MAAS-EN
Derde Blad.
Zaterdag 29 November 1919. No. 2880
Brieven uit het Centrum
üaad mn Meld ia Briilfa.
GEMENQD NIEUWS
OUDERDOMSWET.
INHOC'SIG-NOWSES
96
Amice t
Voor mS ligt een klein boekje van 27
pagina's met 'n sprekenden omslag. Op den
omslag lees ik van boven in een balven
cirkel: .Draagt elkanders lasten". En daar
onder: .Dient elkander door de liefde".
Verder is er op afgebeeld een weegschaal.
Op de eene schaal ligt .arbeid", op de an
deren .barmhartigheid".
Het boekje is getiteld.Van moeders en
van kinderen" en is van de hand van den
heer j. N. v. Munster, Middernachtsendeling
te Arnhem.
Het bevat beknopte raededeeliugen van de
consnllatte-bureaux der Ned. Midderaaeht-
zendingvereeniging.
De mededeelingen beginnen met een gru
welijk verhaal van een Engelach wijf, een
ontaard wezen, die kinderen tot zich nam
iiefst van ongehuwde moeders, tegen een
overeen te komen beding, dat opzettelijk
laag werd gesteld. De aan haar toevertrouw
de kinderen verkocht zij of gaf zij weg aan
bedelaars en kermisreizigers, of als zij
se niet kwjjt kon, verdronk zjj de arme
schapen In de Theems.
En dan lees ik verder: Ook in Nederland
kent men de uitdrukkingen: engeltjes ma
ken", ,op een tochtje leggen", of .het kerk
hof te vriend houden".
Tal van ongelukkige wezentjes werden
ook in ons land verkocht, verhuurd of uit
geleend om te dienen tot het opwekken van
medelfdea.
Daarom heeft de Middernachtzending in
de 31 jaren van haar bestaan geijverd voor
een deugdelijke Kinderwetgeving en niet
gerust voor de Wet op het onderzoek naar
het Vaderschap in de .Staatscourant" ver
scheen.
Niet eens, maar schier dag aan dag, nacht
aan nacht, kwam zij in aanraking met kin
deren, vaak slachtoffers van ouders, die in
drankzucht en ontucht genot zochten en in de
meest afzichtelijke boosheid hun kinderen
Heten opgroeien.
Niet eens, maar telkens weer zocht men
hare hulp voor kinderen, buiten echt gebo
ren, door vader miskend en door moeder,
dikwijls tengevolge van de treurige om
standigheden waaronder zij te leven had, in
verderfelijke omgeving gelaten.
Nog denk in aan de vrouw in de vestibule
van een Postkantoor, een bedelares met een
kind, dat te harder schreide naarmate het
meer werd gesust en geliefkoosd. Hoe dat
kwam? Wel zij had eenige spelden zoo
gestoken dat deze bij ieder beweging dieper
drongen in het teedere lichaam van het kind.
B| onderzoek bleek dit klud afkomstig te
zq« van een ongehuwde moede..
De Middernachtsending bedot voor alles
te getuigen. Z% heeft de zend: tn ontucht
in al hatr afechrizwekkence vormen waar
genomen. Zij heeft in den loop der jaren
duizenden en nog eens duizenden, man
nen, vrouwen en kinderen, daardoor zien
ten gronde gaan. Zij heeft gelet op Gods
toorn tegen dit kwaad. En zij heeft gemeend
met allen ernst te moeten waarschuwen, te
moeten getuigen. Dit blijft haar voornaam
ste, haar eerste werk.
Tegen de zonde getoornd, getuigd maar
daarnaast de slachtoffers der zonde gewezen
op een Heiland, vol ontferming en liefde.
Op een God van barmhartigheid en genade.
Dit werk is niet passief, maar actief. Het
verlorene wordt gezocht en in den weg der
middelen wordt getracht redding en uit
komst te brengen.
Daarom paste de Middernachtzending haar
arbeid bfj de verbeterde wetgeving aan,
stichtte zij haar Consultaticbureaux en bleef
zl, beter georganiseerd dan te voren, voort
gaan met de gevallen op te sporen, en alzoo
te voorkomen, dat een deugdelijke wetge
ving een.doode letter werd
Wat deze Bureaux bedoelden valt met en
kele woorden te zeggen.
