voor de ^aifdiiollandjielie en Keeuwicbe Eilanden. gaterdag 27 September 1919 Antirevolutionair Eerste Blad, taatssoeialisme. S4"u Jaargang N\ 2532 ..HIT GOUDEN HEET'1, OP'OEI UITKIJK. V I IN HOC SIGNO VINCES W. BOEKHOVEN Zonen, Alle stukken voor de Redactie bestemd, Advertentiën en verdere Administratie franco toe te zenden aan de Uitgevers Motel H@sffturanl PBFtaif B. 0. F. 1.1. LEE-Moomi. I Deze Courant verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG. ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden franco per post 75 Cent bij vooruitbetaling. BUITENLAND bij vooruitbetaling f 5.50 per jaar. AFZONDERLIJKE NUMMERS 5 CENT, UITGEVERS i SOMMELSDIJK. Telefoon Intercommunaal No. 202. ADVERTENTIËN 121/, Cent per regel, RECLAMES 25 Cent per regel. BOEKAANKONDIGING 5 Cent per regeï. DÏENSTAANVRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN 50 Cent per plaatsing. Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan. Advertentiën worden ingewacht tot DINSDAG- en VRilDAGMORGFN 10 UUR, i; Over de beteekenis van dit woord is iedere vijand van sociale wetgeving het eens, en kernachtig ironisch heeft eens iemand gezegd: Het staatssocialisme is een samenstel van wettelijke maatre gelen op sociaal terrein .die men r begeert. PreciesToen Dr. Knyper Ï901 -1905 met zijn verplichte ver zekering kwam; met zijn Arbeidswet enz.toen Talma op zijn voetspoor doorging is 't woord Staatssocialisme in alle klanken gehoord, en meermalen hebben de antirev. Ministers zich moe ten verdedigen, dat ze er wars van waren, 't Was eertijds een groot slag en strijdwoord geworden, waarmee elke voorstander van sociale wetgeving en verdediger van Staatsbemoeiing werd bemoeilijkt, tegengewerkt en aange vallen en in den hoek gedrongen. Staatssocialisme 't was een leuze geworden, om de rechtsche wetsont werpen te verkleineeren, verdacht te maken bij vriend en vijand, en om aan eigen behoudzucht nog een mooien glimp te geven, 't Werd een kracht term en misbruikt om, hij gebrek van gumenten, een wetgever't brandmerk tanda een soort rooje in te branden, én afkeer te wekken van hem en zijn wetgevende producten, 't Staatssocialisme is in Nederland, is in Europa, is door alle eeuwen heen, beleden door sommigen, maar gemeden door de meerderheid, omdat het beginsel als zoodanig vloekt met 't vrijheidsge voel, dat in aller menschen hart troont. Plato bepleitte dat de Staat de kin deren zou opvoeden, en zijn idee, in zijn werk over den idealen Staat neer gelegd, beeft nabootsing gevonden in de moderne onderwijspolitiek, to9n men opvoeding en onderwijs in vrijzinnige kringen ook staatstaak ging heetm, waartegenover dan de eenig juiste be schouwing geplaatst werd, dat de ouders de geroepenen zijn èn naar de Natuur, èa naar den Woords Gods, om voor de voeding en opvoeding hunner kinderen te zorgen, doch dat de Staat recht heeft, ten allen tijde op die op voeding toezicht te houden, want die kinderen zijn aanstonds staatsburgers, van wier geloof, hart, en hoofd, den ken, kennen en kunnen onder Gods zegen 't al of niet welslagen van een Staat en staal sgemean schap kan af hangen Staatssocialisme! Ge vindt 't in de Grieksche, oude wereld, maar ook in den Nieuwen Tijd, toen de Mercantilisten als hun beginsel poneerden, dat de Staat als natuurlijke roeping heeft om 't economisch leven van een volk, zijn handel, scheepvaart, arbeidsindustrle te regelen. De Staat moest overheersehend ingrijpen, niet als noodtoestand, maar als