Zaterdag 17 Januari 1930. 84rt* Jaargang N\ 3564 voor de Kuitiltollaiialsclie em ZeeowseJhe Eilanden. Eerste Blad. Antirevolutionair Orgaan IN HOC SIGNO VINCES De dienstboden en werksters. OP DEi UITKIJK. Dingen van dan dag, W. BOEKHOVEN Zonen, Alle stukken voor de Redactie bestemd,Advertentien en verdere Administratie franco toe te zenden aan de Uitgevers. Niet zoozeer op 't Platteland, als wel in en rondom de steden, is 't dienst boden vraagstuk er een van actueel belang gewordenen wie dagelijks zijn kranten doorsnuffelt weet ook, dat er al jaren, maar vooal sinds den duurte- tijd gisting is onder de huisknechts, de hotelbedienden, de employés van klee- diogmagezijnen, de dienstboden en werk sters om een betere behandeling. Maar vooral de dienstboden zijn in de laatste jaren druk in de weer voor betere levensverhoudingen. Nu moet men daar niet schamper om lachen. Door bijzondere omstandigheden zijn we niet geheel onbekend met't leven, rei len en zeilen van stadsdienstboden, maar de goede Mevrouwen niette na gesproken, en de dienstmeisjes niet te veel gepre zen maar een dienstbode beleeft soms wat! en ook in Christelijke gezinnen, waarin men zijn Bijbel leest en dan toch weten moest, dat een dienstbode geen slavin en een huisknecht geen lijfeigene behoort te zijn. De onopgesmukte ver balen die we daarover van bezadigde, welwillende, waardige dienstmeisjes en werksters uit haar eigen mond, naar waarheid gehoord hebben, grenzen aan 't ongelooflijke. Dat was geen leven. Geen tijd zelfs om zijn catechisatielessen te leeren. Altijd en aldijd in de keukenMet een mond vol eten aanhoudend naar de bel, trap op, trap af. Dan weer 't belletje van Mevrouw om boven te ko men. Dan weer 't belletje van Mijnheer om een brief weg te brengen. Dan weer 't in den weg loopen der kinde ren, als Mevrouw er geen raad meer mee wist: Dan weer 't heele avonden en nachten alieen zitten, als Mevrouw en Mijnheer naar de komedie waren, of op avondvisite. En dan nog gesnauw als de thee niet klaar was, of 't mid dagmaal niet geheel klaar, of de deur niet gauw genoeg werd open gedaan, of een kind een standje had gehad. En zoo'n afjakkeren geschiedde dan nog, waar Mevrouw zelf moest verkla ren» Ik heb er toch zoo'n goeje meid aan". Ja, ja! maar de liefde kwam van éénen kant. En als de dienstbode er eens over klaagde, dat ze zoo,, op", zoo moe was van dat trappegezeul, dan hoorde ze bij een zure bui van Mevrouwo, jullie dienstboden hebt tegenwoordig zooveel pretenties." Neen waarlijk, er zijn onder 't dienend personeel zulke wantoestanden, die ten hemel schreien. Gewis, er zijn in de steden slampampers onder „dat tuig", zooals een Mevrouw ze eens betitelde er zijn slampampers onderdagdieveg gen, snoepsters, lijütreksters praatmaak sters, onbetrouwbare individuen enz. maar er zijn ook zeer nobele dienstmeisjes onder en ook zijzij hebben 't menig maal zwaar te verantwoorden. En, dat is ons herhaaldelijk verzekerd; „hoe kaler Mevrouw, des te meer eischt ze van een dienstbode. En „kale mevrou wen» zijn er wat in een stad. En dat hebben de dienstmeisjes al gauw in 't motje. Al ganw, of ze bij een »echte> mevrouw komen en zijn, of bij een ersats een surrogaatmevrouw. En dan zelfs is er onder dat surrogaat nog zoo veel verschil in geboorte, vroegere op voeding, beschaving huiselijk verkeer met man en kinderen en familieleden. En dan is er onder dat ersats nog zoo'n verschil in kennen en knnnen van de huishouding. Wa hebben daar staaltjes van gehoord van Mevrouwen, die nog geen gat in een kous kunnen stoppen. Nochtans, zulke dienstboden zijn er ook, die. als iets kapot is, 't niet kunnen verstollen, 't in den lorrenmand gooien en dan weer maar nieuw koopen. Zulke meisjes kosten wat. En die klagen vaak 't hardst. Maar we kennen ook dienst meisjes uit de stad, die zelf