MA
iTIMSEI
Woensdag 3 September 1919
848t* Jaargang N\ 2525,
TERDA.M.
IELHAIIS
nitzler,
I
foor die Kuidhollandsche en Zeenwsche Eilanden,
li
lil
tl I
II
x
1
I
1
weide
ks Landbouw
en enz.
lijsten
Antirevolutionair - ®i|P 1
IN HOC SIGNO VINCES
TRASSEN
RASSEN
RASSEN
erk M.V.R.
TS
rouw)
ITTERDAM.
't Arbeidersleven,
LAID- El TUINBOUW.
UIT DE PERS.
BUITENLAND.
EFOON 8357.
NZAAD ea ME-
worden ook door
s genomen
©O©.-
eeniging
oo.—
nd.
oiddag van
W. BOEKHOVEN Zonen,
Alle stukken voor de Redactie bestemd, Advertentien en verdere Administratie franco toe te zenden aan de Uitgevers.
't Leven der arbeiders, der boeren
arbeiders is zeer verschillend in alle
deelen van Nederland Wie dan ook
meent, dat de loonopgaven de juiste
basis, de eenige grondslag zijn, waar
naar het arbeidersleven moet beoordeeld
worden, vergist zich. Niet alleen zijn er
vaste en losse arbeiders, waarvan de
loonen verschillen, maar de werktijden
zijn ook niet net eender; ook zijn er
zand- en klei- en veengronden,^waarbij
de arbeid op de eerste soort gemakke
lijker is dan op de tweedemaar én bij
zand- én op kleigrond kan er een over
stelpende seizoenarbeid zijn, die tijdelijk
de loonen omhoog jaagt; maar 't feit
staat ook vast, dat de arbeiders bij een
stad als Rotterdam, Amsterdam, Zwolle,
Groningen naar evenredig meer ver
dienen dan wanneer ze in een uithoek
wonen, en de reden ligt voor de hand.
Op 't zand verdient men minder dan
op de klei, niet alleen omdat de arbeids
prestatie minder is, maar om nog twee
andere reden nl. omdat overal in Neder
land, zoowel in Brabant als in Drente,
op 't zand de levensstandaard lager is,
doch ook omdat op 't zand meer voor-
deelen te behalen zijn door 't kleinbe
drijf waartoe 't zand zich meer eigent
dan de klei.
Doch niet alleen de grondsoort geeft
verschil in loon; niet alleen de bijwo
ning bij een stadniet alleen de werk
tijden; niet alleen de seizoensarbeid,
waarbij 't voorkomt, dat de losse ar
beiders zich verplaatsen b.v. in Hooi
en Bietontijd naar streken met enorm,
speciaal hooge leonen, doch er is ook
verschil in flinkheid en geschiktheid
der arbeiders roor bepaalde werkzaam
heden, waardoor .in dagen van plaatse
lijke werkeloosheid die arbeiders of
hun dorp door hun speciale geschiktheid
in eenig onderdeel van 't arbeidersvak,
verlaten en elders van de groote loo
nen gaan profiteeren, of gedoemd zijn
om thuis te blijven, omdat ze hun ar
beidersvak niet volledig verstaan.
Niet iedere arbeider is volleerd in zijn
vak. En daarbij komtniet elke arbei
der is even gehecht aan zijn woning,
niet ieder durft en wil de wereld in,
als men daar werkvolk oproept, en
men blijft thuis om verschillende
redenen.
Is 't arbeidersleven op bovengenoem
de gronden al zeer verschillend op
Flakkee, in Zeeland, in Brabant, Drente,
bij Amsterdam enz., er is nog een om
standigheid, die jmen niet uit het oog
moet verliezen.
Het arbeidersleven heeft vier perio
den
Het eerste: Ongehuwd.
Het tweede: Gehuwd, zonder kinde
ren of weinigen, of vele.
Het derde: de kinderen gaan mee
verdienen.
Het viêrde: de kinderen gaan trouwen.
Dan doet zich in 't eerste geval iets
bijzonders voor nl. dat in den Land
bouw de ongehuwde arbeider, de 18 a
20 jarige, het volle loon verdient, ter
■wijl in den Burgerstand op de jongelui
moet worden bijgepast door de ouders,
de burgerjongens verdienen op 18—20
jarigen leeftijd niet wat ze kosten. Daar
de ouders op tekort. In den
arbeidersstand ia dat ©enigszins anders.
Daar kan een jonge arbeider sparen.
