MAAS-EN Derde Blad. Zaterdag 29 November 1919. No. 2880 Brieven uit het Centrum üaad mn Meld ia Briilfa. GEMENQD NIEUWS OUDERDOMSWET. INHOC'SIG-NOWSES 96 Amice t Voor mS ligt een klein boekje van 27 pagina's met 'n sprekenden omslag. Op den omslag lees ik van boven in een balven cirkel: .Draagt elkanders lasten". En daar onder: .Dient elkander door de liefde". Verder is er op afgebeeld een weegschaal. Op de eene schaal ligt .arbeid", op de an deren .barmhartigheid". Het boekje is getiteld.Van moeders en van kinderen" en is van de hand van den heer j. N. v. Munster, Middernachtsendeling te Arnhem. Het bevat beknopte raededeeliugen van de consnllatte-bureaux der Ned. Midderaaeht- zendingvereeniging. De mededeelingen beginnen met een gru welijk verhaal van een Engelach wijf, een ontaard wezen, die kinderen tot zich nam iiefst van ongehuwde moeders, tegen een overeen te komen beding, dat opzettelijk laag werd gesteld. De aan haar toevertrouw de kinderen verkocht zij of gaf zij weg aan bedelaars en kermisreizigers, of als zij se niet kwjjt kon, verdronk zjj de arme schapen In de Theems. En dan lees ik verder: Ook in Nederland kent men de uitdrukkingen: engeltjes ma ken", ,op een tochtje leggen", of .het kerk hof te vriend houden". Tal van ongelukkige wezentjes werden ook in ons land verkocht, verhuurd of uit geleend om te dienen tot het opwekken van medelfdea. Daarom heeft de Middernachtzending in de 31 jaren van haar bestaan geijverd voor een deugdelijke Kinderwetgeving en niet gerust voor de Wet op het onderzoek naar het Vaderschap in de .Staatscourant" ver scheen. Niet eens, maar schier dag aan dag, nacht aan nacht, kwam zij in aanraking met kin deren, vaak slachtoffers van ouders, die in drankzucht en ontucht genot zochten en in de meest afzichtelijke boosheid hun kinderen Heten opgroeien. Niet eens, maar telkens weer zocht men hare hulp voor kinderen, buiten echt gebo ren, door vader miskend en door moeder, dikwijls tengevolge van de treurige om standigheden waaronder zij te leven had, in verderfelijke omgeving gelaten. Nog denk in aan de vrouw in de vestibule van een Postkantoor, een bedelares met een kind, dat te harder schreide naarmate het meer werd gesust en geliefkoosd. Hoe dat kwam? Wel zij had eenige spelden zoo gestoken dat deze bij ieder beweging dieper drongen in het teedere lichaam van het kind. B| onderzoek bleek dit klud afkomstig te zq« van een ongehuwde moede.. De Middernachtsending bedot voor alles te getuigen. Z% heeft de zend: tn ontucht in al hatr afechrizwekkence vormen waar genomen. Zij heeft in den loop der jaren duizenden en nog eens duizenden, man nen, vrouwen en kinderen, daardoor zien ten gronde gaan. Zij heeft gelet op Gods toorn tegen dit kwaad. En zij heeft gemeend met allen ernst te moeten waarschuwen, te moeten getuigen. Dit blijft haar voornaam ste, haar eerste werk. Tegen de zonde getoornd, getuigd maar daarnaast de slachtoffers der zonde gewezen op een Heiland, vol ontferming en liefde. Op een God van barmhartigheid en genade. Dit werk is niet passief, maar actief. Het verlorene wordt gezocht en in den weg der middelen wordt getracht redding en uit komst te brengen. Daarom paste de Middernachtzending haar arbeid bfj de verbeterde wetgeving aan, stichtte zij haar Consultaticbureaux en bleef zl, beter georganiseerd dan te voren, voort gaan met de gevallen op te sporen, en alzoo te voorkomen, dat een deugdelijke wetge ving een.doode letter werd Wat deze Bureaux bedoelden valt met en kele woorden te zeggen. Zq willen: le. opsporen en bezoeken