Zaterdag 10 Mei 1919. 848te Jaargang N°. 2492 voor de Znidhollandiehe en Zeeuwsche Eilanden. Eerste Blad. Antirevolutionair w "IfF Orgaan 1 IN HOC SIGNO VINCES OP DEN UITKIJK. 'ERS. „HET GOUDEN HERT", proiriëtair R. C. F. t. i. LEE-Ioonei. UIT DE PERS. BUITENLAND. W. BOEKHOVEN Zonen, Alle «takken voor de Redactie bestemd, Advertentlên en verdere Administratie banco toe te nenden »a» de ftJltsrevers Hotel Restaurant 15871 DINERS f 1,— en hooger. LOGIES MKT ONTBIJT Het éoor ieder aanbevolen adres. Be Vredesvoorwaarden 1919 nam. 5'/j ure .angeweg voor het van Leeuwen van erder huisraad ten Bouma te Som- fDlJK. Ooltgen8plaat is Igen 7 en 14 Mei |ertijd) in het hotel bij veiling en in I bij afslag, publiek imur en erf aan de |aat met een arbei- B-Achterweg. Kad. (184 aren, verhuurd |en heer C. v. Noord ouwschuur met erf Kad. Sectie, a. nos |ren verhuurd voor Rossem en J. Don- 3oppeningen 1 Juli trekgeld. !49 des namiddags baai te Stad aan 't oote partij gezaagd |elen, baddinge, kol- ren, luiken, asphait 4DIJK. ei 1919 nam. 6 ure aan de Kaai van ed timmethout als kolders, ribben, lat- alt era prikkeldraad. JDIJK. fei 19!9nam. 2 ure dag te Somme'sdijk et huis van I. Roet- luren en galanterie- leger, linnen en ka- goederen, kantstof, id, messen, scharen, ien, borstelwerk enz. ■JD'JK. J919 's morgens half tram) te Stellendam ea ten verzoeke van Jicht bij het tramsta- |e boereninspan, als 4 met hengstveu- meirleveulens, 13 is met foebehooren, p, vierwielige wied- naefcine, 4 zoo goed nieuwe Poortu gaal- zware wielsleden, ers, rolblok, diverse molen, tuigen, stroo, |UYS. Deze Courant verschlnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG. ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden franco per post 75 Cent b(J vooruitbetaling. BUITENLAND bi vooruitbetaling f 5.50 per jaar. AFZONDERLIJKE NUMMERS 5 CENT. UITGEVERS: SOMMELSDJJK. Telefoon Intercommunaal No. 202. ADVERTENT1ËN 121/» Cent per regel, RECLAMES 25 Cent per regel. BOEKAANKONDIGING 5 Cent per regel. DIENST AANVRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN 50 Cent per plaatsing. Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zl beslaan. Advertentlên worden Ingewacht tot DINSDAG- en VRIJDAGMORGEN 10 UUR. TOUT PRIX. zeide mr. Troelstra Ivue" te Amsterdam Het Volk" de revolutie, en In |n Rusland ais elders, j.e ziel bedroefd is. pthoden, dat wij af- wij onze arbeiders waarschuwen. Maar ons komt, de bour- jft meer en meerden rijft en van ons eischt ten zulten uitmeten, zijn er grootach op en sociale revolutie, oorten van ons land r begroeten als het derarbeidersklass' stra wil revolutie, i?1 aren machtshonger je van over de gren- s land aan de ellende geven. wel niet denkbaar log immer de leider Msb. evolutie uit. verleden week voor iaal democraten het )ij volkomen in den indheid bleek hij nog Want weer was zijn gericht. Van uit het steeds, hce eer hoe revolutie. Komt de de poorten van ons ril hij en de heele - haar begroeten als moment op den weg arbeiders. Met blijd- hij en de zijnen haar ongetwSfeld ons volk rrgroote meerderheid maar deze eerzuch- n om, indien hij met ing eener omwente lt kan nemen, daartoe an, onze vrijheid met en alles, zoo nocdig geweer en kanon, te dwingelandij, stra blijft zijn zinnen middel zal door deze nd fanatisme ellende ons volk wil uitstor teer en meester in zijn irgs volgt. Hij zal het, der verleide en gees- sa blijven prikkelen p Dultschland en Rus- i acht om opnieuw te .ij reeds eenmaal, maar ermeesteren. olutie. HQ zal die :n. eenige Illusie te dezen lijven en steeds reke- gevaar dat dreigt en ie revolutionair Troel- van hoop om zijn doel elt. N. H. Ct. Nadruk verboden. .En