Eilanden. Woensdag 20 Augustus ÏM9 848i6 Jaargang N\ 2521 Antirevolutionair voor de Kuidhollandüeiie en Orgamm pi Urne „Een School roef den UiP- EN TUINBOUW. Brleten uit het Centrum. W, BOEKHOVEN Zonen, Alle stukken voor de Redactie bestemd, Advertentiën en verdere Administratie franco toe te zenden aan de Uitgevers «hm—■Baaiga»ai3BB3iig53«K^.to»gj«umi i i urn i i«n i.m ■wnm 1 »i' n1'»* i i" 11 wé-^igtALa. Deze Courant verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG. ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden franco per post 75 Cent bij vooruitbetaling, BUITENLAND bij vooruitbetaling f 5.50 per jaar. AFZONDERLIJKE NUMMERS 5 CENT. UITGEVERS SOMMELSDIJK. Telefoon Intercommunaal No. 202. ADVERTENTIËN i27, Cent per regel, RECLAMES 25 Cent per regel. BOEKAANKONDIGING 5 Cent per regel. DIENSTAANVRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN 50 Cent per plaatsing. Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die z(j beslaan. Advertentiën worden Ingewacht tot DINSDAG- en VRÏJDAGMORGFN 10 UUR. 35 Zij hebben desHEEREN Woord verworpen, wat wijsheid zouden zij dan hebben Jer. 8: 9b. 't Zijn bange tijden, die we door leven. Lang gevreesd en toch nog onver wachts brak de groote worsteling uit. De oorlogsvlam sloeg over bergketenen en oceanen 't werd een wereldkrijg Van het Oosten en het Zuiden be nauwde ons het gevaar en ook de zee werd oorlogsgebied; óp en ónder hare golven werd gestreden. Zoo lag Nederland temidden van den vernielenden vuurgloed, die het aan alle zijden omblaakte. Dag en nacht rommelde het in het Zuiden en Westen van den oorlogs- donder. Boven ons ronkten de vliegende; oorlogsmachines en brachten verwoes ting en dood ook binnen onze grenzen En menigen avond vroegen we ons angstig af»Zal het morgen voor ons nog vrede zijn?" Onze mannen en jongelingen waren in het veld hondeidduizenden waren opgeroepen om onze erve te bewaken. Zou het baten We hadden vredemaar ach, 't was de vrede van een belegerde veste. Steeds kariger werd het deel dat ons van den grooten wereldvoorraad werd toegemeten, Nu moesten we waarlijk met angst uitroepen „Wat zullen wij eten, wat zullen wij drinken waarmede zullen we ons kleeden Bij 't dreigend oorlogsgevaar, grimde ons voor de toekomst reeds de aan sluipende hongersnood aan. En toep kwamen watervloeden en pestilentiënd© dood klom in onze ven steren. Ons hart beefde bij de vreeselijke geruchten van opstanden en omwente lingen in andere landen't was alsof de geest uit den afgrond over Europa was losgelaten. En toen het monster, der revolutie zijn klauwen ook naar ons Vaderland uitstak, scheen voor een oogenblik alle hoop om behouden te worden ons te zullen ontzinken. Maar ziet wat niemand mogelijk achtte geschiedde. Eér de vernieling des oorlogs onze grenzen bereikte, werden de zwaarden opgestoken. Juist toen alles ons zou gaan ont breken, kwam er verademing en ook het gevaar der revolutie werd nog he dwongen. Nogmaals had God Nederland gered, Hij had het oor gewend tot onze smee kingen ten tijde ónzer benauwdheid. Wel mogen onze harten thans over vloeien van dank, Dankbaarheid, als nimmer te voren, past ons jegens Hem Die ons uit zoo grooten nood verloste. Maar niet minder past ons waak zaamheid. Dat wij ons toch^wachten voor het roepen van Vrede, vrede en, geen ge vaar want aan alle kanten omringen ons nog de gevaren. En het grootste gevaar bedreigt ©ns juist van een zijde, waar velen het niet vermoeden, Immers, dat er