RN IS. rdag FHMIEI voor «Ie Znidlftollaiidielie en Zeeuwsclie Eilanden, Woensdag S8 Januari 1920. 34Bt* Jaargang N*. 2567. ebt op jouwers! WEREN, 5ICHIELS Antirevolutionair Orgaan IN HOC SIGNO VINCES Arbeider en Boer. rv y E Co. RECLAMES MEOEDEELINBEN. I0RNSGHE PHOON". HETDIJK Lz. EGENS8UR6 :n donderdag 16842 OOK IN6EBUILP W. BOEKHOVEN Zonen, Alle stukken voor de Redactie bestemd, Ajdvertentien en verdere Administratie franco toe te zenden aan de Uitgevers. BiNHËNLAND. Hat mtzmk om uitlevering van den gewezen Duitschan Keizer afgewezen, MOBIELEN- MO- n STATION ARE 16840 RAIS- schaaf- 1GEENLASCHIN- t gewen? cht ma- wordt naar model *«TF_RC. No. 1. mde DRAINEER- 16784 ÖIRKST AND 180, Den Haag. 1943, is tijdsomstandig- in het Hotel DELHARNIS, te r alle mondziekten van 12 uur tot «GEBODEN ?oor rookloos en les met en zonder ijken prijs bij H, ohandel, Charlois. [arkt 9, KOA1. ehte en Fantasie 18, Geborduurde WITTE en GE- MANTELS, K1N- Modeartikelen Zijrfèn DASSEN, FESTONS, ing van KINDER- 1,— en hooger. EN alsmede HEM- 1NNEN ONDER- Deze Courant verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG. ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden franco per post 75 Cent b|J vooruitbetaling. BUITENLAND bij vooruitbetaling f 5.50 per jaar. AFZONDERLIJKE NUMMERS 5 CENT. UITGEVERS: SOMMELSDfjK. Telefoon Intercommunaal No. 202. ADVERTENTIËN 12Vi Cent per regel, RECLAMES 25 Cent per regel. BOEKAANKONDIGING 5 cent per regei. DIENSTAANVRAQEN en DIENSTAANBIEDINGEN 50 Cent per plaatsing. Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan. Advertentiën worden ingewacht tot DINSDAG- en VRIJDAGMORGEN 10 UUR. We noemen den Arbeider nu 't eerst omdat hij vroeger de laatste waswe noemen den Boer nu het laatst, omdat hij in verleden tijden de eerste was. Ook de tijden zijn in Gods hand en Hij heeft, (het is onze vaste overtui ging) den oorlog als instrument gebruikt, ja, zeer zeker voor velerlei doeleinden, maar ook en vooral om den arbeid hooger te plaatsen dan voorheen in het Sociale reven en streven. Gewis! de democratische gedachte heeft zich sinds 50 jaren voor den oor log baan gebroken door Europa; eu 't is niet het minst de Antirev. partij haar schoolstrijd die op de gees en stoffelijke rechten en plichten van den werkman gewezen heeft. Hoe kon hij met zijn gezin God den Heere dienen zonder eenige wettige en soci ale belemmering: dat was het middel punt van den schoolstrijd. En het ant woord der Antirev. partij was >Doe den Christenwerkman recht inzake de school*. En om j,dat Arbeiders ouder- recht is gestreden een halve eeuw; toen is de idee der ware Democratie opgekomen en heeft zich al worstelen de tegen Vrijzinnigheid en Openbare- School-frontmakers, tegen Liberale Schoolwetgeving en gemeentelijke Over machten een weg gezocht, als de heken der bergen zich wringen door de rots holten, naar de vlakten. De arbeid en arbeider is zich bewust geworden een taak op de aarde te heb- Tiben ^ontvangen, zijn schoolstrijd was 't Ca^egin van zijn verzet tegen geestelijke dwinglandij, die in verband met den Doop zijner kinderen en zijn voor God en de gemeente afgelegde beloften hem zoo zwaar woog, dat hij de stembus aanvaardde als een middel om zijn consciëntie vrij te krijgen van berusting in geestelijke tyrannie. Maar ook om stoffelijk omhoog te komen, want zon der hoog schoolgeld kon hij op een Christelijke School, die zijn Doopsbe- loften met hem trachtte in te lossen en er aan te voldoen, zij het ook op onvolmaakte wijze, niet terecht. De strijd voor de consientie was de eerste zonnestraal der ware