Yoor die Zuidhollandselie en Zeeuwüclie Eilanden. Zaterdag 20 September 1U 34ste Jaargang N9. 2530 Antirevolutionair w1 Eerste Blad. c i -i IN HOC SIGNO VINCES „HET GOUDEN HERT", W. BOEKHOVEN Zonen, Alle stukken voor de Redactie bestemd, Advertentiën en verdere Administratie franco toe te zenden aan de Uitgevers ¥drsenigifig van Middaihar- nis en Sonimefsdijk, Zie kenhuis sn Openbare Lees zaal m Bibliotheek. itote! M©»isuraïii pt® Bsseraesgêsigtsi" 63A, Gedk 14739 15871 LOGIES MET OMTBIJT pprlaif t 0, F. i i LEE-Möüuêb Deze Courant verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG. ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden franco per post 75 Cent bij vooruitbetaling. BUITENLAND bij vooruitbetaling f 5.50 per jaar. AFZONDERLIJKE NUMMERS 5 CENT. UITGEVERS SOMMELSDUK. Telefoon Intercommunaal No. 202. ADVERTENTIËN 12»/j Cent per regel, RECLAMES 25 Cent per regel. BOEKAANKONDIGING 5 Cent per regel. DIF.NSTAANVRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN 50 Cent per plaatsing. Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan. Advertentiën worden ingewacht tot DINSDAG- en VRijDAGMORGFN 10 UUR. Inleiding. Van de door u aangeboden gelegenheid om in dit blad een uiteenzetting te geven van de denkbeelden, die ik huldig omtrent de drie belangrijke voorstellen, door de Vrijz Dem. raadsfractie te Midddha: nis ingediend, maak ik gaarne er. met dankbaarheid ge bruik. Dit betoog zal niet alleen een verde diging zijn, het zal tevens tot opheldering en geru8telling strekken voor velen, die ons hebben misverstaan In eer, pleidooi voorde voorstellen zelve zal ik thans niet treden, omdat ik mag veronderstellen, dat alle toon aangevende leiders van de meest ulteenloo- pende partijen het gewenschte en het nood zakelijke er van inzien. Thaas moeten we gezamenlijk de meest geschikte wegen vinden, die leiden tot het gemeenschappelijke doel. Vandaar mijn hoop, dat niet alleen uw ea mijn opvatting zuilen worden gehoord, maar dat de ontwaakte be langstelling zich zal uiten in adviezen in de bladen, opdat in dien st.ijd der nieeningen de geschikte oplossing te voorschijn komt. HET ZIEKENHUIS. Dit onderwerp plaats ik bovenaan, het is m.i. het belangrijkste. Niet aiieen, omdat ik de verzorging der zieken stel boven alles, wat •Pie beide andere voorstellen ons kunnen brengen, maar het is ook een zaak voor het geheele eiland Wanneer mijn artikel er toe bij kan dragen alleen slapende geesten wakker te schudden, langzamer te dwingen tot sneller tempo, dan ben ik niet geheel en al voldaan. Neen, het is mijn doel tot een mobilisatie van alle krachten, van Ouddorp tot aan Ooltgensplaat. Slechts dan, wanneer alles in het geweer komt, is de stichting van een Ziekenhuis verzekerd. Er bestaat een fundamenteel verschil ius- schen uw opvatting en de mfne. Naar aan leiding van onze voorstellen volgt in uw blad na het hoofdartikel een driestar over „De taak der Overheid". (Deze driestar was niet van ons en drukte ons gevoelen niet uit. Red) Daarin breekt uw redactie een lans tegen het staatssocialisme en brengt deze leer in verband met het optreden der Vrjjz. Dem die alle particulier initiatief zouden willen dooden. Neen, onze partij wil de staatsbemoeiing niet grooter maken dan noodig is, ook wij hebben een afkeer van het distributiestelsel uit den oorlogstijd, dat den landbouwer, den handelsman bijna tot staatsambtenaar stempelde. Wij willen en dat scheidt ons, Vrflz. Dem., van de Socia listen de vrije concurrentie handhaven, want het egoïsme, waarvan het bestaan nu eenmaal