Zaterdag 10 Mei 1919.
848te Jaargang N°. 2492
voor de Znidhollandiehe en Zeeuwsche Eilanden.
Eerste Blad.
Antirevolutionair w "IfF Orgaan 1
IN HOC SIGNO VINCES
OP DEN UITKIJK.
'ERS.
„HET GOUDEN HERT",
proiriëtair R. C. F. t. i. LEE-Ioonei.
UIT DE PERS.
BUITENLAND.
W. BOEKHOVEN Zonen,
Alle «takken voor de Redactie bestemd, Advertentlên en verdere Administratie banco toe te nenden »a» de ftJltsrevers
Hotel Restaurant
15871
DINERS f 1,— en hooger.
LOGIES MKT ONTBIJT
Het éoor ieder aanbevolen adres.
Be Vredesvoorwaarden
1919 nam. 5'/j ure
.angeweg voor het
van Leeuwen van
erder huisraad ten
Bouma te Som-
fDlJK.
Ooltgen8plaat is
Igen 7 en 14 Mei
|ertijd) in het hotel
bij veiling en in
I bij afslag, publiek
imur en erf aan de
|aat met een arbei-
B-Achterweg. Kad.
(184 aren, verhuurd
|en heer C. v. Noord
ouwschuur met erf
Kad. Sectie, a. nos
|ren verhuurd voor
Rossem en J. Don-
3oppeningen 1 Juli
trekgeld.
!49 des namiddags
baai te Stad aan 't
oote partij gezaagd
|elen, baddinge, kol-
ren, luiken, asphait
4DIJK.
ei 1919 nam. 6 ure
aan de Kaai van
ed timmethout als
kolders, ribben, lat-
alt era prikkeldraad.
JDIJK.
fei 19!9nam. 2 ure
dag te Somme'sdijk
et huis van I. Roet-
luren en galanterie-
leger, linnen en ka-
goederen, kantstof,
id, messen, scharen,
ien, borstelwerk enz.
■JD'JK.
J919 's morgens half
tram) te Stellendam
ea ten verzoeke van
Jicht bij het tramsta-
|e boereninspan, als
4 met hengstveu-
meirleveulens, 13
is met foebehooren,
p, vierwielige wied-
naefcine, 4 zoo goed
nieuwe Poortu gaal-
zware wielsleden,
ers, rolblok, diverse
molen, tuigen, stroo,
|UYS.
Deze Courant verschlnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG.
ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden franco per post 75 Cent b(J vooruitbetaling.
BUITENLAND bi vooruitbetaling f 5.50 per jaar.
AFZONDERLIJKE NUMMERS 5 CENT.
UITGEVERS:
SOMMELSDJJK.
Telefoon Intercommunaal No. 202.
ADVERTENT1ËN 121/» Cent per regel, RECLAMES 25 Cent per regel.
BOEKAANKONDIGING 5 Cent per regel.
DIENST AANVRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN 50 Cent per plaatsing.
Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zl beslaan.
Advertentlên worden Ingewacht tot DINSDAG- en VRIJDAGMORGEN 10 UUR.
TOUT PRIX.
zeide mr. Troelstra
Ivue" te Amsterdam
Het Volk"
de revolutie, en In
|n Rusland ais elders,
j.e ziel bedroefd is.
pthoden, dat wij af-
wij onze arbeiders
waarschuwen. Maar
ons komt, de bour-
jft meer en meerden
rijft en van ons eischt
ten zulten uitmeten,
zijn er grootach op
en sociale revolutie,
oorten van ons land
r begroeten als het
derarbeidersklass'
stra wil revolutie, i?1
aren machtshonger
je van over de gren-
s land aan de ellende
geven.
wel niet denkbaar
log immer de leider
Msb.
evolutie uit.
