in de artt, 9295 omschreven misdrijven enz. Art 92. De aanslag ondernomen met 't oogmerk om den Koning, de Regeerende Koningin of den Regent van 't leven of de vrijheid te be- rooven of tot regeeren ongeschikt te maken, wordt gestraft met levens lange gevangenisstraf of tijdelijk van teu hoogste 20 jaren. Art. 93. De aanslag ondernomen met het oogmerk om het Rijk geheel of gedeeltelijk onder vreemde heer schappij te brengen of om een deel daarvan af te scheiden wordt ge straft met levenslange gevangenis straf van ten hoogste 15 jaren. Art. 94. De aanslag ondernomen met 't oogmerk om den grondwet- tigen regeeringsvorm of de orde van troonsopvolging te vernietigen of op onwettige wijze te veranderen, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste 15 jaren. Art. 95. Hij, die door geweld of door bedreiging met geweld een ver gadering van den Regeeringsraad uiteenjaagt, tot 't nemen of niet nemen van eenig besluit dwingt, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste 15 jaren. De Bondsdag te Utrecht van den Ned Bond van Jongelingsvereenigingen op Geref. grondslag. De voorzitter Ds. J. E Vonkenberg opende te 10 ure de vergadering alwaar 408 vereen, zich hadden doen vertegenwoordigen. Gezongen werd Da Costa's Hemelvaarts lied. Na het lezen van het Evangelie van de Hemelvaart uit Handelingen 1 en gebed, hield de voorz. zin openingsrede, sprekende over .zwaarden en stokken". Hierop werden aan H M. de Koningin, Mi nister Heemskerk en Dr. A. Kuyper telegram- men verzonden. Eenige bestuurs-voorsteilen werden aange nomen Na de pauze werd het woord verleend aan Ds. A. van der Kamp, van Barendrecht, die een rede houdt over „Ons beginsel in zijn beteekenis voor den socialen strijd". De vol gende stellingen worden toegelicht: 1. Gods Souvereiniteit sluit in de vaste orde vangeheel de schepping, en van alle leven, en gaat dus ook over 't terrein van 't sociale leven. 2. Deze vaste orde Gods te eerbiedigen is absolute voorwaarde voor den bloei van het sociale leven. 3. Door de zonde is de werking van deze goddelijke orde aangetast;de werking der sonde is wel getemperd door de gemeene gratie, doch breekt door in afgoderij en zedeloosheid. 4. Deze, n.l. de afgoderl en de zedeloos- beid, z|n de oorzaken van den socialen strijd; God regeert ook over deze zon dige beweging. 5. De Souvereiniteit Gods geeft ons de juiste opvatting van 't aardsche leven en van den arbeidons beroep is een goddelijk beroep. 6. Ze bepaalt tevens onze verhouding, tot en het gebruik van onze stoffelflke be zittingen. Op dit referaat volgde een zeer geanimeer de bespreking. Daarna trad op Prof. Dr. G. Ch. Aalders, van Amsterdam, met het onderwerp: ,De Profeet aan Babels rivieren". Spreker teekent het indrukwekkend optre den van den profeet Ezechiël in de kleine Joodschc kolonie in het rijk van Babel en schets de zinnebeeldige voorstellingen; waar door deze profeet het Godswoord prediken moet. Voorts .wordt een toelichting gegeven op de visioenen van Ezechiël, die zeer zeker zwaar zijn om te verstaan, doch ais ware kunstgewrochten rgk zijn aan schoonheid. Deze profeet, dien spreker noemt Eyangelist en Ziener tevens, meet meer worden gewaar deerd. De opwekkende rede wordt uitgesproken door Ds. R. E. van Arkel, van Soest, wiens onderwerp was „Geestdrift en critiek". Eea woord over .geestdrift" te spreken in deze vergadering, acht spreker wel haast overbodig. Dat hij er toch over spreekt, komt omdat er gevaar is, dat dc geestdrift zal worden gedood door den geest van critiek. Op alle terrein openbaart zich die zucht tot critiek. Niet de critiek zelf is verkeerd, maar dc abnormale gcestesnelging, om alles te be- oordeelen en te vcroordeelen. Eén der oor zaken daarvan zoekt spreker in de toenemen de begeerte naar het materieële, waardoor het ideeëie en geestelijke niet meer zoo be koort. Ook de jongelingschap gaat in deze niet vrij uit. Ook onder hen is een eenzijdige zucht tot critiek waar te nemen, 't Is psycho logisch wei te verklaren, dat de jeugd zich al te zeer aan de critiek overgeeft, maar toch past juist aan jongeren groote bedachtzaam heid in de critiek. Spreker spoort aan, om ons ook in de critiek ware Gereformeerden te betoonen. Vóór alles is noodig zeifcritiek telkens weer een reguleering van onszelf. De geestdrift worde verhoogd, maar onze beoor deeling van zaken en personen worde gema tigd. Toen de heilige geestdrift den kosteljjken nardus over Jezus' voeten uitgoot, sprak de vuile critiek: Deze zalf hnd kunnen duur verkocht. Met den wensch, dat onze geestdrift het bond8leven met de heerlijke nardusgeur ver vullen moge, eindigt spreker zQn bezielende toespraak.

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1920 | | pagina 1