ZOHÏN,
imtgilti
)IJK
J
melsdijk
JER
fsW
Zaterdag 8IMei 1920.
85st' Jaargang N". 2590
voor de Zoidhollandiche en Keenwsehe Eilanden
m.
A n tirevo lutionair
Orgaan
Eerste Blad.
f
J
ES,
IN HOC SIGNO VINCES
Uurwerken, Goud en Zilver.
oeftuln
andel
73
^M.
es en
RNIS.
Vrijhandel of protectie?
INGEZONDEN MEDEDEEUNGEN,
T. Q-. ZXEIHOEST
Horlogemaker, 23 Boschlaan 23, R'dam.
OP DEN umüïT
;en nieuw
mede alle
■KETTIN-
TTEN en
en WA-
17963
Erwten -
riesmeel,
neel (een
Kippen),
Kippen-
Bruine
e prijzen.
Zn.
ïmelsdijk
iKIBOOBM"
ik 94
NIKUWE
sr garantie.
nrichting,
NG. -
voor het
van GAS-
N.
5 spre-
3pee te
ia»r in
>ouwzaden
e handels-
>as enkla-
ïde Firma
.stegen de
prijzen be-
20, 17484)
W. BOEKHOVEN Zonen,
Alle stukken voor de Redactie bestemd, Advertentien en verdere Administratie franco toe te zenden aan de Uitgevers.
C#
EEN GOED ADRES
REPARATIËN AAN:
•I II
I
i
m
I.
er
MELSDIJK
4».
-AKKEE te
Is op eiken
iden GRA-
mscht geeft
die mocb-
1746!
«arateur.
mbevolen.
Deze Courant verschflnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG.
ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden franco per post 75 Cent b|) vooruitbetaling.
BUITENLAND bq vooruitbetaling f 5.50 per jaar.
AFZONDERLIJKE NUMMERS 5 CENT.
UITGEVERS:
80MMBLSDIJK.
Telefoon Intercommunaal No. 202.
ADVERTENTIËN 15 Cent per regel, RECLAMES 30 Cent per regeï.
BOEKAANKONDIGING 5 cent per regel.
DIENSTAANVRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN 75 Cent per plaatsing.
Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die beslaan.
AdvertentlCn worden ingewacht tot DINSDAG- 'en VRIJDAGMORGEN 10 UUR.
Zooals het vraagstuk daar gesteld
is, is het onvolledig. Want er is nu
een Volkenbond en dus komt de oude
kwestie in een ander licht. De vraag
moet dus zijn: hoe zullen in den Vol
kenbond de handelsbetrekkingen wezen
tusschen de natiën. Zal Nederland zijn
vrijhandelsbeginsel wat anderen ge
matigd beschermend noemen hand
haven kunnen? Zal Duitschland, dat
sinds 1870 protectionistisch is, dat stel
sel, bij zoo groote behoefte als het
heeft aan allerlei grondstoffen, half en
heel fabrikaten, nog kunnen handha
ven Hoe zal de handelspolitiek van
andere landen gevoerd worden, nu men
met elkaar één Statenbond vormt En
het is ons niet duidelijk hoe de Vol
kenbond zonder Duitschland en Oosten
rijk, uitgesloten als ze tot heden nog
zijn met Rusland, reeds in het Vredes
verdrag heeft kunnen zetten, dat de
noodigs beschikkingen zullen worden
genomen om de handelsbelangen van
alle leden op gelijken voet te regelen
Een internationale vrijhandel dus, waar
zoo groote rijken als Duitschland, Oos
tenrijk en Rusland nog buiten staan?
Dit staat vast: als er voor eenig land,
inplaats van protectie, gevraagd, ge-
eischt wordt, het vrijhandelsstelsel, dat
dan voor «Me Staten datzelfde|handels-
heginsel moet bestaan, 't Is in vroeger
dagen toen in Nederland de Tariefont-
werpen-Pierson en van Harte, de mi
nisters uit de kabinetten van 1900 en
1901, aanhangig waren, herhaaldelijk
van protectionische zijde gezegd
«Vrijhandel in Nederland, accoordmaar
dan moet heel de wereld vrijhandelaar
zijn, want zoo niet dan belet Duitsch
land door zijn hooge invoerrechten ons
allen invoer, maar zijn eigen artikelen
en dan nog het uitschot, dat hij ner
gens in zijn eigen binnenland kwijt
kan, brengt hij metjwaggons vol in ons
vrijhandelslandje tot scha van onze
kooplui en handeldrij venden en indu-
strieelen middenstand.