Zq willen:
le. opsporen en bezoeken van onge
huwde moeders en hare kinderen;
2. bevorderen van de voorziening in eene
deugdeiQke voogbij ten behoeve dier kinde
ren;
3. controleeren van de opvoeding en, bij
gebleken verwaarloozing, plaatsen die kin-
deren in eene betere omgeving;
4. zoo mogelijk en gcwenscht, bewerken
I van huwelijken tusschen de vaders en moe-
ders dier kinderen, en zoo niet mogelijk of
gewenscht, tot stand brengen van onderlinge
scblkkingen, strekkende tot het onderhoud
dier kindereu;
5. aanhangig maken van en steunen
b| procedures op grond van de wet,
regelende het onderzoek naar het vader
schap en:
6. helpen van ongehuwde moeders, o.m.
bq het zoeken van een werkkring teneinde
haar en hare kinderen voor endergang te
behoeden.
In vroeger Jaren signaleerde men de ver»
derfeiqke theorie van Mevrouwj Roland
Holst, die zedel|kheld een kwestie van stui
vertje wisselen noemde. Wat zedelijk was,
werd volgens haar, door de helft plus 1
uitgemaakt. Helaas, werd die theorie bij
zeer vele honderden in den laatsten tijd
werkelijkheid. Honderden nemen het zoo
nauw niet «eer met goede zeden. Vooral in
de oorlogsjaren z|n de begrippen omtrent
wat goed en wat verdetfeiqk is, zoek ge
raakt. De Middernachtzending krijgt er
schier dagelijks bewijs van.
Tooneel en bioscoop verstaan den geest
des tljds en wedijveren met elkander, zeer
tot genoegen van het publiek, in het ver-
toonen van schunnigheden.
Een boek terecht of ten onrechte
als onzedelijk gekwalificeerd, dat eerst geen
lezers vond, beleefde een vflfden, telkens
vermeerderden druk, zoodra men wist, dat
de inhoud banaal was.
De gesprekken worden loszinniger en
lichtzinniger, terwijl eer en deugd wordt
bespot.
Het concubinaat neemt tee, het aantal
huwelijken wordt steeds minder en de echt
scheidingen vermeerderen van jaar tot jaar.
De kinder-ontucht neemt schrikwekkende
proporties aan en de geslachtziekten be
dreigen niet alleen in hooge mate de ge
zinnen in de steden, in de fabriekscenira,
maar ook de dorpsgezinnen, vooral de ge
zinnen aan de grenzen.
Het gebruik van preventieve, en bq faling,
abortieve middelen wordt schier een ge
woonte en die middelen worden toegepast
door jongens en meisjes, die nauwelijks de
schoolbanken verlaten hebben Deze feiten
staan vast, al weet ik, dat duizenden en nog
eens duizenden, Gode z| dank, er vrij van
bleven.
Het waren slechts enkele grepen, weinige
geschiedenissen, van de zeer vele honder
den, die door de consuiatie-bureaux te Am
sterdam, Arnhem, Den Haag, Haarlem, Hel
der, Groningen, Leeuwarden, Middelburg,
Nijmegen, Rotterdam, Utrecht, Vlaardingen,
ea Vlivsingen van uit stad en dorp, werden
behandeld. De meeste dier bureaux werden
gesticht in 1910, enkeie dateeren van later
datum. Te Nijmegen, de stad, waar dit zoo
bitter noodig bleek, werd het bureau eerst
kort geleden gesticht.
Vanwege deze bureaux werden duizenden
en nog eens duizenden bezoeken gebracht
in gezinnen, meestal op uiinoodiging, ook
wel op aanwijzing, omdat het zoo buiten
gewoon noodig was". Tal vas oudets en
voogden, die stellig voor ontzetting üit
ouderlijke macht of voogdij zouden zijn in
aanmerking gekomen, konden daarvoor be
hoed worden. Het zwaard der kaderwetge
ving, dat boven de hoofden zweefde, bleek
dan als preventief middel buitengewoon ge
schikt te zijn. Dit spaarde den Staat der
Nederlanden belangrijke sommen gelds uit
die anders, als subsidie, voor de opvoeding
van deze kinderen, aan vereenigingen met
de verzorging beiast, zoaden verstrekt zijn,
De belastingen klimmen bq het jaar, om
dat het niet mogelijk is ze nog binnen dit
tijdperk hooger op te voeren. Het zal der
halve geen onaangenaam geluid z§n te ver
nemen, dat de Middercachtzendiög door haar
arbeid de uitgaven van belangrijke bedra
gen, aan Staatssubsidie wist te voorkomen.
