II J i Antirevolutionair Orgaan IN HOC SIGNO VINCES mSTAM DE DUIF" botterdam am. JE 1' 84-66, 1 ,M. Woeüsdag 31 Mei 1010 34sle J aargang N*. 2495 Onderzoek u zelve nauw, ja zeer nauw. LAND- EN TUINBOUW. GEMEENTERAAD re. He. ROTTERDAM 70, Tel. S121 Tollenstr, 50 ijzen ouwerij ïring-. cb licht. einfir olled W. BOEKHOVEN Zonen, sfiA&F- €tc lts-1'veins antoor gevestigd sedert 1904, to. 13694 ring etc. Bironio «V» IE BANK. KM 2—4 Har a.a aar het ADRES en aam, doch wat daar ND kan er koopen ■i ■M ^1 aoa No. 3040. waarden a. J. C. EIvé; >th; Mosselman Kanters. jensplaat. i L* Deze Courant verschflnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG. ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden franco per post 75 Cent bfj vooruitbetaling. BUITENLAND bq vooruitbetaling f 5.50 per jaar. AFZONDERLIJKE NUMMERS 5 CENT. - UITGEVERS SOMMELSDUK. Telefoon Intercommunaal No. 202. ADVERTENTIËN 121/, Cent per regel, RECLAMES 25 Cent per regel, BOEKAANKONDIGING 5 Cent per regel. DIENSTAANVRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN 50 Cent per plaatsing. Groote letters en vignetten worden berekend, naar de plaatsruimte die zq beslaan. Advertentlën worden Ingewacht tot DINSDAG- en VRUDAGMORGFN 10 UUR. %«te *f uk fees» t »«•«- <Sr RrtSactir uesieauö ft «i treint- unies» r> -4k«l®s •- z y die zich nu abonneeren, ont vangen de nog in deze maand verschijnende nummers gratis. ma -lyo' Het Vrouwenkiesrecht is aangenomen; maar een gedeelte der Anti's was er voor; een ander gedeelte was ertegen, was verdeeldheid op dit punt. En Antirev. Nieuwe Haagsche Ctwaar van de hoofdredactenr is mr. J. A. de Wilde, Kamerlid, schrijft een artikel, dat zeer ernstig is en we aan ons antir. kiezersvolk niet willen en mogen ont houden. Hij vreest tweespalt in onze Partij, als de Antirev. Kamerleden zoo blijven optreden Het bedroeft hem. Hij schrijft: BEDENKELIJKE TWEESPALT. Bij de behandeling van het vraag stuk van het vrouwenkiesrecht in de tweede kamer kwam een voor de anti rev. partij zeer bedenkelijke tweespalt aan den dag. De meerderheid der club stemde tegen het wetsontwerpeen minderheid daarentegen stemde niet slechts vóór maar liet een contra be toog ter aanbeveling van het vrouwen- (-?srecht hooren, uiteraard bevattende e zelfde argumenten, die altijd van revolutionaire zijde vernomen zijn. Wij achten dit een hoogst bedenke lijk verschijnsel. Er komt een streven op om juist ten aanzien van princ'pi- eele geschilpunten een coulante houding te gaan vertoonen, die onwillekeurig den indrnk wekt, dat, nu ja, de Prin- zipiënreiter, die wij in onze partij heb ben, wel zoo wat weergeven wat zoo in 't algemeen door 't anti revolutio naire volk wordt gedacht, maar dat het toch eigenlijk bijzaken zijn, waar mede deze menschen zich druk maken. Juist bij het vrouwenkiesrecht ont werp trof deze houding zoo, omdat door niemand denoodzakelijkheid van de invoe ring er van was aangetoond. Integendeel Overtuigend is gebleken, dat het gemis van het kiesrecht allerminst tot gevolg heeft gehad, dat de vrouwen en hare be langen in ons land verwaarlosd zijn. Reeds de praktijk toont dit onweder- sprekelijk aan. Toen een man als Groen van Prinsterer als vertegenwoordiger der anti revolutionaire richting in het parlement optrad, had hij handen vol werk, en trof hem telkens het verwijt, dat hij te veel sprak Later kwamen mannen als Troelstra en Schaper, v. d. Laar, Wijnkoop en Kruyt, en die allen achtten zich geroepen om telkens en telkens weer het woord te voeren, om dat zij, terecht of ten onrechte, meen den, dat anders bépaalde geestelijke of stoffelijke belangen