Zaterdag 11 October 1919. 34Bt® Jaargang N\ 2536 voor de ZuidhollaiMlsclie en Zeeiiwiche Eilanden. ES' idel O®, 1 i A n tirevo lu Orgaan Eerste Blad. Uit 'ifitfmnltE ven l Hi ef IN HOC SIGNO VINCES I rwaarden ensplaat* 100 .s. „HET GOUDEN HERT", OP DEN UITKIJK» Brieven uit het Qentrum. - X r.EN. W. BOEKHOVEN Zonen, Alle stukken voor de Redactie bestemd, Advertentien en verdere Administratie franco toe te zenden aan de Uitgevers. 0 aan toonder leelende toonder, üeel^nde ende len genieten in dier voege, t hebben op bo rden voldaan op bovenge- loten, Stads» Hoogeveen, spectus ver- 16678 jij de Kan- Middelharnis ksland. zag in stipte Sfiofel üestamrant Ged«apte BoerciMteijgar 63A, S3B 14739 Direct nab| de Hoofdstceg, DINERS^ 1,— en honger. 15871 LOGIES MET ONTBIJT 1.26, 1 1.60, en f 1.75 Tel. no. 1582, Aanbevelend, propriêtalr R. C. F. t. i. LEE-Moonei. Het door leder aanbevolen adres. y;;: m s A Deze Courant verschqnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG. ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden franco per post 75 Cent b|J vooruitbetaling. BUITENLAND bq vooruitbetaling f 5.50 per jaar. AFZONDERLIJKE NUMMERS 5 CENT. UITGEVERS: SOMMELSDIJK, Telefoon Intercommunaal No. 202. ADVERTENTIËN 121/, Cent per regèl, RECLAMES 25 Cent per regel. BOEKAANKONDIGING 5 cent per regel. DIENST AANVRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN 50 Cent per plaatsing. Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zq beslaan. Advertentiën worden ingewacht tot DINSDAG- en VRIJDAGMORGEN 10 UUR. 19. In 't Ooltgensplaatsche Raadsverslag kwam ter sprake de verordening op de salarissen der onderwijzers en dus ook de vraag, hoe lang «en gehuwde onder wijzeres. die moeder stond te worden, Xuit de school mocht uitblijven. Weiezen -tin ons blad van 4 October Donkersloot wenscht even't woord naar aanleiding van 't artikel betref fende verlof aan onderwijzeressen bij bevalling Dat artikel bepaalt, dat drie maanden voor 'tte verwachten tijpstip der bevalling het verlof in gaat. Dit tijdstip acht spreker te kort. Het onderwerp is te kiesch om erin den" breede over te spreken, doch met 't oog op de leerlingen is een langer verlof noodzakelijk. Burgemeester ziet deze noodzake lijkheid niet in; integendeel vindt hij het systeem van stipte geheimhou ding omtrent het sexueele leven bij de opvoeding der jeugd afkeurens waardig; het bevordert volgens hem de nieuwsgierigheid wat tengevolge heeft, dat 't kind op onheilige en on- kiesche manier toch te weten komt, V* - wat men zoo angstvallig tracht te bedekken. Donkersloot wenscht niet uitvoerig over deze kwestie te discussieeren Hij zou zich met de meeniog van den Voorzitter kunnen vereenigen indien 't kind in een zondelooze sfeer leefde, doch daar dit niet zoo is, zou spreker niet gaarne het systeem, dat Voorzitter arAkleeft, op zijn kinderen toepassen. .„loten wordt niet verder op deze 3 zaak in te gaan, daar een gehuwde onderwijzeres slechts bij hooge uit zondering voorkomt. Op voorstel van den Voorzitter wordt het Reglement aangenomen. De Sexueele kwestie op de School. Natuurlijk kan men de vraag half ontwijken door in de Verordening op te nemen (al helpt het eenigermate), dat er nooit gehuwde onderwijzeressen worden benoemd, of bij buwelijk onmid dellijk worden ontslagen. Beide methoden worden gevolgd. Er zijn scholen waar men geen gehuwde onderwijzeres be geert en er zijn er ook waar ze, omdat ze reeds als ongehuwd op school werk zaam waren, ze nu ook maar als ge huwd laat voortarbeiden en ze dan later of ontslaat of verlof geeft. Doch daarmee is de Sexueele kwes tie zooals ze daar uit den Raad ge steld werd, niet