verleden week voor
iaal democraten het
)ij volkomen in den
indheid bleek hij nog
Want weer was zijn
gericht. Van uit het
steeds, hce eer hoe
revolutie. Komt de
de poorten van ons
ril hij en de heele
- haar begroeten als
moment op den weg
arbeiders. Met blijd-
hij en de zijnen haar
ongetwSfeld ons volk
rrgroote meerderheid
maar deze eerzuch-
n om, indien hij met
ing eener omwente
lt kan nemen, daartoe
an, onze vrijheid met
en alles, zoo nocdig
geweer en kanon, te
dwingelandij,
stra blijft zijn zinnen
middel zal door deze
nd fanatisme ellende
ons volk wil uitstor
teer en meester in zijn
irgs volgt. Hij zal het,
der verleide en gees-
sa blijven prikkelen
p Dultschland en Rus-
i acht om opnieuw te
.ij reeds eenmaal, maar
ermeesteren.
olutie. HQ zal die
:n.
eenige Illusie te dezen
lijven en steeds reke-
gevaar dat dreigt en
ie revolutionair Troel-
van hoop om zijn doel
elt. N. H. Ct.
Nadruk verboden.
.En wat zegt grootmoe er van
't Werd gevraagd, toen er een hapering
kwam In 't geaprek, zooals dat soms plot
seling zin kan, en iemand de daardoor ont
stane stilte wilde breken.
Het was een levendig gesprek geweest.
Ze zaten bl elkaar, heel de familie: 't
hoofd van 't gezin was jarig vandaag en
hl had nogal wat verwanten, ook nogal
-ipen kinderen, waarvan al 'n paar getrouwd
#t vertrek was vol.
Nadat de jarige, de huisellke aangelegen
heden en het bedrit besproken was, kwam
het gesprek op de „dingen van den dag",
zoowel op 't geen In 't eigen vaderland als
in 't buitenland gebeurde.
De revolutie, Troelstra, 't ministerie, de
Vredesconferentie véél had al 'n beurt ge
had, toen men kwam op de bolsjewikl en
hun daden.
Daarover was lang geboomd.
De ellende, die het bolsjewisme reeds ge
bracht heeft en nog verder te brengen dreigt,
werd lang besproken en snen was 't erover
eens, dat het „Bid en Werkt" plicht was, om
ons vaderland voor zulke rampen te bewartn.
Grootmoe had aandachtig geluisterd.
Zeggen deed ze nooit veel, maar ze stelde
toch nog in alles belang, las haar krant en
overlegde de dingen, die ze hoorde en las
in haar hart, ze daarbl steeds toetsend aan
het Woord van God, zooals zj dat in haar
eenvoudigheid las.
„En wat zegt grootmoe ervan?"
't Werd zoo losweg gevraagd ter aflei-
«Urj.
'-och keken allen grootmoe aan.
„Mil dunkt", zei 't oudje toen Ineens, heel
ernstig, „laten we vooral niet vergeten, om
zonder ophouden strijd te voeren tegen den
bolsjewiek In ons eigen hart".
Daarmee was grootmoe uitgepraat.
Ze wisten allen wel, er was geen denken
aan, dat ze zich zou laten verlokken tot een
algemeen gesprek van zekeren omvang;
dat kon ze trouwens niet meer ook, meni
geen keek al vreemd op, dat grootmoe zulk
een langen volzin had voortgebracht: het
onderwerp moest dan wel diepen Indruk
op haar hebben gemaakt I
Maar die eene zin, zei veel.
Méér dan grootmoe zelf onder woorden
kon brengen.
Zjj voelde dan ook de waarheid van wat
ze zei meer, dan dat ze door nadenken
daartoe gekomen was.
Zoo was 't altfld met haar geweest,
't Kwam bij haai zeer sterk uit het hart;
wat ze zei was niet in de eerste plaats 't
product van het nuchter werkend verstand.
Daarom zei ze ook nooit veel.
Het hart moest er haar bepaald toe dwin
gen.
Maar daardoor sloeg se ook soms zoo
vaak den sp|ker op den kop.