Maar wat nog meer zegt. De gezinnen ble
ven intact.
Dat deze beknopte mededeelingen de be
langstelling en liefde voor den arbeid der
Middernachtzending meer in hei bijzender
voor dien der consultstiebureaux, mogen
versterken, wordt hartelijk gehoopt, omdat
het zoo dringend noodig is,
G3 zult nu ook den omslag begrijpen. De
schaal, waarop „arbeid" doorslaat. Dat wil
zeggen: de arbeid is zwaar, te zwaar ia
verhouding tot de barmhartigheid, tot den
steun, die de Middernachtzendingvereeniging
eafvangt.
GS wilt dat niet Wel, draag dan ook een
stee"tje bg, om de balans in evenwicht te
brengen 1 Wilt ge, amice
Gegroet, HAKA,
Zooals vrijwel algemeen bekend is,wordt
voor den ouden dag van de loonarbeiders
gezorgd de Invaliditelswet n.l. verplicht de
arbeiders zich te verzekeren en verplicht de
werkgevers de premie te betalen.
Er zijn echter tal van personen, die niet
onder de rubriek „loonarbeiders" thuis behoo-
renhierbij wordt gedacht aan kleine zelf
standigen zooals kleermakers, baibiers, klei
ne winkeliers, kleine boeren enz. Al deze
personen vallen buiten de verplichte verze
kering, zoodat voor hun ouden dag niet zou
worden gezorgd,
Wat dit zeggen wil, za! menigeen uit zijn
omgeving weten. Wij w^zea maar op de in
voering van het ouderdomspensioen voorde
70 (thans 65) jarige arbeiders. Al wie arbei
der was geweest, kreeg ds rentede niet
arbeiders, hoewel de rente In vele gevallen
eea uitkomst zou zijn geweest kregen niets.
Om ia deze leemte te voorzien, is de „Ou
derdomswet" ingevoerd.
Deze wet is dus „DE WET"voordeniet-
arbeiders; door deze wet kunnen zij zich
een oudendagspensioen verzekeren tegen een
uiterst billijke premie, terwqi de niet-arbei-
ciers, die alreeds 65 jaar of ouder zijn, be
houdens enkele uitzonderingen, gratis in het
genot van deze rente komen
Deze verzekering is vrijwillig in tegenstel
ling met de verzekering der Invaliditeitswet,
welke verplichtend is.
Zooals reeds gezegd is, is de premie uiterst
billijk en om deze vrijwillige verzekering
nog aantrekkelijker te maken, is er bepaald,
dat bq ovei lijden van den verzekerde vóór
of na zijn 65ste jaar, mits dit overlijden, niet
plaats heeft binnen drie jaar na het sluiten
van de verzekeilng, een uitkeering van f 100
zal plaats hebben aan zijn nabestaanden.
Kleine zelfstandigen. Waar de Staat u hier
een mooie, billijke en solide gelegenheid biedt
voor uw ouden dag te zorgen, moet gij deze
kans waarnemen.
Schrijft daarom direct naar den Raad van
Arbeid te Brielle; deze zal u alle gewenschte
inlichtingen verstrekken.
Degenedie zich nu niet verzekert, kan
naderhand nooit aanspraak maken op rente,
hoewel hq het dan misschien hard noodig
heeft of tenminste goed gebruiken kan.
Een volgende maal iets over de voorwaar
den, uitkeerlngs en premiën.
Roekeloos. In de Plantenboterfabrlek te
Amsterdam nam een 26-jarlg man uit speelsch-
heid een ijzeren isolatlepijp in den mond,
om er op te blazen. Het andere eind der
vier meter lange buis liet hg rusten op een
in beweging zijnde centrifuge, waardoor de
pijp gegrepen werd en deze door 's mans
hoofd en mond drong waardoor de dood
onmiddelp volgde.
Een vierde klasse Het .Centrum" ver
neemt, dat waarschijnlijk binnen niet al te
langen tijd een 4e klasse bij de Hollandsche
Spoorwegen zal ingevoerd worden, waar
van de tarieven veel lager zuilen zijn dan
die van de tegenwoordige derde.
