voor de Znidhollandsclie en Zeeuwsehe Eilanden.
y
Zaterdag 8 Mei 1919.
848t0 Jaargang N". 2490.
Antirevolutionair
Orgaan
Eerste Blad.
!e BasdsyerkiiziRgsn.
IN HOC SIGNO VINCES
„HST GOUDEN HERT",
Hotel lesteuranf
Gedempi® B©areïisê©Jg®r 63A, 03®
14739 Direct nabij de Hoofdsteeg,
pruDriêtair Q. C. F. 1. LEE-Moom
Het dour ieder aanbevolen adres.
OP DEN UITKIJK.
Deze Courant jverschgnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG.
ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden franco per post 75 Cent bij vooruitbetaling.
BUITENLAND bg vooruitbetaling f 5.50 per jaar.
AFZONDERLIJKE NUMMERS 5 CENT.
UITGEVERS:
W. BOEKHOVEN Zonen,
SOMMELSDIJK.
Telefoon Intercommunaal No. 202.
ADVERTENTIËN 12Vi.Cent per regel, RECLAMES 25 Cent per regel.
BOEKAANKONDIGING 5 Cent per regei.
DIENSTAANVRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN 50 Cent per plaatsing.
Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zg beslaan.
Advertentlën worden Ingewacht tot DINSDAG- en VRI1DAQMORGFN 10 UUR.
Alle «tukken voor «i© Redactie nestema, Aöverfentlêii en verdere Administratie franco «©e te zesdeh mm de Uitgever»
Alle Partijen hebben haar Candi-
datenlijsten ingediend. En 't is te
merken aan de gepubliceerde opgaven,
dat het nieuwe kiesstelsel, de Evenr.
Verte».ook hier zal toegepast worden.
Vr Op buteden prijken er in de Pers-
A. Witv! lijsteQ van bijna een halven
Middel? nam0Q van allerlei partijen
en paic^fps. En zelfs op de kleine
dorpen zi«« men een versplintering, een
afzondering van groepjes, die de vraag
wettigen of men 't »persoonlijke«, in
plaats van 't Beginsel, niet op den
voorgrond gaat schuiven en dus daar
mee 't toch al »persoonlijke element*
in een Raadsverkiezing niet al te zeer
naar voren gaat brengen. Er zijn in
Steden en Dorpen allerlei Gemeente
programs gepubliceerd, wat er op wijst,
dat niet de Persoon, maar wel ter deeg 't
Beginsel de Raadsverkiezingen be-
heerscht. Men gevoelt 't, wat de Wet
gever met Evenr. Vertegenw werkelijk
beoogt. Niet om -Jan of Piet of Klaas eens
een kans te geven om in den Raad te ko
men; dat Iaat den Wetgever heelemaal
koud; jn,2.ar om een zekere gcestesstroo-
191*8 en eenige politieke belijdenis te
aO0xi-<is,brcloeien in 't Raadhuis. De
Wetgever rukt 't akelige, ook hom
wel bekende Persoonlijke Gedoedat
onkruid der Verkiezirgeit, uit do Poli
tiek uit en hij vraagt do Kiezers:
>Stemt naar je beginsel*. Dat stemmen
naar uw beginsel, dat is de grondslag
der Evenrecl. Vertegenwoordiging. En
jammer genoeg, in ons zoo versplinterd
politiek volksleven, schijnt men geen
behoefte te hebben aan zoo weinig,
mogelijk, maar aan zooveel mogelijk
schakeeringen van eenig beginsel.
Rechts is niet meer genoegmen komt
uit als Rechts-Anti; als Rechts-Chr,
Historischals Recht-Roomschals
Rechts- Christel jk-Sociaalals Rechts
Christen-Democraat; en Links met de
namen van Vrij Liberaal, Unie Liberaal,
Vrijzinnig Democraat, Sociaal-Demo
craat, Revolutionair, Communist en
Bolsjewiek, Daarom, omdat men ook
bij de Raadsverkiezingen die politieke
versplinteringen doorvoert, is elke partij
natuurlijk verplicht met een eigen Oe-
meenteprogram voor den dag te komen
opdat de kiezers toch weten zouden!
wat verschil er is tusschen een Vrij'
liberaal en een Sociaal-Democraat
tusschen een Anti en een Unie liberaal^
ook in hun arbeiden op 't Raadhuis!