van onge huwde moeders en hare kinderen; 2. bevorderen van de voorziening in eene deugdeiQke voogbij ten behoeve dier kinde ren; 3. controleeren van de opvoeding en, bij gebleken verwaarloozing, plaatsen die kin- deren in eene betere omgeving; 4. zoo mogelijk en gcwenscht, bewerken I van huwelijken tusschen de vaders en moe- ders dier kinderen, en zoo niet mogelijk of gewenscht, tot stand brengen van onderlinge scblkkingen, strekkende tot het onderhoud dier kindereu; 5. aanhangig maken van en steunen b| procedures op grond van de wet, regelende het onderzoek naar het vader schap en: 6. helpen van ongehuwde moeders, o.m. bq het zoeken van een werkkring teneinde haar en hare kinderen voor endergang te behoeden. In vroeger Jaren signaleerde men de ver» derfeiqke theorie van Mevrouwj Roland Holst, die zedel|kheld een kwestie van stui vertje wisselen noemde. Wat zedelijk was, werd volgens haar, door de helft plus 1 uitgemaakt. Helaas, werd die theorie bij zeer vele honderden in den laatsten tijd werkelijkheid. Honderden nemen het zoo nauw niet «eer met goede zeden. Vooral in de oorlogsjaren z|n de begrippen omtrent wat goed en wat verdetfeiqk is, zoek ge raakt. De Middernachtzending krijgt er schier dagelijks bewijs van. Tooneel en bioscoop verstaan den geest des tljds en wedijveren met elkander, zeer tot genoegen van het publiek, in het ver- toonen van schunnigheden. Een boek terecht of ten onrechte als onzedelijk gekwalificeerd, dat eerst geen lezers vond, beleefde een vflfden, telkens vermeerderden druk, zoodra men wist, dat de inhoud banaal was. De gesprekken worden loszinniger en lichtzinniger, terwijl eer en deugd wordt bespot. Het concubinaat neemt tee, het aantal huwelijken wordt steeds minder en de echt scheidingen vermeerderen van jaar tot jaar. De kinder-ontucht neemt schrikwekkende proporties aan en de geslachtziekten be dreigen niet alleen in hooge mate de ge zinnen in de steden, in de fabriekscenira, maar ook de dorpsgezinnen, vooral de ge zinnen aan de grenzen. Het gebruik van preventieve, en bq faling, abortieve middelen wordt schier een ge woonte en die middelen worden toegepast door jongens en meisjes, die nauwelijks de schoolbanken verlaten hebben Deze feiten staan vast, al weet ik, dat duizenden en nog eens duizenden, Gode z| dank, er vrij van bleven. Het waren slechts enkele grepen, weinige geschiedenissen, van de zeer vele honder den, die door de consuiatie-bureaux te Am sterdam, Arnhem, Den Haag, Haarlem, Hel der, Groningen, Leeuwarden, Middelburg, Nijmegen, Rotterdam, Utrecht, Vlaardingen, ea Vlivsingen van uit stad en dorp, werden behandeld. De meeste dier bureaux werden gesticht in 1910, enkeie dateeren van later datum. Te Nijmegen, de stad, waar dit zoo bitter noodig bleek, werd het bureau eerst kort geleden gesticht. Vanwege deze bureaux werden duizenden en nog eens duizenden bezoeken gebracht in gezinnen, meestal op uiinoodiging, ook wel op aanwijzing, omdat het zoo buiten gewoon noodig was". Tal vas oudets en voogden, die stellig voor ontzetting üit ouderlijke macht of voogdij zouden zijn in aanmerking gekomen, konden daarvoor be hoed worden. Het zwaard der kaderwetge ving, dat boven de hoofden zweefde, bleek dan als preventief middel buitengewoon ge schikt te zijn. Dit spaarde den Staat der Nederlanden belangrijke sommen gelds uit die anders, als subsidie, voor de opvoeding van deze kinderen, aan vereenigingen met de verzorging beiast, zoaden verstrekt zijn, De belastingen klimmen bq het jaar, om dat het niet mogelijk is ze nog binnen dit