een naai machine bezitten (op afbetaling 't zij zoo!) maar 't dan toch hebben en er zelf haar jurk of schort op heratellen. Me vrouw leende 't wel eens van dat dienstmeisje Maar lees nu eens 't volgende uit knipsel, dat ge in alle groote bladen vinden kunt en uitgeknipt uit Het Volk, waardoor ook de andere bladen het zeker ontvingen. Hoe vindt ge die ei schen Te zwaar of te licht We laten ons eigen oordeel nu eens in de pen. We wenschen nu graag eens lezeressen van ons blad aan 't woord mevrouwen, of juffrouwen, en dienst meisjes, hoe zij over die looneischen denken. Niemand behoeft haar Inge zonden stuk te onderteekenen; want 't gaat over zaken van algemeen belang, en personen of huisgezinnen blijven er buiten. Geen namen mogen genoemd wordenmaar puur zakelijk blijven. En dan nog eens gevraagdHoe vindt ge dezeeischen? Toch, afgedacht van deze looneischen, zouden we over 't Dienstboden vraag stuk wel eens eenige meerdere inlich tingen ontvangen. Hoe staat 't ermee op Fiakkee In Burgerdiensten Bij den Boerenstand Zijn er ook Christe lijke dienstboden, die in een Herberg dienen? Is er op Fiakkee tijd voor de dienstmeisjes om naar Kerk en Cate chisatie en Jongedochtersvereenigingte gaan? Worden zij afgejakkerd of jak keren zij haar Mevrouw af. die ze na most gaan in huis en op straat Zijn de dienstboden lid van 't gezin, of aan hangsel. Schenkt men ze vertrouwen, of staan ze onder gestadige Controle. Komdat men nu eens publiekelijk over deze zaak schrijve 't Is een stuk der sociale kwestie. Huisgezin en Kerk; individu en maat schappij hebben er belang bij, dat dit dienstboden vraagstuk en der werksters nader onder de oogea wordt gezien. Dienstboden zijn gedoopten, onze ge doopte meisjes, die, en wier ouders ook verantwoordelijk zijn aan God voor haar jeugd en hoe die doorgebracht wordt en ivaar. Er zit óók een geeste lijke zijde aan, van hem dienen, en 't dienen van zijn naaste. Als beelddra gers Gods. Deze Courant verschgnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG. ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden franco per post 75 Cent bij vooruitbetaling. BUITENLAND bQ vooruitbetaling f 5.50 per Jaar. AFZONDERLIJKE NUMMERS 5 CENT. UITGEVERS; 50MMELSDIJK. Telefoon Intercommunaal No. 202. ADVERTENTIËN 121/» Cent per regel, RECLAMES 25 Cent per regel. BOEKAANKONDIGING 5 cent per regel. DIENSTAANVRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN 50 Cent per plaatsing. Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan. Advertenüën worden ingewacht tot DINSDAG- en VRIJDAGMORGEN 10 UUR. bwii ■■■nwii ii— mii mi ii wwfmwa—w i mi i -innr n- win n iwiii ii in una in i ii TTiYiTTVTrrïïrarwwTrMitnr—fir' i in i '■•ffiirrar'iTrTi i-tt———-'-"•rr --- Een dienstbodenprogram. Loonsverfiooging, achturendag enz. Het bestuur van de af deeling Amsterdam van den Alg. Ned. Bond van Huispersoneel stuurt „ter opneming* het program elscben der dienstboden en werksters; 1. Loonregeling.Menimum-teonenvoor meisjes (intern). a. Ie. beukenmeisje boven 30 j. f500 per jaar. 2e. keukenmeisje of keuken-werkmeisje bo ven 21 j f 350 per jaar. b. 2e. meisje boven 21 j. f 350 per jaar. 3e meisje boven 21 j. f 300 per jaar. c. Meisje-alleen boven 21 j. f 300 per jaarmeisje-alleen, die de huisvrouw ver vangt, of meid-huishoudster, boven 32 jaar f 350 p. j. b Voor meisjes voorzien van diploma's vervalt de leeftgdgrens. Waschgeld, De Werkgeefster betaalt de wasch. Dagmeisje met vollen kost. a. Dagmeisjes boven 21 jaar f 10 per week. b. Dagmeisjes boven 19 jaar f 8 per week. Dagmeisjes met broodkost. Dagmeisjes bo ven 18 jaar 20 ct. per uur. Werksters, a. Met vollen kost boven 19 jaar f 2 25 per dag- b. Zonder kost boven 18 jaar f 0.35 per uur. c. Voor fabrieken, werkplaatsen en kan toren, Ingeval slechts 1 uur of minder per dag achtereen