wat zegt grootmoe er van 't Werd gevraagd, toen er een hapering kwam In 't geaprek, zooals dat soms plot seling zin kan, en iemand de daardoor ont stane stilte wilde breken. Het was een levendig gesprek geweest. Ze zaten bl elkaar, heel de familie: 't hoofd van 't gezin was jarig vandaag en hl had nogal wat verwanten, ook nogal -ipen kinderen, waarvan al 'n paar getrouwd #t vertrek was vol. Nadat de jarige, de huisellke aangelegen heden en het bedrit besproken was, kwam het gesprek op de „dingen van den dag", zoowel op 't geen In 't eigen vaderland als in 't buitenland gebeurde. De revolutie, Troelstra, 't ministerie, de Vredesconferentie véél had al 'n beurt ge had, toen men kwam op de bolsjewikl en hun daden. Daarover was lang geboomd. De ellende, die het bolsjewisme reeds ge bracht heeft en nog verder te brengen dreigt, werd lang besproken en snen was 't erover eens, dat het „Bid en Werkt" plicht was, om ons vaderland voor zulke rampen te bewartn. Grootmoe had aandachtig geluisterd. Zeggen deed ze nooit veel, maar ze stelde toch nog in alles belang, las haar krant en overlegde de dingen, die ze hoorde en las in haar hart, ze daarbl steeds toetsend aan het Woord van God, zooals zj dat in haar eenvoudigheid las. „En wat zegt grootmoe ervan?" 't Werd zoo losweg gevraagd ter aflei- «Urj. '-och keken allen grootmoe aan. „Mil dunkt", zei 't oudje toen Ineens, heel ernstig, „laten we vooral niet vergeten, om zonder ophouden strijd te voeren tegen den bolsjewiek In ons eigen hart". Daarmee was grootmoe uitgepraat. Ze wisten allen wel, er was geen denken aan, dat ze zich zou laten verlokken tot een algemeen gesprek van zekeren omvang; dat kon ze trouwens niet meer ook, meni geen keek al vreemd op, dat grootmoe zulk een langen volzin had voortgebracht: het onderwerp moest dan wel diepen Indruk op haar hebben gemaakt I Maar die eene zin, zei veel. Méér dan grootmoe zelf onder woorden kon brengen. Zjj voelde dan ook de waarheid van wat ze zei meer, dan dat ze door nadenken daartoe gekomen was. Zoo was 't altfld met haar geweest, 't Kwam bij haai zeer sterk uit het hart; wat ze zei was niet in de eerste plaats 't product van het nuchter werkend verstand. Daarom zei ze ook nooit veel. Het hart moest er haar bepaald toe dwin gen. Maar daardoor sloeg se ook soms zoo vaak den sp|ker op den kop. Inderdaad, de „bolsjewiek In ons eigen hart", Is onze gevaarl|kste tegenstander. En als ws diar oog voor kr|gen, dan zullen we met meer kracht dan ooit de heillooze leer en de heillooze praktgken dezer menschen weerstaan, maar z| zullen het wel laten,om uit de hoogte op hen neer te zien. Van nature en uit onszelf zija we geen haar beter dan zij. Waaruit springt het bolsjewisme voort? Uit den onbeteugelden klassenstrijd. Daarom juist is het tegenover het gewone en tamme socialisme zoo sterk, omdat het kon8ekwent is een van den ouden, wreeden regel uitgaat: A la guerre courme i la gu erre 1 Oorlog is nu eenmaal oorlog t Strijd "ueesmaal geen medelijden I Strijd vijand? raers den ondergang van den .„Al^^an de, bourgeoisie de vijand is, dan de dood aan haar „£e" .^"iewist heeft den schrikkeljken rw uafolL l konsekwentle daarvan tot den Iaatsten letter toe aandurft. verhongeren! h' den »bour8eois" kalm rn!irfiiu°.eda^e8t»zei ie£n der ministers het huttraianrf 5.