Daarom worden er dan ook in de Bla
den gepubliceerd: Antir. Gemeentepro
grams en we lazen er uit Rotterdam,
Amsterdam, Vlissingen, Enkhuizen enz
ook Vrijzinnige Gemeenteprograms
Va? Socialisten. Belangrijk, zeer
belangrijk zijn die Programs, omdat
men daaruit te weten komt, hoe elke
Partij en Partijtje op haar manier do
geestelijke en stoffelijke welvaart van
btad of Dorp bevorderen wil. Bevor
deren, met afbreken wil. Elke Paitij
zoekt t Goede voor Stad en Land,
voor Dorp en gehucht, maar niet alle
Partijen zijn 't over de Waardij van
dai Goede* eens. De Socialist zoekt
°P m manier 't Voortreffelijkste voor
zijn medeburgeren; maar de Anti be
weert, dat op dat voortreffelijke* wel
wat af te dingen is. En dat gaat zoo
wederzijds, leder gelooftdat zijn
Levens- en Wereldbeschouwing, ook
voor 't Gemeentelijke leven, 't beste
opleveren kan voor de ontwikkeling
en groei en bloei der bevolking, waar
van hij deel uitmaaktvan die bevol
king, di8 hij als medeburger, liefheeft;
wier Gemeentelijk leven ook zijn leven
is; wier polslag hij ook voelt; wier
verheffing of inzinking hem verheugt
of bedroeft. Maar omdat ieder gelooft
aan de groote levenskracht van zijn
eigen beginsel, daarom is 't geloof in,
en 't vertrouwen op anderer Beginsel,
zoo zwak. En daaromStrijd Daarom
ook Strijd bij de Raadsverkiezing. Niet
om elkaar als Medeburgers ten toon te
stellen als van minder allooi, van min
der kwaliteit; niet om'persoonlijkheden
te uiten en elkaar te kwetsen en te
beleedigen, want beleedigen doet zoo'n
pijn maar strijd om de kie
zers te doen weten, welke geestelijke
ideeën een Candidaat op den voorgrond
brengen wilwelke stoffelijke belangen
hij behartigen wil tot heil en welzijn
der geheele burger- en arbeidersklasse,
RaadsverkiezingGemeenteprograms!
Levensbeginsel der kiezersLiefde van
alle partijen voor haar Stad en Dorp
om 't allerbeste haar te geven naar
eigen, innerlijke overtuiging, 't Wijst
alles op Strijd!
Maar op BeginselenstrijdWars van
persoonlijke afkammerij, want ieder
kiezer, ieder Candidaat heeft zijn deug
den en ondeugden. Ieder is.een mensch
En mensch zijn is door den Zondeval
gewordenDe Vloeschgeworden Onvol
maaktheid
De Raadsverkiezingen gaan we mot
opgewektheid tegemoet. De Staten-
stemmiDg had een goeden wind in de
zeilen. Er was in 't Nederlandsche
Volk een diep besef van den ernst
der Tijden. Die ernst van 't Heden en
dat blikken in de Toekomst, die zoo
veel sombers voorspelt, is een zekere
Waarborg, dat men ook de Raadsver
kiezingen niet met een luchthartig en
lichtvaardig gebaar van zich afschuift,
maar dat men van plan is, wis en
zeker, aan haar aktie deel te nemen
Met 't oog naar Boven, vanwaar alle
Hulpe komen moet. Met 't hart warm
en 't hoofd koel.
De nieuwe onderwijswet en de Waar
borgen.
Ingediend wordt het ontwerp eener nieuwe
Lager Onderw|swet. Wat lezen we over de
Waarborgen der deugdelijkheid? Dit:
Met de beschouwingen, die de staatscom
missie wijdt aan de vraag, op welke wijze
de deugdelijkheid van het onderwijs door
hetgeen z{j voorstelt, gewaarborgd zal zijn
en met het antwoord, dat zij op die vraag
geeft, stemt de minister eveneens grooten-
jee iü- Hij acht de waarborgen voor de
deugdelijkheid van het openbaar onderwijs
en het uit de openbare kassen bekostigd
bijzonder onderwijs, zooals zij in dit wets
ontwerp, in hoofdzaak op voetspoor van de
staatscommissie worden voorgesteld, vol
doende-
Met haar maakt hg een onderscheid tus
schen waarborgen, die gelijkelijk van be-
teekenis zijn voor het openbaar en het bij-
sondcr onderwfls, en die, waarbij .men wel
van gelijkwaardige, niet van gelijke waar
borgen kan spreken, omdat de opvoedkun
dige zelfstandigheid van het bijzonder on-
derw|s dient te worden geëerbiedigd,
Tot de eerstgenoemde behooren.
a- De betere verzorging van de opleiding
fliotterd&m.