wordt gewerkt, 50 cent per jur. Wanneer meer dan 1 uur achtereen wordt gewerkt 39 ct. per uur. 2. Werktijdregeling. a. Er wordt gestreefd naar een 8-urige n arbeidsdag. b. Het aanvangsuur van den werktijd wordt geregeld in overleg met de werk geefster. Het mag niet vroeger zijn dan 7'/» uur en de werktijd niet later eindigen dan 7 uur. Na 7 uur kan het meisje naar verkiezing uitgaan of thuis bljjvcn. d Gedwongen thuis zijn wordt onder overuren gerekend. e. Er wordt minstens 2Vj uur schaftfld gegeven, zoo mogelijk verdeeld als volgt:1/» uur voor het ontbijt, en l1/» uur voorkoffie- drinken. Het laatste mag niet onderbroken worden. f. Werksters werken niet langer per dag dan 8 uur, en wel van 9—7 uur, waarvan 2 uur schaftfld wordt gegeven. Zondagtarbeid. a. Eens in de 14 dagen heeft het meisje recht op een geheelen Vrijen Zondag. Voor den vrijen Zondag wordt f 1 voor den bost vergoed. b. In de week waarin geen vrijen Zondag valt, wordt een vr0e middag gegeven, na de koffie. c. Het loon voor de werksters wordt voor Zondagsarbeid met 100 pCt. verhoogd. 3 Overuren. a. Het werk, dat verricht moet worden na den vastgestelden arbeidst|d, wordt be taald met het uurloon van de werksters, plus 25 pCt. tot des avonds 10 uur; daarna 50 pCt. b. Deze bepaling geldt zoowel voor dienst boden als voor werksters. 4. V scant ie regeling. Per jaar wordt 14 dagen vacantle met be houd van loon en f 12 kostgeld vereend. 5. Blzondere Bepalingen. a. Vrje frissche slaapkamer met behoor lijke berging voor kleeding. b. Mutsen en zwarte japonnen worden gedragen op kosten van de werkgeefster, c Geschillen worden zooveel mogelijk ln overleg met het bestuur van den bond op gelost, terwijl het bestuur het recht heeft in geval van klachten over huisvesting, zich van het al of niet juiste der klachten te overtuigen. Ter toelichting wordt o.a. gewezen op de p;ijsst)jging, voornamelijk van kleeding, schoeisel, enz. terwlji het voor al degenen die Biet voor „dag en nacht* in betrekking zijn, praktisch onmogelijk wordt om het veel verhoogde kostgeld, enz. te betalen. Meer vrije tijd wordt gevraagd voor meer dere ontwikkeling Het bestuur verklaart zich bereid de verzoeken nader mondeling toe te lichten en ziet het antwoord der werkgeef sters liefst spoedig tegemoet. Nadruk verboden, .Manjij durftdacht ik zoo. Och, h0 deed geen „heldendaad", zooals men daar in oude tijden van sprak. Hij sloeg niet met een ezelskinnakafeken duizend Fili stijnen dood en hg stond ook niet met Ke nau Hasselaar op de muren van Haarlem. H0 zat stil achter zgn schrgftafei. Maar dit was zijn daadhij durfde tegen de publieke meening ingaan, of nóg er ger tegen de meening van den kring, waartoe hg behoorde. En dat, allerergste van het gevalnog wel op het terrein van het onderwgs, ja goeddeels op dat der open bare school. En dü&rom zeg ik: Jc durft! Het is waarlijk geen kleinigheid. Probeer het zelf maar. Ga eens op het midden der straten verkondigen, dat een werkwan in de kracht van zïjnjleven in som mige rukken niet doodop is, wanneer zgn acht daguren óm z0a en hg er nog wei graag een paar bij werken en verdienen zou, als hg het daardoor voor vrouw en talrgk gezin wat ruimer maken konl Dat móógt gg niet doen, economische ketter. De man móét na z0n acht uren óp z0n, aan de uiterste grens gekomen van hetgeen met redelijkheid van hem te vergen is, acht uur is Immers maximum en slechts een rustpunt voor onzen weg, want voor tal van bedrgven gaat acht uur reeds over de schuif „Reactionair", roept men mg toe. Ea ook de „broeder" fronst het gelaat, „Of ik dan werkeigk den goeden wegzou willen verlaten, dien min. Aalberse intrad en waarop wij hem immers uit kracht van over tuiging gevolgd zgn", vraagt hg Stel u gerust, mijn broeder Misschien, als het oo zaken-doen aankomt, dat ge mij nog bg de mouw trekt en hg het jaspand tegenhouden wil, bang, dat ik radi caal op hol slaan zal, Stel u gerust, ik ben zuiver in de 8 uren- leer. Alleen nam ik de vrg moedigheid, om niet te generaliseereriom es even te zeggen, wat ieder die oogen heeft zien kan, dat het n.l. niet geraden is, om met etteigke arbeiders, aan het eind van hun „normalen" werkdag ruzie te zoeken, w01 zij nog kracht genoeg overhielden, om u in een maximum van t0d tegen den grond te knokken. 