Eilers geverbaliseerd. Volgens de „Tel."
is te Zutphen de bekende Eilers uit Oegst-
gaest gearresteerd. Hjj hield daar een zit
ting en een agent van politie in burgerkle
ding liet zich onderzoeken en maakte na
f 2 50 voor dit onderzoek betaald te hebben
proces-verbaal op. Voor den commissaris
geleid, verklaarde Eilers, dat de geneeskunde
tegen de ittbelculose niets vermocht, maar
dat hij een middel tot genezing ontdekt had
waarom hfi het noodig oordeelde de lijders
aan deze ziekte te behandelen.
Eindelijk vrij. De bqna twee jaren geleden
cp zijn thuisreis van de visscherij op de
Noordzee aangchounen en naar Duinkerken
gebrachte zelllogger K. W. 44 (Dirk) is
eindelijk weer vrijgelaten en in Nederland
teruggekeerd.
Hoteldkf. Vrijdagavond kwam in een der
hotels te Amsterdam iemand aan met een
grooten koffer bq zich. De man wilde daar
logeeren en had den wensch te kennen ge
geven des morgens om vijf uur te worden
gewekt. De eigenaar van het hotel vertrouw
de het geval echter niet. Hij besloot de
politie met een en ander ia kennis te
sieilen.
Toen de gast in den vroegen morgen
wilde vertrekken, verzocht de politie hem
zijn koffer te openen, Hieruit werden te
voorschqn gebracht beddelakens en eenige
goederen, die den portier toebehoorden.
Het Bcafint dat deze persoon reeds meer
malen in hotels zijgn slag geslagen heeft.
Geëlectriseerde brug. Zondagmorgen be
gaf de veehouder D. Ubbeis van Overkeek
zich per rijtuig kerkwaarts naar Monniken
dam, waartoe hij de draaibrug over de trek
vaart moest passeeren. Deze brug is voor
zien van een iant&ara, aangesloten aan het
electrisch vedichticgsnet. Door eene of an
dere oorzaak was de geheele brug onder
stroom geraakt, waardoor het paard getrof
fen en os-middellijk gedood werd.
De in het rijtuig zittende personen kwamen
met den schrik vrij.
Even te voren was een rijtuigje van den
heer Bloem eveneens deze brug gepasseerd
en het daarvoor gespannen paard tweemaal
gevallen, waarbij mevrouw Bloem uit
het wagentje viel en zich eenigszins be
zeerde. Van het rijtuig brak een boom van
het lemoen.
Het is binnen korten tijd reeds de tweede
maal dat deze brug geëlectiiseerd werd be
vonden.
Mijnengevaar. De provinciale stoomboot
„Zeeuwsch-Vlaaaderen" passeerde Zondag
middag, even bulten Vlissingen, op de reis
naar Terneuzen, op zeer korten afstand een
laag op het water drijvende mijn, die nog
tijdig ontdekt werd, omdat zich daarop een
zeemeeuw had geplaatst.
Oeverafschuivingen. Uit Hoofdplaat meldt
men aan het N. v. d. D. De oeverafschul-
ving, welke van den zomer nabij het gehucht
„Nommer Een" begon, neemt langzamerhand
door het stormachtige weer grooteren om
vang aan. In de laatste dagen is ook de kruin
van den zeedijk in de diepte verdwenen;
uitgebreide voorzorgmaatregelen worden daar
genomen, daar den binnendijk te verzwaren
en op te hoogen. Of het gevaar daardoor ge
keerd zal worden, wordt in twijfel getrok
ken.
De brandkast van het Interneeringskamp.
In den nacht van Zaterdag cp Zondag is de
brandkast uit het Administratie-gebouw van
het luterneeringskamp bij Harderwijk, waar
thans de Russen gehuisvest zijn verdwenen.
Er is nog niet bekend hoe groot de som
was die er in was geborgen. (Hid.)
Nog niet zoo oud, De uitvoering der inva
liditeitswet bracht te Loosdrecht aan het licht
dat een vrouwtje, dat zich nog pas 68 jaar
oud waande de 72 echter reeds gepasseerd
was. Toen zij deze mededeeling ontving,
meende het vrouwtje, „dat dit wel in de schrik
keljaren zou zitten".