Door doctrinaire vrijhandelaars is
toen gezegd; Al is heel de wereld pro
tectionist, wij Nederlanders moeten toch
vrijhandelaar blijven, want dan blijven
de artikelen goedkoop. »Duur brood
ieder herinnert zich hoe dat woord
met de »dure klompen*, de vrijzinnige
sprekers op de lippen bestorven lagen
menig antirevolutionair heeft 't in 1905
beweerd dat het „dure brood*, 't pro-
tectievraagstuk, het ministerie Kuyper
het leven heeft gekost, wat ons steeds
twijfelachtig is voorgekomen. Doch daar
over verder gezwegen, we halen niet
graag wondjes open die nu geen groote
pijn meer doen.
Nederlands tarief van invoerrechten
is niet zuiver fiscaal, waaronder wordt
verstaan een tarief dat slechts de be
doeling heeft rechten te heffen van
goederen welke uit het Buitenland wor
den ingevoerd eonder eenige protectio
nisme bijbedoeling of uitwerking. Ons
tarief is ook niet protectionistisch, want
de tariefpercenten zijn meest van 2 tot
5 procent, welke cijfers in andere lan
den meest 12 25 pCt. zijn en hooger
i Lief voor sommige artikelen
zwak beschermend, en terwille van
(ie schatkist die de invoerrechten nooit
mis.-.an kon omdat ze meest éèn twaalf
de onzer begrooting uitmaakten, heeft
de Wetgever dat toegelaten. Maar de
bedoeling der linkerzijde is over 't al
gemeen geweest om van ons land een
volkomen vrij handelsgebied te maken,
waarin zij werd tegengestaan door de
Rechterzijde die in 1894-1897 protectie
vroeg in den vorm van premieverlee-
ning voor landbouw en uitbreiding en
wijziging van het tarief op bewerkte
artikelen. Zoo is de protectie tot een
politiekea twistappel gemaakt en ver
loor iets van haar waarde als zuiver
economisch vraagstuk.
In 1897, 1904 en 1911 is de strijd
moeten ontbranden omdat er toen ta
riefswijzigingen in de Kamer aanhan
gig kwamen. En men beoogde toen
Méér geld uit het tarief om de uitga
ven voor de verzekeringswetten te kun
nen dekken; bestrijding van 't buiten-
landsch tarief door het »poes-weder-
poes«, „sla je mij - ik sla jou", en
bescherming van eigen artikelen tegen
de concurrentie van Amerika en Duitsch
land.
De Vrijhandelaars betoogden hierte
gen, dat geen enkel tarief, hoe laag
ook, een belasting naar draagkracht
was, en dat dus 't tarief ontwerp Kuy
per en Heemskerk, dat hoogere percen
ten vroeg, gansch en al onduldbaar
was, waar tegenover de rechterzijde
weer beweerde, dat een indirecte be
lasting als zoo'n tarief, gemakkelijk
werd opgebracht; de schatkist stijfde,
de industrie versterkte, en 't nationale
leven van den arbeid steunde door de
werkeloosheid tegen te gaan die bij te
zwaie concurrentie van onze industrie
tegen de Duitsche, enz. ernstig dreigde.
Wij gaan op dien politieken strijd
over protectie en vrijhandel sinds 1897
niet verder in. Een dogma is voor
onze partij die protectiekwestie nooit
geweest. Kan onze Landbouw en onze
Industrie en Handel en Scheepsvaart
enz. enz. toch leren zonder bescherming,
accoord! Maar stroopen de Buitenlan
ders ons 't vel van den neus, dan
del begeert, 't Bevordert den Vrede,
zeggen de liberale economen! Als vóór
1914 overal Vrijhandel was geweest,
zoo beweren deze, dan waren er geen
concurrenten op de wereldmarkt geweest
geen „handelsvijandeü", en dus waar
schijnlijk geen oorlog. En de Volken
bond schijnt dat vredesidee ook te
koesterenWereld-vrijhandel is We
reldvrede.