tijdperk hooger op te voeren. Het zal der halve geen onaangenaam geluid z§n te ver nemen, dat de Middercachtzendiög door haar arbeid de uitgaven van belangrijke bedra gen, aan Staatssubsidie wist te voorkomen. Maar wat nog meer zegt. De gezinnen ble ven intact. Dat deze beknopte mededeelingen de be langstelling en liefde voor den arbeid der Middernachtzending meer in hei bijzender voor dien der consultstiebureaux, mogen versterken, wordt hartelijk gehoopt, omdat het zoo dringend noodig is, G3 zult nu ook den omslag begrijpen. De schaal, waarop „arbeid" doorslaat. Dat wil zeggen: de arbeid is zwaar, te zwaar ia verhouding tot de barmhartigheid, tot den steun, die de Middernachtzendingvereeniging eafvangt. GS wilt dat niet Wel, draag dan ook een stee"tje bg, om de balans in evenwicht te brengen 1 Wilt ge, amice Gegroet, HAKA, Zooals vrijwel algemeen bekend is,wordt voor den ouden dag van de loonarbeiders gezorgd de Invaliditelswet n.l. verplicht de arbeiders zich te verzekeren en verplicht de werkgevers de premie te betalen. Er zijn echter tal van personen, die niet onder de rubriek „loonarbeiders" thuis behoo- renhierbij wordt gedacht aan kleine zelf standigen zooals kleermakers, baibiers, klei ne winkeliers, kleine boeren enz. Al deze personen vallen buiten de verplichte verze kering, zoodat voor hun ouden dag niet zou worden gezorgd, Wat dit zeggen wil, za! menigeen uit zijn omgeving weten. Wij w^zea maar op de in voering van het ouderdomspensioen voorde 70 (thans 65) jarige arbeiders. Al wie arbei der was geweest, kreeg ds rentede niet arbeiders, hoewel de rente In vele gevallen eea uitkomst zou zijn geweest kregen niets. Om ia deze leemte te voorzien, is de „Ou derdomswet" ingevoerd. Deze wet is dus „DE WET"voordeniet- arbeiders; door deze wet kunnen zij zich een oudendagspensioen verzekeren tegen een uiterst billijke premie, terwqi de niet-arbei- ciers, die alreeds 65 jaar of ouder zijn, be houdens enkele uitzonderingen, gratis in het genot van deze rente komen Deze verzekering is vrijwillig in tegenstel ling met de verzekering der Invaliditeitswet, welke verplichtend is. Zooals reeds gezegd is, is de premie uiterst billijk en om deze vrijwillige verzekering nog aantrekkelijker te maken, is er bepaald, dat bq ovei lijden van den verzekerde vóór of na zijn 65ste jaar, mits dit overlijden, niet plaats heeft binnen drie jaar na het sluiten van de verzekeilng, een uitkeering van f 100 zal plaats hebben aan zijn nabestaanden. Kleine zelfstandigen. Waar de Staat u hier een mooie, billijke en solide gelegenheid biedt voor uw ouden dag te zorgen, moet gij deze kans waarnemen. Schrijft daarom direct naar den Raad van Arbeid te Brielle; deze zal u alle gewenschte inlichtingen verstrekken. Degenedie zich nu niet verzekert, kan naderhand nooit aanspraak maken op rente, hoewel hq het dan misschien hard noodig heeft of tenminste goed gebruiken kan. Een volgende maal iets over de voorwaar den, uitkeerlngs en premiën. Roekeloos. In de Plantenboterfabrlek te Amsterdam nam een 26-jarlg man uit speelsch- heid een ijzeren isolatlepijp in den mond, om er op te blazen. Het andere eind der vier meter lange buis liet hg rusten op een in beweging zijnde centrifuge, waardoor de pijp gegrepen werd en deze door 's mans hoofd en mond drong waardoor de dood onmiddelp volgde. Een vierde klasse Het .Centrum" ver neemt, dat waarschijnlijk binnen niet al te langen tijd een 4e klasse bij de Hollandsche Spoorwegen zal ingevoerd worden, waar van de tarieven veel lager zuilen zijn dan die van de tegenwoordige