slechts één vo^k noo- dig schijnt om een nieuwen oorlog te ontketenen, is niet het ergste. Dat de revolutie buiten onze grenzen nog niet beteugeld is en ook op onze erve loert als een roofdier, is wel erger, maar nog niet het ergste. Dat de geheele maatschappij ont wricht is; dat er een geest van onte vredenheid en wrevel heerschtdat er een dolzinnige wedstrijd is naar steeds hooger loonen en steeds korter werk tijden is een schrikkelijk •gevaar maar nog niet het ergste. Het ergste van alles is, dat ook in onzen kring, onder de be'ijders van 's Heeren Naam die geest uit den af grond werkt. Het ergste is, dat wij onze kinderen zien opgroeien om mogelijk ook slachtoffers te worden van dien verderfelijken geest der eeuw, ja dat wij zei ven hen vaak, zij 't ook onwe tend, daartoe leiden, O zeker, 't is onze plicht onzen kin deren deugdelijk onderwijs te dien ge ven, om ze te bekwamen voor den »strijd om het bestaan®, gelijk hetim mers tegenwoordig heet Maar gevaarlijk is het, als we hun verstand scherpen, hun vaardigheid intwikkelen en daarbij hun- hoogste slangen hun geestelijke ontwikke ling verwaarloozen. Natuurlijke kennis zonderGodskennis, voert den enkelen mensch, voert ge heele volken, de geheele menschheid naar den afgrond. Ontwikkeling buiten God leidt tot het grofste egoïsme, tot overschatting van eigen kracht en tot zelfverheerlij king en ten slotte tot de gruwelijkste geweldenarij, die alles vermorzelt en vernietigt wat haar in den weg staat, of ze voert den verdwaasden mensch in de armen van den waanzin. En dan klinkt het woord van den profeetZij hebbendes HEEREN Woord verworpenwat wijsheid zouden zij dan hebben!® Op welke wijze kunnen wij tegen dit ontzettend gevaar waken, vooral met het oog op-onze kinderen? v Zou het baten,als wij hen wezen op de jammerlijke gevolgen van het jagen naar winst en .voordeel, naar hooger loon en minder arbeid? Zou het haten als wij hen verhaalden van de ellende der verloopen jaren van oorlog en revolutie? Of zou 't baten als wij hen leerden van de zegeningen des vredes en van een arbeidzaam en nuttig besteed leven Dat alles zijn slechts halve maat regelen. Tegen alle gevaren, die daar dreigen in de toekomst is voor ons en voor ons kroost, maar één wapen het Evan gelie En daaromgeen huisgezin zonder godsdienst, geen onderwijs zonder gods dienst, geen school zonder godsdienst Dat hebben onze voorgangers reeds lang verstaan. Langer dan een halve eeuw stieden zij onder veel opoffering en zwaren druk hun hangen stijd voor de Christe lijke school. En thans, nu de druk schijnt weg genomen, is daarmede de strijd nog niet ten einde. Moge eerlang de Christelijke school en haren onderwijzers recht zijn gedaan, toch is dat voor de toekomst van ons Volk niet genoeg. Daarvoor moet de School met den Bijbel de liefde der ouders blijven genieten Gij, ouders, moet inzien de hooge noodzakelijkheid om uw kinderen, niet alleen in uw gezin, maar ook in de school een beslist Christelijke opvoeding te geven. De worsielirg der eeuwen wordt steeds feller. Het gaat immer meer en beslister Voor of tegen den Christusmet of zonder Zijn Woord Wie niet beslist staat in zijn begin sel, wordt meegelokt; halfheid kent men straks niet meer: »Wie Diet voor Mij is. is tegen Mij", sprak de Heiland Aan welke zijde wenscht Gij uw kroost te zien Zult Gij dan niet doen wat Ge kunt, cm hen tot den strijd toe te rusten Wetenschap zonder God v.ert tot de grootste dwaasheid. Daarom zult Ge toch