van de baan. De Bur gemeester wil de juffrouw 6 maanden houden bij gebleken moederschap en ze dan verlof geven totdat de moeder vreugde ia gesmaakt. Afgedacht nu van het feit, of een moeder, die thuis een kindje heeft, op school haar werk kan doen met volle ambitieafgedacht of een moeder, die haar eigen kind ver waarloost, wel liefde kan hebben voor andermanskinderenafgedacht dus van hare paedagogische waarde als moeder en onderwijzeres, thuis en op school blijft toch de Sexueele kwestie be staan namelijk Wat moet de School doen in de Sexueele zaken - maakte Burgemeester een font. geheimhouding omtrent het Sexueele leven bij de opvoeding der jeugd iets afkeuringswaardigs. Aangenomen, we zijn het daarmee eenigermate eens, waarover aanstonds. Maar de burge meester moet huisgezin en School streng van elkander scheiden. In beide is opvoeding der jeugd*, maar daar om mag de school nog niet in het Sexueele vraagstuk zoo optreden als een ouder zou zijn. Wanneer een meisje van 14 jaar op een Mulo- of op een H.B.S. in dat puberteitsjaar zekere ver schijnselen opmerkt, dan is wel de moeder verplicht met haar dochter over die hoogst belangrijke levensfunctie én haar gevolgen te spreken maar de onderwijzer heeft er én tegenover dat meisje én in de klasse over te zwijgen. Precies hetzelfde geval als bij een jongen van 16 jaar, bij wien de moeder eenige verschijnselen opmerkt, Dan spreekt Vader met dien jongen, in over leg met de moeder, over 't geval, maar de meester spreekt er met dien leerling niet over, noch publiek met de klasse. Als dus de Burg. de stipte geheim houding van 't sexueele leven afkeurt, dan dient hij tweeërlei te onderschei den; 't sexueele vraagstuk tusschen kind èn ouders, of tusschen kind en klasse met den onderwijzer. Wat een Moeder en Vader nog zou mogen doen d.i. intellectueele voorlich ting over geslacht, geslachtsorganen huwelijk, generatie, geboorte, enz moet in de School ten strengste geweerd Om dat een Ouder zijn kinderen kent. Omdat een Ouder meer dan een ongehuwde meester of juffrouw de ern stige bezwaren van zoo'n voorlichting doorgrondt Omdat in elke klasse individuen zitten, die de meest teedere verklaring of vingerwijzend naar eenige sexueele zaak met een zekeren wellus- tigen, tot lach geplooiden mond, aan- hooien en hun kameraad op de school bank met voet, knie, elleboog en oog of hand, op 't vertelde, (hoe schuchter ook verteld) bijzonderlijk opmerkzaam maken Omdat een Ouder baas is over zijn kind; maar een onderwijzer niet die zware verantwoordelijkheid draagt inzake sexueele opvoeding en de Ouders 't aan den meester niet willen toevertrouwen dan in enkele zeer spaar zame gevallen in algemeene termeD, zooals soms een kind opgetogen in school komt en zegt: „Meester, moeder heeft van nacht een broertje gekregen"; of: »Ik heb er weer een zusje bij, meester." Maar dan zou geen enkel Ouder dulden, dat dit nu eens een punt van bespre king ging uitmaken tusschen kind en meester, „Ik feliciteer je", zegt meester, en daarmee uit. Hoitepé&n. De Sexueele kwestie is èn thuis èn op school van physieken aard, van intel- lectueelen aard, van moreelen aard, van religieusen aard Van physieken aard! En de opvoe ders werken dan op 't Schaamtegevoel, en ze geven nauwlettend acht op de houding vangarmen en boenen bij jon gens en meisjes, geven acht op por nografische plaatjes, en vuiledeuntjes, die ze in der zak hebben, geven acht op poppetjes en naakte beeldjes, waar mee ze zitten te spelen, op doch genoeg, omdat we geen opvoedkundig betoog moeten houden. En daarom blijft de gehuwde onderwijzeres die 6 md. moeder is, ook uit de School, ze merkingsgave en lust om