in het parlement verwaarloosd zouden worden. Maar het eerste vrouwelijke Kamer lid, Mevr. Groeneweg, heeft nog zeer weinig gesproken en als zij sprak hield zij een rede, die evengoed door een man gehouden had kunnen worden Haar op treden in de Tweede Kamer levert het overtuigend bewijs, dat specifieke vrouwenbelangen niet verwaarloosd zijn. Trouwens, wij hebben altijd ontkend dat er in politiek opzicht specifieke vrouwenbelangen zijn. Daar is niets van aan, Do viquw als zoodanig ver tegenwoordigt niet een politieke ge dachte, met een afzonderlijk staats rechtelijk belang. Daarom is het meegaan met den roep om vrouwenkiesrecht niets anders dan een offeren aan den waan van den dag een meeloopen met hen, die het orga nisch leven van ons volk niet zien of willen zien en daarom de opvatting huldigen dat ons volk een optelsom van individuen is, waarbij het dan geen on derscheid maakt of men met vrouwen of mannen te doen heeft. Maar juist in verband hiermede is het zoo te betreureD, dat de anti-rev. partij die zich in overstelpende meer derheid tegen het vrouwenkiesrecht verklaard had, in de Kamer de droeve figuur van innerlijke verdeeldheid moest vertoonen. Vooral het feit, dat men zich niet vergenoegde met eenvoudig voorstem men, maar dat men naast de revolu tionaire voorvechters van het vrouwen kiesrecht positie giDg nemen tegen de gezonde opvattingen, die in de anti revolutionaire partij op dit punt gelden, was pijnlijk. Wij voorzien, dat dergelijke dingen zich in de toekomst meermalen zullen herhalen. Wij bespeurden reeds lang juist ten aanzien van sommige zaken, waaromtrent ons anti-rev. volk steeds een bepaald principieel standpunt in nam, 'n loslaten van het principe en een wegglijden naar de wederpartij. De pers van die wederpartij en haar ver tegenwoordigers in het parlement vin den dit natuurlijk prachtig, en ze la ten dan ook niet na de de mannen van breeden blik (d.w.z. van hun blik) te huldigen en op hen, die zich aan de zijde van het anti rev. volk scharen, te smalen. De gedachte laat zich dan ook niet van zich afzetten en het is niet de eerste maal dat wij er over spreken dat wij op den duur beter zullen doen met uiteen te gaan. Wij voor ons wil len ons gaarne terugtrekken, niet om te gaan zwijgen maar om den princi- pieelen strijd tegen den demon der re volutie, hetzij die zich vertoont in de eageleDgedaante van het liberalisme of in den hyenavorm van het bolsjewisme tot het einde toe door te voeren. Wij weten, dat er aan deze zaak groote b£ langen verknocht zijn, vooral ook in verband met den moeilijken strijd onzer Christelijke arbeiders, die zoozeer behoefte hebben aan een op sociaal ge bied eensgezinde anti-revolutionaire par tij, welke niet al te zwak is en met positie eigen wenschen en verlangens in Staten en Raden voor den dag kan komen. Maar dit neemt niet weg, dat het beginsel voor alles gaat. Indien wij ten aanzien van principiëele kwesties met de revolutie gaan transigeeren, dan zijn we weg. en worden we een bijwagen van de S. D. A, P. Zoo we het niet gedeeltelijk zijn, Immers dan verloopt heel onze strijd in een op zichzelf zeer ge wenscht en noodzakelijk opkomen voor allerlei economische en sociale belangen, en dan zal het ons vergaan gelijk het den liberalen is vergaan. Alleen door het beginsel kunnen wij staande blijven. Alleen door dat be ginsel kan ons volk, kunnen speciaal onze arbeiders, weerstand bieden aan de verleidelijke maar in waarheid de monische actie der revolutionairen, die altijd meer beloven en altijd hooger bieden kunnen, juist omdat zij revolu tionair zijn en zich er niets van aan