Ea spaart ook in vele gevallen Er zijn
ook opmakers en doorbrengers, maar
die zijn in alle standen. In elk geval:
Die zijn belang begrijpt, spaart en heeft
daar succes mee.
Het tweede geval is somber. Een
arbeider krijgt vier, vijf zes kleine kin
deren. En dan moeten man, vrouw en
kinderen van één mans verdiensten
bestaan, Zeker, bij gelijk loonisertus-
schen twee huishoudens toch nog ver
schil. De eene huismoeder is de andere
niet. De eene] huisvader is de andere
niet. Een huismoeder van zessen
klaar, die van oud iets nieuws kan
maken, zuinig is en elk uur op den
uitkijk staat, dat haar kinderen niet
ravotten en haar kieeren versloneen
enz. enz. Een huisvader, die graag een
borrel gebruikt en voor zijn eigen levens
onderhoud moer bezorgd is dan voor
dat zijner vrouw en kinderen. Een huis
moeder en een huisvader, die econo
misch, di, met inzicht van geldswaar
de, hun moeilijk leven doorworstelen
zijn toch nog andere figuren dan vrouw,
Slet en goor, en Jaap borrel of Hein
veelpraats. Ja, waarlijk! Twee huis
houdens met gelijke inkomsten, met
evenveel kinderen maken op
't publiek en op de buurt, nog niet 't
zelfde effect. Men ziet en ruikt verschil,
Het derde geval is de tijd van finan-
tieelen vooruitgang. Dan begint er
eenige welvaart te gloren. Niet opeens
Want de eerste jaren is er heel wat
noodig, om de oude tekorten aan te
vullen. Beddegoed te kortKieeren als
onder- en bovengoed te kort, 't Meubi
lair aan 't kraken.
De vroegere ondervoeding moet in
gehaald. Openstaande rekeningen mogen
niet openblijven. De kinderen zijn groo-
ter, en dus als 'tkan, oen betere wo
ning met meer slaapplaatsen en meer
beddegoed en meer .verschooning en
meer florisanter voor 't publiek. Want
een arbeider heeft ook eergevoel, ieder
komt graag netjes voor den dag. als
't maar lijen kan Doch omdat er de
eerste jaren zooveel te hernieuwen, aan
te vullen is, genieten de ouders be
trekkelijk minder van de verdiensten
der kinderen, dan 'tzoo oppervlakkig
wel lijkt. Eo die kinderen vragen ook
om zakgeld# Ze hebben een verloofde*.
En Doch genoeg. Meewerkende
kinderen is niet alles winst. Er gaat
heel wat af voor onderhoud. En zijn 't
meisjes, die gaan dienen, dan komt er
een beetje van 't loon in moeders beursje
terecht. iNiet alles is winst, al zijn er
meewerkende kinderen, 't Valt wal eens
tegen. Maar een huisgezin met niet-
werkende kinderen, die naar school
gaan, Zondagsschool, kerk, en dann g
tegenwoordig alles duur in klompen en
schoenen en jurken en dito, dito, plus
's middags nog wat vet ja, dan
komt er heel wat kijken.
Die jongens en meisjes gaan trouwen.
En het meubilair komt er bijna altijd,
'tls ook niet noodig, dat 'tduur zij.
'tls meubilair voor een arbeiderswo
ning; netjes en degelijk, en dat lang
moet duren, want nieuw kuopen, neen.
daar komt in do eerste tien jaar niet
veel van. Maar zijn ze de deur uit, dan
raken vader en moeder over de 50. De
grootste daggelden voor den man raken
zoetjes aan over. Moeder loert op baker
diensten, als bijverdiensten. En lang
zamerhand de getrouwde kinde
ren kunnen hun ouders niet steunen
want's mans ouders zouden moe
ten geholpen worden, maar 's vrouws
ouders ook en zoo krijgen geen
van allen wat. 'tKan ook niet gemist
worden; ja soms wel eens, als vader of
moeder verjaren. Zoo gaat 'tnaar de
60 on 65 en dan komt 't pensioen van
f -3,en f 5,—, Haast gelukkig, dat
ze er 65 zijn. Maar 56 was toch beter
da's wat verder van 't stervens
uur af En door de uitkeering
van 't begrafedisfonds kan hij, de stre
ver sinds 50 jaar naar licht en leven,
een nette teraardebestelling erlangen
en de boer gaat achter de lijk-
statie of bij 6en buitenboer
worden de wagens en paarden in dienst
gesteld van hem, die tusschen die wa
gens en paarden is opgegroeid hij
reed ze vroeger nu rijden ze
hem naar de die stille rustplaats der
dooden, waar geen paardengesnuif en
geen pootgetrappel wordt gehoord
en do oude wordt -door zijn bekenden
in herinnering gehouden en de
weduwe zoekt haar troost bij de kin
deren en kan pleegmoeder van klein
kinderen zijn tot ook zij sterft.