Juffrouws lichaam aan zekere kritiek, of denkend, of sprekend te onderwerpen Van intellectueelen aard I En de on derwijzers spreken dan over de stampers en meeldraden, maar zwijgen op school over de voortplanting van menschen en dieren. Dat mogen de ouders doen in kuische taal, op gepaste wijze, op den geschikten tijd, na gezamenlijk overleg, opdat 't kind niet in onkuische straattaal, niet op ongepaste, kwetsende wij se, niet op ODgeschikten tijd en niet door een onbevoegd sujet van een ach terbuurt de dingen hooren. Van moreelen aard! En de onder wijzer zij een eerbaar man, een man, die de geestelijke en zedelijke levens orde kent; zijn klasse in toom heeft; de zonde zonde durft noemen, en ge stadig bezig is zich zelf op te voeden en te «ontroleeren na eiken schooltijd, of hij ook in eenig woord of in eenige daad de zinnen geprikkeld en alle schijn des kwaads vermeden heeft. Op 't speelplein en in de school 't nadeel der Co éducatie (jongens met meisjes) goed gevoelt enz. En bij de kinderen den wil staalt om tegen 't kwaad te strijden. Van religieusen aardEn de Gods vrucht, en 't Gebed, en Gods Woord, en 't Geweten zijn hier de meewer kende factoren. We gaan op 't onderwerp, hoe be langrijk ook, niet verder in. Maar in verband met de Ooltgens plaatsche Raadszitting concludeeren we thans tot dit: le. stipte geheimhouding is op school geboden van allen zichtbaren geslach telijken omgang. 2e. stipte geheimhouding mag door een voorzichtig ouder verbroken worden. 3', de moeder-onderwijzeres van >6 maanden* knakt op de school 't schaam tegevoel, de sterkste kracht tegea sexu eele afdwaling en kan, omdat ze zwijgen moet over haar bevalling dat geschokte schaamtegevoel nimmer herstellen, Een moeder kan nog er over praten, öf er een »kool«, öf »ooievaar« is, 4e. de Massificatie d. i. de aanwezig heid van een 40 jongens en meisjes uit allerlei gezin, van allerlei hart en zin, verplicht tot strenge moraliteit, tot niet- intellectueele voorlichting en vraagt dus verwijdering van toch met noodzaak aanwezige huwelijksvrucht voor de klasse. V moet er uit blijven, zoodra zich eenige moederschap openbaart, dat is eisch eener klassikale opvoeding, waar alle kinderen alle versdelen in de meerdere of mindere vatbaarH'Avian- babbekueht, spotsuchjdens de mKk^100p dóeUevenl ,Td?r Nadruk verboden, Nu gaan we den winter tegemoet. En als niet alle voorteekenen bedriegen, dan wordt het de meest sombere, de bangste winter, dien we in langen tijd hebben door leefd. Neen, dit is geen zwart pessimisme. De feiten staven deze vrees. In 't laatst des vorigen jaars, toen er aan den eigenlijken jooriöz zulk een plotseling einde kwam, hoopten vèifp In stilte, dat nil tenminste 't ergste geleri/g was. Die winter zou nog f JOevio En met de wederkomst des jaars zou 't vrede zijn en zou alom de wederopbouw beginnen. Hoe kwam alles Anders uit. 't Halve jaar verliep, eer 't werkelijk vrede wasal dien tqd duurde de oorlogstoestand voort en kon er van wederopbouw geen sprake zijn. Maar er was iets veel ergers. De banden der maatschappij waren stuk. De oorlog had de natiën gedemoraliseerd. Het .beest" in den mensch brak los Menigeen zal zich dit jaar wellicht ver baasd hebben, ja ontzet zich hebben afge vraagd, waar toch zoo snel al die mensche- lijke monsters vandaan kwamen, zooals b.v. Müaehen en Boedapest om van Rusland maar te zwijgen tijdens de Radenregeering hebben opgeleverd. Die elementen zijn er altijd geweest. Doch voorheen hield de maatschappij ze in bedwang; ja, óók door politlegeweld, doch hoofdzakelijk door haar zedelijke kracht. Die kracht nu was teloor gegaan. Er waren geen zedelijke overtuigingen