Zaterdag 9 Augustus 1919 EHLSiU - Ui J voor de Zaidhollandsclte en Zeeuwsehe Eilanden. k joiigsisi met mirnm, An tire wlm Utmair Orgaan IN HOC SIGNO VINCES itlepels, brood A 215. sbéS PROEFTUIN VESFLAKKEE ngeweg) is oj» feelaagsteileaden mkelijk. Desga- im&n alleinlich- roïdea verlaagd. UWERSI Iderschedijk 357 Heide Mij. voor LAKKK E. W. BOEKHOVEN Zonen, Alle stukken voor de Redactie bestemd, Advertentiën en verdere Administratie franco toe te zenden aan de Uitgevers Hotel Hestaurant Gedampte Boerensteler 63A, 14739 DirecUnabQ de Hooidsteeg, üeiserdaai, DINERS f 1,— en hoogt LOGIES MET ONTBIJT zer. 15871 Het door leder aanbevolen adree. OP OER UITKIJK. Je stelt je programje elschen. 848,e «laargang N*. 2518 s I ili ARNTJES 4 Liter. N, E MMERS PUT- 5EN. IJzeren en ko- GASKOMFOOREN, enz. Aanbevelend, iUBELEN (nieu- oop als TAFELS. V, SPIEGELS. .DERljEN, BOE- TREKTAFELS. TELLEN, WOL- TIJN DEKENS, ERFAUTEUILS, 3E. e SCHIEKADE. 12800. 53565 momsïi I akt U attent in- IRAADPALEN, i TüLHOUTEN i van de Ned. spoedigst op te 15071 rksland Deze Courant verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG. ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden franco per post 79 Cent bij vooruitbetaling. BUITENLAND bij vooruitbetaling f 5.50 per jaar, AFZONDERLIJKE NUMMERS 5 CENT. UITGEVERS: SOMMELSDIJK. Telefoon intercommunaal No. 202. ADVERTENTIËN 121/» Cent per regel, RECLAMES 25 Cent per regel. BOEKAANKONDIGING 5 Cent per regel. DIENSTAANVRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN 50 Cent per plaatsing. Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zQ beslaan. Advertentiën worden Ingewacht tot DINSDAG- en VRIJDAGMORGEN 10 UUR. lehsmsa met groot verlof, Neh, 2 6. (Sociale Schriftbeschouwing). 't Ging niet goed in Jeruzalem In de maand Chisleu, de 9de, of November hoorde hij, in Susan, Perzie's hoofdstad, van Hanani en diens mede afgevaar digden uit Juda, dat 't er toch zoo treurig bij stond met stad en volk. De Joden daar waren in groote ellende en versmaadheid. Sn Jeruzalems muur Jgwas verscheurd en zijn poorten met verbrand. Vier maanden lang scnortte hij zijn plan open in de maand Nisan of Abib of Maart, gaf hij er uitvoering aan. Hij wachtte er 4 maan den mee, niet omdat hij geen middelen wist om zijn volk te helpen, maar omdat hij in den winter niet reizen kon. Maar zóó was 't voorjaar aange broken, of Nehemia gebruikt zijn ver kregen verlof als schenker des Konings, om schatrijk, zijn arme broederen te gaan helpen De Koning zelf hielp ook mee. Dat was noodig ook Want in Jeruzalem waren aan de orde een politieke èn een sociale kwestie. De politieke kwestie was de handhaving van Juda als overwonnen Staat, waarom dan ook de Koning Nehemia zoo gretig liet gaan, eenmaal en andermaal zelfs, maar wat door Sanballat totaal niet begre pen werd. Deze met zijn kornuiten fj^KBn de Arabieren en Ammonieten en Asdodieten wilden de door Nehemia herbouwde poorten afbreken, want, zoo zeiden ze»Gij Nehemia zijt oproer kraaier gij wilt Jeruzalem tot een fort maken om zoo tegen Artaxerces op te treden*. Er was natuurlijk geen letter van waar. Nehemia was geen revolutio nair tegen zijn Persischen Koning, zoo- als Sanballat dacht, maar juist een steunpilaar van Artaxerces troon, die zelfs in Juda wankel stond. Daarom heeft de Koning ook nooit naar de praatjes van Sanballat geluisterd maar heeft hij Nehemia in' alles gesteund. Voor God, Koning en Vaderland, was immers Nehemia's leus. Maar er was in Jeruz&leum ook een sociale kwestie en die ging ook en Nehemia en den Koning aan. Wat toch was 't geval. Er was hongersnood. En wat erger was. 