En de kinderen voortzeulen in deDzelf-
den levensgang als hun ouders, niet
beter en niet erger.
Maar bij ziekte? Maar bij invalidi
teit En bij ongevallen En bij lang -
durigen regen of werkeloosheid En bij
ziekte en bevalling der vrouw Is
daarin voorzien door 't Rijk Door den
boer? Door den arbeider?
't Arbeidersleven is een leven in Gods
heerlijke natuur, 'tls geen leven van
fabriekscnenschen In de fabriek is ieder
een nommer. In de natuur is ieder ar
beider een mensch. In de fabriek gilt
de fluit In de natuur roept 't gekwin
keleer der vogels tot arbeid. In do fa
briek krijgt men boete als men te laat
komt. In do natuur is 't boetestelsel
niet bekend, hoewel wel eens noodig.
In de fabriek moet hij zijn werk on
berispelijk afleveren, of hij krijgt boete.
In de natuur loopt "tmet een verma
ning af. In de fabriek moet hij gehoor
zamen, al deugt de grondstof niet, In
de natuur is er samenspreking. In de
fabriek wordt met ziekte, die thuis is,
niet gerekend dan dient hij een
plaatsvervanger te stellen. In de na
tuur werkt men voor en door elkaar.
In de fabriek leeft men onder regle
menten. In de natuur is er zelfs bij
contract en reglement nog overweging
van menschelijkheid. In de fabriek staat
de machine nooit stil. In de natuur is
Zondagsrust en der Ohr. Feestdagen.
In de fabriek maalt men menschen fijn,
zonder dat de machine stopt. Ia de
natuur is er nog eerbied voor 't leven
In de fabriek neen, dan nog lie
ver arbeider in Gods vrije natuur.
J '1
-m
X';
O f 36 50 en hooger
Of 26.50
f 16.— en hooger.
oger.
f 7.75,
SO en hooger.
ii
ING
ver de Nieuwe Markt
ROTTERDAM
osII-
AR-
ER-
ÏAN
iül-
RDEN, TAFELS,
TRIJKPANNEN en
KACHELS, OAS-
oorten fantasie en
Deze Courant verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG.
ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden franco per post 75 Cent b|] vooruitbetaling,
BUITENLAND bij vooruitbetaling f 5.50 per Jaar.
AFZONDERLIJKE NUMMERS 5 CENT.
UITGEVERS:
SOMMELSDIJK,
Telefoon Intercommunaal No. 202.
ADVERTENT1ËN 121/, Cent per regel, RECLAMES 25 Cent per regel.
BOEKAANKONDIGING 5 cent per regel.
DIENSTAANVRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN 50 Cent per plaatsing.
Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die ztj beslaan.
Advertentiën worden ingewacht tot DINSDAG- en VRIJDAGMORGEN 10 UUR.
Voc-derproeven.
Professor Tacke in Bremen voerde met
drie groepen, ieder van zes mest08sen, voe-
derproeven uit, waarbij hij den invloed van
stalstrooisel op de gewichtstoecame der die
ren gedurende een tijd van 10 Novembertot
31 Maart nauwkeurig waarnam.
Ees groep stond op goed turfstrooisel
een tweede op een flinke hoeveelheid deug
delijk stroo van een wintcrhalmgewas,terwijl
een derde groep in 't geheel geen stooisel
ontving.
De stalstanden waren bi] alle groepen na
tuurlijk geiijk. De gewichtstoename bij de
verschillende groepen bedroegen bij
Groep I Turfstrooisel 380 K G.
Groep II Gewoon Stroo 3277 K.G.
Groep III Zonder stroo 233 K.G.
Het rijpen der kaas door middel van
electricitelt.
