voor de Znldhollandsclie en Meeiawsefie Ëilanden.
Zaterdag 19 April 1919.
34st# Jaargang N°. 3486.
Antirevolutionair
Orgaan
1
Eerste Blad.
.'ilanaezicht tot oangezicht".
IN HOC SIGNÖ VINCES
op oei yincijx.
„HET GOUDEN HERT",
W. BOEKHOVEN Zonen,
Alle stukken voor de Reductie tóééftenid, Adverieutléas eu verdere AdariéiairuSto iruaeo toe te «eude» uun de Uitgevers,
Wegens invallende
feestdagen zal ons a.s. Woens
dagnummer niet verschijnen
rc
Zoo spreekt de apostel in 1 Oor.
15 12:
»Want wij zien nu door een spie
gel in een duistere rede, maar als
dan zullen we zien aangezicht tot
aangezicht, nu ken ik ten deele,
maar alsdan zal ik kennen, gelijk
ook ik gekend bene.
Neenwaarlijk neenHier is geen
socialistisch vergezicht. Hier geen soci
alistisch panorama van het Nieuwe
Paradijs, dat zij als in een spiegel nog
eenigermate vaag aanschouwen, dat ze
nog niet kennen, maar eenmaal hopen
te kennen, als de Kapitalistische pro-
duktiewijze is verzwonden door de
icialissering aller stoffelijke goederen,
Maar in dit woord ligt de Christen,
niet de Socialist en Communist, zijn
diep en teeder verlangen neer. Dè Com
munist en Bolsjewiek aanschouwt de
Staatsinstellingen en Sociale organisa
ties, en hij wil ze vermorzelen, als V.e
niet ten zijnen nutte kunnen worden
uitgezogen, hij ziet door den spiegel,
daarin, 't hem begeesterend en tot moed,
ja zelfs tot waanzinnige verrukking
brengend beeld van bemorste kronen,ge
broken scepters, verscheurde wetboeken,
vluchtende vorsten, ineenstortende tro
nen, brandende fabrieken en vernielde
mijninstallaties, hij ziet door den spie
gel, daarin, het toekomstig Vrederijk,
waarin 't lam met den wolf zal ver-
koeren en 't kind zijn hand zal steken
in den bek van den slang, hij ziet van
aangezicht tot aangezicht de scharen
van proletariërs de Rijkspaleizen bin
nendringen, plaats nemen op de Rijks
zetels en zwelgen in de macht. Hij
ziet van aangezicht tot aangezicht de
onderdrukten* dan heeigchen en mees
ters van 't Bedrijf en 't Kapitaal bezit,
hjj ziet van aangezicht tot aangezicht,
wat hij nu nog maar ten deele kent,
de schijnbare heerlijkheden van Rijkdom
en Bezit, maar dan hoopt hij te kennen
de volheid der Weelde, die hem zoo
veel jaren een doorn was in zijn oog,
een rots van ergernis, een steen des
aanstoots. Aangezicht tot aangezicht
hij wil van de Aarde 't volle
aandeel genieten, ,neen meer dan zijn
aandeel; hij eischt ze met al haar vol
heid voor hem en de zijnen op. Dat
ideaal is 't Paaschideaal van Socialist
en Communist en Bolsjewiek,
a^an gullen we zien aange
zicht tot aangezicht. Zoo spreekt Paulus.
Kn daarin, in dat hemelsche aan
schouwen ligt t ideaal van den Chris
ten.