Een brandweerhond. Men meldt aan het
Vad.
Op intiatief van den commandant der
Haagsche brandweer, den heer C. F. H, Tü-
kerman, is hier in dienst gesteld een z.g.
brandweerhond. Deze hond is door den heer
H. van Gijteubeek, dienstdoende bij de poli
tiehondbrigade te 's Gravenhage, afgericht
ter opsporing van daders, die valsch alarm
maken. De commandant trok hiervoor uit de
drie brandweerlieden Bos, Vos enjelten, die
tegelijkertijd al3 geleider van den hond zijn
geoefend.
De brand weerhoud komt samen met de
gealarmeerde brandweer ter plaatse. Blijkt
er, dat bet een valsch alarm Is geweest, dan
wordt de, hond aan het werk gezet om den
aiarmeerder op te sporen.
In hooger beroep. Naar w(j vernemen is
Willem Visser, die wegens moord op den
13 jarigen Dirk van Leeuwen door de Vierde
Kamer der Amsterdamsche rechtbank was
veroordeeld tot 20 jaar gevangenisstraf, te
gen dit vonnis in hooger beroep gekomen
Vrijpostige huurder. Iemand te Hooge-
smilae, had te jubbiga een woning verhuurd
aan A. de J. Toen de eigenaar eens naar de
woning kwam kijken, was ze verdwenen.
De huurder had ze afgebroken en de afbraak
gebruikt voor een nieuwe woning. Het O. M.
bij de rechtbank te Heerenveen eiachte te
gen dezen huurder 14 dagen gevangenis
straf.
Staking tramdlenst. De directie der De-
demvaansche stoomtrimfwegmaatschappq
heeft met het oog op den benarden finan-
ciëelen toestand der onderneming besloten,
met 1 Januari het personenvervoer aanzien
lijk in te krimpen en een gedeelte van haar
personeel te ontslaan,
De zeeramp bjj Ncordwijk.
Uit Noorwqk-aan-Zee schijft men aan L.
Dagbl.
De logger „K, W. 47", schipper J. Ros, was
Zondagnacht met een lading van 21 last
haring op weg naar IJmuiden en koerste
eenige uren na middernacht ongeveer voor
Noordwijk.
Een sterke bries, welke nu en dan tot een
storm aanwakkerde, stond bijna recht op de
kust en deed de zee hol staan, terwijl het
nevelige weer verhinderde de seinlichten der
vuurtorens te zien. Dooreen en ander schqnt
men den koers te z|n kwijt geraakten juist toen
de bemanning zich door peilen op de hoogte
wilde stellen waar het schip zich bevond,
gebeurde reeds wat men vreesde en liep het
vaartuig met den voorsteven in den grond.
Door het onmiddelQk kappen der zeilen
wisten de zeelui hun schip voor omslaan
te behoeden, doch toen moesten zij een goed
heenkomen zoeken in het want en de masten
want er gingen zulke hooge zeeën over het
dek, dat het gevaarlijk was om daar te blij
ven.
De volslagen duisternis belette den schip
breukelingen om te zien waar men zich be
vond, en dus kon de bemanning niet anders
doen als in het want den morgen af te wach
ten, die hun misschien redding zou brengen.
Daar hebben zij van ongeveer vier uren ge
zeten, terwijl de koude wind hun bijna belet
te zich aan touwen en masten vast te hou
den. Eén van hen, de matroos A. Hellenberg,
van Katwijk, sloegvan uitputting achterover en
bleef met het hoofd naar beneden in het
want haagen. Zoo is hij gestorven, nog voor
dat redding kwam opdagen.
Omtrent deze zeeramp, en baar voor de
gemeenten Noordwijk en Katwijk droevige
gevolgen, vernamen wij nog een en ander,
dat wij hier weergeven.
Het wakend oog van de mannen van het
reddingswezen, onder leiding van den kapi
tein van de Noordwijksche reddingsboot,
den 49-jarigen Jan van Kan, bespeurde te
kwart over vijven in den morgen ongeveer,
dat er een vaartuig in nood was ruim 2 K.