derde. Eilers geverbaliseerd. Volgens de „Tel." is te Zutphen de bekende Eilers uit Oegst- gaest gearresteerd. Hjj hield daar een zit ting en een agent van politie in burgerkle ding liet zich onderzoeken en maakte na f 2 50 voor dit onderzoek betaald te hebben proces-verbaal op. Voor den commissaris geleid, verklaarde Eilers, dat de geneeskunde tegen de ittbelculose niets vermocht, maar dat hij een middel tot genezing ontdekt had waarom hfi het noodig oordeelde de lijders aan deze ziekte te behandelen. Eindelijk vrij. De bqna twee jaren geleden cp zijn thuisreis van de visscherij op de Noordzee aangchounen en naar Duinkerken gebrachte zelllogger K. W. 44 (Dirk) is eindelijk weer vrijgelaten en in Nederland teruggekeerd. Hoteldkf. Vrijdagavond kwam in een der hotels te Amsterdam iemand aan met een grooten koffer bq zich. De man wilde daar logeeren en had den wensch te kennen ge geven des morgens om vijf uur te worden gewekt. De eigenaar van het hotel vertrouw de het geval echter niet. Hij besloot de politie met een en ander ia kennis te sieilen. Toen de gast in den vroegen morgen wilde vertrekken, verzocht de politie hem zijn koffer te openen, Hieruit werden te voorschqn gebracht beddelakens en eenige goederen, die den portier toebehoorden. Het Bcafint dat deze persoon reeds meer malen in hotels zijgn slag geslagen heeft. Geëlectriseerde brug. Zondagmorgen be gaf de veehouder D. Ubbeis van Overkeek zich per rijtuig kerkwaarts naar Monniken dam, waartoe hij de draaibrug over de trek vaart moest passeeren. Deze brug is voor zien van een iant&ara, aangesloten aan het electrisch vedichticgsnet. Door eene of an dere oorzaak was de geheele brug onder stroom geraakt, waardoor het paard getrof fen en os-middellijk gedood werd. De in het rijtuig zittende personen kwamen met den schrik vrij. Even te voren was een rijtuigje van den heer Bloem eveneens deze brug gepasseerd en het daarvoor gespannen paard tweemaal gevallen, waarbij mevrouw Bloem uit het wagentje viel en zich eenigszins be zeerde. Van het rijtuig brak een boom van het lemoen. Het is binnen korten tijd reeds de tweede maal dat deze brug geëlectiiseerd werd be vonden. Mijnengevaar. De provinciale stoomboot „Zeeuwsch-Vlaaaderen" passeerde Zondag middag, even bulten Vlissingen, op de reis naar Terneuzen, op zeer korten afstand een laag op het water drijvende mijn, die nog tijdig ontdekt werd, omdat zich daarop een zeemeeuw had geplaatst. Oeverafschuivingen. Uit Hoofdplaat meldt men aan het N. v. d. D. De oeverafschul- ving, welke van den zomer nabij het gehucht „Nommer Een" begon, neemt langzamerhand door het stormachtige weer grooteren om vang aan. In de laatste dagen is ook de kruin van den zeedijk in de diepte verdwenen; uitgebreide voorzorgmaatregelen worden daar genomen, daar den binnendijk te verzwaren en op te hoogen. Of het gevaar daardoor ge keerd zal worden, wordt in twijfel getrok ken. De brandkast van het Interneeringskamp. In den nacht van Zaterdag cp Zondag is de brandkast uit het Administratie-gebouw van het luterneeringskamp bij Harderwijk, waar thans de Russen gehuisvest zijn verdwenen. Er is nog niet bekend hoe groot de som was die er in was geborgen. (Hid.) Nog niet zoo oud, De uitvoering der inva liditeitswet bracht te Loosdrecht aan het licht dat een vrouwtje, dat zich nog pas 68 jaar oud waande de 72 echter reeds gepasseerd was. Toen zij deze mededeeling ontving, meende het vrouwtje, „dat dit wel in de schrik keljaren zou zitten". Een brandweerhond. Men meldt aan het Vad. Op intiatief van den commandant