Woensdag 1 October 1919. 34"t# Jaargang N\ 2583 2 tirevo lutionair Orgqan IN HOC SIGNO VINCES FEUILLETON. Van menschen,zooalssrzijn voor de Kiidhollandsrhe en Zeeuwsclie Eilanden. TWEE BLAOEW. Tweede Blad. LAND- LN TUINBOUW. UIT DE PERS. 6EMENID NIEUWS. VËRKOQPINGEN. W. BOEKHOVEN Zonen, Alle stukken voor de Redactie bestemd, Advertentien en verdere Administratie franco toe, te zenden aan de Uitgevers. Wordt vervolgd* «9 -in mimi»uin ir I inm>n «mi i in i—Mia—a—m—8 Deie Courant verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG. ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden franco per post 75 Cent b(j vooruitbetaling. BUITENLAND bij vooruitbetaling f 5.50 per Jaar. AFZONDERLIJKE NUMMERS 5 CENT. UITGEVERS: SOMMELSDtyK, Telefoon Intercommunaal No. 202. ADVERTENTIËN 121/» Cent per regel, RECLAMES 25 Cent per regel. BOEKAANKONDIGING 5 ceut per regel. DIENSTAANVRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN 50 Cent per plaatsing. Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die z| beslaan, r. jJ,t,i w niM«nAO_ VDimAnMnnriBM ig UUR. VJIUUIC ICUCta CU tflKUCIIrVli VT V1WVM uvrvnvttu Advertentiën worden Ingewacht tot DINSDAG- en VRIJDAGMORGEN Hst AÖXtó'iS'IOi* B86ïasï BÜ Besmettelijk verwerpen. De onvruchtbaarheid van ons fokvee en merriëa, welke gedeeltelik In verband staat met deze ziekte, heeft in den iaatsten tijd de aandacht der fokkers getrokken, de on vruchtbaarheid der meniën in het bijzonder. Deze laatste plaag der paardenfokkerij en de uitbreiding, welke deze in den iaatsten t|d vertoont is aanleiding geweest van een vergadering te Eist, in het voorjaar van dit jaar gehouden. Er werd aldaar besloten geen merriëa, welke binnen twee maanden had den verworpen of welke uit besmette stalien afkomstig waren, tot de hengsten der ver schillende associaties toe te laten. Ik stel mij evenwel voor, dat het resul- taat dezer bepalingen zeer sober is geweest, i Mij persoonlijk werd ten minste nimmer een gezondheidsattest voor een fokmerrie ge vraagd. Er is m, i. veel voor, dat belang hebbenden zelf de fout trachten te best tij den, doch Indien men niet eensgezind de uitvoering der bestrfjdingsmaatregeltug hand haaft, is het resultaat nihil en verdient in grijpen van den wetgever de voorkeur. Een andere ervaring was de volgendeIn 1910 waren in de gemeente Eibergen twee hengsten der associatie lijdende aan blaas- jesuttslag. Eenige merriën werden besmet •n bleven na de bewuste dekking gust. Op Sprekers advie3 werden de besmette heng sten eenigen tijd op nonactief gesteld Wan neer hier niet een associatie, doch een par ticulier als eigenaar In de zaak betrokken was geweest was zeer waarschijnlijk van die buitendienststelling niets gekomen en het aantal besmette merrie» onafzienbaar ge worden. Wil men de onvruchtbaarheid en natuur lik ook de daarmee in verband staande ziekten met goed gevolg tekeer gaan, dan dienen, bij geval de belanghebbenden zelf een goed Inzicht missen, dwangmaatrege len mogelijk te worden gemaakt hetzij dat de bestaande organisaties zich er op nieuw voor zetten, hetzij dat de wetgever deze taak overneemt. het rundvee is de toestand zeker niet beter; men roept te weinig de hulp der deskundigen in. De veehouders zien nog niet genoeg in, hoe groot de schade is, die door besmettelijk verwerpen wordt aange richt. Indien ze niet uit eigen kracht voor komt, dan Is ook hier bestrijding langs wet tel 3 ken weg de eenige uitkomst, in hoofd zaak neerkomend op verplichte aangifte van abortus Infectiosus gevolgd door pacie- rlologische contrOie van elk twijfelachtig ge val. Parasitaire ziekten. Voor het algemeen moet bq de bestriding dezer ziekten voor zoover de wet er niet in voorziet meer heil verwacht worden van algemeene verbetering van voeding en verpleging van obzs huisdieren dan van