Ï? z™ictlten moeten voor het ïkS?" ZUllen wi| eer8t de burger! tot den Iaatsten man en vrouw toe verdel gen van den aardbodem. Nu zal men zeggendat Is kras. En grootmoe sprak wel wat bond. Neen, zij kende haar catechismus en In dien catechismus o.m. de uitlegging van het zesde gebod, maar niet alleen de vrucht maar ook de wortel des kwaads veroordeeld wordt. Waaruit spruit die bolsjewiki-praktijk voort Uit den klassenstrfd, uit den haat dut. Uit den haat, dien de klasse der „prole tariërs" zooveel jaren lang bi zichzelf heeft aangekweekt tegen al wat buiten die klasse staat. Neen, ik wil allerminst de rotte, Russische maatschappl onder het tsavlstisch bewind in bescherming nemen: z| was vermolmd, in den grond bedorven en dolf haar eigen graf. Maar wat kwam daarvoor in plaats I Kwam daarvoor In de plaats het streven van hen, die de maatschappl vernieuwen willen, door vooi allen te scheppen wat men noemt een „menschwaardig bestaan Kreeg het altruïsme, de algemeene menschen en naastenliefde de overhand? Juist het tegendeel bad plaats. 't Brutaalste klassa-egolsme won het. Want dat is het, anders nietJ En dat nu is weer gebaseerd op het zui verste particuliere egoïsme. Want gij kunt er op rekenen, als b.v. In Rusland de burgerl zal zijn omgekomen en •r mocht dan nog niet geaoeg z|n, om alle „proletariërs" te voeden, dan vallen ze op elkander aan, als de wolven In het woud. Hier hebt ge dus 't kwaad in den wortel egoïsme. Ea dat ln zin schrikkellksten vorm. Zooals alleen satan egoïst zin kan. Dat dwars ingaat tegen dat andere begin sel, 't welk Christus la de wereld gepredikt heeft als de samenvatting en de vervulling der Wet: God lief te hebben bovenal en den naaste als zichzelf. Waar nu bi ken, die zich niet afleen naar Christus noemen, maar die ook hun heil en zaligheid daar in zoeken, dat zij „met Chris tus opgewekt zin", dit beginsel verflauwt, daar is reden om te waarschuwen tegen 't insluipen van het bolsjewisme ia 't eigen hart. En zoo heeft grootmoe dat bedoeld. Al kon ze dit alles zoo niet onder woor den brengen t Is daar dan reden tot waarschuwing? Laat ik slechts op één punt mogen wijzen. Mammon won de laatste jaren ongemeen in aanzien en Invloed. Het geld rolde door het leven. Er werd in de gesprekken over weinig anders gepraat vaak, dan overO.W. over 'n prachtige slag, 'n stoute winst, 'n mooie affaire enz. enz. Waar nu de gouddorst in 't hart sluipt, daar verkoelt de liefde en groeit het egoïsme. Ock, men kan dat dan wel raaskeerea. Door een flinke gltt aan „den arme". Door «ympathiek te spreken over den „minderen man". Maar het hart blQft er koud bfl. En onae tijd heeft er Juist zooveel be hoefte aan, dat het hart, zich openbaart ln ware, warme liefde jegens den naaste. Ik moet alweer aan grootmoe denken. Nu is ze oud en ze woont bij haar kinde ren ln, maar vele jaren lang zwaaide ze als boerin den schepter op haar eigen plaats. Welnu, uit dien tfld ken Ik haar ook. En velen daarginds herinneren zich harer. Vraag het de kinderen van oude Mieke I Die had jarenlang op de boerderl eiken Zaterdag en ook door de week op dtukke dagen gewerkt, tot ze bedlegerig werd en na langdurige ziekte stierf. Laat hen getuigen, wat grootmoe ln dien tld al niet brengen liet. Hoe zij gedurig zelf kwam, om wat met 't oudje te praten en haar op te beuren. Hoe zl 't alleen bekos tigde, toen 't mensch naar de stad moest, om te probeeren of 'n operatie nog helpen kon. Hoe zl de laatste weken meermalen kwam waken, als de kinderen uitgeput raakten. Vraag het de ouderen en zfl zullen ge tuigen, wat grootmoe deed, als er ergens een kraamvrouw was, die 't arm had, hoe ze niet alleen gaf, maar ook zelf ging, niet uit de hoogte als een weldoenster, maar zoo heel gewoon als 'n zuster of vriendin. Grootmoedie vergeten ze daar niet. Liefde toonde ze, komende uit een op recht geloof. De liefde van Christus drong haar. Nu wordt deze liefde ongetwflfeld nog gevonden, anders zou er geen geloof meer Gsdsmpts Boersnstslgsr 03A, #3B 14739 ------ Direct nabl de Hoofdsteeg, Rotterdam f 1.25, f 1.50, en f 1.75 Tel. no. 1532. Aanbevelend, zin. Maar de Schrift spreekt toch ook van tlden. waarin de liefde van velen verkou den zal. En als dat gebeurt, dan steekt de „bolsjewiek in het eigen hart" dadellk den kop op, zooals grootmoe 't voelde en het zei. Zl schoot den pil af in haar eenvoudig heid, jgellk de Syriër deed, die Achab trof. Maar die pil trof doel. 