der Haagsche brandweer, den heer C. F. H, Tü- kerman, is hier in dienst gesteld een z.g. brandweerhond. Deze hond is door den heer H. van Gijteubeek, dienstdoende bij de poli tiehondbrigade te 's Gravenhage, afgericht ter opsporing van daders, die valsch alarm maken. De commandant trok hiervoor uit de drie brandweerlieden Bos, Vos enjelten, die tegelijkertijd al3 geleider van den hond zijn geoefend. De brand weerhoud komt samen met de gealarmeerde brandweer ter plaatse. Blijkt er, dat bet een valsch alarm Is geweest, dan wordt de, hond aan het werk gezet om den aiarmeerder op te sporen. In hooger beroep. Naar w(j vernemen is Willem Visser, die wegens moord op den 13 jarigen Dirk van Leeuwen door de Vierde Kamer der Amsterdamsche rechtbank was veroordeeld tot 20 jaar gevangenisstraf, te gen dit vonnis in hooger beroep gekomen Vrijpostige huurder. Iemand te Hooge- smilae, had te jubbiga een woning verhuurd aan A. de J. Toen de eigenaar eens naar de woning kwam kijken, was ze verdwenen. De huurder had ze afgebroken en de afbraak gebruikt voor een nieuwe woning. Het O. M. bij de rechtbank te Heerenveen eiachte te gen dezen huurder 14 dagen gevangenis straf. Staking tramdlenst. De directie der De- demvaansche stoomtrimfwegmaatschappq heeft met het oog op den benarden finan- ciëelen toestand der onderneming besloten, met 1 Januari het personenvervoer aanzien lijk in te krimpen en een gedeelte van haar personeel te ontslaan, De zeeramp bjj Ncordwijk. Uit Noorwqk-aan-Zee schijft men aan L. Dagbl. De logger „K, W. 47", schipper J. Ros, was Zondagnacht met een lading van 21 last haring op weg naar IJmuiden en koerste eenige uren na middernacht ongeveer voor Noordwijk. Een sterke bries, welke nu en dan tot een storm aanwakkerde, stond bijna recht op de kust en deed de zee hol staan, terwijl het nevelige weer verhinderde de seinlichten der vuurtorens te zien. Dooreen en ander schqnt men den koers te z|n kwijt geraakten juist toen de bemanning zich door peilen op de hoogte wilde stellen waar het schip zich bevond, gebeurde reeds wat men vreesde en liep het vaartuig met den voorsteven in den grond. Door het onmiddelQk kappen der zeilen wisten de zeelui hun schip voor omslaan te behoeden, doch toen moesten zij een goed heenkomen zoeken in het want en de masten want er gingen zulke hooge zeeën over het dek, dat het gevaarlijk was om daar te blij ven. De volslagen duisternis belette den schip breukelingen om te zien waar men zich be vond, en dus kon de bemanning niet anders doen als in het want den morgen af te wach ten, die hun misschien redding zou brengen. Daar hebben zij van ongeveer vier uren ge zeten, terwijl de koude wind hun bijna belet te zich aan touwen en masten vast te hou den. Eén van hen, de matroos A. Hellenberg, van Katwijk, sloegvan uitputting achterover en bleef met het hoofd naar beneden in het want haagen. Zoo is hij gestorven, nog voor dat redding kwam opdagen. Omtrent deze zeeramp, en baar voor de gemeenten Noordwijk en Katwijk droevige gevolgen, vernamen wij nog een en ander, dat wij hier weergeven. Het wakend oog van de mannen van het reddingswezen, onder leiding van den kapi tein van de Noordwijksche reddingsboot, den 49-jarigen Jan van Kan, bespeurde te kwart over vijven in den morgen ongeveer, dat er een vaartuig in nood was ruim 2 K. M. van het strand. De wakkers mannen hadden spoedig de reddingsboot te water gebracht. Zl was be mand met Jan van Kan, kapitein; Dirk Ad miraal, bootsman; Jan Cramer, Hendrik Vink, L. Hellenberg, twee zoons van den kapitein, Jan