Op eijn Pascha^ ziet hij geen tronen
vallen, maar oprichten 1 Geen kronen
neerploffen in 't stof, maar opdrukken
op 't edelste hoofdGeen Koninkrijken
ondergaan, maar fundeeren. Geen
Staatsinstellingen verzwinden, maar ze
bevestiger). Geen Sociale organisaties
verdwijnen, maar Nieuwe Broeder
schappen zich ontwikkelen. Op eijn
Pascha ziet Paulus den hemel geopend,
omdat de Aarde zich geopend had en
teruggegeven was dat kostelijke ver
heerlijkte lichaam van zijn Heere en
zijn God. En als Christen, als apostel,
als heidenzeüdeling, die, onder hoeveel
levenszwarigheden ook, bestookt door
Heidenen en Joden, telkens -en telkens
't ervoer: »Mijn Genade is u genoegt
.als Christen smaakte hij aireede
rein hemelgenot bij 't felste levensge-
prang maar ten deele, als in een
spiegel doch éénmaal, als hij 't
moede hoofd nederlag, dan zou hij zijn
opgestanen Heiland aanschouwen, aan
gezicht tot aangezicht; hij zou Hem dan
kennen, zooals zijn Verrezen Heiland
hem gekend en bij name geroepen
had op den weg naar Damascus
dan zag hij een Nieuw Paradijs, niet
met Bolsjewieksche gruwelijke onge
rechtigheden en misstanden en bloed
bevlekte straten en pleinen, maar stra
ten van goud, en rivieren als helder
kristal, en poorten op edelgesteenten
steunend, en hoorde hij niet 't Lied
van den Haat, maar 't lied van Mozes
en 't Lam, 't driewerf Heilig, Heilig,
Heilig is dq, HoereDaar geen bran
dende villa's, maar eeuwige woningen
in eeuwig licht bestraald door die im
mer glansende Zonno der Gerechtigheid
En bij de innigste Liefde en Min van
Allen voor Allen. In 't hoogste Recht,
op Golgotha verworven.
't Is Paschen. De steen is wegge-
wenteld van voor den grafspelonk. De
Engelen boodschappen, dat Hij is op
gestaan, en dat geen Levende bij de
dooden gezocht moet worden. En Maria
ziet den Hovenier. En Thomas steekt
zijn vingeren bij de heupwonde. En
Simon Jona's zoon aan 't meer van
Tiberias moet schuld belijden. En Ste-
fanus ziet den hemel geopend. En
Paulus ziet Hem op zijn route naar
Syries koopstad. Aangezicht tot aan
gezicht. Maar de tijd komt, dat aller
aardsche tabernakelen worden afgebro
ken. En of er dan op deze Wereld al
Communistische Gemeenschappen zijn
zullen; óf Europa een reusachtige
Bolsjewiek-Republiek wezen zal met 't
Alle-goedcren gemeen, waarin standen
en staten, en tronen en kronen, en
relegiën en Godsdienstige stroomingen
in 't ruwste materialisme zijn verzand
geen nood. 't Lijden dezes tegen-
woordigen tijds is toch niet te verge
lijken met de heerlijkheid des toekom-
stigenmet de weelde van 't aange
zicht tot aangezicht.
Bij de schuddingen der Aarde, nu
op Pascha 1919, staat onbeweeglijk 't
Koninkrijk Gods met zijn Koning van
Sion.
Van aangezicht tot aangezicht, of ze
willen of niet, zal ook de Revolutio
nair Hem eenmaal aanschouwen, die
Opgestane Koning. Nu in 1919 mogen
zij heerschen en geweld oefenen, maar
eens komt Zijn Pascha, en staat Hij
op de wolken des hemels om te lachen,
in hun lieder verderf en te spotten,
als hun vreeze komt,
Dat is Zijn Pascha, Zijn opstaan over
Motel
DINERS 1,— en hoogey.
LOGIES MET ONTBIJT
1.25, f 1.50, en f 1.75
Tel. no. 1582. Aanbevelend,
Wtëtair H. C. F. L LEE-Moonen.
de dooden, over Revolutie en Tyrannic.
Dan zal 't zijn: O, wee onzer! en
dan zullen ze hun aangezicht bedekken
met 't Bergen, valt op ons
Aangezicht tot aangezichtNeen, dan
't aangezicht ter aarde bij de
kwelling der ziel en do pijniging des
lichaams
Pascha des Christens. Pascha der
Revolutie. Ook dat in een Antithese.
Zoo spreekt de Christenarbe'der.
93(11
•ta<
Deze Courant verschgnt eiken WOENSDAG én ZATERDAG.
ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden franco per post 75 Cent bij vooruitbetaling.
BUITENLAND bg vooruitbetaling f 5.50 per jaar.
AFZONDERLIJKE NUMMERS 5 CENT.
t
UITGEVERS:
SöMMELSDIJK.
Telefoon Intercommunaal No. 202.
ADVERTENTIËN 121/, Cent per regel, RECLAMES 25 Cent per regel.
BOEKAANKONDIGING 5 cent per regel.
DIENSTAANVRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN 50 Cent per plaatsing.
Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die z? beslaan.
Adverteafiën worden la gewacht tot DINSDAG- en VRIJDAGMORGEN 10 UUR.
d
X' -v
(PA8CHEN).
Gedempte Eoerenstoipr 63A, 639
14739 Direct nabil de Hoofdsteeg,
- M.ofCerda»®, -
in 't Sociale levjen is er een klove tusschen
den Socialist eri den Christenwerkman. Lcê3
maar eens den brief der Chr. organisaties
en de leiders der revoiutionare werklieden,
zooal3 we dien vonden in de Nederlander
van 14 April j I.
De 24 urige werkstaking.
Door het bestuur van het Chr. Nationaal
Vakverbond is het volgende antwoord ge
zonden aan het bestuur van het Nationaal
Arbeld3-Seeretar)aat, Inzake het voorstel van
genoemd bestuur betreffende een bespreking
over het proclamceren cener demonstratieve
24 urigc werkstaking.
Mijne heeren.
Hiermede bevestigen wij de goede ont
vangst van Uw schrijven d d. 4 April j.l.
V IIII no. 18.
Begrijpen wij Uwe uiteenzetting goed, dan
is het niet de bedoeling van Uw bestuur om
een bespreking te houden met de beëturen
der gezamenlijke vakcenfralen over de vraag
op welke wSze de strijd der arbeiders inde
metaalindustrie het beste kan gesteund wor
den, maar het proclameeren eener 24-urige
demonstratieve algemeens werkstaking, waar
bij door U in 't midden gelaten wordt, wel
ke categoriën van arbeiders aan die staking
zouden moeten deelnemen, maar waarbij"
door U in 't bijzonder gedacht wordt aan
het spoorwegpersoneel en de transportar
beiders in 't algemeen.
Indien wij de bedoeling van Uw bestuur
hiermede jui3t weergeven dan kan ons ant
woord daarop kort en bondig zijnnoch aan
die bespreking, noch aan e;n demonstratie
ve staking doen wij mede. Wij dirken er
niet aan de belangen der arbeiders te scha
den door een absoluut overbodige en in haar
wezen misdadige staking.
Onze Christelijke Vakbeweging stelt zich
op het principieel standpunt, dat zij den be
drijf svrede wenscht te bevorderen en wij ma
ken slechts dan gebruik van het wapen der
werkstaking, indien en wanneer dit naar on
ze meening onvermijdelijk is
Dit principieel verschil met hei door Uw
bestuur ingenomen standpunt maakt een be
spreking over het onderhavige' geval over
bodig.
Wij zullen daarom aan Uwe uitnoodiging
geen gevolg geven en deelen U dan ook mede,
dat w8 op Uwe Dinsdag as. te Amsterdam
te houden vergadering niet zullen tegenwoor
dig zfln.
Dit is mannentaal, niet waar Oeen werk
staking, die misdadig is, zoo maar, om zijn
kracht eens te laten zien, maar dan pas als
de nood daartoe perst.
Eere den Christenwerkman.
Weg met dat revolutionaire gedoe.
Hoe de'whist der Chr. Hist, ontstond
volgens ds. van Grieken.
In de Nederlander, Christ. Hist, dagblad,
lazen we 15 April j.l. een hoofdartikel over
,De Stemmencljfers" en een dankbare uiting
over de toename van 't aantal Chr. Hist,
kiezers. En als slot van dat artikel staat er
dan;
De onmiskenbare vooruitgang onzer
stemmencljfers en het toenemend vertrou
wen, ook van anderen, in de toepassing
onzer beginselen, zij ons een spoorslag
om Jmet ernst, beleid en toewijding voort
te gaan op dsn ingeslagen weg.
Een .toenemend vertrouwen" in de Chr.
Hist, beginselen, Ja, ja
Maar ds. van Grieken, redacteur v. d.
Waarheidsvriend en Ned. Herv. predikant
denkt over dat „toenemend vertrouwen" en
dat „voortgaan op den Ingeslagen weg, een
beetje anders,
H3 schrijft:
De wijze, waarop ook ditmaal weer in
verschillende deelen des lands, de Christelijk-
Historischcn de Ned. Herv. Kerk bij de
Statenverkiezingen in het geding brachten,
heeft tot niet weinig ergernis geleid.