Democratie. Geestelijke en stoffelijke beweegrede nen gingen hand aan hand, en ter wille niet maar van zijn Arbeiders klasse allèèn, maar ter wille der gan- sche gemeenschap opdat »de aarde vol worde van de kennis des Heeren«, wel ke kennis aan de Jeugd in de aller eerste plaats moest worden aangebracht. Maar wat reusachtigen tegenstand heeft hij in die halve eeuw ervaren en moeten overwinnen. Kerk en School en Catechisatie en Christelijke lectuur en Christelijke barmhartigheid en Kiesver- eeniging allemaal geestelijke actie voor hem en zijn gezin hij kon het niet betalen omdat zijn loon te laag en zijn werktijd te lang was. Doch: Luctor et emergod. i. Ik worstel en blijf drijven, was en bleef zijn leus, en al stijdende voor zoo'n edel doelver heffing van zijn gezin, werd hij zich boe langs zoo meer zijn Mensch zijn; zijn Schepsel Gods bewust. De arbeider wordt brutaalzei toen de conservatief. „Er valt niet meer mee te ploegen of te eggen", zei de zelf zuchtige landbezitter. Ze eischen veel te veel, zei een derde. En zoo had iedere bezitter wat op den Arbeider aan te merken, vergetende zoo vaak dat de werkman ook een Mensch was, met zware verplichtingen, net zoo goed als het Kapitaal, aan God, aan zijn gezin De Tijden zijn in Gods hand. Dat men toch de oogen niet opzet telijk sluite. De levensverhoudingen zijn anders. Zijn sinds jaren al veranderd en verbe terd. En we prijzen Flakkee gelukkig, dat 't er niet blind voor is. Gewisde toestanden zijn nog niet, zoo als ze moeten. Maar men liegt, wie zegt, dat de Boeren onwillig zijn om aiet redelijke eischen der Arbeiders re- kenng te houden. Ze willen maar dan moet ook de Arbeider blij ven bedenken, dat niet in wraakgevoel, maar in 't Recht de bron ligt van goe de verhoudingen. En tot dat Recht be hoort dit: Een flink daggeld bij een flink aanpakken. Recht is flink betalen, want uvu xw^itaai, a»u vjuu, aan zijn gezin alles is duur, maar dan ook geen lijn- e» sfl» Maatschappij. De arbeider wilde trekkerij, geea dreigementen van werk- omhoog, omdat hij als deel der Schep ping niet in de laagte en diepe valleien van menschelijke ellende, ademen kon en mocht. Hij was ook van Gods geslacht, zoo goed als de boer. Hij had ook een ziel voor de eeuwigheid geschapen, ook vrouw en kinderen, voor wie hij ver antwoordelijk was, ook een lichaam, dat werken, ja. maar ook onderhouden worden moest. Zoo groeide de Democratische ge dachte Maar de Boer zei't Zijn rooje Gewis! ook de Roojen deden zich hooren met hun eenzijdige stoffelijke be ginselen. Maar zij zijn de arbeiders niet alleen en geheel. Dat hebben de Re volutiedagen in November 1918 wel anders getoon Gewisde Rooien slaan hun begee- rige handen ook naar ome mannen en vrouwen, maar ze hebben ze nog niet. Gewis! de geest des verderfs van ondermijning van goede levensverhou dingen, krijgt door onophoudelijke roode propaganda, ook invloed op ome man nen. Vet smet. Kwade samensprekin- gen bederven goede zeden. Wie met pek omgaat wordt er mee besmet. Maar het is de wil onzer mannen en vrouwen niet, om Bolsjewiek te zijn. Dat er on der ons zwakkelingen zijn, meegesleur- den onwetenden die in het verderf mee- gentrood worden, we nemen het aan, Maar de Christelijke arbeider, opgevoed door den schoolstrijd in de idee van 't menschelijk en Goddelijk recht, vraagt nu nog en niets meer, dan Recht d i. erkenning van zijne menschelijkheid in het maatschappelijk leven. Een Chr. arbeider wil arbeider zijn onder zijn Boer, hem erkennend als zijn werkgever, maar dan ook vragend om door dien boer als mensch bejegend te worden, hij