Zaterdag 8 Maart 1919. 848te Jaargang N°. 2414. voor de Zuidhollanilsclie en Keeuw^ehe Eilanden Antirevolutionair f 'ff-* Orgaan - IN HOC SIGNO VINCES Eerste Blad. GIJ, BELGEN W. BOEKHOVEN Zonen, „HET GOUDEN HERT", pronriütajr R. C. F. I. LEE-Moonen. OP OEN UITKIJK. VAN HET BINNENHOF. Alle «tukken voor «le Reö»ctie bestemd, Advertentiën en verdere Administratie franco toe te zenden ma de Uitgevers Hotel flestauraiit Gedempte Boeretssteigw 63A, 63B 14739 Direct nab| de Hoofdsteeg, Motierdam. - DINERS f 1,— en hooger. LOGIES MET ONTBIJT f 1.25, f 1.50, en f 1.75 Tel. no. 1532. Aanbevelend, inzet en afslagrtel- tel Spee te 92 roeden mwiand, in eg en den ienland van 610, zijnde e beginnen aan de Er- kvoor f210 ng. Slis te aormiddags nenweg en paarden, ens, 2 ploe- :e. rolblok, Heer Arie nam. 2'/t ramstation ningen a/d Sectie A centiaren den heer namiddags 'ramstation iroten, Rib- by Afslag Meijer te )eden Rijni. 10 hi den •mmelsdijk, 86 en 309; liverse per- /elQeboren ininck van les naniid- het Tram- ken, Schro- idag 2 uur nis J. Wz. van een ntant geld. nzet en op teikens des johs. van staande uit no,s 437, centlaren natie, aques van vonds half van H. van V. Maat) sland, aan ctle C ns. htje", in 3 namiddags Spui] van :n, .Ribben, .0 namiddags van Tim en, Ribben lij Inzet, en bij afslag, otel Meijer !rf aan het Sectie B Koster Sr. vonds half van C. de V. Maat) nd, aan den is. 143,144 3 perceelen laart 1919 ur, in het veiling en bij afslag, H.A. of 80 - en wei- lder onder omschre- Maarta.s. de maand van de hof eer 33 H.A. en Ouden- „Bommel" aande aan rzoeke van mmel. f Deze Courant verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG. ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden franco per post 75 Cent bjj vooruitbetaling, BUITENLAND bij vooruitbetaling f 5.50 per jaar. AFZONDERLIJKE NUMMERS 5 CENT. UITGEVERS: SOMMELSDIJK. Telefoon Intercommunaal No. 202. ADVERTENTIËN 121/, Cent per regel, RECLAMES 25 Cent per regel. BOEKAANKONDIGING 5 Cent per regel. DIENSTAANVRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN 50 Cent per plaatsing. Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij besiaan. Advertentiën worden ingewacht tot DINSDAG- en VRUDAGMORGFN 10 UUR. Elk land heeft zijn historische we derwaardigheden; Nederland weet er van mee te spreken, maar België niet minder. In de dagen van 's Heilands leven op aarde was Belgie een Ro- .f-jneinsche provincie, die het tegenwoor- "èlgie omspande, plas Noord Frankrijk plus West-Pruisen, plus Zuid-Duitsch- land, plus een stuk van Nederladd, met een stuk van Zwitserland, 't Was dus voor dien tijd een reusachtige uitge strektheid. Maar er kwam splitsing door den dood van heerschers; de zonen kregen deelen. en uit het oude Belg ca ontstonden, ook onder den invloed van 't Leenstelsel, machtige hertogdommen en graafschappen. Wie denkt hier niet om het beroemde Vlaanderen en de worstelstrijd der Arteveldes tegen Fransche overheersching Wie heeft nooit Concience's werk gelezen: »De leeuw van Vlaanderen*. Maar Bour gondiërs en Oostenrijksche vorstenhui zen aasden er op, ieder kent de ge schiedenis van Karei V en van de Her vorming en Hervormers in België, waar - een felle strijd gestreden werd tus- "nchen Calvinisme en Roomsch Katho licisme, die geëindigd is in een neder laag een achteruitgang der Calvinisten in een verwijdering tusschen Noord- Nederland en Zuid-Nederland, waarvan het eerste zich schaarde om de Oran jes en de laatsten om Span jas Konin gen, Maar Belgie, als de Spaanscho Nederlanden, werd later de Oostenrijk- rijksche Nederlanden; rtog later een Fransche provincie, totdat het op het Weener Congres in 1815 door de Groote Mogendheden gevoegd werd bij Neder land, onder Koning Willem I, Totdat in 1830 de Scheiding door revolutie, geboren werd, en