Inderdaad, de „bolsjewiek In ons eigen
hart", Is onze gevaarl|kste tegenstander. En
als ws diar oog voor kr|gen, dan zullen we
met meer kracht dan ooit de heillooze leer
en de heillooze praktgken dezer menschen
weerstaan, maar z| zullen het wel laten,om
uit de hoogte op hen neer te zien.
Van nature en uit onszelf zija we geen
haar beter dan zij.
Waaruit springt het bolsjewisme voort?
Uit den onbeteugelden klassenstrijd.
Daarom juist is het tegenover het gewone
en tamme socialisme zoo sterk, omdat het
kon8ekwent is een van den ouden, wreeden
regel uitgaat: A la guerre courme i la gu
erre 1 Oorlog is nu eenmaal oorlog t Strijd
"ueesmaal geen medelijden I Strijd
vijand? raers den ondergang van den
.„Al^^an de, bourgeoisie de vijand is, dan
de dood aan haar
„£e" .^"iewist heeft den schrikkeljken
rw uafolL l konsekwentle daarvan tot
den Iaatsten letter toe aandurft.
verhongeren! h' den »bour8eois" kalm
rn!irfiiu°.eda^e8t»zei ie£n der ministers het
huttraianrf 5.Ï? z™ictlten moeten voor het
ïkS?" ZUllen wi| eer8t de burger!
tot den Iaatsten man en vrouw toe verdel
gen van den aardbodem.
Nu zal men zeggendat Is kras.
En grootmoe sprak wel wat bond.
Neen, zij kende haar catechismus en
In dien catechismus o.m. de uitlegging van
het zesde gebod, maar niet alleen de vrucht
maar ook de wortel des kwaads veroordeeld
wordt.
Waaruit spruit die bolsjewiki-praktijk
voort
Uit den klassenstrfd, uit den haat dut.
Uit den haat, dien de klasse der „prole
tariërs" zooveel jaren lang bi zichzelf heeft
aangekweekt tegen al wat buiten die klasse
staat.
Neen, ik wil allerminst de rotte, Russische
maatschappl onder het tsavlstisch bewind
in bescherming nemen: z| was vermolmd,
in den grond bedorven en dolf haar eigen
graf.
Maar wat kwam daarvoor in plaats I
Kwam daarvoor In de plaats het streven
van hen, die de maatschappl vernieuwen
willen, door vooi allen te scheppen wat men
noemt een „menschwaardig bestaan Kreeg
het altruïsme, de algemeene menschen en
naastenliefde de overhand?
Juist het tegendeel bad plaats.
't Brutaalste klassa-egolsme won het.
Want dat is het, anders nietJ
En dat nu is weer gebaseerd op het zui
verste particuliere egoïsme.
Want gij kunt er op rekenen, als b.v. In
Rusland de burgerl zal zijn omgekomen en
•r mocht dan nog niet geaoeg z|n, om
alle „proletariërs" te voeden, dan vallen ze
op elkander aan, als de wolven In het woud.
Hier hebt ge dus 't kwaad in den wortel
egoïsme.
Ea dat ln zin schrikkellksten vorm.
Zooals alleen satan egoïst zin kan.
Dat dwars ingaat tegen dat andere begin
sel, 't welk Christus la de wereld gepredikt
heeft als de samenvatting en de vervulling
der Wet: God lief te hebben bovenal en
den naaste als zichzelf.
Waar nu bi ken, die zich niet afleen naar
Christus noemen, maar die ook hun heil en
zaligheid daar in zoeken, dat zij „met Chris
tus opgewekt zin", dit beginsel verflauwt,
daar is reden om te waarschuwen tegen 't
insluipen van het bolsjewisme ia 't eigen
hart.
En zoo heeft grootmoe dat bedoeld.
Al kon ze dit alles zoo niet onder woor
den brengen t
Is daar dan reden tot waarschuwing?