DINERS f 1,— en hooger. 15871
LOGIES MET OKTBIJT
f 1.25, f 1.50, en f 1.75
Tel. no- 1682. Aanbevelend,
van de onderwijzers en de verzwaring van
de eischen van bekwaamheid om in de lagere
scholen te mogen optreden.
b. de herziening van de inrichting van het
schooltoezicht.
c. De betere salarieering van het onder
wijzend personeel.
d. Het optreden van een onderwijsraad
.als sonseil de perfectionnement voor de
zaken van het onderwijs.
e. Gelijke regelen voor scholen van open
baar en bijzonder onderwijs, in het belang
van de gezondheid en van het onderwijs,
omtrent aen bouw en de inrichting der
schoollokalen en het aantal daarin toe te
laten kinderen.
f. De gelijkstelling in iedere gemeente
tusschen het openbaar en bijzonder onder
wijs ten aanzien van den ieeltijd der toe
lating van de leerlingen.
Tot de in de tweede plaats genoemde
waarborgen de zoogenaamde gelijkwaardige,
behooren
a. De benoeming van de onderwijzers aan
bijzondere scholen na vooraf met den school
opziener gepleegd overleg.
b. De verbetering der rechtspositie van de
onderwijzers
c. De vaststelling bij de wet van de eischcn
aan welke het leerplan heeft te voldoen,
met dien verstande, dat de aanspraak der
gesubsidieerde bijzondere scholen op ver
goeding op grond van de ondeugdelijkheid
van het leerplan slechts dan wordt verbeurd,
wanneer de afdeeling lager onderwijs van
den onderwijsraad uitmaakt, dat het ten
opzichte van de wettelijke eischen tekort
schiet,
d. De verscherping van de bepaling om
trent het minimumgetal leerlingen, hetwelk
een gesubsidieerde school moet bevatten.
Betere Opleiding. Een beter Schooltoezicht.
Een betere salarieering. Een onderwijsraad.
Andere conditiën voor Bouw enz. der Bijz.
Scholen. Gelijke leeftijd van toelating aan
Bijzondere en Openbare Scholen. Benoeming
van Bijz. Onderwijzers den schoolopziener
gehoord. Betere rechtspositie. Een anders er
kend Leerplan, 't Minimum aantal kinderen.
De nieuwe Onderwijswet en 't 7de
leerjaar.
T e Minister wil Invoeren een 7de leerjaar.
Hij zegt:
De staatscommissie heeft zich bij hare ad
viezen niet uitgesproken over de eigenlijke
inrichting van het lager onderwijs. Zij heeft
den toestand volgens de bestaande wet aan
vaard. Den minister komt het echter voor,
dat deze vraag bij een algeheele herziening
der onderwijswet niet voorbij gegaan mag
worden.
lavoering van een zevenjarigen leertijd voor
de algemeene volksschool is z. i. bij een der
gelijke herziening onafwijsbaar. Een derge
lijke verplichtingzonder eenlge restrictie, zou
echter verder reiken dan noodig is. De wet
gever behoeft niet zoo ver te gaan, dat hg
de kinderen dwingt gedurende zeven jaren
de gewone lagere school te bezoeken. Ook
in de toekomst zal het voorkomen, dat leer
lingen na het afloopen van de ze^de klasse
overgaan naar gymnasium, hoogere burger
school, vakschool of uitgebreid lagere school.
De zevende jaarklasse der gewone school,
zal dus nimmer zoo bevolkt z^n als de lagere
klasssn. Vooral in de dichtbevolkte steden
zal daarom door samenvoeging van leerlin
gen van verschillende scholen de mogelijk
heid bestaan, aan een dier scholen een ze
vende klasse uit te sparen. Om deze reden
is aan de In de wet neergelegde algemeene
verplichting de bepaling toegevoegd, dat bij
K. B. op grond van bijzondere omstandig
heden vergunning zal kunnen worden ver.
leend een bepaalde school uit slechts zes
achtereenvolgende leerjaren te doen bestaan.
B§ de overgangsbepalingen wordt voorge
steld, een overgangstermijn van drie jaren
toe te staan aan de gemeenten en schoolbe
sturen om de scholen tot zevenjarigen leer
tijd uit te breiden.
Het zevende leerjaar wordt dus ingevoerd.