zeker voor uw kindereu die school verkiezen, waar Gods Woord in eere wordt gehouden! En nu komen we ook ditmaal weer van U vragen een offer voor de School met den Bijbel. Een offer der dankbaarheid voor den zegen, die ons geschonken werd iD het Christelijk onderwijs. Een offer der liefde, om te toonen uw gehechtheid aan de School, waarin de lieflijke naam van Jezus wordt ge noemd. Een offer der toewijding, om te be tuigen, hoe ge ook voor de toekomst uw trouw aan de School met den Bij bel verpandt. Landbouw-rljmpjes. Is den stoppel blootgelegd. Dra geploegd dan geëgd I Strooi voorts drie baal slakkemeel En van kali evenveel! Dat is per bunder, welverstaan, Nu kunt ge knolgroen zaaien gaan; Of was het graau reeds vroeg gemaaid Dan kan lupine nog gezaaid. Ia 't hooi geborgen in de schuur. Mest dan met gier en phosphorzuur I Geen gier alléén, want dan oufbrak Het phosphorzuur, geef ook dus slak I Appels, peren, overvloed! O, wat doet die aanblik goed Stutten wij die rijke vracht! Op, omhoog, met alle kracht! Thomasslakkenmeel. De zand- en de veenboeren zijn verheugd, dat zij zoetjesaan weer ?ot hun vroegere be mesting met kunstmeststoffen kunnen terug- keeren. Vóór des oorlog waren Thomasslak kenmeel, in de wandeling „g lakken meel" of nog korter „slok genoemd, en kainiet, de meststoffen voor de zand- en veengronden. Met een combinatie van die belde meststoffen zijn wonderen verricht: schrale, van nature arme gronden zijn daarmee vruchtbaar ge maakt, woeste gronden in productieve wel den en akkers herschapen. Kainiet was lan gen t|d niet te krijgen, in plaats daarvan ontving men kalizout, zij het in voldoende mate. Slakkenmeel ontbrak geheel, zoodat men ook op het zand gebruik moest maken van superphosphaat, dat yoor den oorlog de meer voor kleigronden geëigende meststof was. Over het slakkenmeel willen we een enkel woord zeggen voor hen die er niet of niet voldoende mee bekend zfln. Het is een bijproduct van de staalberclding, is in hoofd zaak een phosphorzuurrtieststof, als hoeda nig het ook door den handel wordt aange boden, maar bevat ook een belangrijke hoe veelheid kalk, die men dus b§ den koop kan beschouwen als waardevolle toegift. Het percentage kalk is In vele gevallen zelfs 45 Op het gehalte aan posphorzuur komt't evenwel aan. Dit is zeer ongelijk, kan schom melen zooals uit proeven gebleken is, tus- schen 11 4 pCt. en 23 pCt. Monsters, hier te lande genomen, gaven in den regel evenwel niet zulke groote verschillen te zien maar een schommel'ng tusschen 15 en 18 pCt. De eisch bij aankoop onder A. H. V, (Alge meens Handelsvoorwaarden) is dan ook om. dat Thomasslakkenmeel moet bevatten 15 pCt. phosphorzuur, oplosbaar in mineraal- zuur. Verdefe eisrher, welke men stelt, be treffen de fijnheid en echtheid. Hoe fijner de meststof is, des te grooter is de waardeals meststof. Zij verspreid zich dan gemakkelij ker door den bodem, en wordt ook gemak- k( 1 ijker door de plantenwortels opgenomen. Daarom bedingt de kooper een garantie van fijnheid, namelijk van 75 pCt. Wat wil dit zeggen? Aan het proefstation gebruikt men ter bepaling van den fijnheidsgraad twee zeven, waarvan de kleinste maaswijdte 0 17 m.M. bedraagt. Na een kwartier zeven op de kleinste zeef moeten van een monster Thomasslakkenmeel 75 (van de 100) gewichts- deeleh er door heen vallen, om aan den eisch van 75 pCt. fflnheld te voldoen. Wij noemden ook den eisch van echtheid. Niet alle „slakkenmeel" is eender; we dienen te vragen