stelsel. En tegenover deze doctrinaire, dog matische leer om den Staat als Staat vader en voogd te doen zijn, niet alleen als er nood was, maar immer; om den Staat als den Albediller te doen op treden en alle particulier initiatief te beletten uit te komen; tegenover die starre leer is de reactie natuurlijk moe ten komen, omdat het levensbeginsel aller individuen de vrijheid is, »Gij zijt tot de vrijheid geroepen,broeders*, zoo sprak de Apostel reeds, en voor hem was dit duizenden malen herhaald. Toen stond tegenover den Albedil lenden Staat de Onthoudende Staat. Het Laat maar waaien stelsel was de flagrante tegenstelling. Laissez faire, laissez aller werd de nieuwe leus der nieuwe economische school Maar die leuze ging te ver. Tusschen Staats overheersching en Staatsnietsdoen is nog een middelweg; en 't is dan ook bij oud en jong bekend hoe dat dogma van Onthouding juist de bron is ge weest, waaruit het Socialisme zich heeft gelaafd Want Staatsonthouding bracht »'t Kapitalisme*, was althans naast de Stoom en naast de Uitvin dingen op allerlei gebied, één der oor zaken, dat Marx aan de Maatschappij zulke strenge verwijten kon doen van kinder- en vrouwenexploitatie, lange werktijden en karige loonen. Heel de Staatssamenleving op sociaal en econo misch gebied in 1800 tot 1870 is door dat dogma van Onthouding beheerscht. En zoowel de Staatssocialist als de man der redelijke vrijheid hebben dat stelsel van Laat-maar-gaan den rug toegekeerd. Aan den ouden Eeredienst van den Staatsgod zooals in verleden oude tijden, maar evenmin aan de geurende offerande opgedragen aan den Vrijheidsgod der 18e eeuw, werd meer gedacht Toch was 't Staatssocialisme daarom niet dood; het verscheen in een nieuw gewaad. Ook 't Manchesterstelsel, de tegenvoeter, was niet dood. Het bleek wel in Duitschland, het klassieke Land van 't Staatssocialisme genoemd. En wie denkt hier niet om Kodbertus, den edelman uit Pemmeren, die de Staat de belichaming van volk en maat schappij achtteaan den Staat opdroeg opperbezitter te zijn van grond en ka pitaal, en de grondeigenaars te maken tot rentmeesters van den Staat En die Staat zal over minimum loon en maximum arbeidsdag beslissen Het Bank- en Verkeerswezen moest aan den Staat, 't Was niet 't oude Staats socialisme, maar 't moderne, staande ouder den haat tegen 't Kapitalisme, beïnvloed door de democratie die 't voor de arbeiders opnam, 't Was een Staatssocialisme uit kapitalische zon den geboren. En Bismarck stond onder den invloed van Rodbeitus. Toen de vermaarde Keizerlijke bood schap van 17 Nov. 1881, de Magna Charta of Groote Grondwet van 't Staatseocialisme, in Duitschland werd uitgevaardigd, werd overal gemompeld, dat Bismarck den Keizer had geïnspi reerd, maar dat Rodbertus de leermees ter van Bismarck was geweest. En wat was nu dat kenmerkende, dat typische Bismarckiaaosche Dit, en 't zijn zijn eigen woordende eenig gezonde grond slag voor een grooten Staat is 't Staats- egoisme" Aan dit Staatsegoisme is alles onderworpen en de verzekeringswetten, door Bismarck geschonken aan 't Duit sche volk,, hadden niet tot ondergrond de welvaaTt der arbeiders, maar de Hoogheid, Vastheid, Welzijn van den Staat En dr. Knijper schreef dan ook terecht in zijn »'t Sociale Vraagstuk en de Chr. religie," dat de school der Staats- socialisten in Von Bismarck haren ge- wenschten staatsman vond. De Arbeid omhoog; de arbeider omhoog; maarniet allereerst om hemdoch om den Staat, iSÊSfö* <SfBd0sa.pt» EosrensteSgar 9SA, ê&B 14739 Direct nabfl de. Hoofdsteeg, -ReUerdaM, DINERSf 1,— m hoogef. 