Maar alleen in bijzondere omstandigheden,
de Kroon gehoord, mag ervan worden afge
weken. Die b|z. omstandigheden kunnen zijn,
dat er in de Gemeente een Ambachtsschool
Is, die de leerlingen ontvangt ca 6 jaar
schoolgaan. Of dat er een H. B. S. Is, waar
ze op 't 12de jaar toegelaten worden.
De nieuwe Onderwijswet en het Ulo
onderwijs.
Er staat in 't ontwerp, dat 't ulo-onder
wijs geen reden van bestaan heeft. Ziehier,
wat de Minister schrijft
Vervolgens komt het den minister voor,
dat in ons onderwijsstelsel het u. 1. o., zoo
als dat in de wet omschreven Is, eigenlijk
geen recht en reden van bestaan heeft. Wat
voor de scholen van meer uitgebreid lager
onderwijs geldt, dat zij In een dringende
behoefte voorzien, geldt niet voor de uitge
breid lagere scholen, zooals zij georgani
seerd zijn. Deze scholen zouden dus uit ons
onderwijssysteem moeten ïerdwijnen. Bij
algemeene invoering van het zevende leer
jaar kan ingeval van bestaande behoefte ge
makkelijk door eenige verruiming van leer
plan en leerstof aan sommige scholen het
karakter van opleidingsschool voor h. b. s'
en gummasium worden gegeven.
Daafentegen achtte de minister alle ter
men aanwezig om tegemoet te komen aan
den aandrang om door grooter geldelijken
strun dan volgens de tegenwoordige wette
lijke bepalingen verstrekt wordt en dan ook
in de voorstellen der staatscommissie opge
nomen is, het wezenlijke meer uitgebreid
lager onderwijs te bevorderen.
Een onderwerp, dat bij herziening van de
wet evenmin voorbijgegaan kan worden, be
treft het onderwijs aan doofstommen, blin
den, spraakgebrekkigen, zwakzinnigen en
Idioten.
In art. 3 van het wetsontwerp wordt daar
om nevens het gewoon en uitgebreid lager
ouderwijs als derde categorie erkend afzon
derlijk onderwijs voor kinderen, die wegens
ziels- of lichaamsgebreken of uit maatschap
pelijke oorzaak niet In staat zijn geregeld
en met vrucht het gewone onderwijs te vol
gen of wier gedrag het noodzakelijk maakt
hun buitengewoon onderwijs te doen geven.
Het Is met den naam van" .buitengewoon
onderwijs" bestempeld.
Gaat men ertoe over, de zorg van den
wetgever tot het buitengewoon onderwijs
uit te breiden, dan is op tal van soorten
van kinderen te letten en is er ock rekening
mede te houden dat de toekomst nog weer
nieuwe speciale groepen zal kunnen aan-
w3zen.
Om die reden schijnt het ook noodig, de
verdere bindende bepalingen tot het strikt
noodige te beperken, en zooveel als moge
lijk is aan nadere regeling bij algemeenen
maatregel van het bestuur over te laten.
Ook met betrekking tot de vakken van
onderwijs heeft öe minister gemeend de
voorstellen der Staatscommissie te mogen
aanvullen. Het is hem nameigk wenscheiijb
voorgekomen handenarbeid op te nemen
onder de vakken, welke in het eerste lid van
art. 2 worden opgesomd.
Het Ulo onderwijs gaat dus wettelijk ver
dwijnen. Het Mulo daarentegen wordt naar
voren geschoven. Voorts komen er bözon-
dere Scholen voor ziels en licbaamsgebrek-
kigen, die wettelijk vast komen te staan. En
't vak slojd of Handenarbeid zal worden in-
gevoerd.
Nadruk verboden.
Hij komtde achturendag.
In allerlei bedrijven Is hij reeds vrijwillig
ingevoerd en straks zal de wet-Aalber»e hem
brengen in a lerlei fabrieken en werkplaatsen,
waar hij nu nog niet i°.
Laten we dus nu praktisch zijn.
En er alvast rekening mee houden.
Nu nog gaan boomen over de vraag, wat
beter is acht uur werken, of acht en 'n
half, öf negen, dat ia even vruchtbaar
ais met een machinegeweer op een zwerm
muggen gaan schieten.
Want het wordt noch negen, noch acht en
'n half, het wo:dt acht.
Mèt den vrijen Zaterdagmiddag.