niet te loochenen valt, prikkelt den mensch tot werken en die arbeidt maakt door zijn productie de weivaart van een volk uit. We willen slechts de ontwikkeiingsvoor- waarden voor allen zooveel mogelijk gelijk maken. Moeten nu ook die plannen van een zie kenhuis en leeszaal teruggebracht worden tot het terrein der vrije concurrentie Im mers neen, dit is een zaak vcor allen, hier ligt een taak voor de overheid. Dit zal ik u thans aantoonen. „De schade, welke de gemeenschap in allerlei vorm door ziekte lijdt, is zoo groot, dat ze nauwelijks onder cijfers te brengen Is". In Duit8chland werd in 1909 aan kosten van ziek'e-, invallditelts-, en ongevallenver zekering 720 millioen Mark besteed. Slechts het vierde deel der bevolking was verze kerd. We mogen dus de jaar lij ksche uitgaven door ziekte aan de gemeenschap opgelegd voor Duitschlar.d schatten op bijna 3000 miljoen Mark. Doch nog andere kosten zijn van het voorkomen van ziekte het gevolg. Die welke veroorzaakt zijn door het met ziekte genaard gaande arbeidsverlies, zijn in bovengenoem de getallen slecht3 ten deele begrepen. Hoe arbeidsverlies leiden kan tot mindere wel vaart, moet ons, kinderen der 20ste eeuw, al heel duidelijk zijn, als we zien, hoe juist mede door de mindere productie, als gevolg der oorlogsjaren, de levensstandaard zoo enorm is gestegen. Wanneer b.v. een kind var. tien jaar sterf t, dan lijdt ook uit een economisch oogpunt de maatschappij groot veilles immers aile kos ten aan dat kind besteed, zijn verloren, want die hebben hun rente niet kunnen opbren gen, daar dat kind ss heengegaan, voordat het zeif vöorjde maatschappij heeft kunnen preduceeren. Is er veel ziekte, is er veel sterfte van kinderen en menschen in de bloei van hun leven, dan zal de wereldproductie dalen en de geheele menschheid moet daar onder lijden. De gevoelsfactoren wil ik dit maal ia mijn betoog nog achterwege laten. Vandaar, dat wij rneenea, met dit alles voor oogen, dat „een goede ziekenverzorging is een volksbelang, dat op ééa lijn staat met deugdelijk onderwijs, met goede verkeers wegen en verkeersmiddelen, met rechts en andere instellingen, waarop dc geordende maatschappij steunt. Wil dit nu zeggen, dat we alle particuliere hulp. willen dooden Het tegendeel ts waar. Het doet mij genoegen, dat de secretaris van het ziekenfonds, de heer Van Eek op een openbare vergadering verklaarde, dat dc ontstemming door ons voorstel aanvankelijk gewekt, door onze nadere toelichting is weg genomen. Ik wil thans verder gaan. Ik wil hier hulde brengen aan die mannen die reeds meerdere jaren nuttigen pioniersarbeidhebben verricht. Waar de redactie van uw blad zelf erkent, dat het kleine ziekenfonds een te zwakke organisatie ie, is het duidelijk, dat andere hulptroepen moeten aanrukken. Nu zijn de verschillende belangen en orga nisaties op dit eiland veelal niet vrij van onderlinge concurrentie. Dat kan aan de gemeenschappelijke zaak veel kwaad doen. En daarom lijkt het m.i. het best, dat er boven alles, wat mee werken kan, één cen trale organisatie is voor het geheele eiland, waarin b.v. alle burgemeesters zouoen zitting nemen met twee raadsleden uit ieder dorp naast zich. Het behoeft geen betoog, dat het hoogst gewenscht is, dat die twee raadsleden van verschillende kleur moeten zijn. Want die centrale commissie heeft vooral één ding noodig: autoriteit. Van die commissie moet een machtige propaganda uitgaan om de noodige geld middelen bijeen te brengen. Het penningske der weduwe moet naast het goud van den rijke dankbaar worden