Belgie een eigen Koning kreeg, een Siksen-Coburger. Na 839 is de rust in dat zoo veel en vaak bewogen Landje weergekeerd, nij verheid en handel begonnen andermaal een hooge vlucht te nemen maar van de Gereformeerde, eerst zoo bloeinde Kerken, is bijna niets overge bleven. Het eertijds zoo vruchtbare Pro testantisme kon zich niet op de been houden en moet helaas, thans door Evangelisatie zich nog wat handhaven Er is een Belgische zendingskerk met de oud-Nederlandsche geloofsbelijdenis van 1562 Vervlogen Glorie van bet Calvinisme, nu er nog wellicht onder 6 millioen zielen slechts een 10.000 Protestanten zijn maar ook inzinking van het Roomsch-Katho- licisme, waar duizenden en duizenden zich plaatsen op het standpunt der vrije gedachten, en Socialisme met Libe ralisme een zeer groote minderheid zijn in het politieke leven, En de Oorlog kwam. Belgie werd verwoest. En legio Belgische gezinnen vonden in ons Land een veilig toe vluchtsoord. Ze werden door barmhar tigheid bewogen, ontvangen en welge daan, Viër jaar hebben ze van de gastvrijheid geprofiteerd, soms misbruik gemaakt, maar dat waren de Belgische schooiers, het uitschot uit Antwerpen- waaryoor gewaarschuwd werd, schooi ers en pooiers uit de voorstad eener handelstaddieven in- en uitbrekers met zekere dames, die bij dat illustre ge zelschap behoorden Maar overigensNederland heeft ge daan wat het kon. En er zijn dan ook door Koningen en Lagere Over heden adressen gezonden van innigen dank voor al de diensten aan't Belgische volk bewezen Dat volk verkeert nu in de bangste zorgen Koning en leger zijn wel weer gekeerd en de vreugdevuren over be vrijding en triomf wierpen hun rossen gloed avond aan avond tegen Brussels paleizen. Maar geen sprake is er, nu na drie maanden rust van wederop bouw van herleving, van handel en in dustrie. Er zijn geen grondstoffen geen werktuigen, geen krediet geen zeker heid voor de toekomst en zelfs geen waarborgen, dat de schade vergoeding waarop Belgie tegenover Duitschland aanspraak mag maken, volledig zal worden uitbetaald. Belgie heeft zich voor de gemeenschappelijke zaak der Entente afgesloofd; zijn volk, bezit en goud uitgeput, en zijn staatsschulden met milliarden verhoogd. En hoe groot was hun optimismeHoe innig hun verwachting, dat de Entente helpen zou, die aau Belgie zooveel dank ver schuldigd was, Men hoopt op volledige, en niet een gedeeltelijke schadeloosstelling door de Entente. Men hoopt op lossing der mil liarden staatsschuldop milliarden van nieuwen steun voor d<£teconomische her leving voor de restauratie of herstelling van industrie en landbouw en veeteelt. En ja, de Entente wil geld voorschieten, maar dan moeten de Belgen bij hen koopen en die koop is 30 pet, duurder dan op de vrije wereldmarkt. En ja, de Entente wil geld voorschie ten, b.v. Amerika, een 759 millioen frank, maar onder waarborg van al de Belgische Banken en van den Belgischen Staat. De Entente zal van Duitschland natuurlijk reuzensommen vragen ter schadeloosstelling, en Belgie zal er wel een paar duiten van ont vangen, maar de Entente zal eerst voor zich zelf zorgen Wat er dan nog over schiet is voor Belgie. Waarom, anders, dat Amerika zulke waarborgen vraagt aan Belgie, als't geloofde, dat dit kleine Land een leeuwenaandeel kreeg in het geen Duitschland dokken moet? Dan, als Belgie, volop kreeg uit Duitschlands schatkist behoeft Amerika niet al het geld der Belgische Banken als waarborg te eischen. En de Entente laat Belgie buiten de Vredesconferentie. Daar ze telen wèl Amerika, Engeland, Frank rijk, Italië niet Japandat niets pres teerde maar dat kleine Land, dat zijn zonen gaf, hun hartebloed, hun goud en grond, hun vestingen en altaren, hun cathedralen en stadhuizen, hun handel en industrie, hun landbouw en veeteelt; dat Volk is lam gebeukt en