M. van het strand.
De wakkers mannen hadden spoedig de
reddingsboot te water gebracht. Zl was be
mand met Jan van Kan, kapitein; Dirk Ad
miraal, bootsman; Jan Cramer, Hendrik Vink,
L. Hellenberg, twee zoons van den kapitein,
Jan en Arle van Kan, de gebroeders Nico en
Willem van Beelen; Arle Duyndam en C.
den Hollander, in het geheel elf personen
dus.
De wind was bfizonder krachtig en er
stond een geweldig hooge zee. De beman
ning zag toen zl even voor zevenen door
de felle branding heen naar het in nood ver-
keereed schip begaven, dat de toestand der
opvarenden kritiek was. Het wrak ging meer
en meer naar de diepte en de bemanning
bevond zich in den mast, waaraan zij zich
met vertwlfellng vastklampte.'
Nadat de boot door de branding was heen
gebracht, liet men zich naar het wrak afdrq-
ven. Van Kan gaf zin orders die, prompt
werden uitgevoerd. De bemanning der boot
hield zich kranig. Met verdubbelde inspan
ning ging men vooruit, men naderde immers
meer en meer het doel van den moeilijken
tochtde redding der manschappen van den
zinkenden logger. Aan eigen levensgevaar
werd niet gedacht.
Van Kan riep de bemanning van den log
ger toe, dat zl zich kalm moest houden.de
lijn zou hun worden toegeworpen, de red
ding was nabij.
Op het moment echter, dat de bootsman
Admiraal de dreg uitwierp, kwam midden
in een felle windvlaag een hooge grondzee
cp en wierp zich tegen de reddingboot,
waardoor deze omsloeg Hét uitzicht op red
ding der schipbreukelingen was wreed ver
stoord en de ongelukkige manschappen In
den mast zagen hun redders angstig wors
telen met de onstuimige golven
Allen lagen onder de boot. Van Kan Sr.
kwam het eerst boven en riep den anderen
toe moed te houden. Toen kwam er weer
een hooge golfslag, die de boot weer deed
omslaan soodat alle mannen boyen kwamen.
De oude Jan riep: „Jongens, allen met den
stroom mee zwemmen I"
En zl zwommen zwlgend voort. Af en
toe sprak de kapitein den mannen moed in,
ook al voelde hg zijn krachten afnemen. Deze
begaven hem bijna, en zijn zoon Arle die
het bemerkte, zcide, om den moed te ver
sterken „Ik voel al grondwat niet zoo
was, want men was nog wel 200 M. van
den wal. Deze uitroep miste echter niet zijn
uitwerking.
Eindelijk kreeg men werkelijk vasten
grond onder de voeten en stonden de man
nes vermoeid en verkleumd bij elkaar.
Er werd appel gehouden en al spoedig
stond men voor de ontzettende waarheid, dat
er drie mannen ontbraken.
De namen dezer verongelukten zijnL. Hel
lenberg, gehuwd en vader van 1 kind, J.
Cramer, gehuwd en vader van 5 kinderen, H.
Vink gehuwd en vader van 1 kind.
Men vond er spoedig twee van terug. Het
waren Cramer en Hellenberg, die met de
drijvende boot kwamen aangespoeld. Allen
meenden dat zij nog leefden, en het eerste
werk was de levensgeesten weder op te wek
ken.
Kranige menschen toch, die, na zelf met
den dood geworsteld te hebben en doodelljk
vermoeid zfinde, alles nog aanwendden om
hun makkers weder tot het leven terug te
roepen I Het mocht echter niet baten. Even
later vond men ook het Igk van Vink. Men
zag onmlddelijk dat diens levensgeesten wa
ren geweken.
Uit de gezwollenheid van sommige lede
maten der dooden meent men ie moeten op
maken dat zij bij het omslaan door de boot
getroffen zijn en daardoor eerder dan hnn
makkers den strijd om het leven hebben
moeten opgeven.
Men mocht echter om de dooden de le
venden, die daar ginds in de mast van het
wrak met vertwijfeling wachten, niet ver
geten.
De zorg van die dooden werd overgela
ten aan de menschen, die uit het dorp wa
ren aangekomen, en Jan van Kan vroeg om
vrijwilligers, teneinde met hem nogmaals
een kans tot redding te wagen. En er kwa
men zich opgeven meer dan er noodig wa
ren.