15871 LOGIES MET ONTBI JT f 1.25, f 1.50, ea f 1.75 Tel no. 1532. Aanbevelend, 5Sst doo? iede? aaobevol®® ®d?ss, «aKKHaBgÉRHSHHBHSH» De arbeider en de Verzekeringswetten slechts instrumenten om voor alle vol ken de Staatshoogheid van Duitschland te doen uitkomen. Maar ook de wijsgeeren naast de po litici aanbaden het, Voor den wijsgeer Hegel was de Staat de presente god, met absoluut zelfdoel, wiens almachtige wil recht is en wiens recht nooit onrecht kan wezen Met Bismarkcs en Hegels Staat raag geen burger klagen, dien niet bekritiseeren, met hem niet rede neeren gehoorzamen en getrouw tot den dood is vcor zoo'n Staat en in zoo'nStaat, 't wachtwoord voor Kamer en on derdanen. En daarom werd ook op den Socia- listischen partijdag in 1892 te Erfurt door Liebknecht onder daverend ge juich gezegd: »Hier 'tStaatssocialisme, maar bij ons de ociaal-democratie" en toen sprak ieder 't uit: »De Soci- aaldemokratie heeft met 't Duitsche Staatssocialisme niets gemeen En daar om zei ook mr Troelstra op 31 Mei 1912 ia de Tweede Kamer, toen hem gevraagd werd naar de verhouding van Staatssocialisme en Sociaal-demokratio De Staatssocialist drukt meer op 't woord Staat" en wij drukken 't meest op 't woord socialisme". En toen vervolgde hij: sDe Staatssocblistgebruikt'tSoci alisme om,den Staat te handhaven, maar de Sociaal-democraat gebruikt den Staat om 't socialisme vooruit te brengen. Bismarck en Wagner en Hegel aanba den Staat en al hun sociaal werk was om en voor dien Staat; de heele idee der m nscheüjke persoonlijkheid moest bij zoo'n beginsel sterven en deak om 't cadaverdiscipline en 't militairisme. Maar da Soc Democra tie zoekt 't Volk en heeft daarvoor noodig de Staatsmacht. Die Staatsmacht is maar hulpmiddel. '\Tooit hoofddoel. Slechts dan doel als de hervormingen te langzaam gaan.Dan grijpt Troelstra naar de Staats macht, omdat die in deze tijden alléén helpen kan. En zoo staat 't met de Yrijz. Democr. evenzoo. Ook zij begeeren 't Hegelsche en Bismareksche Staatssocialisme niet, maar eeren de menschelijke persoonlijk heid en prijzen 't particulier initiatief; maar gaat 't te saai, te langzaam in den Staat; lijdt de Gemeenschap scha onder 't treuzelen van de Volkskracht, dan moet die Volkskracht door de Re geering geprikkeld worden en zij stuw kracht verleenen aan dat volk, dat wel wil, maai niet kan. Staatssocialisme ten onrechte verweet men 't aan dr. Kuyper, aan Talma, aan Aalberse, onzen minister maar zij hebben nooit den Ne derlandsehen Staat als zoodanig beoogd nooit 't particulier initiatief uitgejouwd nooit de menschelijke persoonlijkheid uitgedoofdmaar ze moesten den Staat en Staatsgeld benutten, om den ar beider omhoog le krijgen en om alzóó ja krek andersom dan Bis marck om alzoo den Staat als Vadertje overbodig te maken, omdat de „kinderen" „zelfstandig" geworden zijn, om den leiband, weg te kunnen werpen, omdat de staat ze in hun prille jeugd heeft leeren 'oopen. Bij Bismarck was 'tde mensch gaat op in den Staat. Bij onze Sociologen: de Staat is de Toeziener zoolang als 't kan en goed gaat, maar grijpt krachtig in als !t moet. De Flnantiën van onzen Staat. Het jaar '19 was reeds een bang jaar, Het tekort op den Gewonen dienst werd toen geschat op 39 müiioen en de Minister ver klaarde, dat er nog bijkwam voorOnderwgs 35 millioen. Voor Sociale Verzekering 24 mill. Was samen een 90 millioen. Die