Afgedacht nu van deze theorie, die
door geen enkel feit in de Historie ge
staafd kan worden, omdat er nog nooit
geen Wereldvrijhandel is geweest; af
gedacht nu van die Volkenbond hypo
these (veronderstelling) dat lnternatio
nale Vrijhandel ook Internationale
Vrede is, omdat de oorlogen nog dieper
oorzaken hebban dan negotiezouden
we toch willen vragenwelke middel-
len moet de Bond gebruiken om tot
zoo'n algemeenen vrijhandel te komen
Kan Nederland zijn 23millioeninvoer
rechten missen op den duur? Kunne a
andere Staten 't, die nog jaren en jaren
onder hun oorlogsschuld moeten zuch
ten En is 't dan toch geen feit, dat
er Staten zijn, wier technische en in-
dustrieele kracht klein is èn andere,
waar die groot zijn. Is 't handige
Duitschland, nu gelijk te stellen met
't onbeholpen Rusland op technisch
gebied? En moet Ruslands Industrie
zich dan toch maar laten nekken door
Duitschland, of Duitschland zijn vleu
gels laten kortwieken om wille van een
nog actiever Volk? Wil de Volkenbond
dan alle »particulier initiatief', alle
kunst, vaardigheid, handelsgeest van
een hoogstaand volk lamslaan, omdat
een ander Land nog rijker bronnen en
minde schulden heeft. En tochInter
nationale Vrijhandel stelt Rusland in
gevaar industrieel vermorzeld te worden
door Engeland, Duitschland, Frankrijk
en Amerika, want daar zitten de in
dustrieele knappe bollendaar de
30 cent per regel.
zeggen we: Beschermt je eigen volk
en stuurt 't Buitenland de deur uit.
Ons antirevol. beginsel vraagt noch
vrijhandel, noch protectiemaar vraagt
naar 't Levensgeluk en de Welvaart van
ons volk. Kan dat er komen met Vrij
handel, dan vragen we dat. Kan 't er
komen door protectie, dan eischen we
die. De liberale econoom nochtans houdt
staande bij kris en kras, en hij maakt
er een dogma van't is volgens hem,
absoluut waar, dat Vrijhandel altijd
goed en protectie altijd slecht is. Maar
zoo staat do Anti nu niet tegenover
die twee vraagstukken. In een bepaald
tijdvak van malaise en inzinking kan
protectie dringend noodig zijn voor hem,
die inzinkt; dat is een kwestie van le
vensbehoud voor een deel, een kring
des volks, en dan moet alles meehelpen-
om te stutten wat, vallen zou, al kost
dat ook eenige opofferingen van dè zijde
van 't publiek.
En daarom snappen we niet, dat de
Volkenbond de internationale Vrijhan-
technici, de ingenieurs de handelsgeest
de warenkennis enz. Internationale Vrij
handel zal Duitschland, wiens industrie
zoo geleden heeft, 't onderspit doen
delven voor Engeland en Amerika,
welk laatste land schatrijk is gewor
den in den oorlogMoet Rusland zich
zelf dan niet beschermen op handels
gebied Het hemd blijft toch nader
dan de rok En 't staat toch als een
paal boven water, dat een opgroeiende
industrie zonder Staatshulp of invoer
recht er nooit komt, waar het door
Landen met rijk ontwikkele industrie
overgoten wordt met artikelen Ja
maar, zegt de liberale econoom, dan
moet Ruslsud maar alleen slechts dat
gene produceeren, wat voor hem het
beste en goedkoopste uitkomtdat' wat
zijn handvaardigheid het best voort
brengen kan
Accoorddie the »rie is weer mooi
ieder Land moet datgene produceeren,
wat hem het voordeeligst is! Maar
wanneer komt dat voordeel? Eerst
moet men toch kind zijn, dan pas man.
Een boom is nooit ineens groot! Door
vallen en opstaan wordt elke industrie
tenslotte groot, maar ze begon klein
Moet nu voortaan het kleine al in
zijn geboorte sterven
Een fijne handelstheorie, die van den
V olkenbond
Maar er is een betereEn die is
Help het kleine! Ook op handels- en
industrieel gebied. Dat is elke btaat
aan zichzelf verplicht!
Nadruk verboden.
Onlangs las Ik een aardig bericht.
't Kwam uit het „donkere Zuiden".
Daarmee doelt men, gelijk bekend is, in de
liberale en socialistische pers vooral op de
provinciën Brabant en Limburg, die bfl die
pers in een slechten reuk staan.
Vooreerst is de bevolking er dom.
Wórdt ei dom gehouden, opzettelflk ik
citeer nog steeds genoemde perst door
de priesters, die daarvoor de bevolking te
beter aan de kerk meenen te kunnen binden
Voorts is zij genegen tot den drank.
Vervolgens trekt z| gauw het mes
Enfin, men kent dat liedje.