geaccepteerd. Waar voor de R. H. B. S. reeds aanzie, lijke som men bijeengebracht moesten worden om de stichting mogelijk te maken, terwijl die in richting toch slechts een beperkt deel der bevolking ten goede komt, heb ik alle hoop waar hei nu een belang is, dat allen zonder uitzondering geldt, de giften ruimschoots kunnen, neen moeten toevloeien. Overwegin gen van naastenliefde zuilen hoogeiijk ge- waardeeid worden, maar Indien men zich de gevaren en onkosten indenkt, die een transport naar een stad meebrengt, dan za' een zuiver egonme, gepaard met gezond verstand, ook tot aanzienlijke giften reeds moeten leiden. la de tweede piaats moet die centrale commissie de band zijn, waarin de andere organisaties elkaar vinden. Want niets, dat nuttig werk kan doen, mag worden voorbij gegaan het ziekenfonds, het Groene Kruis, de Maatschappij tot Bevordering der Genees kunst (de dokters), het Nut etc. Waarschijnlijk kon ieder dier vereeningingen of door dezen aangewezen commissie zich met een aparte taak belasten. Verder kan ik hierop niet in gaan, ik ben geen medicus en begeef mij liever niet op glad ijs. Maar een centrale commissie met veel autoriteit moet er zfn, Ia verband hiermee Is het niet onmogelijk, dat de Vrijz. Dem. in den Raad yan Middelharnls nog een voorstel zullen indienen, waarbij de andere raden op dit eiland uitgenoodigd zullen worden het voorbeeld van Middelharnis te volgen. Te meer, omdat de gemeenten ook wel finantieel zullen moeten bijspringen. Alles moet nu aan het werk. Ook uit een ethisch oogpunt is het niet ongewenscht, dat wie meewerken kan, ook in de gelegenheid daartoe wordt gesteld. Alle kleinere gevoelens, als gekwetst eergevoel, etc, moeten we onderdrukken en onze gevoelens in overeenstemming brengen met de waarlijk grootsche oogenblikken, die we thans op dit eiland beieven We moeten in de ziekenhuiskwestie bezield zijn van slechts één gedachte, in twee woorden saam te vattenHet moet. OPENBARE LEESZAAL EN BIBLIOTHEEK. We leven tegenwoordig in een vluggen Direct r.ab§ de_Hoo!dste?5g, DINERS/" 1,— ea hoc get, f 1.25, f 1.50, en f 1.75 Tel. Bo. 1§S2. Aanbevelend, door hvsé&r as»i>.ev«i«a «drea. tijd De gebeurtenissen van gisteren zijn heden verouderd. Zoo gaat het ook nu ia het kleine wereidje, dat we Middelharnis en Sorameldijk noemen. Ook ten opzichte van de Leeszaal en Bibliotheek verschilt inijn meerling principieel met die van uw redactie. Wij meenen dat de overteiö wel degelijk ook hier z^n plicht heeft, w? beschouwen deze inrichtingen als een school van voortgezet ouderwijs. Lange jaren is het onderricht na den leerplichtigen leeftijd verwaarloosd. En toch, de ervaring leert, dat de welvaart van een volkniet ligt in zjjn gunstige ligging enz. maar in dekracht van zijn geest, de degelijkheid van zijn karakter. De tegenwoordige minister van ouderwijs, Dr. De Visser, Chr. Hist van beginsel, heeft eens ongeyeer gezegd Hei bibliotheekwezen is geen particuliere liefhebberij, maar een zaak voor het geheele volk, net als het onderwas. De materieele welvaart van een volk toch is afhankelijk van zijn ontwik keling. Ik voor mij voel mij nader aangetrokken tot het standpuni van dezen oud-predikant dan tot dat van uw redactie. In Engeland werd 14 Augustus 1850 de Koninklijke be krachtiging gegeven aan een wet, die de gemeentes bet recht gaf een afzor.detlijke belasting ts heffen voor het oprichten en onderhouden van bibliotheken. Ja, nog erger, in sommige Staten van Noord-Amerika is het de s ge-meeaten als plicht opgelegd zoo danige in'ichtiagen ie openen en te