wilde dekken met een Verhoogde lak. era Ver- mogensb., met een verdubbeling van de Beursbelasfing, met een verhooging van de Personeele belasting, met een hoogeren ac- cgns op 't gcdislelïeerd en met een plaats- kaartenbelastirsg. Een en ander zou 45 ml!l. opbrengen. Hij kwam er dus nog 45 te kort. Die poogde hij te dekken met successie en opcenten, belasting op tabak, op tarief en cacao. Zoo had de Minister dus in '19, op papier tenminste, de 90 millioen. Maar er was 60 miil, noodig voor nieuwe uitgavenallerlei salarisverhoogingen, bijdra ge in 't Zuiderzeefonds, subsidiën of kosten voor Scheepsvaartkanalen, en om die te dekken wilde hg heffen belasting op weelde artikelen en op facturen, registratie, reclame, lucifers, grond en thee en koffie. Maar er was nog 1509 millioen crisis- schuld, en die wilde de Minister in 25 jaar aflossen, door elk jaar 97 millioen af te doen en daarvoor, had hij noodig verdedigings- belastingen, successie, vertnogensaanwasbe- lasting, opcenten op de suiker. Eu van een Heffing in eens wilde hij niets weten. Hoe is 't jaar '59 met zijn begrooting van 340 Riili aan uitgaven geëindigd De Min. schatte de inkomsten op 300 miil. en rekende dus op een tekort van 40 milifoen. Hg meent nu, te mogen vertrouwen, dat 't te kort Bbelang rijk beneden" het daarvoor oorspronkelijk geraamde bedrag zal blij/en. Dat het zoo zij. Maar riawand durft 't te kort over '19 min der schatten dan 20 milüoen. En 't jaar 20 zal volgens raming 53 mill, te kort geven. Is 73 miliioeu Eu de erislsschuid is nog 1200 mill. En de Personeele, en Ink. en Vermog belast. zijn pas verhoogd. De Mi nister moet dus epn toevlucht nemen naar wat in 't vorige jaar wel werd gedreigd, maar toen niet gekomen isWeeldeartikelen- belasting, grondbelasting, tabakbeiasting, successteverhooging, vermogens-aanwasbe- lasting, fiscale herziening van 't tarief, era zegelbelasting, enz. Een lange rg vaa finantleele wetsontwer pen staat dus behandeld te worden. Geen wonder, dat er druk over geschreven wordt om maar een Heffing in een3 te doen. De VrSz. Dera. hebben reeds een wetsvoorstel ingeüierd om 600 mill, te heffen, dl. om een directe belasting te heffen op Vermogen en Bedrijf die 600 mill, gulden zal opbren gen, met 't recht om zijn belasting in 10 jaar te voldoen. We schorten ons oordeel nog even op, maar die 10 jaar staan ons niet erg aan. Zoo blijft 'i toch ook lapwerk. De Minister wil de 1200 mill crisisschuld dekken in 25 jaar; de Vrijz. Dem. 6C0 mill, in 10 jaar, maar over 10 jaar heeft de Min, ook 600 mill, gedelgd, net zoo goed als de Vrijz. Dem. We komen op deze zaak nog eens terug Dit staat vast: Het jaar '20 zal weer een kwaad jaar zijn voor onze beurzen. Maar de Minister is de schuld van den oorlog niet. Nadruk verboden. „U moogt 'm houden," zei de vrouw. Ze was werkster bg een mijner vrienden en met dat 'm bedoelde ze 'n brief, dien ze mijn vriend had laten iezen. „Kan ik er mee doen, wat ik wil?' „Gerust, m'neer! 