Vcrsche kaas moet, al naar de soort, dik
wijls weken maanden lang liggen, alvorens zij
de verlangde eigenschappen bezit. Dit lig
gen, alsmede het toezicht en bijkomende
werkzaamheden, veroorzaken niet geringe
onkosten, maken de waar dus duurder.. Het
is onlangs gehikt de versche kaas, met be
hulp van den electrischen stroom, in korten
tijd marktrijp te maken. In een daarvoor
naar vorm en grootte passenden houder
wordt de kaas gedaan, die steeds door ver
sche lucht omgeven Is. Deze houder dient
tegelijkertijd voor electrode. Door de gelijk
tijdige werking van den electrischen stroom
en de doorstroomende lucht wordt de kaas
in een dag geheel rijp, zoodat zij alle eigen
schappen van smaak en reuk van de bele
gen kaas bezit. Een stroom van 10 000 volt
en 0 2 ampère is voor deze bewerking be-
zonder geschikt. Deze uitvinding is vooral
nu zoo groot voordeel, nu het er op aan
komt overal arbeidskrachten te besparen.
C B.
Hoe men een vruchtboom NIET moet
planten.
Peter-Jan heeft op 'n Zondagmiddag na 't
Lof met z'n vrouw uitgemaakt, dat er in den
boomgaard nog best 'a fruitboom kan ge
plant worden. Er is ergens tusschen twee
boomen 't afstand van 'n Meter of 8—9 en
daar kan best nog 'n boom tusschen, meent
de vrouw.
's Maandags rijdt Peter-Jan naar de markt
en 's avonds bij 't thuis komen heeft hij er
waarempel al een meegebracht.
Den volgenden dag, Dinsdagmorgen, is de
baas al vroeg met 't boompje in den tuin.
„Zeg, Nellis", roept de baas tegen den koe
wachter, die juist uit den stal komt, „haal
me de schop es dan zullen we dit boompje
effentjes op z'n plaats zetten".
„Goed, baas", zegt Nellis en haalt direct
de schop.
Op aanwfjzen van Peter-jan graaft hij nu
een gat, juist zoo groot, dat de wortels van
het boompje goed tegen de kanten gedrukt,
er precies in passen.
„H8 staat zoo een beetje te diep, Nellis,
trek 'm es wat booger op. Ziezoo nou is 't
goed. Wacht ik zal hem vast houden, gooi
jQ er dan maar grond op .Ho maar
jongen, genoeg. Nou even aanstampen. En
nou haal je een boonstaak of dunnen heining-
paal".
Spoedig komt de gedienstige koejongen
met 'n eind hout aangeloopen, dat dicht langs
den stam In dan grond wordt geslagen. Of
hij wortels raakt Peter-Jan noch koejongen
denken daar zelfs niet aan. „Nou jongen", zegt
de baas, „hQ staat goed h orl Haalt r,u de
vrouw even, dan kan die 't ook eens komen
zien".
Trien komt met de handen op de heupen
den tuin ingestapt. „Als d'r nou maar gouw
vruchten aan komen, dan bunnen we d'r nog
wat van hebben" zegt ze. Ja, als 't waar is.
'k Denk dat de stakker eer aan z'n dood zal
denken dan aan 't opbrengen van lekker fruit.
'n Paal douwt men in den
grond, maar geen boom
(„Ons Bedrijf",)
Waanzin.
Met afgrijzen en afschuw hebben wij her
haaldelijk de berichten gelezen die tot ons
kwamen uit Rusland en Hongarije en ver
haalden van de verschrikkelijke moordpar
tijen en menschenslachting op groote schaal.
Meermalen hebben wij Wijnkoop over deze
dingen hooren spreken en hij wees dan vol
minachting die „Idiote" beschuldigingen van
de hand. 't Heets steeds: „dat zijn de vuige
lasterpraatjes der contrarevolutionairenleu
gen, niets dan leugen". "Wij herinneren ons
nog goed hoe Winkoop In z'n lQfblad de
Tribune schold en schetterde na den moord
op Liebknecht en Rosa Luxemburg. „Bloed
honden", zoo blonk het, „kapitalistische
bloedhonden en grootmoordenaars".
Winkoop heeft uit een ander vaatie moe
ten tappen, 't Was ten slotte niet meer te
gen te spreken. De ultra-roode heeren in Pe
tersburg en Budapest, organiseerden groote
moordpartijen en 'twas waar, er vloeide zeer,
zeer veel kapltiallstiesch bloed. „Maar wat
nood, schreeuwt Wijnkoop, nu een theatrale
ontkenning niet meer helpt. Wat noodWQ
zitten eenvoudig als rechters over de bour
geoisie. Wij moeten eenvoudig dooden want
de veroordeelden zQn de moordenaars van
het proletariaat."