Laat ik slechts op één punt mogen wijzen.
Mammon won de laatste jaren ongemeen
in aanzien en Invloed. Het geld rolde door
het leven. Er werd in de gesprekken over
weinig anders gepraat vaak, dan overO.W.
over 'n prachtige slag, 'n stoute winst, 'n
mooie affaire enz. enz.
Waar nu de gouddorst in 't hart sluipt,
daar verkoelt de liefde en groeit het egoïsme.
Ock, men kan dat dan wel raaskeerea.
Door een flinke gltt aan „den arme".
Door «ympathiek te spreken over den
„minderen man".
Maar het hart blQft er koud bfl.
En onae tijd heeft er Juist zooveel be
hoefte aan, dat het hart, zich openbaart ln
ware, warme liefde jegens den naaste.
Ik moet alweer aan grootmoe denken.
Nu is ze oud en ze woont bij haar kinde
ren ln, maar vele jaren lang zwaaide ze als
boerin den schepter op haar eigen plaats.
Welnu, uit dien tfld ken Ik haar ook.
En velen daarginds herinneren zich harer.
Vraag het de kinderen van oude Mieke I
Die had jarenlang op de boerderl eiken
Zaterdag en ook door de week op dtukke
dagen gewerkt, tot ze bedlegerig werd en na
langdurige ziekte stierf.
Laat hen getuigen, wat grootmoe ln dien
tld al niet brengen liet. Hoe zij gedurig zelf
kwam, om wat met 't oudje te praten en
haar op te beuren. Hoe zl 't alleen bekos
tigde, toen 't mensch naar de stad moest,
om te probeeren of 'n operatie nog helpen
kon. Hoe zl de laatste weken meermalen
kwam waken, als de kinderen uitgeput
raakten.
Vraag het de ouderen en zfl zullen ge
tuigen, wat grootmoe deed, als er ergens
een kraamvrouw was, die 't arm had,
hoe ze niet alleen gaf, maar ook zelf ging,
niet uit de hoogte als een weldoenster, maar
zoo heel gewoon als 'n zuster of vriendin.
Grootmoedie vergeten ze daar niet.
Liefde toonde ze, komende uit een op
recht geloof.
De liefde van Christus drong haar.
Nu wordt deze liefde ongetwflfeld nog
gevonden, anders zou er geen geloof meer
Gsdsmpts Boersnstslgsr 03A, #3B
14739 ------
Direct nabl de Hoofdsteeg,
Rotterdam
f 1.25, f 1.50, en f 1.75
Tel. no. 1532. Aanbevelend,
zin. Maar de Schrift spreekt toch ook van
tlden. waarin de liefde van velen verkou
den zal. En als dat gebeurt, dan steekt de
„bolsjewiek in het eigen hart" dadellk den
kop op, zooals grootmoe 't voelde en het
zei.
Zl schoot den pil af in haar eenvoudig
heid, jgellk de Syriër deed, die Achab trof.
Maar die pil trof doel.
't Bleek uit de stilte die volgde.
'k Heb grootmoe niet gevraagd, of Ik haar
woord publiek maken mocht. Maar 't is ten
slotte een waarschuwing voor ons allen. En
daarom waag ik 't er maar op. Als „groot
moe", kortaf, bllft ze toch anoniem genoeg,
dat niemand haar uit de vele duizenden,
die kleinkinderen hebben herkent.
UITKIJK.
We vonden, in de Goolsche Courant onder
staand geschreven door den heer Boschma,
zeker voor Ouddorp gesn onbekende, getiteld
De Hoorn der Eeuwen.
Het woord van den Apostel, dat de gedaan
te dezer wereld voorblgaat, wordt door niets
zoo eigenaardig geïllustreerd als door de ver
schillende vormveranderingen, dia in den loop
der tlden zin ondergaan door onze Zuid-
hollandsche en Zeeuwsche eilanden.