'k heb er geen zwak op." Zoo kwam de brief bij mij. M'n vriend vond hem „een feeken des tijas", naar hij zei en ik kon hem geen on gel ijk geven, in dien zin, dat ik er een öioevig staalije in zag van nationale deca dentie, oftewel vadedandsche verzakking in zeddijken zin. De brief was van Teunis Smit. Wij kenden hem best, hier bg ons. Een lastig stuk eten, die graag weinig werkte en liefst veel te zeggen had: praats voor drie, wijl zijn lange tong in geen de minste verhouding stond tot zijn bekrompen verstand. Viel er wat te „halen" of te „trekken", hy was er 't eerste bij en 't was nooit naar zijn zin. Maar wie hem te werken kreeg, h| was timmerman van zijn vak, die was uit 1 Voor eerst verstond hij zijn vak maar half, al meende hij ook, dat-ie als architect kon op treden, als-ie maar 'n beetje meer opleiding had gehad en in de tweede plaats was-ie'n treuzelaar, eerste klas. Veel piezier had de gemeente van hem niet. Zijn vrouw's voornaamste zorg was, hoe ze zich met lintjes en strikjes wat opsieren zou, ai was 't bij baar thuis ook nog zoo'n vale, kale boel en hun beider twee kinders waren de gemeentelijke bandieten bij uitne mendheid. Zelfs zijn eigen familie had weinig met Teunis op. H§ had hier twee zusters, beide knap ge trouwd, met fatsoenlijke arbeiders, die Teu nis gewoon een slampamper en een klap- looper noemden, welke namen nu juist niet getuigden vaa veel aangehuwde familie- tiarteiijkheid. Vrij plotseling was Teunis Smit verdwenen. Nu 'n anderhalf jaar geleden verspreidde zich plotseling de tijding door de gemeente, dat hij verhuizen ging naar 'n andereplaats en goed acht dagen isier was-ie al wèg c-oknaar een onzer groote steden gegaan, waar *n groot bouwwerk uitgevoerd werd, waarbij hij werk kreeg. Hij had aliang genoeg vaa dit „nest". Er was hier niks te beseven. Je werd hier ziek van saggerQn, enz. enz, zoo had hij zich uitgelaten in de her berg, waar-ie z'n laatsten Zondagavond door bracht, liever dau te zilten bij z.'n zwagers „die 'm aankeken of ze 'm keten wouën" wat nu r,ïst precies waar was, maar die waarschijnlijk hun vreugde over zijn ver dwijning niet geheel hadden kunnen verbergen. Enfin, 'n paar degen Sater ging hg. E« toen hg weg wis en de mecschen es eerlijk tegen elkander opbiechtten, stond men er toch verbaasd van op hoeveel verschil lende plaatsen ia zoo'n kleine gemeente één zoo'n gezin wei schuid had kunnen raafeen Dat geld was natuurlek weg Daar was men 't roetend over eens. En nadat hem de eerste dagen eenige frissc'ne, krachtige woorden zijn achterna gezonden, zweeg de gemeente al gauw over Teunis Smit. Hijzelf liet ook niets van zich hooren. 'n Enkele keer es 'n enkele prentkaart met 'n paar woorden er op. Tot nu plotseling zijn zuster, die werkster was bij mijn vriend, een vrij uitvoerigen brief van hem gekregen had, dse ze op zijn verzoek mijn vriend iezen liet en dien hij houden mocht, omdat er absoluut geen fa miliezaken in behardeid werden en zij brie ven toch nooit bewaarde. Zoo kwam, sis ik zei, de brief bij mg. Ess ik vond hem, 'k zul niet zeggen be langrijk, maar curieus genoeg, om hem af te schrijven en te laten drukken. Hij kan leerzaam zijn, misschien Aiieen ben ik zoo vrij, den brief niet ge heel woordelijk en letterlijk af te laten druk ken. Teunis Smit was op school al evenmin een bolleboos sis later bfj z$n baas en daarom heb ik zijn brief ven taalfouten ge zuiverd, van de noodigeieesteekens voorzien en hier en daar een andere woordschikking aangebracht, maar de zin, daarvan kan men zeker zijn, is geheel onveranderd ge bleven. Het bleef Teunh Smit, vaa top tot teen. Begin dan luidde aidus Beminde Zuster „DM kon iets minder," zei deze tegen nigts vriend, „zóo beminnelijk is Teun nooit ge weest I" „Neen, hg zegt juist dat jjj „beminnelijk" bent" Hm 1" was het veelzeggend antwoord. 't Zat haar ook dwars, dat haar man, de zwager, straal genegeerd werd.

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1919 | | pagina 1