en Arle van Kan, de gebroeders Nico en Willem van Beelen; Arle Duyndam en C. den Hollander, in het geheel elf personen dus. De wind was bfizonder krachtig en er stond een geweldig hooge zee. De beman ning zag toen zl even voor zevenen door de felle branding heen naar het in nood ver- keereed schip begaven, dat de toestand der opvarenden kritiek was. Het wrak ging meer en meer naar de diepte en de bemanning bevond zich in den mast, waaraan zij zich met vertwlfellng vastklampte.' Nadat de boot door de branding was heen gebracht, liet men zich naar het wrak afdrq- ven. Van Kan gaf zin orders die, prompt werden uitgevoerd. De bemanning der boot hield zich kranig. Met verdubbelde inspan ning ging men vooruit, men naderde immers meer en meer het doel van den moeilijken tochtde redding der manschappen van den zinkenden logger. Aan eigen levensgevaar werd niet gedacht. Van Kan riep de bemanning van den log ger toe, dat zl zich kalm moest houden.de lijn zou hun worden toegeworpen, de red ding was nabij. Op het moment echter, dat de bootsman Admiraal de dreg uitwierp, kwam midden in een felle windvlaag een hooge grondzee cp en wierp zich tegen de reddingboot, waardoor deze omsloeg Hét uitzicht op red ding der schipbreukelingen was wreed ver stoord en de ongelukkige manschappen In den mast zagen hun redders angstig wors telen met de onstuimige golven Allen lagen onder de boot. Van Kan Sr. kwam het eerst boven en riep den anderen toe moed te houden. Toen kwam er weer een hooge golfslag, die de boot weer deed omslaan soodat alle mannen boyen kwamen. De oude Jan riep: „Jongens, allen met den stroom mee zwemmen I" En zl zwommen zwlgend voort. Af en toe sprak de kapitein den mannen moed in, ook al voelde hg zijn krachten afnemen. Deze begaven hem bijna, en zijn zoon Arle die het bemerkte, zcide, om den moed te ver sterken „Ik voel al grondwat niet zoo was, want men was nog wel 200 M. van den wal. Deze uitroep miste echter niet zijn uitwerking. Eindelijk kreeg men werkelijk vasten grond onder de voeten en stonden de man nes vermoeid en verkleumd bij elkaar. Er werd appel gehouden en al spoedig stond men voor de ontzettende waarheid, dat er drie mannen ontbraken. De namen dezer verongelukten zijnL. Hel lenberg, gehuwd en vader van 1 kind, J. Cramer, gehuwd en vader van 5 kinderen, H. Vink gehuwd en vader van 1 kind. Men vond er spoedig twee van terug. Het waren Cramer en Hellenberg, die met de drijvende boot kwamen aangespoeld. Allen meenden dat zij nog leefden, en het eerste werk was de levensgeesten weder op te wek ken. Kranige menschen toch, die, na zelf met den dood geworsteld te hebben en doodelljk vermoeid zfinde, alles nog aanwendden om hun makkers weder tot het leven terug te roepen I Het mocht echter niet baten. Even later vond men ook het Igk van Vink. Men zag onmlddelijk dat diens levensgeesten wa ren geweken. Uit de gezwollenheid van sommige lede maten der dooden meent men ie moeten op maken dat zij bij het omslaan door de boot getroffen zijn en daardoor eerder dan hnn makkers den strijd om het leven hebben moeten opgeven. Men mocht echter om de dooden de le venden, die daar ginds in de mast van het wrak met vertwijfeling wachten, niet ver geten. De zorg van die dooden werd overgela ten aan de menschen, die uit het dorp wa ren aangekomen, en Jan van Kan vroeg om vrijwilligers, teneinde met hem nogmaals een kans tot redding te wagen. En er kwa men zich opgeven meer dan er noodig wa ren. De mannen, die met hen den tweeden moei lijken tocht aanvaaidden, mogen niet onver meld