Aan den noordkant van ons dorp? bi voor
beeld, waar thans de rusteloos wentelde gol
ven der Noordzee hun weemoedige zangen
uitklagen langs den kalen voet der duinen,
lag eenmaal oen uitgestrekte polder, die door
een zwaren dik tegen de zee beschermd
werd, maar de zee heeft teruggeëischt wat
men baar had ontnomen, en wat door nij
vere menschenhanden in jarenlange zorg was
bleoagebracht, heeft z| in één enkelen nacht
verzwolgen.
Hoe laag dat geleden is, en hoe dat land
er eenmaal uitzag, weet niemand. Maar de
visschers, die daar nu hun netten werpen,
weten te verhalen, dat zl, bi zeer lage eb,
nog de sporen van de sloten en greppels in
dat verdronken land kunnen onderscheiden
en in de harde klei nog de afdruksels van
koeienhoeven terug vinden.
Er moet daar vroeger zelfs een stad heb
ben gestaan. Maar hoe die siad heeteenhoe
groot zl was, weet niemand meer. Wie op
den top van het duin gezeten, nauwlettend
ulstert naar de grafliederen der golven, hoort
daar wèl allerlei stemmen fluisteren, maar
de namen van de menschen, over wie zij
rouwzangen suist, houdt de zee angstvallig
verzwegen.
Hoe leefden, hoe deden en dachten zij,
de inwoners, van die verzonken stad? Nie
mand meer, die het weet. De eeuwen heb
ben alles in vergetellkheld gedompeld.
De menschen, die daar woonden, hebben
zeker, evenals wl allen, eenmaal hun vreug
de en hun lsed gohad. Zjj hadden hun zor
gen en hun wenschen; zl hadden hunne
plannen voor de toekomst.
Maar op zekeren avond kondigde de nacht
wacht van die stad haren Inwonera voorde
laatste maal het uur dor rust aan. Want in
den schrlkkellken nacht, die op dien avond
volgde galmde nog eenmaal zin koperen
stem ln hunne ooren, maar thans om hen
voor te bereiden op de ure des doods.
Want de dik was doorgebroken en de
woeste baren joegen in wilde vaart door de
straten, en woelde de fondamenten om van
hutten en kasteelen en verzwolgen tegellk
de schatten van de woekeraars en de ge-
wenschte dingen van de jonkvrouwen, met
de kudden van den landman en de spade
van dendaglooner.
Slechts één van al de duizend dingen,
welke eenmaal die stad bevatte, is terugge
vonden en wordt thans nog op het dorps
huis eener naburige gemeente bewaardiets
wat vroeger in 't bezit was van den man,
die eenmaal over dit alles en die allen tot
op het laatste oogenbllk de wacht had ge
houden zQn hoorn I
„De gedaante dezer werold gaat voor-
bi 1"
Wat ln vroeger tlden geschied is met de
ze verdronken stad, herhaalt zich nog heden
en zal zich herhalen na dezen. De gedach
tenis, zoowel van den machtige als van den
zwakke, wordt uitgewischt. De eeuwen heb
ben begraven de schitterende hoofdsteden
der oude wereld in het stof der woestlnen,
zooals zl hebben bedolven het kleine ste
deken aan de Noordzee in de wentelende
baren. En zó* zullen zl begraven de nage
dachtenis van hen, die thans nog mijmerend
tusschen de ruïnen der oude wereld ot langs
het strand der zeeën dwalen, zoekend naar
de heugenis van wie hen vóórgingen.
Wat is er overgebleven van Nineveh, en
Babylon en Troje, en Eebatana, en Mem
phis Wat zal er overblijven van ons Een
handvol stof, een naakte schedel, een steen
hoop, het teeken van een greppel, het
afdruksel van een koelenhoef, en niets meer I
Niets?