wette lijken dwang. Daarnaast speelt bodem verbetering een rol bij die bestriding, o. a. bij leverfcotziekte, longwormziekte piroplas- mose. Zorgen voor beter drinkwater, het vervangen van drinkkolken door pompen met drinkbakken kan niet genoeg aanbeve ling verdienen. Alleen de huidschimmelziekten komen eenigszinsvoor reglementeerirsg in aanmer king. Hoewel in hoofdzaak voorkomend bij jong vee, zijn toch ook melkkoeien en vol wassen paarden nu en dan aan huidschim- mtlziekte lijdende. Vooral de met de ver pleging dezer dieren belaste personen mel- kers(sters) kunnen worden besmet en er een hardnekkige en ernstige huidziekte doorop- Ioopen. Enkele malen heeft zelfs mede- deeling aan den Inspecteur der Volksgezond heid plaats (Jaarverslag 1917, fclz. 98) Door den Centralen Gezondheidsraad worden tel kens onderzoekingen op dit gebied ingesteld reden genoeg om deze ziekte meer systema tisch te bestrijden met behulp van wettelijke maatregelen. Aan het einde züner Inleiding gekomen, zei Spreker. Over het algemeen kan men, de onder vinding op het gebied van Staatsbemoeiing der laatste jaren spreekt In deze boekderien met reglementatie niet zuinig genoeg om springen. De beste weg is en blijve ook voor de toekomstbevordering van den gezondheids toestand van onze huisdieren door de direct belanghebbenden. Goed begrepen eigenbe lang moet de groote drijfveer z|n, die de voornaamste verbeteringen tot stacd brengt de Staatsbemoeiing zij in hoofdzaak een or- ganiseerende hulpkracht. Tot nog toe was de doorsneemedewerking, welke door de re geering van den kant der veehouders on dervonden werd, helaas ver onder peil en ik eindig met den wenscb, dat de Gelder- sche en Oveiijselsche landbouwers zullen bewijzen, dat hun streven ook In deze In de goede richting gaat. C. B. Ook nog een „Elta'-stem, die gehoord moest worden I Onder het opschrift bedroevend schrift ds. Landwehr in de Rott. Kerkb. het volgende De vliegdemonstratles op de „E L T A zijn geeinaigd. De sluiting moest natuur lik weer op een Zondag plaats hebben. Onze koningin vraagt, of.de feesten, ter eere van haar niet op Zondag zullen, ge houden werden. Z| gevoelt voor Zondags rust en Zondagsheiliging; maar duizenden in ons land, vinden dat kinderachtig en z| gaan hun gang om den Zondag te ont heiligen. B| die sluiting heeft generaal Snijders een rede uitgesproken in het Fransch, waarvan een kort verslag werd gegeven in de N. Rott. Courant. Aan het einde van die rede bracht generaal Snijders hulde en dank aan de Natuur (de hoofd letter is van de N. R. C.) voor haar goede gezindheid. „Het klinkt (zoo lezen we verder) waarlijk b|na ongeloofeljjk, dat in een wisselend klimaat als het onze er ge durende vijf en veertig dagen geen enkele Is voorbl gegaan, zonder dat er gevlogen Is. De Natuur kan cp grenzelooze dank baarheid aanspraak maken. W| weten niet, of generaal Snijders achter de natuur nog een God ziet, die alles onderhoud en regeert. Zoo ja, dan ware het zeker gepast om Hem te danken. Indien echter voor dezen hooggeplaatste de natuur niets anders is dan een saam werking van kracht en stof, dan is de grenzelooze dark, aan die natuur gebracht grenzelooze onzin. Vervolgens getuigde de generaal, dat het geluk de E.L.T.A, in hooge mate ge diend heeft. Dat Is dus naast Nature For- tuna. En, wanneer de generaal er nog aan toegevoegd had, dat het Noodlot op den dag der opening een ongeval gewild heeft dan zouden we ze alle hij elkaar hebben, Natura, Fortuna en Fatum. Leven w| nog in een Christelijk land ol z|n we tot het heidendom terugge keerd Die vraag heeft zeker menigeen zich ge steld b| het lezen van zulk een verslag. De techniek neemt een groote vlucht, de religie gaat b| velen met groote schreden achteruit. 