meer onder het volk; met name niet in de overwonnen landen; het had er slechts een mAAg, die al maanden en jaren te weinig had ontvangen en nu als alléén-elscheres in de maatschappfl optrad. Voorheen waren die elementen er óók, zooals ze te Müaehen de gevangenen mar telden en dooddente Boedapest lachend moordden en de slachtoffers metsteenenom den hals in den Donau wierpente Klëf, 'n vrouw van 't hoofd, dl meest ongehoorde gruwelen bedreven. Ook vroeger hoorde men van gruweldaden. Dat ons de haren te berge rezen. Dat men zich afvroeg, hoe 't mogelijk was, dat een mensch tot zoo iets kwam. Maar dan was 't iets individueels. De publieke meening velde dadelijk het allerstrengste vonnis over de euveldaad. Zulk een misdadiger vond nergens steun in de maatschappijde politie moest hem nog beschermen, anders liep hij gevaar door de verontwaardigde menigte te worden gelyncht. En zijn straf kon naar veler meening nooit zwaar genoeg zQn. Dat alles remde het kwaad. Maar nu werd het omgekeerd. Er wis geen zedeiqk besef meer. De kwade elementen, het schuim der maat schappij, kregen de overhand en zij namen eenvoudig den politieken toestand te baat, om hun kwade, moorddadige lusten bot te vieren. Thans waren zij communisten. Dat lag In den aard der zaak. Maar ze zouden met evenveel duivelsch genoegen hun „talenten" In dienst hebben gesteld van den een of anderen heersch- zuchtlgen en bloeddorstlgen tyran, als die ergens de macht in handen mocht hebben gehad. En die elementen zijn er nóg. Ook in ons eigen, goede vaderland. 't Is het grondsop der samenleving, dat zich nergens om bekommert en xlch nergens aan stoort; dat geen geweten heeft en voor geen misdaad terugdeinst, percentsgewijs slechts een zeer klein deel van 't eigenlijke volk, maar dat zich rondom het communisme tot een vaste massa heeft samengepakt en gereed is, elk middel te benutten en elke gelegenheid te baat te nemen om zjjn slag te slaan. Niet alle communisten zijn misdadigers. Er zijn onder hen ook onschadelflke dwe pers. Dichters, dichteressen en Idealisten I Maar de ervaring heeft nu al genoeg ge leerd, dat niet zij bQ een revolutie de lei ding in handen hebben of houden, maar daarentegen wèl de mannen van het biuut geweld. En nu gaan we den winter tegen. God geve, dat hij niet streng zij I Om van ons eigen land te zwijgen, waar 't in menig opzicht nog goed is, daar zijn millloenen volken, die niet te stoken hebben; die barrevoets, gaan en zich niet dekken kunnen tegen de koude. En afdoende hulp is niet meer te verleenen... 't Jaargetij Is al te ver heen. En al wilde men: de wereldproductie raakt uitgeput; er zijn eenvoudig, om maar iets te noemen, geen kleederen genoeg om al die millloenen behoorlijk te beschutten tegen de koude. Och, mocht het menschdom zich nég wen den tot den Heere mQn God I Altijd moeten we uit Gods haud leven. Doch voorheen, toen er welvaart was en overvloed van productie; toen de poorten der gansche aarde (openstonden en de reu- zenschepen alle zeeën bevoeren, toen was 't weieens moeilijk, om dat leven, eiken dag weer, uit GodsJ"--te zien. Maar mi staat men machteloos. Itijd wel gegolden: „Zonder "p", doch aTï yp»'1! men dat, om zoo te zeggen, meer aan den lijve. Men kan zich slechts zeer gebrekkig voe den en kleeden en alleen al3 God een zaeh- ten winter schenken wil, is er kans en hoop dat men er dóór komt Och, al bracht deze overweging het volk nog maar eens uitwendig tot God terug, dat het roepen leerde tot den Almachtige, wat zóu het al een winst zijn I Hij, die de jonge raven hoort, als ze tot Hem roepen, zou zich niet afkeeren van het menschdom, dat naar ZQn Beeld geschapen 1st We gaan