met de zijnen. Maar de boer heeft veel van zijn in vloed op den Arbeider verloren omdat er een verleden achter den rug ligt dat door den Werkman zuchtend en ker mend vaak is doorleefd. En nu komt bij den arbeider én de wraak naar bo ven èn een door den oorlog dubbel ont wikkelde rechtsovertuiging. Ziedaar de ontzettende botsiDgen Ziedaar het weenen en treuren onzes tijds. Wraakuitingen over een verslonst verleden, waarin 't Kapitaal den Ar beid alléén liet staan. En een door den Oorlog krachtig uitgebarsten rechtsidee, dat de Arbeid méér waard is dan om slachtvee naar 't abattoir gebracht te worden, waar millioenen jonge menschen gevallen zijn terwille van 't goud en 't bezit der machtigen. stakingen, maar gestadig georganiseerd overleg. Op voet van wederzijdsch ver trouwen als mannen van eer en deugd En als dat gebeurt, kan 't jaar 1920 een vreedzaam jaar zijn, ondanks de weeklachten en *t zuchten en de ge boorteweeën van een Nieuwen Tijd. Watersnood, Eene groote ramp heeft de provincie Lim burg getroffen. Door den hoogen waterstand der laatste weken zijn tal van plaatsen langs de Maas overstroomd, en duizenden bewo ners zQn voor het water moeten vluchten. Hoewel de schade nog niet is vastgesteld, laat het zich nu reeds aaanzien dat deze zeer groot zal s|n. Onaergeteskenden doen b| dezen een be roep op alle Nederlandsche ingezetenen om hen te helpen het lot der slachtoffers te verzachten, Van bet bedrag der giften welke men ons wel zal willen toezenden zal '/j gedeelte be stemd worden voor de gemeente Maastricht, waarbij sinds eenigen tijd de plaatsen Heu- gem, Scharnderweg en Limmel, welke zeer veel geleden hebben, zijn ingelijfd. Hst ove rige, dus 2/s gedeelte zal worden verdeeld onder de andere plaatsen iu Limburg welke door den watersnood geteisterd zijn. Watersnoodcomité Maastricht Mr. L. B. J. VAN OPPEN, Burgemeester van Maastricnt, Voorzitter. R. NAFZGER, Wethouder, Maastricht. Mr. H. PAULUSSEN, oud-Wethouder Maas- strlcbt. Mr. T. JANSSEN, lid van den gemeente raad, Maastricht. J. B. H. KL1JNEN, lid van den gemeente raad, Maasiricnt. J. H. PARIS, lid van den gemeenteraad Maastricht. Mevr. Th. SCHQON-PHILIPS, Maastricht. Mevr. B. HAENECOUR-COENEQRACHT, Maastricht. Mei. M. SCHAEPKENS VAN RIEMST, Maastricht. J. WiJNANDS, Heugem. CH. GRABAL, Scharnderweg. J. H. M. WASZINK, Limmel. Het ministerie van Buitenlandsche zaken deelt het volgende mede: Op 16 Januari 1.1. heeft de secretaris-gene raal van de Vredesconferentie aan Harer Ma- jesteits gezant te Parijs een dooi den presi dent dier conferentie onderteekend stuk ter hand gesteld van den volgenden inhoud: Het verzoek om uitlevering. Parijs, 15 Januari 1920. Door deze aan Harer Maje3telt'3 regee ring den tekst ter kennis brengende van ar tikel 227 (iri gewaarmerkt afschrift hierbij gaand) van hei Vredesverdrag met Duitsch- land, dat op 10 januari 1920 in werking is getreden, hebber; de mogenheden öe eer te gelijkertijd mede te deelcn, dat zij besloten nebben de bepalingen van dit artikel onver- w«ld ten uitvoer te leggen. Dientengevolge richten de mogenheden tot de Neder landsche regeering het officieel verzoek Wilhelm von Hohenzollern, gewezen Keizer vau Duitschland, in hunne handen te stellen ten einde te worden gevonnist. Vermits de in Duitschland woonachtige personen, tegen welke de verbonden en ge associeerde mogendheden eene aanklacht hebben uitgebracht, haar krachtens artikel 228 van het Vredesverdrag moeten worden overgeleverd, aou de gewezen Keizer, indien hij in Duitschlar d gewezen ware, onder de zelfde omstandigheden door