blijven. Het waren Simon Verloop, Piet Duyndam, de agent van politie Boon, jhr. G reven, Engel van Rooyen, Jacob van Duyn Li. en J. van Konijnenburg. Het gelukte aan dit moedig zevental de be manning te redden: één hunner kwam niet uit de mast. Hij bleek reeds bezweken te zqn. Deze werd later door de Katwijksche reddingboot uit den mast gehaald. Onder de bemanning w ren ook een paar knapen, die angstig riepen „Redt ons. Wij kunnen niet zwemmen l" De oude Van Kan vertelde ons, dat hij het genoegen had ge smaakt, deze joggies te redden en in de boot tusschen zijn knieën vast te houden. Deuit- geputte visschers werden vrlendeiqk door de bevolking ontvangen, van droge kleeren voor zien en onlhaald. Maar onder de vreugde over de redding mengde zich droeienis en verslagenheid om den tragischen dood van drie oppassende huisvaders, die zQn gevallen als slachtoffers van hun moeilijken plicht. Het geheele dorp is er vol van. Onder de velen, die uit de verte het red- dingwerk aanschouwden, was ook de bur gemeester jhr. Van Panhuys, die met vele anderen de nagelaten betrekkingen met raad en daad bijstond. Ook de Raad van Commis sarissen van de N.-Z, Holl. Redding-maat schappij kwam in den loop van den dag in het dorp. Allen prezen hoogelqk de kranige houding van de bemanning der reddingboot, in het bijzonder van den ouden Van Kan. En deze zelf deed alsof er niets gebeurd was en was zoo monter, dat hij ongetwij feld onmiddelijk weer ter redding zou zijn getogen, als het noodig was gebleken. Voor zoover de Rijkszee-ongevallenweten de N Z.-H.-Reddingmaatschappq niet volle dig voor de zorg der nagelaten betrekkingen van de overleden redders kunnen zorgen, z£L zeker de particuliere weldadigheidszin zich niet onbetuigd laten. Men zou zich daarvoor kunnen wenden tot den burgemeester jhr. W. C. van Panhuys. Hoe spoedig zich de mare van de schip breuk en de redding heeft verspreid, blijkt uit het feit, dat de heer Van Kan reeds een telegram van gelukwensch uit Londen ont ving van den heer Rahusen en met dit tele gram nog vele andere van heinde en ver. VARIA. TWEE GESCHIEDENISSEN. Ds. H. W. Laman vertelt In het Geref. Kerkblad voor Drenthe en Overijsel twee ge schiedenissen, die, naar wij hopen, mogen spieken tot jhet geweten van menigeen, die in dit opzicht niet vrij uitgaat. „Het eerste is van een jongeling,eenchris- teljjke jongeling, een gemobiliseerde, die ten slotte weer tot het burgerlijke leven terug- keeren mocht. Trouw bezoeker van de mili taire tehuizen, steunpilaar van christelijke vereenigingen. Deze jongeling beroemde er zich op bfj zijn afscheid van het soldatenle ven, dat hg gedurende zijn diensttijd aan 70 meisjes het hof gemaakt had en met ben uitgeweest was. 'k Heb het uit een vertrouw baren mond. Met zeventig meisjes uitgeweest; d. w. z. met zeventig meisjes een liefdesbetrekking aangeknoopt en weer verbroken; met zeven tig meisjes zijn spel gedreven. Het is haast niet te gelooven. Immers, van liefde kan in zoo'n geval geen sprake zijn. Wanneer een jongen zqn hart op een meisje gezet heeft, wanneer hg in oprechte liefde baar omgang zoekt, dan wil hg van geen andere weten, dan heeft hij geen oogen dan voor haar alleen. Zoo was het tenminste twintig, dertig jaren geleden. De onbedorven liefde kent er slecht één, Maar het is geen liefde, wanneer men van daag een meisje aanklampt, en na ervan ge noten te hebben, wat er voor het moment van genoten kan worden, haar morgen weer afdankt, om overmorgen weer een ander tot het slachtoffer te maken van de dartelheid zijner zinnen. Wg