De mannen, die met hen den tweeden moei
lijken tocht aanvaaidden, mogen niet onver
meld blijven. Het waren Simon Verloop, Piet
Duyndam, de agent van politie Boon, jhr.
G reven, Engel van Rooyen, Jacob van Duyn
Li. en J. van Konijnenburg.
Het gelukte aan dit moedig zevental de be
manning te redden: één hunner kwam niet
uit de mast. Hij bleek reeds bezweken te
zqn. Deze werd later door de Katwijksche
reddingboot uit den mast gehaald.
Onder de bemanning w ren ook een paar
knapen, die angstig riepen „Redt ons. Wij
kunnen niet zwemmen l" De oude Van Kan
vertelde ons, dat hij het genoegen had ge
smaakt, deze joggies te redden en in de boot
tusschen zijn knieën vast te houden. Deuit-
geputte visschers werden vrlendeiqk door de
bevolking ontvangen, van droge kleeren voor
zien en onlhaald.
Maar onder de vreugde over de redding
mengde zich droeienis en verslagenheid om
den tragischen dood van drie oppassende
huisvaders, die zQn gevallen als slachtoffers
van hun moeilijken plicht. Het geheele dorp
is er vol van.
Onder de velen, die uit de verte het red-
dingwerk aanschouwden, was ook de bur
gemeester jhr. Van Panhuys, die met vele
anderen de nagelaten betrekkingen met raad
en daad bijstond. Ook de Raad van Commis
sarissen van de N.-Z, Holl. Redding-maat
schappij kwam in den loop van den dag in
het dorp.
Allen prezen hoogelqk de kranige houding
van de bemanning der reddingboot, in het
bijzonder van den ouden Van Kan.
En deze zelf deed alsof er niets gebeurd
was en was zoo monter, dat hij ongetwij
feld onmiddelijk weer ter redding zou zijn
getogen, als het noodig was gebleken.
Voor zoover de Rijkszee-ongevallenweten
de N Z.-H.-Reddingmaatschappq niet volle
dig voor de zorg der nagelaten betrekkingen
van de overleden redders kunnen zorgen, z£L
zeker de particuliere weldadigheidszin zich
niet onbetuigd laten.
Men zou zich daarvoor kunnen wenden tot
den burgemeester jhr. W. C. van Panhuys.
Hoe spoedig zich de mare van de schip
breuk en de redding heeft verspreid, blijkt
uit het feit, dat de heer Van Kan reeds een
telegram van gelukwensch uit Londen ont
ving van den heer Rahusen en met dit tele
gram nog vele andere van heinde en ver.
VARIA.
TWEE GESCHIEDENISSEN.
Ds. H. W. Laman vertelt In het Geref.
Kerkblad voor Drenthe en Overijsel twee ge
schiedenissen, die, naar wij hopen, mogen
spieken tot jhet geweten van menigeen, die
in dit opzicht niet vrij uitgaat.
„Het eerste is van een jongeling,eenchris-
teljjke jongeling, een gemobiliseerde, die ten
slotte weer tot het burgerlijke leven terug-
keeren mocht. Trouw bezoeker van de mili
taire tehuizen, steunpilaar van christelijke
vereenigingen. Deze jongeling beroemde er
zich op bfj zijn afscheid van het soldatenle
ven, dat hg gedurende zijn diensttijd aan 70
meisjes het hof gemaakt had en met ben
uitgeweest was. 'k Heb het uit een vertrouw
baren mond.
Met zeventig meisjes uitgeweest; d. w. z.
met zeventig meisjes een liefdesbetrekking
aangeknoopt en weer verbroken; met zeven
tig meisjes zijn spel gedreven.
Het is haast niet te gelooven.
Immers, van liefde kan in zoo'n geval geen
sprake zijn. Wanneer een jongen zqn hart
op een meisje gezet heeft, wanneer hg in
oprechte liefde baar omgang zoekt, dan wil
hg van geen andere weten, dan heeft hij
geen oogen dan voor haar alleen. Zoo was
het tenminste twintig, dertig jaren geleden.
De onbedorven liefde kent er slecht één,
Maar het is geen liefde, wanneer men van
daag een meisje aanklampt, en na ervan ge
noten te hebben, wat er voor het moment
van genoten kan worden, haar morgen weer
afdankt, om overmorgen weer een ander tot
het slachtoffer te maken van de dartelheid
zijner zinnen. Wg zullen niet vragen, wat
het voor meisjes geweest zijn; het is te den
ken, dat er losse deernen onder waren, die
met een vinger mee zQn te krijgendoch
licht liep ook een argeloos eerbaar meisje
bq dezen Don Juan in den strik.