't Is de oude geschiedenis: de mentch moet groot worden en God moet worden onttroond. De Heere sprak echter al ten t|de van den profeet Ezechiël: gij lieden wel zljt menschen, maat Ik ben God, Valsche zllverbons. Door de marechaussee» te Maastricht z|n twee Duitschers in arrest genomen in verband met het vervaardigen van valsche zilverbons van een gulden. In Roermond z|n ruim 300 dezer zllverbons in btslag genomen en in Aken 980 stuks. Zij z|n goed nagemaakt, doch het papier leiets lichter en het watermerk er niet la doch op gedrukt. In de strafbepaling staatHet nama ken van inplaats van namaken. Men vermoedt dat die zllverbons te Aken op groote schaal z|n vervaardigd. Als een bewijs welk een groote hoe veelheid valsche zllverbons van één gulden in Zuid- Limburg In omloop s|n, kan dienen, dat een handelsreiziger uit Roermond, b| z|n thuiskomst van een bezoek aan de om streken van Heerlen, tot de ontdekking kwam, dat h| met elkaar ruim 100 valsche zilver bons had ontvangen. „Bedreigd" Zeeuwsch-Vlaanderen, W|lb| het gehucht „Nummer Eén" In den Hoofd plaatpolder (Z.-Vwederom een nieuwe val plaats heeft gehad, is het plan tot herstel van deze oeverafschulvingen gew|zlgd en worden de kosten nu begroot op f 193.300. Tevens is een plan In voorbereiding voor een geheel nieuwen d|k, welke tusschen de f 300000 en f 400,000 zal kosien, maar die noodzakelijk is, daar anders een groot deel van West-Zeeuwscta-Vlaanderen in gevaar wordt gebracht. Een krasse burgemeester. Ten bate van het sanatoriumfonds der onderofficierenver- p eenlging werden te Venlo vliegdemonstratles georganiseerd waarbl ook passagiers-vluchten werden gehouden. De eerste die een vllsg- tochtje meemaakte was de 80-jarlge burger vader t Muntmeteroplichting. Dezer dagen kwam een beambte van de gasfabriek te Delft b| bet ledigen van den muntgasmeter ten huize van een bewoner van de Doelenstraat tot de ontdekking dat inplaats van kwartjes centen In den meter waren geworpen. De vrouw kon het ontbrekende niet aanzuiveren, haar man verdiende te weinig. 't Is maar wat men weinig noemt. De man dezer vrouw had n.L in den t|d van vier weken en twee dagen precies f 405 verdiend met het lossen van steenkolen voor de gas fabriek, zooals uit de boeken bleek. Slechts twee dagen te voren had h| het laatste vier de gedeelte daarvan ontvangen. Een kazernrbrand door boos opset f Gister nacht brak in de kaz .rne te Atsen brand uit op de rustkamer van de 2e compagnie, Ie bataljon, le regiment Infanterie, alwaar een zestal gevulde stroozakken, welke aldaar wor den bewaard, in ilchttelaaie stonden, terwijl ook de zolder en vloer reeds waren aangetast. De sergeant-wachteommardant die den brand ontdekte, wekte spoedig een aantal onder officieren en met vereende krachten was men ds brand spceCig meester. Was de brand later ontdekt, de gevolgen waren niet te over zien geweest, daar zien boven de rustkamer een kleedingskamer bevond. Omtrent de oor zaak tast men neg in het duister. Het onge wone uur doet vermoeden, dat opzet niet is buitengesloten, te meer daar rustkamers in den regel des avonds niet meer betreden worden. Verschillende militaire autoriteiten, ook da garnizoens-eomm., waren spoedig ter plaatse. De gemeente-stoomspuit, die ook aanwezig was, behoefde niet in dienst te worden ge steld. Een streng onderzoek is ingesteld. Een vorstelijke gift. Men meldt uit Wor- mervaer d.d. 26 September aan het N. v. d. D. Heden hebben eenige ingezetenen aan den Burgemeester een bedrag van f 60 000 ge schonken met het recht van vrije beschikking. Burgemeester „Cluysaer aanvaarde deze vor stelijke gift als een hernieuwd bew|s van welwillende gevoelens der milde gevers je gens de gemeente Wormerveer en haar Bur gemeester. Hij zeide het bedrag ter hand te zullen stellen aan pastoor Rombouts voor zitter der Vereeniglng tot stichting en in standhouding van een