zullen niet vragen, wat het voor meisjes geweest zijn; het is te den ken, dat er losse deernen onder waren, die met een vinger mee zQn te krijgendoch licht liep ook een argeloos eerbaar meisje bq dezen Don Juan in den strik. En men speelt niet met de liefde zonder schade te doen aan het teerste vaneeumen- schenziel. In de lente des levens zoeken elkander de beide geslachten. Dat heeft God zoo gescha pen. Het verlangen der liefde ontwaakt van zelf. Maar het is iets iserders, dat door lichtzinnigheid op ruwe wqze kan worden verdorven. Teleurgestelde verwachting laat haar sporen na in de ziel, en geen meisje ondergaat het spel, dat met haar gespeeld wordt, zonder schaamte en spijt en zonder een gevoel van vernedering te ondervinden. Menig meisje ontving er een duw door, en voelde het argeloos vertrouwen wijken voor zekere schuwheid; anderen zetten zich over de teleurstelling heen en kregen op hun beurt insgelijks lust in het spel. Jongens beseflen vaak niet half, wat voor goeds zQ door hun lichtvaardiger, omgang kunnen verderven. „Waarmede zal dc jonge ling zijn pad zuiver houden? Als hij dat houdt naar Uw woord I" Maar een chrlste- iqke jongeling, die zich beroemt zeventig meisjes het hof te hebben gemaakt, heeft zqa pad niet zuiver gehouden, het niet ge houden naar Gods woord. Hq heeft zqn hartstochten gevolgd en niet zqn hart. Hq heeft schade toegebracht aan zielen in een van de teerste dingen, waarin zq geschaad kunnen worden. Hq heeft de ziel van het meisje niet ontzien. Ik zou den chrlstenjongelingen, die er zich aan schuldig maken, wel toe willen roepen: Houdt er mee opl Het christelqk geloof, waarin gq onderwezen zijt, waarvan gij wel licht belijdenis deedt, verdraagt zulk een lichtzinnigheid niet, en ge zult er u ook niet straffeloos schuldig aan maken. Ik heb reeds veel gezien in mijn leven. Veel zonden. En veel gevolgen van zonden. De zonden, In de lente des levens gezaaid, dragen vruch ten in den zomer en tegen den herfst. Ik kan niet alles zeggen, wat ik gezien heb. Maar dit meen ik te hebben gezien, dat de Heere deze dingen te zqner tijd on der bet volk, dat naar zqn naam genoemd is, bezoekt. Ik waarschuw u met al den ernst der christeiqke liefde. Ea nu de andere geschiedenis. Ze is gebeurd tien i twintig jaren geleden. Didr tusschen in. Een meisje, een oud-cate chisant, die onder mgn dienst tot dc goede beigdenls was gekomen, zocht mQ op. ik zie haar ontroering Ze zegt: „dominee, uweet, dat ik verkeering heb, maar Ik wilde haar verbrekenmag Ik dat doen Ik liet haar zonder vragen verder spreken. En toen ver telde zq mij, hoe angstig zq in den laatsten tqd leefde, zèè dat zq zelfs vaak den slaap niet kon vatten, omdat zq hoe langer hoe duidel|ker voelde, dat haar aanstaande met geen goede bedoelingen jegens haar bezield was. Hq trachtte haar te voeren naar eenzame donkere plaatsen, wat zq van stonde aan beslist weerstreefd had: en eindeiqk sprak hq over dingen, die haar hart deden bonzen en een blos van schaamte op het aanzicht joegen. ik vergeet nooit, wat ze zeide: „dominee, ik zou liever verkiezen te sterven dan mfin beiqdenis en mqn eer tot schande te ma ken I" Toen heb ik tot haar gezegd: „kind ver breekt dezen band liever heden dan morgen I" En dat heeft zq gedaanzq heeft haar ver keering onherroepeiqk verbroken, alle woor den van berouw en beloften van beterschap ten spqt; want zq vertrouwde hem niet en kon niet gelooven in de oprechte liefde van hem, van wien zq gevoelde, dat hq baar

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1919 | | pagina 5