Ia een geschrift, dat b.v. onder de Prote
stanten in Noord-Brabant verspreid werd,
luidt het„Door eensgezind uw stem uit te
brengen op één van de onderstaande candi-
daten, leden van de Ned. Herv. Kerk, hebt
ge kans op een behoorlijke vertegenwoordi
ging in onze Provinciale Staten."
De candidaten worden dan verder aanbe
volen o.a. alsbestuurslid van de vereeniglng
voor inwendige Zending in Noord-Brabant
en Limburg, kerksch man, vooruitstrevend
diaken in de kerkelijke gemeente, secretaris
penningmeester der N. H. Kerk, lid der
Evangelisatie, bestuurslid der Orthodox-
Hervormde Vereeniglng, medewerker op de
Zondagsschool, notabele der Hervormde Kerk
enz. enz.
Wat dit alles nu met staatkundige begin
selen of met het lidmaatschap der Provinciale
Staten te maken heeft, ontgaat ons.
Toch is de bedoeling van de opzettelijke
vermelding der kerkelijkekwallteiten duidelijk.
De opzet is om te trachten de Hervormden,
die krachtens hun.beginsel tot de Antirevo
lutionaire partij behooren, door het opwekken
van de kerkelijke hartstochten in het net der
Christelijk-tlistorischen te lokken.
Die bedoeling blijkt alleszins duidelijk uit
een ander biljet en wel uit dat wat uitgegeven
werd door het Provinciaal-comité der Chris-
tclijk-Historische Unie in Gelderland.
In dit biljet staat toch niet minder dan dit
„Daarom verlangen wij niet, gelijk de
Antirevolutionairen, losmaking van de
finantlcele banden tusschen den Staat en
de Nederlandscjie Hervormde Kerk maar
eerbiediging van de door osze Hervormde
Kerk historisch verkregen rechten."
Hier komt de aap uit den mouw.
Echter moet het Provinciaal Comité om
zijn doel te bereiken: het speculeeren op
de onkunde der kiezers, de zaak bovendien
nog geheel onwaar voorstellen.
Want is het niet juist, dat de zaak zóó
staat, dat de Antirevolutionairen „losmaking
van de financieele banden" willen, zonder
meer, terwijl de Christelijk-Historischen de
historisch verkregen rechten van onze Her
vormde Kerk willen eerbiedigen.
Deze tegenstellling is ten eenenmale valsch.
Laat men b.v. maar eens naslaan de Grond
wetsherziening van 1887, dan zal daaruit
blijken hoe juist het tegenovergestelde valt
op te merken in hetgeen toen de leiders der
Antirevolutionairen en der Christelijk-His
torischen uitspraken.
Het zijn bijzonder de Antirevolutionairen,
die de historisch verkregen rechten der
Hervormde Kerk willen geëerbiedigd zien.
Zeker zij willen de losmaking der zilveren
koorde, maar sfaan op ditzelfde standpunt
ook niet verschillende voormannen der Chris-
teüjk-Historische Unie
Hebben de heeren Mr. Creutz te Ede, Mr.
Tilanus te Tieï, Mackay te Nunspeet, om
tot deze drie enderteekenaars van het biljet
ons te bepalen, van dit alles nog geen kennis
genomen.
Maar waarom licfat men het volk dan In
op een wijze als het Provinciaal Comité dit
deed
Een beroep op de belijdenis en het ver
wijzen naar den eisch van Gods wet, maakt
hl*r deze onjuistheid niet goed.
We wenschen bij 't protest van ds. van
Grieken geen enkel woord te voegen. Maar
de Chr. Hist. Unie mag wel zwijgen van
„toenemend vertrouwen" en 't is te hopen,
dat ze „op den ingeslagen weg" stil zal
staan. Want zoo'n werkwijze is minder dan
loffeiQk. Late men de Kerk er bulten laten.
En vooral niet liegen,
Nadruk verboden.
„En hoe gaat het?" vroeg ik.
De gewone vraag, als men een goeden
kennis in 'a beelen tijd r.iet gezien heeft,
maar hier toch door 'n klein streekje be
zorgdheid gekleurd, nadat ik mijn man es
goed had aangezien, hij w&s veranderd.
Ja, óok in uiterlijkheden.