't Bleek uit de stilte die volgde. 'k Heb grootmoe niet gevraagd, of Ik haar woord publiek maken mocht. Maar 't is ten slotte een waarschuwing voor ons allen. En daarom waag ik 't er maar op. Als „groot moe", kortaf, bllft ze toch anoniem genoeg, dat niemand haar uit de vele duizenden, die kleinkinderen hebben herkent. UITKIJK. We vonden, in de Goolsche Courant onder staand geschreven door den heer Boschma, zeker voor Ouddorp gesn onbekende, getiteld De Hoorn der Eeuwen. Het woord van den Apostel, dat de gedaan te dezer wereld voorblgaat, wordt door niets zoo eigenaardig geïllustreerd als door de ver schillende vormveranderingen, dia in den loop der tlden zin ondergaan door onze Zuid- hollandsche en Zeeuwsche eilanden. Aan den noordkant van ons dorp? bi voor beeld, waar thans de rusteloos wentelde gol ven der Noordzee hun weemoedige zangen uitklagen langs den kalen voet der duinen, lag eenmaal oen uitgestrekte polder, die door een zwaren dik tegen de zee beschermd werd, maar de zee heeft teruggeëischt wat men baar had ontnomen, en wat door nij vere menschenhanden in jarenlange zorg was bleoagebracht, heeft z| in één enkelen nacht verzwolgen. Hoe laag dat geleden is, en hoe dat land er eenmaal uitzag, weet niemand. Maar de visschers, die daar nu hun netten werpen, weten te verhalen, dat zl, bi zeer lage eb, nog de sporen van de sloten en greppels in dat verdronken land kunnen onderscheiden en in de harde klei nog de afdruksels van koeienhoeven terug vinden. Er moet daar vroeger zelfs een stad heb ben gestaan. Maar hoe die siad heeteenhoe groot zl was, weet niemand meer. Wie op den top van het duin gezeten, nauwlettend ulstert naar de grafliederen der golven, hoort daar wèl allerlei stemmen fluisteren, maar de namen van de menschen, over wie zij rouwzangen suist, houdt de zee angstvallig verzwegen. Hoe leefden, hoe deden en dachten zij, de inwoners, van die verzonken stad? Nie mand meer, die het weet. De eeuwen heb ben alles in vergetellkheld gedompeld. De menschen, die daar woonden, hebben zeker, evenals wl allen, eenmaal hun vreug de en hun lsed gohad. Zjj hadden hun zor gen en hun wenschen; zl hadden hunne plannen voor de toekomst. Maar op zekeren avond kondigde de nacht wacht van die stad haren Inwonera voorde laatste maal het uur dor rust aan. Want in den schrlkkellken nacht, die op dien avond volgde galmde nog eenmaal zin koperen stem ln hunne ooren, maar thans om hen voor te bereiden op de ure des doods. Want de dik was doorgebroken en de woeste baren joegen in wilde vaart door de straten, en woelde de fondamenten om van hutten en kasteelen en verzwolgen tegellk de schatten van de woekeraars en de ge- wenschte dingen van de jonkvrouwen, met de kudden van den landman en de spade van dendaglooner. Slechts één van al de duizend dingen, welke eenmaal die stad bevatte, is terugge vonden en wordt thans nog op het dorps huis eener naburige gemeente bewaardiets wat vroeger in 't bezit was van den man, die eenmaal over dit alles en die allen tot op het laatste oogenbllk de wacht had ge houden zQn hoorn I „De gedaante dezer werold gaat voor- bi 1" Wat ln vroeger tlden geschied is met de ze verdronken stad, herhaalt zich nog heden en zal zich herhalen na dezen. De gedach tenis, zoowel van den machtige als