Ja, toch lets is er uit die bedolven werel
den overgebleven: een hoorn, de Hoorn van
Hem, die over al die vergeten geslachten
tot op het laatste oogenbllk de wacht heeft
gehouden t
De tonen van dien Hoorn hebben weer
klonken op den avond vóór den Zondvloed,
als een laatste waarschawlng aan een wel
haast verdronken wereld. Zl hebben geschet
terd door de straten van Nineveh; zl heb
ben geklaagd in den Last der profeten aan
Babel en Tyrus en Egypte. En engelen heb
ben er op gespeeld zangen van vrede en
welbehagen in menschen, en de Zone Gods
heeft er voor getoonzet de symphonleën des
hemels.
En elk volgend geslacht heeft dien Hoorn
uit den stroom der eeuwen opnieuw opge-
vlscht. En de Boosheid heeft hem opnieuw
bedolven in de wateren der zee en onder
het stof van muffe kloosters, maar de lldende
en onrustige menschheid heeft hem opnieuw
opgezocht. En de Macht der duisternis heeft,
wie op hem bliezen, vervolgd en gedood, in
stukken gezaagd en verbrand, maar nieuwe
nachtwakers hebben hem van onder de gloei
ende sintels gehaald en, onder de leiding
van den Oppersten Wachter, er uit hervoor-
gebracht nieuwe melodieën.
De kronen van Constantln en Justinianus
en van Karei en van Napoleon zin verbro
ken nu verloren, maar deze Wonderhoorn
is bewaard gebleven en schalt nog altijd de
wereld door, om het uur der ruste te verkon
digen aan de lidenden en vermoeiden van
harte, en de ure des oordeels aan de weder-
spaanigen en goddeloozen.
En wanneer eenmaal ook onze nagedach
tenis zal zin ten onder gegaan in het stof
der graven, dan zullen uit ons nageslacht
nieuwe nachtwakers opstaan en zQ zullen
grlpen naar dezen ouden Hoorn, totdat een
maal de laatste Godsbazuin zal weerklinken
over deze wereld, om over te gaan in het
geluid der harpen en der citeren van Slons
verlosten.
Want alzoo zegt de Heere
„O, Jeruzalem, Ik heb wachters op uwe
muren gesteld, die al den dag en al den
nacht niet zullen zwlgen, totdat de Heere
Jeruzalem stelle tot een lof op aardel".
HILBRANDT BOSCHMA.
Het voornaamste uit het verdrag.
Het voorloopig vredesverdrag Is Woens
dagmiddag aan de Dultsche delegatie over
handigd, en in verband daarmee volgt hier
onder een uitreksel, dat een commissie van
redactie te Paris voor de pers heeft gereed
gemaakt, en aan de N. R. Ct. door Reuter
werd geseind.
Het verdrag zelf vormt een lijvig stuk, en
van het résumé, dat hieronder volgt, kan ook
nog niet gezegd worden, dat men het, door
er onder het ontbijt een steelschen blik ln
te werpen, ten volle inzicht opnemen kan.
Daarom laten wl hieronder een overzicht
volgen, waarin in de eerste plaats gestreefd
wordt naar kortheid, en dat dus niet de min
ste aanspraak maken kan op volledigheid.
Wl vestigen slechts de aandacht op eenige
punten, die ons bi de lezing en vertaling
van het stuk in de eerste plaats hebben ge
troffen.
De eerste afdeellng van het verdrag bevat
het statuut van den volkerenbond, dat wij
reeds in ons blad ln zin geheel hebben weer
gegeven. Naar men toen heeft kunnen zien,
is dit stuk heel ln het algemeen gezegd
voar een goed 'deel een codificatie van
den tegenwoordigen toestand, maar een zoo
danige codificatie, dat die toestand als het
ware als uitgangspunt genomen wordt, van
waar nit zich geleidelik een volkerenbond
in meer ideëlen zin kan ontwikkelen.
Wat de grenzen betreft, de bepalingen
daaromtrent leeren ons dadelijk iets over
den aard van het verdrag in het algemeen.