't Was een hongers nood in 't Sabbatjaar, zoodat men van den toch al slechten oogst twee jaar eten moest, want wat er in 't Sabbat jaar groeide was voor de armen. Wat treurigheid deed zich nu voor? Lees slechts hfdst. 5 Maar 't geroep des volks en hun ner vrouwen was groot, tegen hun broederen do Joden. Want daar waren die zeidenOnze zonen en onze dochters, wij zijn velendaarom hebben wij koren opgenomen opdat wij eten en leven. Ook waren er die zeiden Wij ver panden onze akkers en onze wijn gaarden en onze huizen, opdat wij in dezen honger koren mogen op nemen Desgelijks waren er die zeiden Wij hebben geld ontleend tot des konings cijns opa onze akkers en onze wijn gaarden. En zeidenOns vleesch is toch als t vleesch onzer broederenonze kinderen zijn toch net zoo goed als hun kinderenen zietwij onder werpen onze zonen en kinderen tot dienstknechten; ja, daar zijn eenige onze dochters onderworpen, dat zij in de macht onze handen niet zijn, en anderen hebben onze akkers en onze wijngaarden. En staat er dan: »Toen, ik, Nehe mia hun geroep en deze woorden hoorde, ontstak ik zeer en mijn hart beraadslaagde in mij, daarna twistte ik met de edelen en met de overheden en zeide tot, hengij lieden vordert een last, een iegelijk van zijn broeder. Voorts belegde ik, Nehemia, een groote vergadering tegen hen. Zie daar de tijdelijke Sociale toestand. De Joden knepen in zoo hangen nood hun armen. Deze moesten toch al zoo tobben om door de hongercrisis door te komen, maar nu kwamen *de broe deren de rijke Joden met landbezit en zeiden je kunt tarwe krijgen, maar moet hypotheek nemen op 't stukje land dat je hebt; je moet je kinderen tot slaaf verkoopenje moet je akker ons geven en je wijngaarden enz. enz. Geen wonder, dat Nehemia woedend werd en een Volksvergadering bijeen riep om daar nu eens ordentelijk over te disputeerenwant het was voor hem onduldbaar, dat een handjevol rijke stamgenooten, bij heerschenden hongers nood, hun arme medeburgers en ar beiders plukten. Geen hand uitsta ken om ze nu eens te helpen van wat zij volop bezaten. Die rijke Joden hadden hun land en hun centen zoo lief, dat ze zich om de armen totaal niet bekreunden. Alles tegen de wetten van Mozes in, die dat zoo gansch anders geleeraard had. Geheel tegen Gods gebod in, dat er geen arme in Israël door sociale oorzaken wezen zou. Ja, 't was heusch geen wonder, dat Nebemia een armenraad bijeen riep. om over dien gruwel te spreken. En waarlijk, dat heeft geholpen Daar zonken de rijken in de schuld. Ziet nu echter op één zaak. Ia Ne hemia's dagen was er geen Sociale kwestie. Er was wel een onbe hoorlijke sociale misstand voor eenige jaren, als gevolg van hongersnood. Een sociale kwestie kon er in Oud-Israel niet zijn. Die is er wel in Nederland, la Europa. Omdat de toestanden gansch anders zijn In Europa is een kapita listische productievorm, waarbij Arbei der en zijn productiemiddel ver van el kaar af zijnen dat was in Oud Israel zoo erg niet, waarover we nu niet bree der kunnen uitwijden, Maar al was in zijn dagen alleen maar een misstand, en geen al 50 jaren twist tusschen Kapitaal en Arbeid, toch greep hij in de toestanden in. Doch hoe Hoe begint hij zijn werk