Centraal Ziekenhuis in de Zaanstreek, hetwelk beheerd zal worden door de Eerwaarde zuster Franciscanessen. De Burgemeester zeide overtuigd te z|n dat deze stichting een zegen zal worden voor het uitgestrekte industriegebied. Slachtoffers van den woningnood. De „Zoom" meldt: Sinds den vorigen winter heeft zich te Steenbergen iemand met z|n gezin gevestigd, wiens levensbaan weinig l|kt op die van een normaal mensch. Wegens verdeling werd h| dezen winter uit z|n huls gezet. Toen nam h| z|n toevlucht tot de schuil plaatsen door de militairen hier gemaakt. Toen deze werden afgebroken werd h| ondergebracht in een schuurtje van de ge meente. En toen hij ten langen laatste hier uit werd verdreven, kroop bij met z|n ega in ten droge sloot. Z|a kinderen waren reeds door den Voog dijraad opgenomen. Afslag op Woensdag October 1919 in het logement van P. M Schipper te Nieuwe Tonge des nam, 3 uur van 5 hectaren 82 aren 55 centiaren bouwland, en in het loge ment van A. T. Waare Zn. te Oude Tonge des avonds 7 uur van een huis aan de Voor staat A 16 te Oude Tonge, groot 1 are 73 centiaren. Notaris VAN ISPELEN., Verhuring b| inschrijving voor 3 jaren van 3-58 00 H.A. oude klaver onder Geervliet In den polder Oud-Stompaard, In huur b| J. Kranendonk. Inlichtingen uitsluitend ten kantore van ondergeteekende alwaar de voorwaarden ter lezing liggen en de lnschr|vingsbiljetten moeten worden ingeleverd vóór of op 4 Oc tober a.s. Notaris LOEFF. door HUGO KINGMANS. 1) (Auteursrecht voorbehouden). I. „Ze zeggen, dat s|n zaken best gaan. Maar h| mag toch wel oppassen. Ze zeggen, dat h| speculeert en 't Kost twee en vijftig cent", zei baas Jansen kort en scheurde de broodkaart af. De klant keek toch wel wat „beduusd". Och, de menschen praten zooveel", zei h| dan vergoel|kend. „Je moet je daar maar niet te veel van aantrekken." „Laat leder zich met z'n eigen zaken bemoeien", zei de bakker en liet z'n klant, zeer onbeleefd, alleen In den winkel staan. Deze schudde het hoofd, ging heen: .Ja, 't is ongelukkig en 't is hard, als je maar één jongen hebt en die is, behalve ongelukkig, nog zoo slecht", mompelde h|, „jammer van die Jansen, 't Is zoo'n rechtschapen kerel". De „rechtschapen kerel" trad het] kleine vertrekje naast z|n winkel binnen, balde even de vuisten, maar zuchtte dan diep. Nooit had men iets op de Janssens aan te merken gehad. Van ouder op kind was het op het dorp alt|d geweest: Jansen 09 hakker. Nooit was over de familie één woord gevallen. En nu gaat daar z'a jongen, z'n eenige zoon, over de tong. O, 'i was God geklaagd, zoo'n doeniet, zoo'n deugniet 't Was Berend Jansen zuchtte Daar werd h| binnen geroepen, om te eten. Aan de tafel zaten z| op hem te wachten. H| keek naar z'n alt|d-bedr|vige vrouw, klein vrouwtje maar, niet snugger, maar die hem toch steeds een hulpe was; naar z|n dochter Mieke, die gelukkig de laatste maan den wat opknapte, zwak als z| al rijd was geweest, terwjjl tenslotte z|n oog met wel gevallen bieef rusten op Harm, robuste kerel, met wel ls-waar de „bakkerskleur" op het gelaat, maar toch kerngezond. En voor de zooveelste maal kwam dé verzuchting b| hem op: „Was m|n zoon alt|d maar zóó geweest. Wat zou ik er dan een plezier van hebben beleefd I" Maar Harm Jansen was Harm Jansen niet. De jongen wist alleen, dat h| Harm heette, Eu verder niets. H| was geen zoon van Berend Jansen, had ook niets van het gluiperig karakter van den zoon. Integendeelhij was eerl|k, rond borstig en werkte in de bakkerij als een mier, niet alleen, omdat het werk hem uiter mate beviel, maar omdat hjj het zich tot plicht had gesteld, dankbaarheid, overvloedige dankbaarheid te toonen jegens z|n weldoe ners voor hem, den eenzame, den ouderlooze. II. Berend Jansen was laat getrouwd. Hl was al in de dertig, toen h| Saartje van Rooien „vroeg". H| had