En God geve ons Volk brood en werk
Die wensch lijkt er misschien wat won
derlijk tusschendoor geworpen, maar men
vergete niet dat de beste arbeidsvoorwaar
den den mensch weinig baten, als er geen
arbeid te verrichten valt.
Collectief contract, minimum-loon, acht
urendag enz. enz.,,— hetzflnschoonezaken,
maar voor den arbeider en voor het gansche
volst beteekenen ze weinig, als er niet volop
werk is en als het eane bedrijf na het an
dere moet worden stop gezet.
Als jongen heb ik zoo'n tijd meegemaakt.
't Was geloof ik in de tachtiger jaren.
Maar dit herinner ik me nog goedhet
waren benauwde dagen en men zag veie
benauwde gezichten
God geve ons volk werk en brood
Ik kom op den achturendag terug.
Ons arbeidende volk, dat is er het gevolg
van krijgt straks de beschikking over meer
vrijen tijd.
Twee vragen komen daarbij op.
Wat zal het met dien tijd doen?
Moeten er ook maatregelen genomen wor
den, tegen verkeerd en ten gunste van een
recht gebruik van dien vrijen tijd
Met den Zaterdagmiddag loopt het wei
los.
Vooral ook voor den christen-arbeider acht
ik den vrijen Zaterdagmiddag een groote
verbetering, mits hg goed worde besteed.
Want dat is ook nog een kunst
Wie gewoon is aan een werkzaam leven,
staat wel eens wat raar tegenover .zóóveel
vrijen tijd" aan te kijken, en ik kèn ze, die
zelfs na een korte vacantie blij zijn, als ze
weer aan 't werk kunnen en „in hun gewo
nen doen" raken.
Daar komt hg de Zaterdagmiddag
Ons huiselijk leven wil dan nog al eens
staan in het teeken van water en zeep en
boender en kuip het is dan, soms zelfs
tot vrij Iaat in den avond en met name als
er eenlge kinderen z|n, oremus in huis
en ik weet niet, of de vaak zoo conserva
tief uitgevallen huisvrouw hier we! zoo gauw
verandering in brengen zal.
In haar eigen belang dóét zg het.
En in 't belang van man en gezin.
Als hg dan des Zaterdagsmiddags wat is
uitgerust en wat heeft gewandeld, óf wat in
zgn tuintje of op zfln lapje grond heeft ge
werkt stel dat hg dit heeft en zoo
tegen den avond, gewasschen en opgeknapt,
in huis de bezigheden ook afgeloopen vindt,
alles en allen klaar en op z'n Zondagsch,
dan moet er heel wat gebeuren, tenzij hl)
een aartsboe-nelaar is, wil hg zulk een ge
zellig interieur verlaten.
't Wordt dan een goed vóór-sabbats-uur.
Winst voor het gansche gezin.
Och de „goeden" en die zgn er geluk
kig nog heel wat, zullen van dien Zaterdag
middag wel een behoorlijk gebruik maken.
Es wandelen met de kinderen.
Hier of daar wat gaan lezen, als er gele
genheid voor Is. Of misschien, als ze dat
hebben, hun tuintje of lapje grond in orde
houden. Of ook familie bezoeken, of, de
jongeren, aan open-lucht-spel doen. Allemaal
zaken, die uiteraard des Zondags niet op
ons program staan doch waarvoor de Za
terdagmiddag geknipt Is.
Maar nu komt de vrge dagtgd.
Acht uur werken geeft ook acht uur vrfl,
waarvan de meeste in den avond vallen. En
reeds nu dienen onze gedachten te gaan over
de vraag, wat onze jongeren, ja ook wat
onze volwassen arbeiders met al dienvrgen
tgd zullen doen.
Zij kunnen dien zeer verkeerd gebruiken.
En dat op allerlei manier.
In de eerste plaats door in dien vrijen tqd
clandestien tóch hun vak te gaan uitoefenen
maar dan voor eigen rekening en onder
de markt".
Noem dit geen denkbeeldig kwaad I
'n Schildersknecht b.v. is in den zomer
om zes uur vrgdan kan hg, vooral met
den zomertgd, nog best bij kennissen en
goede vrienden in stilte een paar uur de
kwast strgken en daarvoor een tameigk goed
uurloon krggen, dat echter nog aanmerkeigk
bigft beneden hetgeen de patroon, die op
zware lasten zit, In rekening brengen moet.
Zoo iets kin niet worden geduid.
Allereerst zgn de vakvereenigingen ge
roepen, om Ir eigen kring, zulk een ontdui
king van den achturendag met de krachtig'*