trekken en het bovendien uit ongeloof ook niet inzien, .dat straks de een zijdig opgevoerde en ontwikkelde maat schappij tot eene ruïne ineen zal stor ten. Moet het den kant op, dat ons anti revolutionaire volk juist ten aanzien van die zaken, waaraan het groote waarde toekent, zich in de verwachte eenheid zijner vertegenwoordigers blijkt vergist te hebben, dan gaan wij liever met dat volk apart staan. Wij hebben er toch al zoo ontzag gelijk veel op tegen, dat we tot de re- geeringspartijen behooren, en daardoor in deze dagen van felle beroering en demagogie van echte principiële poli tiek gedeeltelijk afstand moeten doen. Maar indien dit nog verder moet gaan dan strikt noodzakelijk is, dan heffen wij liever in dezen goddeloozen en be ginselloozen tijd de leuze aan„Terug in onzen iso'ement". Vol is de maat nog niet. Maar veel scheelt het niet meer. Ds. v. d Kooy te Zuilichem. In de Nederlander. Chr. Hist hoofdorgaan wordt een stukje overgenomen uit De Voor zorg, 't orgaan van prof. Slotemaker de Bruine, aan ieder Ned. Herv. meelevend lidmaat bekend. „Volgens de dagbladen heeft de kerke- raad van Zuilichem iemand als lidmaat geweigerd omdat hg lid is van de S D.A.P. En wel omdat dit lidmaatschap „onveree- nigbaar is met de leer der Hervormde Kerk, met de reglementen der Kerk en met de Heilige Schrift." Of deze zaak ernstig is, zal nog wel blijken. En wij zullen alsdan niet aarzelen precies te zeggen wat wij denken van deze besliising. Voor een oogenblik doen wij echter iets anders. Namelijk opmerken, dat de uitspraak van één dorpskeraad géén uitspraak van de kerk Is en ook niets doet vermoeden om trent den geest, waarin eventueel de kerk zich uitspreken zou. De brief van den kerkeraad als de bla den hem juist weêrgeven is ah „uit spraak" zoo onbeholpen, zoo weinig met redenen omkleed, zoo weinig in overeen stemming met hetgeen de kerk in haar re glementen aan preciesheid vergt, dat men dezen kerkeraad veel te veel eer aan doet door zijn woord als het woord der kerk te geven. Wauneer de gewegerde lidmaat niet in hooger beroep ij gegaan, is de zaak reeds uit en moet zij begraven worden. Anders komt zij opnieuw aan de orde. In geen geval mogen eerlijke mensqben haar gebrui ken om iets van de kerk te zeggen. Want daarvan zegt de zaak niets* De professor uit zich scherp, 't Was een onbeholpen uitspraak en men doet die kerkeraad veel ie veel eer aan door zijn woord als het woord der kerk te geven. Waar de Nederlander eigen gedachte niet uitspreekt, kunnen wij ook gevoegelijk zwij gen. Maar waar dit politieke orgaan zijn lezers op de hoogte schijnt te willen houden van de kwestie, willen we dat goede voorbeeld volgen. Minder krachtvoer? „Krachtvoedsel" voor den mensch en „krachtvoeder" voor het dier ontleenden tot dusver zijn beteekenis vooral aan bet eiwit gehalte, dat zij bevatten. Eiwit geeft kracht; eiwithoudend voedsel is het versterkend voedsel bQ uitnemendheid. Zóo is ons ge leerd, en aldus zegt ook de volksmond. Vleesch, eieren en melk worden in de eerste plaats den zieke en zwakke ter versterking gegeveu; granen, zaden en koeken worden om hun eiwitgehalte als speciale krachtvoer- middelen beschouwd. Als belangrijke voe dingsstoffen werden en worden genoemd eiwitstoffen, koolhydraten en vet, maar de meening zat vroeger voor, dat eiwit i>ij het uitoefenen van kracht in de eerste plaats verbruikt werd. Dit werd door Keilner en anderen bestreden; zq zochten de kracht bronnen voornamelijk in de stikstofvrqe verbindingen: in koolhydraten, vet en ruw- vezei. Niettemin vieta bij zwaren arbeid steeds op hoogere eiwitgiften aangedrongen; alsdan