'n Waarheid als een koe Maar ze is wat rebelsch tegenover de po litieke meening en daarom moet ik zwijgen. Zoo is het op meenig gebied. Ga eens staan middenin een vergadering van onderwgzers, van „openbare" onderwg- zers, want de bizondere dito hebben wat langer in de werkeigkheid geleefd en gear beid, en zeg mij dan eens overluid na De resultaten van het onderwgs in twee ver schillende klassen hangen niet in de eerste plaats af van de talrgkheid der klassen, maar van de capaciteiten en de inspanning der onderwgzers" 't klinkt wat aanstellerig maar de heeren begrepen het wei- en ge zgt in een minimum van tfjd dóódge- praat. Immers: capaciteiten en inspanning zgn niet voor berispende bespreking vatbaar en oyerlgens is het een vanzelfsheld, g0 uils kuiken 1 dat een klasse van 30 leerlingen ,G/S maal zoo goed onderwezen 3 ordt als een van 36. Gi belieft dat niet te gelooven? Ja, 't is rekenkunde en dan bewijst men en ziet ge, gi hebt in uw achterigkbeid niet geleerd van de omgekeerde verhoudingen Laat ik u een voorbeeld geven. Twee jongens staan naast elkaar ea moe ten uit een grooten spoelingbak koeien voed sel geven. De een heeft 30 koelen, de ander 36. Ze werken even hard en hebben elk eea even groot schepvat en de koeien elk een een eigen slobbervat. Nu staat het toch imme s rekenkundig vast, dat elk van 30 koeien meer te slobbe ren krijgt, dan elk van de 36! De koeien- jongen van de 30 kan immers elk van zijn beesten meer toedeelen dan die van de 36. En wel :ir73a of VU maal zooveel. Begrepen Zoo is het nu met de leerlingen net een der Wat zegt ge? Of dan twee koeien 2Sh of achttien maal zooveelWdneen gg oof- terik I als ze zat zgn, houden ze immers op. En waar dan de grens is Ja, de vragen kunnen te gek worden met de schooljongens ook maar in een klas van 30 leeren ze beter dan een van 36 en in een klas van 24 weer beter dan in een van 30, dat staat vast, Rencneer daar nu es tegen. Had ge met eea ander soort van men- schen te doen, ge zoudt onwillekeurig aan de „bierkaai" denken, maar het resultaat is hetzelfde: tegen de massa met haar mee ning kunt ge niet op I Hebt ge uw rust lief, zoo zw|gi ge. En wie de waarheidzooals hij die ziet, liever heeft dan zgn rust, en spreken durft, dien druk ik de hand en zeg tot hem„'t Ga je wel, je durft en -de handdruk is in- teraard warmer, naarmate ik het meer met den durver eens ben. „Wat een Inleiding I" zegt iemand. Pardon 1 ik ben ai lang met m|n „preek* bezig. Zie, er is vooral onder ons volk altQd een neiging geweest, niet alleen om op een eigen paardje te rgden, maar ook om z|n eigen weg te gaan, omdat een zekere me nigte nu eenmaal een „publieke meening" heeft gevormd gaat de£te onzent zeer menig vuldige „men" daar zoo graag dwars tegenin. Waar de massa schaatst wordt de baan bedorven. Eu daarom zocht men zich zijn eigen schaatsbaan, Dat is natuurlijk glad verkeerd. Wie wat bereiken wil, die móét er op uit zgn, om een zekere kring een „publieke meening" te vormen, omdat een streven, dat deze publieke meening tégen zich heeft, met onvruchtbaarheid geslagen is. Maar nu is het een ander uiterste. Ook daarvoor hebben we on se spreek woorden. Huilen met de wolven, waarmee men ln het Bosch in dat moet ia óns land al van zeer vroege komst [zgn of anders uit het buitenland zgn overgenomen: zoo de wind waait, waait mgn jasje is nog meer volkstaal