Zoo Och Heere, God des hemels, Gij groote en vreeselijke God, die het verbond en de goedertierenheid houdt, d'en die hem liefhebben en Zijn ge boden houden. Laat och Uw oor opmerkende en Uwe oogen open zijn om te hooren naar 't gebed uws knechts dat ik heden voor Uw aangezicht bid, dag en nacht En ik doe belijdenis over de zon den der kinderen Israels, die wij te gen U gezondigd hebbenook ik en mijns vaders huis, wij hebben ge zondigd. „HET ÖOUDEN HERT", 63B f 1.25, f 1.50, en f 1.75 Tel. no. 1532, Aanbevelend, Miëtair B. C. F. t. i. LEE-Ioonen. En toen pas, eerst na dat gebed, na die schuldbelijdenis, riep hij het honge rige volk bij elkaar. En sprak hij ern stig met de baatzuchtige bezitters over hun ongemotiveerd en hardvochtig op treden. Gelukkig 1 Gods Geest drong in die bezitters met kracht door, en ze zagen hun fout in lieten hun, egoisme varen en kwamen de armen met al hun goe deren te gemoet. De misstand was ge weken, toen God de Heere hun nabij gekomen was op Nehemia's bede. Toen de afstand tusschen hun Bondsgod en hen kleiner werd, werd de liefde voor den naaste grooter. Dat is altijd zoo Dat is de heerlijke konsekwentie van 't God liefhebben. En versterkt naar 't lichaam, en ver kwikt door den gemeenschapsdrang, door den Heere gewerkt, begon men met kracht te werken aan Jeruzalems gebroken muren en poorten. De eenheid was teruggevonden in aller Jehovah. De saamhoorigheid, het gemeenschaps gevoel was naar buiten getreden, en rijken en armen waren over elkaar weer tevree, omdat ze met elkaar hun God hadden ontmoet. Die Armenraad was ook nuttig geweest naast Nehemia's roerende bede. -K- De Sociale toestand van ons volk is ongunstig. De oorlog is de oorzaak, dit er in alle takken van bestaan, be halve in enkele, druk ©n ontbering is In den Landbouw heerscht er welvaart, en de werkman geniet de voordeelen er van door hoogere loonen, die echter bij de stijgende duurten niet voldoende zijn ora een huisgezin te handhaven. De Landbouwers doen echter niet zoo als de Joden van Nehemia Dat scheelt gelukkig nog al veel. Ze nemen geen zonen en dochterenze nemen geen pandintegendeelze steunen den ar beider. Maar iedere boer, en iedere werkgever is er ook van overtuigd dat de toestanden tegenwoordig zwaar zijn voor den werknemer. En vandaar 't streven om door organisatie elkaar te zoeken en te vinden Vandaar de boe ren en arbeidersbond. En van daar ook de eisch Een Christelijke vakorganisatie. De Boeren en de Arbeiders hebben beiden, ja wij allen, schuld tegenover onzen God. Eu de maatschappelijke toestand zal en kan niet in orde komen ofonsgeheele Volk moet voor den Heere belijdenis doen van zijn ongerechtigheid Allen, ja allen moeten we in de schuld De Sociale vraag is meer dan een broodvraag. Ze is ook een zedelijke en geestelijke vraag. Ze is de vraag naar 't Vaderhart. Ze is de vraag naar de kennis der ellende; de vraag naar de kennis der verlossing; de vraag naar de kennis der dankbaarheid, Èn die kennis komt. niet door hooger loon maar door de werking des Heiligen Geestes in ons Dat is een zielskwestie, en geen maagskwestie. En nu kan en moet hooger loon een hulpmiddel zijn om de maag te vullen, maar toezicht op eigen hart is het eene het eenige het afdoende middel, om bij hoogere loonen, zijn God te erkennen en Hem te danken Aan Hem zich vast klemmen en bij 't prangen van den tijd zijn eenigen troost zoeken in Zijn Middel