onder houden. Dat wil nu niet zeggen, dat wij zoover gaan moeten. Maar wel kan men hier uit leeren, dat het bibliotheekwezen ook elders ais een Overheidszaak is gevoeld. Het beheer van leeszaal en bibioiheek kan dus uitgaan van de overheid, zoowel als van particulieren. Over het meest wenschelljkï wordt door bevoegden op dit gebied ver schillend gedacht. Wijlen de heer Van Rijn, die de Rotterdamsche gemeentebibliotheek gemaakt heeft tot één van de schitterendste van ons iand, was een verwoed voorstander van gemeentelijke exploitatie Een ander des kundige, Prof. Moleagraaff heeft op de on toereikendheid, het betrekkelijk onvermogen van hst particuliere ondernemen gewezen. En tot slot een uitlating van den grooten kenner Dr. Greve, die gepromoveerd is op een proefschrift, dat over het bibliotheek wezen handelde: Exploitatie doo vereenigin- gen alleen is verkeerd. We moeten niet vergeten, dat de particu liere instelling aan haar ondergeschikten nooit die vastheid van positie kan geven als een gemeente instelling, Wordt hier de bibliotheek een particuliere instelling, dan moeten we althans trachten het personeel ten naastenbij op te nemen in het corps ge meente ambtenaren. Dat wil nog niet zeggen, dat de gemeente de salarissen moet betalen, maar gewenscht zou het althans zijn, dat ze het risico voor ziekte, invaliditeit en ouderdom op zich nam Daartegenover zou ia de Statuten weer een bepaling opgenomen kunnen worden, dat bij ontbinding der particuliere vereeniging de bezittingen der bibliotheek aan de gemeente moeten vervallen. Hebben w? principieele bezwaren tegen een particuliere onderneming? Neen, Waar om dan ons voorstel om te komen tot een gemeentelijke instelling? Korten tijd voorde eerste raadszitting bereikten ons berichten, dat de heer Bouman tegen den 3enSeptem ber een commissie zou bijeenroepen voor de totstand komen van een bibliotheek. Nu waren wij bevreesd, dat er gevaar bestond voor een ni -t-neutrale inrichting en daar een gemeente instelling niet anders dan neutraal kan z?n, achtten wg het in dit bijzonder geval onzen plicht jegens de kiezers, de plan nen van den heer Bouman te „doorkruisen." En wij waren niet de eenigen, die vreesden. Wij vernamen dat enkele commissie ieden omtrent het neutrale van het voornemen van den burgemeester eerst gerust gesteld wilden worden, aisvorens verdere medewerking toe te zeggen. Uit welke ptrsotien bestond die commissie- Bonman Ulr de beide Protestantscbe geeste lijken en de hoofden der onderwijsinrichtin gen. Voor de samenstelling dier commissie heb ik geen lof kunnen vinden. In groote meerderheid was ze samengesteld uit politieke geestverwanten en onderge schikte ambtenaren. Let wel, het is niet mijn bedoeling ook maar iets ten nadeele van die pesonen tc zeggen; ik weet, dat daar man nen onder gevonden worden met groote on afhankelijkheid var, karakter. Maar ik moet het in den heer Bouman tot rnSn grooten spijt laken, dat hij voor het doordrijven van ziju denkbeelden meende te moeten speculee- ren op de gevoelens van afhankelijkheid zijner ondergeschikten. Want van die verden king kunnen we ons niet losmaken. En waar is het bovendien voor noodig dat die commissie bijna uitsluitend bestaat uit opvoeders der jeugd? Zeker, ook zij moeten vertegenwoordigd zijn, maar een eerste eisch bij de oprichting van een instelling als deze is, dat ze het vertrouwen krijgt van geheel de bevolking. En dat kan alleen, indien iu die commissie opgenomen zijn de toon aan gevende mannen op alle gebied der samen leving, Het spijt me thans, dat