Dultschland verliest aan Frankrlk Elzas-Lo-
tharingen, waarbij Frankrlk klemmende rech
ten op den Rijn verkrlgt. Duitschland ver
liest voorts het Saargebied, niet voor dade
llk, maar over 15 jaar Dit wordt wel niet
zoo gezegd, maar de eenigszins ingewikkel
de regeling omtrent het Saargebied zoo
die niet zeer spoedig leidt tot de oneenig-
heid, waar zl alle aanleiding toe geeft, een
oneenigheid, die tot een nog spoediger inlij
ving bi Frankrlk zal lelden komt neer
op een langzame opslurping door Frankrlk.
Nog erger nesten van internationale ver
wikkelingen worden aan de Poolsch-Pruisl-
sche grenzen gemaakt. De grensregeling in
het Oosten geeft aan Polen een zeer groot
en zeer belangrijk Pruisisch gebied (het
grootste deel van Opper-Silezlë, Posen en
West-Pruisen), ln welk gebied, bebalve de
zuiver Poolsche streken, ook vele gemengde
gebieden zin opgenomen. Over andere stre
ken zal nog worden gestemd. Dantzig wordt
een vrle stad, maar als zoodanig toch een
aanhangsel van Polen. Oost-Pruisen wordt
van Duitschland afgescheiden, als een eiland.
Kortom, daar ln het Oosten wordt de toe
stand ongeveer zooals die in vroeger eeuwen
is geweest, en waar toen zooveel strijd door
is ontstaan. Ten opzichte van deze kwestie
worden de Duitschers verondersteld heel
wat met goed veitiouwen aan de latere be
slissingen der geassocieerden over te laten,
welk vertrouwen van Dultsche zijde overi
gens gezien de besluiten, die nu al ge
nomen zin wel g'ring zal wezen. Dit
geldt ook van Duitsch Oostenrijk, aan welk
land het zelfbeschikkingsrecht niet wordt
toegekend.
Ook komen de Dultsche Sudetenlanden
aan Tsjecho-Slowaklealleen ten opzichte
van het Sleeswlksche vraagstuk worden in
de grensregelingen de beginselen van Wil
son toegepast.
Ziet men van deze beginselen, op grond
slag waarvan deze vrede zou worden ge
sloten, geheel af, dan zou men kunnen zeg
gen, dat Dultschland op het gebied van ter
ritorium in Europa altijd wel nog meer bad
kunnen verliezen. Daartegenover staat, dat
zulks niet het geval is ten opzichte van d$
koloniën. Die verliest Duitschland alle, en
bepalingen, waardoor bet Dultsche volk toch
nog op een andere wlze een gebied van
emigratie zou kunnen krjjgen, komen ln het
verdrag niet veor.
De schadevergoeding, die Duitschland be
talen moet, kan men practisch beschouwd,
gerust oneindig groot noemen. Ook in dat
opzicht zullen de Duitschers van te voren
alle besluiten moeten goedkeuren, die een
commissie daaromtrent zal nemen.
Ton voor ton moet Duitschland alle ver
nielde schepen vergoeden, zin werven zul
len voor de geallieerden nieuwe schepen
moeten maken, in bepaalde omstandigheden
waarvan het zeer wel mogellk is, dat zij
zich voordoen zal de Dultsche blnnen-
scheepvaartvloot (voor het binnenlacdsch
economisch leven in Duitzchland van uiterst
groot belang) zelfs tot 20 procent mogen
worden verminderd. Frankrlk en Polen ne
men niet, met het verkregen gebied, een ge
deelte van de staatsschuld over.
De gestrengheid van de militaire voor
waarden (uitlevering dar kanonnen, Helgo
land enz.) spreekt voor zichzelf.
Dit likt ons, voor zoover een samenvat
ting ln zulk een kort bestek mogellk Is, het
allervoornaamste uft het verdrag.