de Dultsche re geering zijn overgeleverd. De Nederlandache regeering is op öe Hoog te van de onaantastbare redenen, welke ge biedend vorderen, dat de opzettelijke schen dingen van de internationale verdragen, als mede de stelselmatige terzijdesteling van de allereerste regelen van het volkenrecht ten opzichte van allen ook van dehoogstgeplaat- sten, de bijzondere sanctie verkrijgen, door het Vredescongres voorzien. De mogenheaea herinneren kortel|k, onder zoovele misdaden, aan ce cynische schen ding van óp onzijdigheid vau België en Lu xemburg, het barbaarsche en meedoogenlooze stelsel der gijzelaars, de deportaties in massa, de oplichting der jonge meisjes uit Rijssel, die aan bare familtëu ontrukt en zonder be- 25 CENT PER REGEL. 9! Er zal gelegenheid zijn tot het nemen van aaodee ei ia bovengenoemde fabriek ia de volgende gemeenten Sommelsdijk, 28 Januari, v.m. van 10-12 uur Hotel Spee. Stad a.'t Haringvliet, 28 Januari, n.m. van 2-4 uur, Hotel Smits. Dirksland, 29 Januari, v.m. van 10-12 uur, Hotel Van den Doel. Herkingen, 29 Januari, n.m. van 2-4 uur. Vergaderzaal Landbouw - V ereeniging. Oude Tonge, 30 Januari, v.m. "van 10-12 uur, Hotel Geluk. 17313 HET BESTUUR. Plaatselijke Keuze. Aan het Adres, door den Raad van Negen van den Nationalen Bond voor Plaatselijke Keuze gericht aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal, bedoelende instemming met en aanbeveling van het Wetsvoorstel-Rutgers tot Invoering van Plaatselijke Keuze is reeds door duizend vereenlglngen van allerlei aard adhesie betuigd. Daaronder bevinden zich ruim tweehonderd kerkeraden, 178 arbeiders- en vakvereenigingen, 143 afdeelingen van de S. D. A. P., 92 afdeelingen van het Neder- landsch Jongelings-verbond en eenige Hoofd besturen. Samen vertegenwoordigen ze meer dan 200.000 personen. scherming met de slechte elementen tezamen werden gepakt, dé stelselmatige verwoesting zonder militair nut, van geheele landstreken, den onbeperkten duikbootoorlog met de 013- menschelljke achterlating van de slachtoffers In volle zee, de ontelbare daden tegen niet- strijders, begaan door de Dultsche overheid in strfjd met de wetten van den oorlog, enz. Van al deze daden klimt de verantwoor delijkheid, althans de zedelijke verantwoor delijkheid, op tot den oppersten leider, die ze heeft gelast of die misbruik heeft gemaakt van zijn volmacht, om inbreuk te maken of te maken op de heiligste voorschriften van het menschelijk geweten. De mogendheden kunnen zich niet voorstel len, dat de Nederlandsche regeering de ge- weldigejverantwoordelïjkheid van den gewe zen Keizer met minder afkeuring zou be schouwen dan z| zeiven. Nederland zou z«n internationalen^ plicht niet vervullen, Indien het weigerde, zich naar de mate zijner kracht aan te sluiten bit de andere natië, om de bestraffing van de begane misdrijven na te streven of die althans niet te belemmeren. Bij het richten van haar verzoek tot de Nederlandsche regeering meenen de mogend heden het bijzonder barakter daarvan te moeten doen uitkomen. Zij hebben acn plicht de uitvoering van artikel 227 te verzekeren zonder zich door argumenten te laten weer houden, aangezien het onder deze omstan digheden niet geldt eene in beschuldiging- stelling niet een juridiek karakter, wat het wezen betreft, maar een daad van hoogte internationale politiek, voorgeschreven door het wereldgeweten, waarbij vormen van het recht alleen zijn voorzien om aan den be schuldigde een geheel van waarborgen te verzekeren zoodanig als het publiek recht er nooit heeft gekend. De mogendheden hebben de overtuiging, dat