een ongelukkige liefde gehad op een nab|-dorp. Door een groot misverstand aan haar kant was hun verloving verbroken en z| was met een ander getrouwd. Dat had Berend Jansen zóó aangegrepen, dat h| er niet aan dacht een a dere vrouw te zoeken. H| was Immers in de zaak b| z|n vader. Vader en moeder waren nog kras. Ze konden nog „?g*g mee", grimlachte h|, wanneer z| soms tMspelingen maakten. Dat duurde dan ook ruim tien jaar. Toen stierf, vr§ plotseling, moeder en betrekkelijk even plotseling volgde vader Jansen z'n vrouw naar het graf En Bereisd stond alleen met de zaak, die h| met een volwassen knecht beheerde, zooals al de Janssens, van jaren hèr, het hadden gedaaneerlik en vl|tig. Maar het ging toch niet. Een hul«houden, zonder vrouw, neen, het kón niet. Eu een winkel zonder vrouw, het kon nog minder. H| merkte het: de klanten bleven weg. De vrouwen wilden liever door een vrouw bediend worden. En dkn in huis was het niet allgd even zindelijk, hjj verheelde het zich niet. De werkvrouw, die het huiswerk driemaal per week opknapte, die ook voor hem waschte en naaide, liet wel wat te wenschen over, terw|l h|, tot overmaat van ramp, meende te kunnen constateeren, dat het mensch haar handen niet thuis kon houden Dat alles deed de deur dicht. H| „vroeg" Saartje van Rooien, die z'n aanzoek aannam. (Booze tongen op het dorp beweerden, dat zij reeds lang op hem wachtte I) Het was niet in het vuur der eerste liefde, dat hij trouwde, maar hl bedroog zich niet, toen h| dacht, een goede huisvrouw in haar te zullen vladen. Aanvankelijk scheen, dat hun huwèl|k niet met kinderen zou gezegend worden. Naar buiten liet hij niets merken, maar zfln vrouw wist wel, dat het hem verdriette. Tientallen van jaren was het all|d Jansen geweest op het dorp en nu zou bij z|n dood de zaak In vreemde handen overgaan Het „kwelde" Berend Jansen meer, dan h| voor de buitenwacht wel wilde weten Toen werd hem een kind geboren En het was een zoonl Het kind was echter ongelukkig. Het had een bochel. Maar het was dan toch een zoon I En het vaderhart van Berend Jansen zwol van trots. H| hechtte zich In de eerste jaren sterk aas het kind. Twee jaar later zag nóg een kind het levenslicht. Ditmaal een meisje, dat In het begin zóó zwak was, dat de dokter hoop en moed opgaf. Maar tot aller verwondering bleef het leven, al groeide het dan niet heel voorspoedig op. Zoo gingen in het kleine gezin enkele jaren voorb|. Berend Jansen, die nog al bevriend was met den „meester", had vaak tot dezen gezegd: „Wat hebben jullie, onderwgzers, toch een f|n leventje. Dat zegt 's middags half vier basta en het is afgeloopen. Maat wfl, arme zwoegers". „Wacht maar", had „meesier" dan alt|d geantwoord, „wacht maar, tot je je eigen kinderen hebt op te voeden. Dan zullen we wel eens anders praten". Nooit, nooit had Jansen geweten, hoe vree8el|k moell|k het werk der opvoeding Is I Maar nu ondervond h| het. Vooral met z'n wilden, ongezeggel|kea zoon, die een natuur had, waarvan z'n vader gewoonweg niets begreep I III. Grooter tegenstellingen dan die twee kon den niet bestaan op dit ondermaansche I De vader, rondborstig, eerl|k als goud; de jongen, hoe klein ook nog, gluiperig, snoeperig, oneerl|k. Berend Jansen vroeg zich af, hoe dat in der wereld mogelijk was I H| nam zich voor; het moést er uit. H| probeerde het met harde woorden, met zachte woorden. En toen dat niet hielp, met slèag. H| maakte zich driftig, soms zóó, dat z'n vrouw zich ongerust maakte over hem. Hij was ongenietbaar vaak; z'n vroolijk, opgewekt humeur leed er onder. Hij wilde zoo'n zoon niet. Niemand det Janssen's was ooit zóó geweest. Het moést veranderen. Wat verbeelde dat kind zich wel? H| zou zich laten ringelooren door zoo'n kwajongen?

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1919 | | pagina 5