den winter tegemoet. Met steeds stijgende prijzen, die tenslotte den zachtmoedigste gram kunnen maken. Wel zagen we zeer schuchter de meening geïnt, dat we misschien met 't voorjaar in dit opzicht het Allerergste achter den rug zouden hebben, maar voor dezen winter wordt niet anders dan voortdurende verzwa ring van dezen druk verwacht. En leder op z'n beurt, doet er aan meel Maar toch we gaan den winter ook niet In, als degenen die geen hope hebben. Want ons vertrouwen Is op God. Hij heeft ons land en volk de laatste jaren uit zoovele moeiten en gevaren gered, HQ is de machtige, om ons ook zonder groote onheilen weer door den winter heen te brengen. En daarbij heeft elk zoo z'n eigen plicht. Patroons, werkgevers, boeren ten opzichte van hun „volk", zü hebben meer dan ooit in den zwaren winter, die komt, een zede lijke verplichting met betrekking tot wie bij ben in loondienst zqn. Er zal veel geleden worden Maar er kan ook veel leed worden ver zacht, ja afgekeerd, als elk zqn plicht ver staat en zich niet leiden laat door het ge vloekte Mammonisme, dat in breede lagen van ons volk Al maar vooitvreet. En Allen moeten we onze behoeften in krimpen. Dat kunnen velen niet begrijpen. Zóo en zóo hadden zij 't vóór den oorlog, zH willen 't In geen geval minder hebben, ook niet al geldt het maar 't een of ander weelde-artlkel of iets dat ze uitsluitend voor genot begeeren. Maar als ik 't betalen kan? vraagt iemand. Dat is hier de hoofdvraag niet. Belangrijker is de vraag, of ge dat geld ook beter gebruiken kunt. Ook de vraag, of ge door het Al maar breed te laten hangen voor de oogen van 't publiek, ook een ver keerden, prikkelenden Invloed uitoefent. En ook, ais een volk soberder moet leven wat toch voor heel de wereld geldt, de vol keren zrtllen 't voelen! of dan niet de christen geroepen is, hierin vóór te gaan, waar immers Gods Woord zelf reeds matig heid en soberheid, bepaaldelijk In rampvoile tijden, aanprijst. Een sombere winter komt Maar met Gods hulp raken we er doorl UITKIJK. 91 Amice I Dezer dagen sprak ik iemand en 't was heusch niet de eerste de beste die m{j zei: Een revolutie in Nederland is z< er waar schijnlijk onafwendbaar, je bemerkthij drukte zich zeer voorzichtig uit. „Zeer waar- schijnlek". Maar ik kreeg toch wel deu in druk, dat hQ een revolutie voorzag. Nu kan men dat een pessimistische gedachte noe men. Men kan er om l. chen, desnoods den spot mee drijven, maar ik moet je toch eer- Hik bekennen, dat mq de onverschilligheid, waaronder men leeft, mQ absoluut niet kan bekoren. En als ik In de couranten lees, dat de burgerwacht te Purmerend Is opgeheven, dan acht ik dat, ondanks Al het geschetter van het „Volk" sinds Nov. van het vorig jaar, een veeg teeken. Ik weet welmen moet niet alle dagen rondloopen met de gedachte; we krijgen revolutie. Dan wordt het tenslotte een idee- fix% dat wel eens noodlottige gevolgen kan hebben. Maar men moet ook niet in rustige rust gaau neerzitten en zeggener komt niets van. Ze hebben in Nov. gezien, dat we geen revolutie willen en ze zullen zich daaiom wel koest houden. Want dan konden we ons wel eens deerlijk vergissen. Nu, ten allen tijde moeten we paraat z|n. En het Is onverantwoordelijk, om burger wachten op te heffen. Integendeel: ze moeten versterkt worden. 't Is niets: om te zeggen: de Nederlander kgkt den kat uit den boom, ziet naar het buitenland en dat leert hem. welke gevolgen een revolutie kan hebben. Maar daarmee zqn we er heusch niet af. Je moet niet ver geten, dat nöch de sociaal democraten, nóch de coramHni8tcn hier stil zitten. F.n m s» I

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1919 | | pagina 1