maar in ons open, boscharm, vlak vaderland ook een gezegde, dat vanzelf op de tong woei en precies uitdrukt, wat men er mee bedoelt. Het is een laf uiterste. En toch Is men er overal, ook in ons va derland fop uit om, met name in het poli tieke leven het \koekoek éénzacg" te maken tot opperste wijsheid. En weehem, die niet meezingt, Er is in ons goede vaderland ondes en buiten de mannen van het vak heel wat on- tevtedenheid over de resultaten van ons la ger onderwijs. Nu krggen we een nieuwen toestand. Straks een splinternieuwe wet. Ea daarvan verwachten vden heil. Nu moet het zgn I zeggen en denken zg. En in de eerste plaats, zoo meeaen zg, moet de toekomstige onderwijzer worden opgeknapt. Hg moet vooral meer wetengeleerder wor den. Daar zijn er zeifs, die hem (en haar) een universitaire opleiding willen geven en wie zoover niet gaan, die willen toch het plan van opleiding zeer uitbreiden. Geen „juf" zal met het „leesplankje" mogen werken en geen meester de tafels leeren, of zg moeten bgv. in de moderne talen grondig onderwe zen zgn en een groote male van geleerdheid in allerlei vakken hebben opgedaan. Dat komt dan vanzelf 't schoolkind ten goede. Geleerdheid geeft aitgd wel wat af. Druipt neer op wie er 6 a 8 jaar onderzit. En zóó zal dan het onderwgs verbeterd worden, kragen we straks een „knap" op groeiend geslacht, opgevuld met nog veel meer „kundigheden" dan thans en steken we vele natiën de loef af. Toen kwam de man, die durfde. De heer Zernike in het „Onderwgs", en kele weken geleden en hg zei het haast ruw weg: „Wij z0u om het veelgebruikte woord nog eens te bezigen, zoo wanhopig en zoo belachelijk intellectualistisch En dékr schreef hg over door. Wg zweren bg het „intellect". „Kennis, kennis is macht 1" si raakt het gezegde langzamerhand zoo oud als da weg van KraHngen. Déir kwam hg tegenop. Zonder zich te storen aan de „publieke meening" in zijn kringen, die eerst het per soneel ea straks de leerlingen onzer lagere schalen, steeds meer „kennis" toevoeren wil, waardoor dan kind en toekomst heeten te worden gered. Wellicht kom ik er nader op terug. UITKIJK. De Banneling. Eens regeerde hg over zsventig mlHioen onderdanen een keizers kroon drukte ztyn sla pen. Machtige heerachsrs en vorsten dongen naar zgn gunst, ,'t Hoch der Kaiser" jubel de uit duizenden en duizenden keien, en millioenen sidderden als deze hecrscher van zgn misnoegen bifk gaf. 't Water wast, bedreigt onze fiere dgken, de stormwind stuwt het gevreesde element naar oisfhoog. Een oud man is bezig om de dg ken te helpen sterken. Daar achter staat een kasteel en de vloed wil hel ia bezit nemen. De grgze tobt tegen den orkaan, zwoegt met jonge stoere arbeiders Keizer Wiihslm 1 Is dat Keizer Wilhelm Ja de ex-keizer van het eens machtige Duitschiand, gebroken, oud, zouder oud te zgn, grijs op de middaghoogte des levens, worstetd hier tegen Hollands erfvgand. Een gevangen leeuw, suffend achter raster werk; Een adelaar met geknakte vleugelen Napoleon op SfHelena Grillig spel van hef noodlot zegt „men." Wonderlijk bestuur van den Aimachtige, zegt de geloovige En terwgi Wilhelm sjouwt als een polder- werkman beraadslagen de grooten der wereld over hem, de rechtbank zal bereid worden en daar zal „men" oordeelen of deze ban neling schuldig staat aan stroomen bloed en tranen En de geloovige wacht op God of h$ ook het „mené, mené, tekel Ufarsin" over deze een zoo geweldige zal uitspreken. Eea karakter vol tegen strgdigheden is Wilhelm II, met groote talenten begiftigd is hg toch kortzichtig, edelmoedig en toch hard, werkend voor het goede van ziin volk, tast hg mis ia de middelen, Christus aanvaardend als zijn Heliand, drukt hg de hand van den Sultan, een. hand die druipt van Cristen- bloed,

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1920 | | pagina 1