was meer voedsel noodlg en voor de vertering hiervan meer eiwit, meende men. Reeds vóór den oorlog echter werd deze theorie in twijfel getrokken. Men betwijfelde b.v., of haver als paardenvoeder wel zoo groote waarde had als algemeen werd aan genomen en men ging een deel haver ver vangen door mais Bij deze voedermethode, welke in den regel goedkooper was, gaf men wat minder eiwit, maar een voeder met veel hoogere zetmeeiwaarde. Noodgedrongen heeft men in de laatste jaren meer en meer in deze richting moeten voederen. En het gevolg is geweest, dat men ook aan de voorschriften van Keilner is gaan twijfelen aan zijn productienormen voor melkvee zijn normen voor onderhoudsvoeder van trek ossen, enz. In de praktijk we hebben vooral Duitscn- land op 't oog werd het haverrantsoen tot een minimum, een achtste van vroeger, teruggebracht, en vervangen door aardap pelen, zonder dat men bezwaren ontmoette. Zelfs waar tenslotte geen korrel graan meer werd gegeven, bleven de dieren gezond en krachtig. Maar zou dit zoo blijven op den duur? zal menigeen vragen. Welnu, de groot grond bezitter Weisselmel in Weslpruisen ver klaarde reeds in 1915, dat hij acht jaar lang zijn paarden had gevoederd zonder eenig korrelvoederde dieren bleven in 't vleesch, behielden hun kracht en waren geheel ge zond. Hij gaf de dieren gestoomde aardap pelen, welke werden stuk gestooten en in de krib met haksel en water tot een stijve br| werden gemengd. Het dagelijks rantsoen was 18—20 KG. aardappelen ocneyens hooi, haverstroo en ruwvoeder. Krib en vaatwerk moesten vooral terdege rein gehouden wor den; geen zieke of rotte knollen of uitloo- pers mochten worden gebruikt. De heer Weissermel deelde deze ervarin gen mee in een Duitsch vakblad, dat ook van andere proefnemers gegevens vroeg, speciaal over het voederen met gedroogde aardappelen. Het resultaat van dit onderzoek was, dat het gros der proefnemers er een gunstig oordeel over uitsprak. Storingen in de spflsverterlng of andere ongunstige verschijnselen waren niet waar genomen; bij geen enkele diersoort. Paarden waren bqzonder op dit voederartikel verlek kerd; ze aten het geboden voedsel met graagte, terwijl er geen sterke zweeting viel te constateeren. Meikvee gaf een verhoogde melkgift en schonk het aanzijn aan flinke kalveren; het jongvee had een sterken eetlust en groeide uitstekend; mestvee nam goed in gewicht toe en trekossen volbrachten met evenveel energie hun taak, dan toen ze niet met aardappelen werden gevoederd. BQ varkens werd de bijzondere opmerking gemaakt, dat ziekten, die vroeger wel voorkwamen, en op rekening werden gesteld van de aardappel voeder, niet meer voorkwamen nu de aard appels gedroogd werden gegeven. De ver- voedering geschiedde veelei zoo, dat de gedroogde aardappelen eenige uren vóór ze werden geconsumeerd, gewoonlijk 's avonds te voren, met water of ondermelk bevoch tigd werdenzelden werden ze droog ge geveu. Varkens werden ze ook met heet water of gestoomd toegediend. De hoeveelheid vervoederde aardappelen bedroeg bij paarden 2 KG (ongeweekt), zulks ter vervanging van 2 KG. haver of 25—5 KG. gedroogde aardappelen in plaats van dezelfde hoeveelheid mais. jongvee en melkvee ontving meestal 1 KG, varkens 0,1—1,5 KG. per stuk én per dag. Door toevoeging van gedroogd melasse- snijdsel en gedroogd bletenloof heeft men beproefd de zoutverzorging in betere con ditie te brengen en ook met deze proef gunstige resultaten verkregen. Wq zullen op deze belangrqke zaak nog wel eens terugkomen. C. B. Verslag van het verhandelde in de open bare vergadering van den Raad der gemeente NIEUWE