Nederland, dat altijd blijk heeft gegeven van zijn ecroied voor het recht en zijn rechtvaardigheidszin en dat een der eersten was om zijne plaats op te eischen in den Volkenbond, niet met zfjn zedelijk gezag de verkrachting zal willen dekken van de grond beginselen der solidariteit tusschen de vol keren, die er allen gelq'kelgk belang bq zul len hebben den terugkeer vaneen aergclQke ramp te verhinderen. Het Nederlandsche volk heeft er hoogelqk belang bij, niet den schijn op zich te laden, dat het den voornaamsten bewerker beschermt door hem op zijn grondgebied in veiligheid te stellen, en de berechting te bevorderen welke door de stem van miliioenen slacht offers wordt geëischt. (w.' g.) G. CLEMENCEAU. Antwoord van de Nederlandsche regeering. Het antwoord van de Nederlandsche re geering op bovenstaande nota luidt als volgt 's Gravenhage, 21 Januari 1920. a0te verbale van 15Januari 1920, over handigd aan Harer Majesteits' gezand te Parijs, vragen de mogendheden, onder ver wijzing naar artikel 227 van het Verdrag van Versaiies, aan de Nederlandsche regee ring, Wilhelm von Hohenzollern, gewezen Keizer van het Duitsche Rijk, in hare han den te stellen ten einde te worden gevon nist. Ter ondersteuning van dit verzoek doen zij opmerken dat, indien de gewezen Keizer in Duitschland gebleven ware, de Duitsche regeering krachtens het bepaalde bij artikel 228 van het Vredesverdrag, verplicht zou zija geweest hem over te leveren. Terwijl de mogendheden als opzettelijke schendingen van de laterna.ionale verdragen en ten bewijze van de stelselmatige terzijde stelling van de allereerste regelen van het volkenrecht, tal van handelingen, in den oorlog door de Dultsche overheid gepleegd in herrinnering brengen, üoen zq de verant woordelijkheid, althans de zedelijke verant woordelijkheid daarvoor opklimmen tot den gewezen Keizer. Ze spreken de meening uit, dat Nederland zijn internationalen plicht niet zou vervullen, indien het weigerde, zich naar de mate zij ner kracht, bij haar aan te sluiten om de bestraffing van de begane misdrijven na te streven of die althans niet te belemmeren. Zij doen het bizonder karakter uitkomen van haar verzoek, dat niet eene juridieke in-beschuidiglng-stelliag, maar een daad van hoogc internationale politiek beoogt, en zij doen een beroep op Nederlands'eerbied voor het recht op rechtvaardigheidszin, opdat het niet met zijn zedelijk gezag de verkrachting door Duitschland dekke van de grondbegin selen der solidariteit tusschen de volkeren. Hater Majesteits Regeering heeft de eer aanstonds te doen opmerken, dat de verplich tingen welke voor Duitschland zouden heb ben kunnen voortvloeien uit artikel 228 van het Vredesverdrag, niet kunnen dienen om de plichten te bepalen van Nederland, dat b dat verdrag geen partij is. Harer Majestehs Regeering, harerzijds even eens bewogen door onaantastbare redenen, kan de door het verzoek der mogendheden gerezen vraag niet anders beschouwen dan uit het oogpunt harer eigen plichten. Zij is volkomen vreemd geweest aan de omstandigheden, waaruit de oorlog is voort gekomen en heeft, niet zonder moeite, hars onzijdigheid tot het einde toe bewaard. Zij staat mitsdien tegenover de ooriogsfeiten anders dan de mogendheden. ZQ w|st met kracht elke verdenking af, ais zoude z« met haar souverein recht en haar zedelijk gezag schendingen van de grondbeginselen der solidariteit tusschen de volkeren willen dek ken; maar zij kan geen internationalen plicht erkennen om mede ,te werken tot de daad

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1920 | | pagina 1