Ik voor mg heb altgd nen indruk gekre
gen, dat het in Brabant en Limburg menschen
zQn van gelgke beweging als wgzondaren
van nature; uit zichzelf geneigd tot alle
kwaaddie bovendien hun karaktergebreken
hebben net zoo goed als hun meer
Noordtlgk wonende landgenoten maar
als men over „donkere" plekken spreken
gaat, die vindt men, helaas! overal.
Er zit in dat spreken over 't „donkere
Zuiden" heel wat héat tegen de Christelgke
religie, ook al wordt die daar dan op room-
sche wij te beleden I zoodra ergens, b.v. te
Maastricht, te Breda en in enkele plattelaud-
strekèn, een deel der bevolking zich van de
Kerk afwendt en de liberale sociëteit of 't
socialistische volkshuls bezoeken gaat, dan
is hun smaad van hen genomen en zgn het
„verlichte" menschen geworden, de hoop der
toekomst.
Maar genoeg hierover.
't Bericht, dat ik las kwam uit N. O. Bra
bant uit de streek, die enkele maanden ge
leden zoo geteisterd is door den watersnood
't is daar een streek yan kleine boeren.
Groote hofsteden met veel vee, talrpe
bunders land, groote schuren enz. vindt men
er zeer weinig of in 't geheel niet.
't Geeft er een middelmatig bedrijf.
En, wat elders veel moeilgker valt, wordt
hier nog vaak gezien, n.l. dat een arbeider
zich door noeste vlgt opwerkt, eerst tot
keuterboer om wie weetop zgn ouden dag
nog méér dan dat te worden, of in elk geval
goede hoop te hebben, dat zgn zoon nahem
'1 zoo ver brengen zal.
Een dier boeren dan zou verhuizen.
Van 't ecne dorp naar 't andere.
't Was wekenlang ieder bekend.
Ook in dat opzlcnt leeft men „bnitcn" zoo
heci andera dan in de stad, waar op een
goeden dag de verhuiswagen bij de beneden
buren voor de deur komt en déardoor de
boven- en overburen-voor 't eerst te weten
komen, dat hun medebewoner of hun vis
vis hen verlaten gaat.
De boer huurt geen verhuiswagen.
Hg heeft zgn eigen wagen of kar, zet er
hier den bruine, ginds 'n paar ossen voor en
verhulst zichzelf.
Wat zag men nu echter gebeuren?
Op den morgen van den grooten dag,
kwamen uit het dorp of uit de buurtschap
waar de boer zgn nieuwe woonplaats vinden
zou wel een twintigtal wagens en karren,
paard en voertuig ietwat feestelg k met 'n
takje groen gesierd, om den nieuwen buur
af te halen.
Vele handen maken licht werk.
In een paar uur was alle huisraad, boeren
gereedschap enz. enz. opgeladenelk had
zgn deelen In optocht ging het nu van
de oude naar de nieuwe woonplaats.
Die verhuisde liep zelf ook mee.
Zgn gezin reed op een wagen.
Zijn vee, achteraan, sloot den trein.
En zoo, ais in triomfin elk geval gedra
gen door de vriendschap zgner nieuwe buren,
deed de boer zgn intrede in zgn nieuwe
woonplaats.
Ik las dit in een groote-stads-krant.
En ik ben verzekerd, dat de lieden uit die
stad bg het lezen zullen opgekeken hebben
en gedacht of gezegd: „Toch wel aardig van
die bultenmen8chen'k wist niet, dat je
zoo iets in óns land nog héd I"
Nu, ik wist het wel.
Vooral in 't Oosten, Midden en Zuiden des
lands leeft nog sterk het gevoel van saam-
hoorigheid en, ai komt er, helaas, onder de
werking van den „nieuwen tgd* de klad in,
toch leven nog allerlei gebruiken voort,
waaruit men kan opmaken, hoe de bewoners
zich „solidair" voelen in iief en leed, om
dat moderne woord eens te gebruiken.
Nu moet men dit niet ideallseeren.
Ook op het platteland tieren boosheid, haat
en ngd,gverzucht en achterklap en vele
andere ondeugden, welig vcort!
Veeten kunnen ei jaren blgven zitten.
De haat kan in geslachten overgaan.
Doch dat laat ik nu rusten, het Is wat
al dergdgke ongerechtigheid aangaat, waar-
Igk in de groote stad niet beter.