aars werk Want di' is de eenige troost in leven en sterven, om te weten, dat we Jezus Christus (en niet een hoog traktement! tot eigendom hebben. Maar 't hoosze loon is daaraan geen beletsel, 't Kan er aan meehelpen, 't Kan ook een hinderpaal zijn Dat 't dit niet zij want 't ware beter om met f 6 gelukkig te zijn, dan rampzalig met 18. Het doel des levens blijftde eere Gods Nadruk verboden. Ze woonden vlak naast alkaar: Buurvrouwen Snik en Snok. Haar mannen waren, wat men in een vroegere periode noemde „gezeten arbeiders", d.w.z. ze hadden hun brood èn 'n ietsje meer, beoefenden een bepaald vak en voelden zich een heel eind verheven boven de „losse werklieden, die in hun benedenste lagen weer grensden aan de „proletariërs" of armoed zaaiers. De mannen waren vrienden. En ook de vrouwen konden 't goed met eikaar vinden, temeer wijl ze beide niet op haar mondje gevallen waren en 'n simpel buurpraatje tot een lang discours wisten te doen uitgïoeien 's Winters hield dc kou ze binnen. Ook dim echter wisten ze elkaar te vinden 's middags bij de thee of 's avonds als de mans naar een vergadering waren. Maar vroeg in 't yoorjaar begon het. Zoo half tien, tien ure, als 't huis wat „aan kant" was en er nog voor 't middagmaal niet behoefde te worden gezorgd, was 't óf vrouw Snik óf vrouw Snok, die met een theedoek, 'n handdoek, 'n stofdoek of wat ook, naar buiten stapte, in 't tuintje, om dien op te hangen. Natuurlijk keek ze dan éven rond. Naar de jagende wolken boven haar. Of naar 't uitspruitende groen; later in 't jaar naar de poelekens of de konijnen, die manlief hield En dan gebeurde het automatisch Zooals er 'n stukje lekkers te voorschijn komt, wanneer je 'n dubbeltje in 't gleufje gooit. Was vrouw Snik 't eerst buiten, dan kwam dra vrouw Snok, en omgekeerd. Ook met 'n theedoek, handdoek of stofdoek. Wèl casueel, dat ze zoo beiden tegelijk buiten zijn „Morgen, buurvrouw 1goeden morgen I" En dan begon het gesprek. G'en rubriek in de krant of ze kreeg haar beurt 1 De vrouwen zijn veelzijdig ontwikkeld, er is geen onderwerp, of zij weten er samen over te praten en hebben haar oordeel en conclusie veel gauwer klaar, dan de mannen van 't vak of de wetenschap zelf. In de laatste maanden loopt het buur praatje graag over de gebeurtenissen op sociaal terrein. ZQ gaan met haar tijd mee I En nu, cd den oorlog en met het aange nomen Vrouwenkiesrecht vóélen ze in zich den drang van den nieuwen tjjd, die eindelik de banden der arbeiders en der arbei dersvrouwen slaken zal. Och, het kunstje Is zoo eenvoudig I Haar mannen, echte vakvereeniglngsmcn- schen en steeds vooraan in de „beweging" hebben 't haar door woord en voorbeeld genoeg geleerd. Je begint met je te vereenigen. Dat begin is het moeiiljkste, want je wordt er vaak leelijk om aangekeken; je betaalt nogal wat contributieje bent bij velen de bonte hond maar de periode moet je dóór. En je werft, altijd maar door. Heb je dan een goedgevulde kas en aardig wat leden achter je, dan doe je een eersten stap: je komt met enkele, matige eischen voor den dag haal je die, als organisatie er dóó«, dkn is je bed geschud. Dan stroomen de leden toe. Je krijgt een machtige vereenigiag. En dim kun je al gauw, 't zij goedschiks of kwaadschiks er héél wat doorkrijgen, waar je voeger niet aan durfde denken. Dét hadden ze in den laatst en tijd wel gezien En als de kroon op alles zorgde je dan voor de invoering