TONGE Zaterdag 17 Mei jl. Tegenwoordig alle leden. Voorzitter de EdelAchtb. heer Overdorp. Na opening der vergadering zqn de no tulen der vorige vergadering gelezen, goed gekeurd en geteekend 2. Mededceling Ingekomen stukken a Missive van HH Ged Staten dezer pro vincie ad 6 en 12 Mei 1919, B no 2850 (3e af dj G S no 146, daarbq goedgekeurd terug zendende het raadsbesluit dd 22 April jltot af- en overschrqving enkele posten op de begrooting 1918; b een schrqven van de Gezondheidscom missie te Middelhatnis dd 6 Mei jl no 48, ten geleide eener raming der ontvangsten en uitgaven voor het jaar 1920, volgens welke raming door deze gemeente moet worden bq gedragen een bedrag ad f 36,30 Wordt besloten het voor de gemeente ge raamde bedrag ad f 36,30 ter beschikking der commissie te stellen c Is ingekomen een schrqven van den heer G Tn Rotman te Middeiharnis dd 23 April jl, houdende bericht dat hq zqn be noeming tot hoofd der openbare school al hier onder dankzegging aanneemt 3 Wordt besloten tot af- en overschrijving en toevoeging van enkele posten aan de begrootingen, diensten '18 en '19 4 Alsvorer,, tot het aangaan van een geld- leening voor het nadeelig saldo van het distributiebedrqf over 1918, gioot f 4500, af te lossen in 10 jaren, te beginnen in 1919, tegen een rente van ten hoogste van 5'/j% 5 Wordt door B en W ter tafel gebracht het door hen opgemaakte beredeneerd ver slag van den toestand der gemeente over 1918 Besloten wordt dit bij de leden te laten circuleeren 6 Wordt op voorstel van B en W met algemeene stemmen besloten met ingang van 1 Augustus e k het dlstributiebedrqf op te heffen en den directeur met ingang van dien datum eervol ontslag te verleentn on der dankzegging voor de bewezen diensten 7 Door de opheffing van genoemd bedrqf zou dc gemeenteveldwachter f 200 per jaar komen te verliezen, die hq van het distri butiebedrqf genoot. B en W stellen voor met ingang van 1 Aug e k de jaarwedde te verhoogen met f 200, wat met algemeene stemmen wordt besloten 8 Ten slotte deelt de Voorzitter mede.de verbouwing van het huls van den heer 1 J v d Broek- en de scheiding van de door de gemeente gekochte woning van voornoemden van den Broek De heer Bteesnee deelt mede, dat de aan wezige zinkputten in de straten meestal vei stopt zitten door de grond die er in ge worpen wordt, waarom hij in overweging wilde geven, deze beter te laten schoon maken of het vegen der straten op enkele dagen na te verbieden De Voorzitter is van meening dat dit niet zal helpen, daar er toch altqd grond ia de zinkputten komt, waarom hq voorstelt deze zaak in handen van B en W te stellen om praeadvies, wat wordt besloten Niets meer te behandelen zqnde, sluit de Voorzitter de vergadering Verslag van het verhandelde in de spoedeisshende Openbare vergade ring van den Raad der gemeente STELLENDAM, op Donderdag 15 Mei 1919. Aanwezig alle leden met uitzondering den heer E. Kievit. Voorzifter de Burgemeester. De voorzitter opent de vergadering op gebruikeiqke wqze met gebed, en deelt mede dat deze vergadering speciaal is belegd tof het verleenen van de gunning voor den bouw van tien arbeiderswoningen aan de Langeweg alhier. Alvorens de besprekingen aan te vangen; wenscht hij eerst eenige mededeelingen te doen in een geheime vergadering. De heer Holleman verzoekt de voorzitter niet onmiddeliqk over te gaan tot een ge heime zitting, doch deze zaak in het open baar te behandelen aangezien deze zaak van te groot belang is deze in 't geheim af te wikkelen daar dan reeds in de geheime k «aA»:'»

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1919 | | pagina 1