bepaaldelijk Thomasslakkenmeel, zijnde een bijproduct der staalbereidlng, zoo als die geschiedt volgens de uitvinding van Thomas en Oilcluist, Krijgt men een ander product, dan kan de deugdelijkheid te wen- schen overlaten. Ook Is het mogelijk, dat 't Tomasslakkenmeel vermend Is met gemalen gesteenten: ruw phosphaatgesteente (niet met zwavelzuur bewerkt zooals het super phosphaat, dat zeer langzaam werkt. Aan het proefstation kan men met behulp van mi croscoop es laags scheikundigen weg on derzoeken of de meststof echt dan wel ver- valseht is. Ais scheikundig middel bezigt men een oplossing van 2 pCt. citroenzuur. Dit is een zwak zuur, waarin van het phosphor zuur als men met echt Thomasslakken meel te doen heeft in een bepaalden tijd drie vierden minstens 75 pCt. oplost. Voor den oorlog werd meestDuitsch slak kenmeel gebruikt; het merk „de Ster" had een goeden naam Het Belgisch product bleek niet zelden minderwaardig. Uit boven staande zal het den lezer echter duidelijk zijn, dat men zoowel het Duitsche als het Belgische product kan bestellen, mits men maar koopt onder de genoemde elschen, en dat het gekochte laat onderzoeken op het totaalgehalte aan phosphorzuur, op fijnheid en echtheid. Met andere woorden: als men koopt onder A. H. V. en dan een monster tot onderzoek opzendt. Genoemde elschen voor Thomasslakkenmeel komen namelijk voor in de zoogenaamde codex, waarin de elschen zijn vastgesteld, waaraan de ver schillende meststoffen bij aankoop onder A. H. V. moeten voldoen. We zeiden al: dat iff- Thomasslakkenmeel minstens 15 pCt. phosphorzuur, oplosbaar in mineraalzuur moet zitten. (De betaling geschiedt overi gens per procent: voor 16 procents 16maal zcoveel, voor 18 procents 18 maal de een heidsprijs) Er is in den codex nog aan toegevoegd dat van genoemde 15 pCt. phos phorzuur acht tiende deel (80 pCt.) oplos baar moet zijn in een 2procents citroenzuur oplossing. Hieronder laten we au volgen eenbémes- tingstabel met eenlge opmerkingen van prac- tischen aard. Men wordt hierdoor ingelicht omtrent het gebruik van Thomasslakkenmeel niet alleen, maar ook van de andere mest stoffen, noodig voor een volledige bemes ting, bij de voornaamste gewassen cp zand en veenbodeni. Wij raden aan deze krant te bewaren of deze tabel uit te knippen Bemestingstabel. De opgegeven hoeveelheid is bedoeld voor 1 Hectare bi] gebruik van enkele kunstmest. Op grond in goede bemestingstoestand geve nien de kleinste, op grond in slechten toe stand de grootste hoeveelheid, die in de tabel is aangegeven. Rogge. 800-1000 KG. Kainiet, 800-1000 KG. Slakkeameel, 200—300 KG. Chllisalpeter, Haver 800—1000 KG Kainiet, 800-1000 KG Slakkenmeel, 200—350 KG. Chllisalpeter. Boekweit. 500-700 KG. Kainiet, 500-700 KG Slakkenmeel, 100-200 KG Chllisalpeter. Aardappels. 500-700 KG. Patentkali, 800- 1000 KG Slakkenmeel. 300-500 KG. Chlli salpeter. Mangetwortels. 1500—2000 KG. Kainiet, 1000-1200 KG Slakkenmeel, 400—600 KG. Chllisalpeter. Koolrapen. 1200-1800 KG. Kainiet, 1000- 1500 KG. Chüisalpeter. Knolgroen. 25Q—350 KG. Patentkall, 300— 400 KG. Slakkenmeel, 100-200 KG. Chili- scil peter. Spurr'i. 200*-300 KG. Patentkali, 300-400 KG v Slakkenmeel, 100—200 KG. Chllisalpeter. Grasland. 800-1200 KG Kainiet, 800— 1000 KG. Slakkenmeel, 0-150 KG. Chlli salpeter. Lupines. 1000-1200 KG. Kainiet, 100-1200 KG. Slakkenmeel, 0—50 KG. Chüisalpeter. (Voor ontginning van helde tot bouwland.) Heide-ontginning. 