van-den achturlgen arbeids dag in je vak, met den vrijen Zaterdagmiddag. Zóó hebben vrouwen Snik en Snok 't van haar mannen afgeluisterd ea ingezogen. Maar er is iets, dat haar hindert. Het is alles, altijd, voor mannen. Ja, natuurlijk: als de man meer verdient, profiteert de heeie huishouding ervan,maar tóch Eerst wilden ze 't voor elkaar niet recht erkennen, maar nü weten ze 't van elkander wel, dat ze de loonsverhooging geen van belde in baar gehéél in handen krijgt, maar dat manlief er een gedeelte, laat 't niet groot zijn, van achter houdt, onder 't motiefDe Kat komt een graatje toe!" En wat die vrije uren en dien vrijen mid dag betreft Nu, laten ze als vrouwen maar eerlijk zgn onder elkaarje kunt de manlui ook te veel over den vloer hebbenDan gaan ze zich met alles bemoeien Snik wou al, moet je begrijpen'n soort huishoudboek voor z'n vrouw aanleggen, dan zou hij daar 's avonds in aanteekenen wat ze uitgegeven had jawelof je ais vrouw je man al wat je uitgaf precies aan den neus hangen kuntl En dan brengt die vrije tijd voor de man nen, méér werk voor de vrouw, ze knap pen zich, ook in de week, vaker op en dan moet de vrouw maar maken, dat alles klaar ligt, neen I vrouv/en Snik en Snok, over 't heggetje, zijn 't er roerend over eens, dat de sociale beweging haar, als vrouwen, nog niet veel goeds heeft gebracht. Maar verder komen ze niet Tot er in het plaatselijk blaadje een op dringerige advertentie verschijnt„Hulsvrou wen I vereenigt ui" Die werkte als 'n electrische schok. Den volgenden morgen hadden de buur vrouwen samen anderhalf uur werk, om twee theedoeken en drie handdoeken over de lijn te hangen. Ze zitten vol van „de" advertentie. Opgeroepen worden alle huisvrouwen, om van avond ter vergadering te komen, waar haar „positie" zal besproken worden en middelen zullen worden beraamd, om tot verbetering te geraken. Dat was nu werkelijk „je" hare. Daèr moeten ze beide heen. Ook den weg der organisatie op Dienzelfden avond vertellen ze beide, na thuiskomst, aan haar respectieve echtge- noo'en, dat ze lid geworden zijn van de vereeniglng „De moderne Huisvrouw". Snik en Snok knikken goedig. Juffrouw Snok nogwel penningmeesteres DM staat Snok nu minder aan. HQ fronst de wenkbrouwen en zegt: „Als je maar zorgt, dat je nooit 'n cent in voor schot bent, want dit ken ik I waarop juffrouw Snok met schrik denkt aan de twee gulden, die ze alvast voorgeschoten heeft voor de consumptie aan de bestuurstafel van avond „De moderne Hulsvrouw" werkt flink. In openbare en in cursus-vergaderingen. De oogen van juffouwen Snik en Snok gaan nu pas goed open voor den toestand van sociale verdrukking, waarin ze jaren lang hebben geleefd. Misschien hebben de mannen het kwaad. Maar zij hebben 't driemaal erger I Heur leven is een waar slavenleven. Vooral de presidente kan dat zoo geestig teekenen, hoe 't maar altijd loopen, slaven en zw .tegen is, vaak in zeer óngiënische kamers, keukentjes, stookhokken enz. Hoe de „huisvrouw" al een zeer goedkoope huis houdster was voor haar heer en gemaal, die haar nog nauwelijks de kleeren aan 't IQf verdienen liet, enz. enz. Van woorden kwam het tot daden. En zoo werd dezer dagen vastgesteld de vrouw was geen „werkneemster" en had bet dus eenvoudig voor 't zeggen dat ook de huisvrouw zich voortaan houden zal aan den achturigen arbeidsdag,

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1919 | | pagina 1