van den zwakke, wordt uitgewischt. De eeuwen heb ben begraven de schitterende hoofdsteden der oude wereld in het stof der woestlnen, zooals zl hebben bedolven het kleine ste deken aan de Noordzee in de wentelende baren. En zó* zullen zl begraven de nage dachtenis van hen, die thans nog mijmerend tusschen de ruïnen der oude wereld ot langs het strand der zeeën dwalen, zoekend naar de heugenis van wie hen vóórgingen. Wat is er overgebleven van Nineveh, en Babylon en Troje, en Eebatana, en Mem phis Wat zal er overblijven van ons Een handvol stof, een naakte schedel, een steen hoop, het teeken van een greppel, het afdruksel van een koelenhoef, en niets meer I Niets? Ja, toch lets is er uit die bedolven werel den overgebleven: een hoorn, de Hoorn van Hem, die over al die vergeten geslachten tot op het laatste oogenbllk de wacht heeft gehouden t De tonen van dien Hoorn hebben weer klonken op den avond vóór den Zondvloed, als een laatste waarschawlng aan een wel haast verdronken wereld. Zl hebben geschet terd door de straten van Nineveh; zl heb ben geklaagd in den Last der profeten aan Babel en Tyrus en Egypte. En engelen heb ben er op gespeeld zangen van vrede en welbehagen in menschen, en de Zone Gods heeft er voor getoonzet de symphonleën des hemels. En elk volgend geslacht heeft dien Hoorn uit den stroom der eeuwen opnieuw opge- vlscht. En de Boosheid heeft hem opnieuw bedolven in de wateren der zee en onder het stof van muffe kloosters, maar de lldende en onrustige menschheid heeft hem opnieuw opgezocht. En de Macht der duisternis heeft, wie op hem bliezen, vervolgd en gedood, in stukken gezaagd en verbrand, maar nieuwe nachtwakers hebben hem van onder de gloei ende sintels gehaald en, onder de leiding van den Oppersten Wachter, er uit hervoor- gebracht nieuwe melodieën. De kronen van Constantln en Justinianus en van Karei en van Napoleon zin verbro ken nu verloren, maar deze Wonderhoorn is bewaard gebleven en schalt nog altijd de wereld door, om het uur der ruste te verkon digen aan de lidenden en vermoeiden van harte, en de ure des oordeels aan de weder- spaanigen en goddeloozen. En wanneer eenmaal ook onze nagedach tenis zal zin ten onder gegaan in het stof der graven, dan zullen uit ons nageslacht nieuwe nachtwakers opstaan en zQ zullen grlpen naar dezen ouden Hoorn, totdat een maal de laatste Godsbazuin zal weerklinken over deze wereld, om over te gaan in het geluid der harpen en der citeren van Slons verlosten. Want alzoo zegt de Heere „O, Jeruzalem, Ik heb wachters op uwe muren gesteld, die al den dag en al den nacht niet zullen zwlgen, totdat de Heere Jeruzalem stelle tot een lof op aardel". HILBRANDT BOSCHMA. Het voornaamste uit het verdrag. Het voorloopig vredesverdrag Is Woens dagmiddag aan de Dultsche delegatie over handigd, en in verband daarmee volgt hier onder een uitreksel, dat een commissie van redactie te Paris voor de pers heeft gereed gemaakt, en aan de N. R. Ct. door Reuter werd geseind. Het verdrag zelf vormt een lijvig stuk, en van het résumé, dat hieronder volgt, kan ook nog niet gezegd worden, dat men het, door er onder het ontbijt een steelschen blik ln te werpen, ten volle inzicht opnemen kan. Daarom laten wl hieronder een overzicht volgen, waarin in de eerste plaats gestreefd wordt naar kortheid, en dat dus niet de min ste aanspraak maken kan op volledigheid. Wl vestigen slechts de aandacht op eenige punten, die ons bi de lezing en vertaling van het stuk in de eerste plaats hebben ge troffen. De eerste afdeellng van het verdrag bevat het statuut van den volkerenbond, dat wij reeds in ons blad ln zin geheel hebben weer gegeven. Naar men toen heeft kunnen zien, is