't Gaat daar minder van persoon tegen
persoon, omdat de enkeling in de massa ver
loren raakt, maar 't gaat dan groep tegen
groep en vast niet minder fel I
Maar dit alles toegegeven, is en bifjft toch
die eigenaardige burentrouw en naastenliefde,
welke men op 't platteland vaak aantreft,
zelfs al vermindert men haar waarde met
50 procent wegens het zich niet durven en
willen ontrekken aan 't „old gebruuk", zij
big ft een deugd, die men niet licht hoog ge
noeg aanslaat.
Het leven van een Ismael, wiens hand was
tegen ailen en de hand van allen tegen
hem, lokt niet aan
Waaraan ik nu deze gcede, menschelijke
eigenschappen toeschrijf Als Ik goed zie,
aan drieërlei oorzaak: ten eerste aan zeker
„instinct", ten tweede aan Gods algemeene
genade en ten derde aan den krachtigen
invloed der Christelgke relegie, die veelszins
op 't platteland nog zooveel meer klem heeft
op de consciëntie, dan in de groote stad.
„Instinct" is niet 't rechte woord.
Maar 'k weet op 't oogenblik geen beter,
om aan te duiden die onderstroomingen in
't zielsleven, waarvan de mensch zich geen
rekenschap geeft en die toch ook mee zgn
doen en laten beheerschen.
Hg zoekt altgd weer zgn naaste.
Omdat ze elkander noodig hebben.
Wgi dezelfde gevaren éllen, beurt om beurt
bedreigen en dezelfde behoeften zich bg al
len gedurig openbaren.
In de stad drQft dit tot „organisatie".
Die ook „buiten" veelvuldig gevonden
wordt, doch waarnaast tevens werken al die
ongeschreven wetten van hulp en bgstand,
die men elkander, als 't noodig is, niet ont
houdt.
Dan is daar Gous algemeene genade.
Die de boosheid, nijd, haat en wraakzucht
van meusch tegen mensch intoomt en nog
allerlei burgerigke deugden opbloeien doet,
als daar zgnnaastenliefde, hulpvaardigheid,
medelijden en dergcigke.
„Buiten", waar de enkeling niet in de me
nigte verdrinkt en men dus elkanders be
hoeften, omstandigheden en nooden ként, is
er vanzelf voor de ontplooing van deze deug
den meer kans dan elders.
Maar dan tenslotte Is daar ook de kracht
der christelijk religie, zooais die nog gevon
den wordt èn nawerkt uit vroegere tflden en
geslachten.
Nu moeten we dit goed verstaan.
Ik wii allerminst beweren, dat de men
schen op 't platteland van nature beter zgn
dan elders: Gods woord leert het anders en
heeft ze, gcigk ze uit zichzelf zijn, allien onder
hetzelfde oordeel gesloten,
Ook moei Ik «kennen, dat het Seven, ook
liet onderlinge saamleven er op het platte
land de laatste jaren niet beter op gewor
den isook de moblisatle, de crisistoestan
den, het smokkelen, hamsteren en ook andere
verkeerde praktgken hebben daartoe mede
gewerkt.
Toch heeft het christendom er nog gezag.
Tenminste op tal van plaatsen.
De „kerk" staat er letterlijk en figuurlqk
gesproken nog „in het midden" en de kerk-
krlng laat zich nog beinvloeden door 't geen
daar in de kerk wordt geleerd.
Dan is daar vooreerst een grootere of klei-
rere kring van mannen en vrouwen, die be-
ïgdenls en wandel met elkaar in nauw ver
band brengen en die, hoe er ook van zekere
zijde op hen gescholden, hoe zg ook bespot
en gesmaald mogen worden toch „leesbare
brieven van Christus" zgn, al moeten ze,
helaas! dagelijks vele inklevende en uitbre
kende zonden beigden.
En om hen heen een kring, die zich ten
minste ulterigk min of meer nog laat ge
zeggen door het woord, op wat wgze dit
ook tot ben wordt gebracht.
Het christendom vormt hier nog 'n band.
De predikant bomt van buis tot huis.
Men luistert nog naar z?n vermaan en
meermalen gelukt het de opzieners der ge
meente om een wortel van haat en wraak
tegen elkander, die hier en daar zou oprezen
te onderdrukken.
Men voelt er zich met elkaar meer één,
O, ik wil 'tniet mooier maken, dan het is:
ook hier verstoort de zonde zooveel goeds
en vooral ook de sociale verhoudingen wor
den er op 't platteland niet beter op; de
4
- I
A
!8f
1