ik over me zelf moet schrijven. Maar wat ik voel, moet mij uit het hart. Ik ben de eerste geweest, die in Middelharnis de oprichting van een Openb. Leeszaal en Bibl. openlijk heb verdedigd, die gezorgd heb, dat dit punt kwam op het pogram der Vrijz. Dem. Ea nu meen ik dat de heer Bouman moreele verplichtingen had om ook de medewerking van den voorzitter der Vrij2 Dem. in te roepen. Te meer, daar in zijn commissie juist detweeintellectueele krachten der anti-rev. vertegenwoordigd zijn. Het heeft op ons den indruk gemaakt, de wethouders benoeming heeft ons in dat wantrouwen gestijfd, dat van de tegen- part? alles in het werk gesteld zou worden om ons uit te sluiten van de voorbereiding van datgene, waartoe wij het Initiatief hebben genomen en waaraan we ons hart hadden verpand. Maar ik miste nog meer personen. Ook de heer Van Zuylen, die veel invloed ten goede kan oefenen door zijn blad, iemand, die tevens eandidaat in de letteren is, had niet uitgesloten mogen worden. Evenmin een der bestuursleden van het Nut. Weet men wel, dat het hoofdbe.-tuur van die maatschappij jaarlijks f 1000 uit moet trekken om de op richting van bibllotheeken op het platteland mogei'gk te maken? Zoo kon Middelharnis misschien alreeds over f 500 oprichtings kapitaal beschikken. Het passeeren van den voorzitter van het Nut, den heer van As, lijkt mij een groote fout. En waar fs nu de vertegenwoordiger van den landbouw Daar iedere bibliotheek zich allengs aan past aan de behoeften van de omgeving, zal de litteratuur over landbouw percentsgewijze sterk vertegenwoordigd dienen te zijn. Het was zaak geweest den boerenstand terstond te winnen. Maar dit alles is nog niet het ergste. Wan- neer a! die werkzaamheden voorloopigwaren geweest en definitieve besluiten eerst had den genomen geworden na een datum, waarop ieder in de gelegenheid wa3 geweest lid te word-n, dan had nog alles terecht kun nen komen. Doch die voorioopige werkzaam heid lag niet in het voornemen van den heer Bouman Op een vergadering van genoemde commissie wordt de vereeniging geconstitu eerd en Koninklijke goedkeuring van de Statuten zal aangevraagd worden Zoo maken daar tien menschen uit, hoe de toekomstige Openb. Leesz. en Bibl. zal worden beheerd. Dit is niet» de manier om een vereeniging op stevigen grondslag te vestigen. Daar werd verder voorgesteld om de leeszaal 's Zondags te sluiten. Van de aanneming of verwerping stelt de heer Bouman zijn verdere mede werking afhankelijk. Zoo drijft een burge meester in die, door hem zelf samengestelde vereeniging, zijn zin met geweld door. Als Iedereen ia de gelegenheid was geweest lid te worden en als dan bij meerderheid van stemmen was uitgemaakt, dat de leeszaal 's Zondigs al of niet open zou zijn, dan had de minderheid loyaal aan de meerderheid moeten onderwerpen. Doch nu wordt leder lid reeds bij voorbaat genoodzaakt zieb bij deze kwestie als een fait accompli neer te leggen. Het zij mij vergund in het voorbijgaan over die Zocdagsslulting m?n meening te zeggen. Boeken worden nergens 's Zondags uitgeleend, het gaat dus alleen over het al of niet gesloten zijn van de leeszaal. We mogen dit voorat niet vergelijken met het sluiten der herbergen. Deze leeszaal moet het volk beter maken, opvoeden. Nu vraag in, speciaal aan gereformeerde ouders, die de macht over hun aankomende knapen en meisjes gaan verliezen„Waar ziet gij uw kinderen liever, daar, waar in hun zedelijk leven wonden geslagen worden, die nimmer heelen, of daar, waar ze rustig achter een boek of tijdschrift op edele wijze