dit stuk heel ln het algemeen gezegd voar een goed 'deel een codificatie van den tegenwoordigen toestand, maar een zoo danige codificatie, dat die toestand als het ware als uitgangspunt genomen wordt, van waar nit zich geleidelik een volkerenbond in meer ideëlen zin kan ontwikkelen. Wat de grenzen betreft, de bepalingen daaromtrent leeren ons dadelijk iets over den aard van het verdrag in het algemeen. Dultschland verliest aan Frankrlk Elzas-Lo- tharingen, waarbij Frankrlk klemmende rech ten op den Rijn verkrlgt. Duitschland ver liest voorts het Saargebied, niet voor dade llk, maar over 15 jaar Dit wordt wel niet zoo gezegd, maar de eenigszins ingewikkel de regeling omtrent het Saargebied zoo die niet zeer spoedig leidt tot de oneenig- heid, waar zl alle aanleiding toe geeft, een oneenigheid, die tot een nog spoediger inlij ving bi Frankrlk zal lelden komt neer op een langzame opslurping door Frankrlk. Nog erger nesten van internationale ver wikkelingen worden aan de Poolsch-Pruisl- sche grenzen gemaakt. De grensregeling in het Oosten geeft aan Polen een zeer groot en zeer belangrijk Pruisisch gebied (het grootste deel van Opper-Silezlë, Posen en West-Pruisen), ln welk gebied, bebalve de zuiver Poolsche streken, ook vele gemengde gebieden zin opgenomen. Over andere stre ken zal nog worden gestemd. Dantzig wordt een vrle stad, maar als zoodanig toch een aanhangsel van Polen. Oost-Pruisen wordt van Duitschland afgescheiden, als een eiland. Kortom, daar ln het Oosten wordt de toe stand ongeveer zooals die in vroeger eeuwen is geweest, en waar toen zooveel strijd door is ontstaan. Ten opzichte van deze kwestie worden de Duitschers verondersteld heel wat met goed veitiouwen aan de latere be slissingen der geassocieerden over te laten, welk vertrouwen van Dultsche zijde overi gens gezien de besluiten, die nu al ge nomen zin wel g'ring zal wezen. Dit geldt ook van Duitsch Oostenrijk, aan welk land het zelfbeschikkingsrecht niet wordt toegekend. Ook komen de Dultsche Sudetenlanden aan Tsjecho-Slowaklealleen ten opzichte van het Sleeswlksche vraagstuk worden in de grensregelingen de beginselen van Wil son toegepast. Ziet men van deze beginselen, op grond slag waarvan deze vrede zou worden ge sloten, geheel af, dan zou men kunnen zeg gen, dat Dultschland op het gebied van ter ritorium in Europa altijd wel nog meer bad kunnen verliezen. Daartegenover staat, dat zulks niet het geval is ten opzichte van d$ koloniën. Die verliest Duitschland alle, en bepalingen, waardoor bet Dultsche volk toch nog op een andere wlze een gebied van emigratie zou kunnen krjjgen, komen ln het verdrag niet veor. De schadevergoeding, die Duitschland be talen moet, kan men practisch beschouwd, gerust oneindig groot noemen. Ook in dat opzicht zullen de Duitschers van te voren alle besluiten moeten goedkeuren, die een commissie daaromtrent zal nemen. Ton voor ton moet Duitschland alle ver nielde schepen vergoeden, zin werven zul len voor de geallieerden nieuwe schepen moeten maken, in bepaalde omstandigheden waarvan het zeer wel mogellk is, dat zij zich voordoen zal de Dultsche blnnen- scheepvaartvloot (voor het binnenlacdsch economisch leven in Duitzchland van uiterst groot belang) zelfs tot 20 procent mogen worden verminderd. Frankrlk en Polen ne men niet, met het verkregen gebied, een ge deelte van de staatsschuld over. De gestrengheid van de militaire voor waarden (uitlevering dar kanonnen, Helgo land enz.) spreekt voor zichzelf. Dit likt ons, voor zoover een samenvat ting ln zulk een kort bestek mogellk Is, het allervoornaamste uft het verdrag.

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1919 | | pagina 1