1000—1400 KG. Kainiet, 1500—2000 KG. Kalk, 1000-1200 KG. Slak kenmeel, 200—400 KG. Chllisalpeter. Opmerkingen. 1. Iu plaats van Kainiet (12,4 pet,) kan men gebruiken Patentkali (25 pet.) of 40 pet. Kalizout (40 pet. kali). Men rekent daarbij twee zak Kainiet tegen 1 zak Patentkali en 3 zak Kaniet tegen 1 zak 40 pet. Kalizout. 2. In plaats van Slakkenmeel kan men, in dien de bemesting laat In het voorjaar plaats vindt, gebruik maken van Superphosphaat, Men gebruikt dan in den regel van Super phosphaat een paar baal per bunder minder dan van Slakkenmeel. 3. In plaats van Kalk verdient op hoogere, drogere gronden en ook op niet zuur gras land het gebruik van Kalkmergel aanbeve ling. 4. In plaats van Chllisalpeter kan men ge bruik maken van zwavelzure Ammoniak. Met 400 KG. Chllisalpeter geeft men evenveel stikstof als met 300 KG. Zwavelzure Am moniak. 5. Kainiet en Slakkenmeel strode men als regel vroeg in den herfst of winter of uiter lijk in 't vroege voorjaar. Voor rogge liefst een paar weken voor 't zaaien. Voor man- gelwortels stroole men Kainiet ongeveer 2 maanden voor 't zaaien. 40 pet. Kslizout kan in den herfst, winter of 't vroege voorjaar aangewend worden. Voor aardappels Is een vroegtijdig gebruik vereischt. Patentkali kan vroeg of Iaat gestrooid worden. Beter wat te vroeg dan te laat. Kalk en Kalkmergel geve men steeds zoo vroegtgdig mogelijk. Chllisalpeter geve men in 't voorjaar, voor het zaaien of kort daarna. Het uitstrooien kan in één maa! of in twee keer meteenige weken tusschearuimte geschieden. Voor rogge kan men reeds 50 KG. per HA. in den herfst met het zaad geven, de rest in het voorjaar. Liever vroeg dan laat met Chili mesten. Zwavelzure Ammoniak geve men een paar weken voor 't zaaien In een keer. Voor rogge kan men een deel in de herfst en een deel in 't voorjaar geven. 6. Bi] gebruik van stal- en kunstmest geve men van de opgegeven hoeveelheden kunst- mest ongeveer de helft.C. B. Amice l Op het moment, dat ik mij neerzet mijn wekelijkscheti brief te schrijven is de zon achter de wolken schuil gegaan. Ik hoop maar, dat dit van zeer voorbij gaanden aard mag zQn en zij spoedig weer in glorierijke luister voor den dag zal komen. In langen tijd hebben we geen zon gehad, 't Was dagen, wekenlang een bewolkte, triestige lucht en gestaag viel de regen neer, hetzij bij stroomen, hetzij in kleine, motbuitjes. Nu is het de laatste dagen weer wat beter, «re hebben hier zelfs flink warme dagen gehad. Aan de menschen kun-je het merken. Zfl zijn vroolijker. Er is niets, dat zoo slecht op de stemming van een mensch werkt, dan dagenlang, regenachtig, triestig weer. Ook de landman herademt weer. Hij zag den toestand donker in. De vruchten op het veld stonden zoo goed. Zou de regen die nu bederven En de christen-landman ging met z'n nooden tot Hem, Die machtig is, de regen te bezweren en de zon te gelasten haar koesterende stralen te werpen op het aardrijk, dat smachtend verlangde. Aanvan kelijk heeft Hg de gebeden verhoord. De zon schijnt weer. En ik ben, waar ik wezep moet de vacantle-gasten glunderen en genieten van de mooie natuur. Want 't is de echte vacan- tietgd Overal zie ik vreemde gezichten. Als ik uit mijn kamer kijk, zie ik menschen, beladen met pakken en pakjes, naar de treinen en booten gaan en ik krijg een onzegbaar verlangen, er ook uit te vliegen. Gelukkig duurt het maar enkele dagen meer en dan verlaat ik ook de stad mijner inwoning. De

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1919 | | pagina 1