hun tijd passeeren. We kunnen de Zondagsrust toch niet ten top voeren. Heeft men ook Christus niet verweten, dat Hij den Sabbath schond Moet, in onzen tijd de politie op Zondag vrijgesteld worden van haar verpUchtingen Dat is voor ieders gevoel thans onmogelijk. Zoo moet men ook staan tegenover die lees zaal. Waar de politie dikwerf ingrijpt, als het te laat is, als het feit reeds is geschied, moet deze leeszaal er vooral toe meewerken om die misstaaden te voorkomen. We willen er gaarne toe meewerken, dat gedurende de kerkuren de leeszaal gesloten zal zijn en wij achten het niet ongewenscht dat op Zondag speciaal ruimschoots gods dienstige lectuur in de leeszaal aanwezig zal zijn. Op een w?ze, als de heer Bouman te werk ging, richt men geen bloeiende in stelling op. Ik ben er bijna van overtuigd volgens inlichtingen, waarover ik nu beschik dat hij groote moeite za! hebben subsi dies los te maken voor een leeszaal, op een dergelijke wijze opgericht. Toen heb ik besioten, dat zoo niet verder gehandeld zou worden. Daarom heb ik op gericht een „Comité om te komen tot op richting van een Openb. Leeszaal en Bibl." Vootloopig niet tegen den heer Bouman. We zullen eerst trachten met hem tot samen werking te komen, tot samensmelting van z|n vereeniging met ons comité. Maar dat kunnen we alleen doen op dezen eisch, dat alle kwesties, die geschillen kunnen ver wekken, uitgesteld zullen worden tot een datum, waarop iedereen lid heeft kunnen worden en dus medegerechtigd zal z?n om mee te spreken, hoe ook zijn vereeniging is ingericht. Mocht de heer Bouman hier niet op in gaan, dan zou mij dat ten zeerste spijten.. Dan zou ik genoodzaakt wezen ook een Openb. Leesz. en Bibl. op te richten En nu weet ik al, dat wanneer één van de twee inrichtingen het moet opgeven, het niet die van het Comité zal zijn. Een mach tigs organisatie, die we noodig hebben, staat reeds achter rae Van verdere hulp zal ik evenmin verstoken blQven, doch daar kan Ik nu nog niet over spreken. Ik smeek nu den heer Boumau in het be lang der zaak niet op den ingeslagen weg verder te gaan. Ik zal de eerste wezen, om ondanks alles wat gebeurd is, met hem op loyale wflze samen te werken. Tot zoover over de bibliothèek. Wat onze raadsfractie onder de veranderde omstandig heden zal doen, weet ik niet; wel weet ik, dat ze onbevangen genoeg is, om alle ver anderingen, inmiddels ontstaan, onder de oogen te zien. VEREENIGING MIDDELHARNIS - SOMMELSDIJK. Over de vereeniging M. S. zal ik kort zijn. Want over het doel z?n wij het eens. Het gaat nu alleen nog maar over de meest geschikte wijze, waarop de vereeniging kan plaats vinden. Het heeft me erg gespetrn, dat u naar aanleiding van den vorm van ons voorstel de eigenliefde der Sommelsdljkers hebt wak ker geroepen. Dit zou gerechtvaardigd ge weest zijn, indien wij de inwoners dier ge meente hadden willen kwetsen. Doch dit is geenszins het geval geweest. Door nu ver keerde vermoedens op te wekken, kan schade geb-acht worden aan een plan, dat uwe re dactie zelf toejuicht. Over den vorm van ons voorstel kan on derhandeld worden. Wanneer uit een tac tisch oogdunt een andere formuleering beter is, dan zie ik er geen bezwaar in, die over te nemen Het is onze fractie niet te doen om de letter der formuleering maar om den geest die er uit spreekt. On3 voorstel is ook te verklaren uit het feit, dat wij uit goede bron wisten, dat de heer Bouman in SommelsdQkze//de kwestie aan de orde sou stellen. In hoeverre h| op

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1919 | | pagina 1