Ja, eenvoudig! Bij broeder Wijnkoop is
alles eenvoudig, en als hQ er de kans toe
kreeg zou hij ook ons eenvoudige Neder-
iandsche staatsburgers op een eenvoudige
manier om hals helpen.
Hoort hoe de Tribune het opneemt voor
den bloedhond Szamuely, over wlen we
reeds eerder geschreven hebben:
,,Hoe heeft hij de tanden opeengeklemd
met duizend smarten, toen hij den plicht
moest doen dien zijn ambt van hem eischte,
het vreeselijkste ambt dat er bestaat: het
ambt van scherprechter. Maar hij moest doo
den, want de veroordeelden waren de moor
denaars van het proletariaat, waren betaalde
schurken van de contra-revolutie, waren on
taarde wezens, die voor geld bun broeders
verrieden, en het zaad van den moord dui
zendvoudig hadden uitgestrooid. En Szamuely
mocht niet de ontroerde rechter Satnuel uit
den bijbel zijn, Tibor moest dan Tiberius
spelen, hQ moest doen alsof hij bloeddorstig
was, zonder mededoogea schijnbaar, opdat
men hem zoude vreezen.
HQ wist het: zijn naam is het schrikbeeld
dat de kontra-revolutie vrees aanjaagt. HQ
wist dat z|n naam het zwaard van Da
mocles was boven de kwaadwilligen.
„Ze mogen mQ haten", sprak hij tot zich
zelf, „als men mQ maar vreest. Vreest ter-
wille van de zaak".
Maar uw graf is in onze herinnering, Ti
bor Szamuely, en wQ zQn er trotsch op, dat
gQ ons uwe partQgenooten noemdet".
Is dat nu niet de waanzin, de echte bloed
dorstige waanzin Lees het nog eens„Uw
graf is in onze herinnering, Tibor Szamuely,
en wij zQn er trotsch op, dat gQ ons uwe
partQgenooten noemdet".
Is het niet verschrikkelijk. En zulke men
schen loopen in ons vrij landje fierenvroo-
lijk rond. Ze bestellen ergens in het donkere
Zuiden een heerlQk oesterpuddingtje, tooien
zich en hun vrouw met goud en edelgesteente
en onder-de-hand verschijnen ze in groote
zalen voor het proletariaat om de waanzin
ook uit te storten in de harten van de wer
kers. Die menschen worden te gevaarlQk
voor de gemeenschap. Wordt het geen tQd
hen een plaatsje te bezorgen in een welge
bouwd stevig huis, met goed getraliede ven
sters
Het Volk moet van die Tribune-waanzin
ook niets hebben. Het waarschuwt de vol
gelingen met de woorden:
„Uit het feit, dat de Tribune aan deze
weerzinwekkende taal een eereplaats verleent,
kan men afleiden, wat men hier te verwach
ten zou hebben, wanneer de heeren van de
Tribune het hier eens voor het zeggen zou
den krQgen".
Dat is verstandige taal van Het Volk maar
naar het ons voorkomt zou het S. D. A. P.-
blad nog verstandiger hebben gedaan, zoo
ze niet aileen gewezen had op het Tribune-
gevaar, maar het aangehaald zinnetje zoo
had laten af'lruken„Uit het feit enz.
kan men afleiden, wat men hier te verwach
ten zou hebben, wanneer de heeren van de
Tribune en Troelstra het hier eens voor het
zeggen zouden krQgen".
Want tusschen Iroelstra en Wijnkoop
gaapt er heusch geen onoverbrugbare kloof.
Verklaarde Troelstra zich op het congres te
Luzern geen neefje van Lenln Co, O zoo
De waanzin Is niet alleen aan den kant van
WQnkoop, doch ook Troelstra's Idealen ver
liezen zich in bloed en burgerkrQg. Ook in
T;oe!sira'? consequenties de waanzin. Niet
opzettelQk misschien, doch gedwongen door
de volgelingen en door de omstandigheden,
zou ook Troeistra met „opeengeklemde lip
pen de plicht doen die zQn ambt van hem
zou eischea, het vreeselQkste ambt dat er be
staat: het ambt van scherprechter derbour-
geoisie". Onze Courant.
DUITSCHLAND.
Te Harburg is een benzolfabriek in de lucht
gevlogen. De zware muren der gebouwen,
de machines, alles is vernietigd. Uren in den
omtrek is geen vensterruit heel gebleven.
U
ilI
h jvfl
I
M I
ii 1
i 1
n
ïi '3|
x