En men speelt niet met de liefde zonder
schade te doen aan het teerste vaneeumen-
schenziel.
In de lente des levens zoeken elkander de
beide geslachten. Dat heeft God zoo gescha
pen. Het verlangen der liefde ontwaakt van
zelf. Maar het is iets iserders, dat door
lichtzinnigheid op ruwe wqze kan worden
verdorven. Teleurgestelde verwachting laat
haar sporen na in de ziel, en geen meisje
ondergaat het spel, dat met haar gespeeld
wordt, zonder schaamte en spijt en zonder
een gevoel van vernedering te ondervinden.
Menig meisje ontving er een duw door, en
voelde het argeloos vertrouwen wijken voor
zekere schuwheid; anderen zetten zich over
de teleurstelling heen en kregen op hun beurt
insgelijks lust in het spel.
Jongens beseflen vaak niet half, wat voor
goeds zQ door hun lichtvaardiger, omgang
kunnen verderven. „Waarmede zal dc jonge
ling zijn pad zuiver houden? Als hij dat
houdt naar Uw woord I" Maar een chrlste-
iqke jongeling, die zich beroemt zeventig
meisjes het hof te hebben gemaakt, heeft
zqa pad niet zuiver gehouden, het niet ge
houden naar Gods woord. Hq heeft zqn
hartstochten gevolgd en niet zqn hart. Hq
heeft schade toegebracht aan zielen in een
van de teerste dingen, waarin zq geschaad
kunnen worden. Hq heeft de ziel van het
meisje niet ontzien.
Ik zou den chrlstenjongelingen, die er zich
aan schuldig maken, wel toe willen roepen:
Houdt er mee opl Het christelqk geloof,
waarin gq onderwezen zijt, waarvan gij wel
licht belijdenis deedt, verdraagt zulk een
lichtzinnigheid niet, en ge zult er u ook niet
straffeloos schuldig aan maken.
Ik heb reeds veel gezien in mijn leven.
Veel zonden.
En veel gevolgen van zonden. De zonden,
In de lente des levens gezaaid, dragen vruch
ten in den zomer en tegen den herfst.
Ik kan niet alles zeggen, wat ik gezien
heb. Maar dit meen ik te hebben gezien,
dat de Heere deze dingen te zqner tijd on
der bet volk, dat naar zqn naam genoemd is,
bezoekt.
Ik waarschuw u met al den ernst der
christeiqke liefde.
Ea nu de andere geschiedenis.
Ze is gebeurd tien i twintig jaren geleden.
Didr tusschen in. Een meisje, een oud-cate
chisant, die onder mgn dienst tot dc goede
beigdenls was gekomen, zocht mQ op. ik zie
haar ontroering Ze zegt: „dominee, uweet,
dat ik verkeering heb, maar Ik wilde haar
verbrekenmag Ik dat doen Ik liet haar
zonder vragen verder spreken. En toen ver
telde zq mij, hoe angstig zq in den laatsten
tqd leefde, zèè dat zq zelfs vaak den slaap
niet kon vatten, omdat zq hoe langer hoe
duidel|ker voelde, dat haar aanstaande met
geen goede bedoelingen jegens haar bezield
was.
Hq trachtte haar te voeren naar eenzame
donkere plaatsen, wat zq van stonde aan
beslist weerstreefd had: en eindeiqk sprak
hq over dingen, die haar hart deden bonzen
en een blos van schaamte op het aanzicht
joegen.
ik vergeet nooit, wat ze zeide: „dominee,
ik zou liever verkiezen te sterven dan mfin
beiqdenis en mqn eer tot schande te ma
ken I"
Toen heb ik tot haar gezegd: „kind ver
breekt dezen band liever heden dan morgen I"
En dat heeft zq gedaanzq heeft haar ver
keering onherroepeiqk verbroken, alle woor
den van berouw en beloften van beterschap
ten spqt; want zq vertrouwde hem niet en
kon niet gelooven in de oprechte liefde van
hem, van wien zq gevoelde, dat hq baar