't Pak, dat hij aanhad, wa3 van vlugger
snit en 't kleedde hem wat sjieker, dan de
„grove ruit", waaraan hf vroeger zijn hart
had verpand, toen-ie nog op zijn eenvoudig
dorpsken was.
De stalen bril van voorheen was vervan
gen door een kwiek lorgnet oftewel knijp-
brilleken, dat biouk ais goud eu denkelijk
wel van doublé zal zijn geweest.
En zoo was hij in méér uiterigkheden,
versteedsch.
Maar zijn gelaat stond niet zoo onbezorgd.
Er was een fronsel in z'n voorhoofd ge
komen en 'n paar verdrietige krabbeltjes
omlQnden z'n mond.
't Leek me, dat hij ouder geworden was.
„Hoe góat het?" vroeg ik warm.
„Zoo'n gangetje", schertste hij, „'t leven
is natuurlijk voor mij en vóór m'n gansche
gezin héél anders dan vroeger, maar dkt
wisten we vooruit, 't Heeft z'n vóór en z'n
tegen, maar 'k heb toch geen spft, dat Ik
indertijd ben gegaan
„Met name om de kinderen niet", voegde
hij Cr even later bij.
Ja, dkt begreep ik heel goed.
Had hQ géén kinderen gehad, óf een k
twee, dan geloof ik niet, dat hg ondanks z'n
beide taalacten en z'n wiskunde, ooit zijn
dorpje zou verlaten hebben.
Hg woonde er in 't midden zijns volks.
De mecschen mochten hem graag.
Zonder ooit te willen heerschen, had hg
toch in vele diagen de leiding; zijn school
stond gunstig beaendzijn vrouw w&s daar
uit die streek en voelde zich dus niet als
een vreemdeer was niets dat hem hinderde.
Maar de vgf kinderen.
Toen die grooter werden, was 't op het
afgelegen dorp haast een onmogeigkheid,
om ze v/at te laten Ieeren.
't Gaf aanleiding tot veel overleg, ge
sprek gebeds.
Eindeigk ging hg aan 't soiliclteeren.
En vrS spoedig was hg in 'n flinke pro
vinciestad ais hoofd benoemd aan 'n drukke
gewone lagere school met 'n veeleischende
„mulo-kop" in 't geheel een 4C0 leer
lingen, tien lokalen en twaalf „leerkrachten".
Daar was hg nu anderhalf jaar.
Vroeger op z'n dorp had ik hem heei goed
gekend, thans zocht hg me nog es op en
ik hield hem te praten.
Neen, hg wilde niet terug.
Voor de kinderen was 't zoo'n uitkomst...
„Maar als die es groot mogen zijn", zei
hg, schertsend en toch met 'n ondergrond
qn ernst „en mijn oude dorpsschool kwèm
es vacant en ze wilden me daar nog weer
hebben dan wéét ik het niet
We werden wat meer vertrouweigk.
„Er zgn dus moeiigkheden", vorschte ik.
„Dat is wat hard gezegd", antwoordde hg
langzaam.
„Er zij a zekere onaangenaamheden, ver-
drieieigkhcden, die op den dilur 't leven
wat pgtiHjk maken soms och, ik wil je
er wel 't een en ander van vertellen, als je
er naar luisteren wilt".
„Ga je gang", zei ik. ,,'k Stel er veel be
lang in".
Nu, er v/as heel wat bg, vsn meer per-
soonigken aard en dat ik daarom hier wel
kan laten rusten.
Maar dit bleek wel de hoofdzaak te zfln
de verhouding tusschen hem en het overige
personeel der school.
Die wou hg zoo graag dnders zien.
En dat kon hij maar niet gedaan krggen
en dat gaf hem weieens oogenbllkken van
moedeloosheid; het was hem gelq keen doorn
in het vleesch.
Nu, ik kon dat zoo begrgpen.
Op zgu vorige standplaats waren ze met
hun drieën geweest: hgzelf; 'n bejaard on
derwijzer, die" daar altgd bleef er er ïMge-
trouwd was, 'n best schoolhouder, met
wlen hg als vriend, kameraadschappeigk
omging en die hem toch altgd ais „hoofd*
behoorigk in de dingen kende èn eerde,
en dan de „juffrouw".
Dat was in den regel 'n jong doekje, pas
door 't examen, die hg met zgn gemakke»