zucht, en Vlaanderens leeuw is diep gewond en kermt zijn pijn uit. En de Entente wondde, maar heelt nog niet. x En dat alle eeuwen door geteisterde, dat gebroken, door den oorlog teleur gesteld, geruïneerd, ontmoedigd; door Neerlands zonen edel behandeld Volkske, heeft nu al weken lang gepoogd ons Land ie ontroeren, en in ons wakker Het doo? ieder aanbevolen adres. te roepen een Nationalisme, ja, een patriottisme; meer nog, ja een chauvi nisme dat, geloof 't, o Belgenland! tot heldhaftige daden in staat is. Er komen uit Belgie stemmen om te annexeeren Zeeuwsch-Vlaanderen en Zuid-Limburg om ons Patrimonium of Vaderlijk Erf deel te 1 smaldeelen en onze trouwe Zeeuwen en Limburgers den Belg over te geven. Maar deze zijn paraat en zullen dien Vlaamschen Leeuw zijn nagels uittrekken. Laten ze zich dan eeni? metende fiere Nederlandsche en die amechtige Brabantsche Leeuw! Late ginds de Braban<?onne uit ver sleten gorgels krassen, maar in Limburg en Zeeland zal 't Wilhelmus oplaaien uit zielen vol geestdrift en liefde voor 't Oude, Eere en ondeelbare Vaderland. Zeker; men zet in Brabant een ge zicht, of er geen wolkje aan de lucht is. Het Nederlandsche Volk denkt te kwaad van den BelgDe Minister van Buit. Zaken denkt to kwaad! Ons Par lement denkt te kwaadLimburgers en Zeeuwen denken te kwaad! Het Belgische Volk wil heusch niets dan een luttele herziening van hetJBchelde- traktaat van 1839 en dat zal dan nog op o zoo vriendschappelijke en minzame wijze besproken worden, doch de grenzen van ons Land zullen geëer biedigd worden En valseh Belgioy houdt zijn eischen voor ons geheimgaat er wèl mee naar Parijs, om de Conferentie te vra gen Vindt uwes ons plan goed"? En dan, als de Groote Mogendheden „ja" gezegd hebben, mogen wij pas weten, wat Belgie in zijn schild voert. Waarom wil Belgie ons niet eerst vertellen, wat 't met ons wil bedissèlen? Waarom eerst zoo geheimzinnig naar Parijs, om dan pas naar ons te komen. Spreken over ons, zonder ons, achter onzen rug over ons Limburg en ons Zeeland. Dat doet dat uitgemergelde Volk! Dat doet dat door ons zoo hartelijk bejegende Volk! O, gij. ondankbare, onwaardige Bel. gen Wat maakt ge u hatelijk voor ons j Nadruk verboden. Samen gingen ze op de „Nor". Ze waren uit hetzelfde kleine dorpje, waar hun ouders dicht bi! elkaar woondenze hadden op dezelfde school lager onderwijs genoten; ze scheelden 'n jddr in leeftijd en hadden al zoo 'n jaar na elkander examen gedaan voor de Normaallessen in de dichtbij gelegen stadArie Grootmond en Willem Goedhoofd. Meester Wisman was liun opvoeder. HQ kende beiden door en door. Toen Arie's vader voor 't eerst met Wis man over de „Nor" praatte in verband met de toekomst van zQn zoon, haalde „meester" twijfelend de schouders op en zei„Hij kan 't probéérenIk zal mijn best doen r Arie probeerde het, en slaagde. Maar voorspoedig was zijn loopbaan op de „Nor" juist nietwaar een gewoon mcnsch vier jaar over doet, dat kostte hem er zes. Eerst struikelde hij bij 't overgaan van klasse drie naar vier cn toen hij eindelijk aan 't examen toe was, vonden de heeren er zijn repertoire zoo mooi, dat ze hem met alge- meene stemmen verzochten, het een volgend jaar eens te komen herhalen. Willem was voorspoediger. Van hèm getuigde Wisman „Hij kan worden, wat-le wil'k heb zelden een jongen gezien, met zulke goede vermo gens, jammer alleen, dat-le zoo erg bleu is maar dat betert misschien met de jaren". Van een opleiding aan 't gymnasium en de universiteit kon echter niets komen, dat Heten papa's middelen niet toe en zoo kwam ook Willem op de „Nor". Leerde er met 't grootste gemak. Kreeg er schitterende rapporten. Haalde ook de acte op den tijd maar kwam tot stomme verbazing van de gansche „Nor" toch nog met een onvoldoende thuis voor een vak, waarin hij naar 't gemeen gevoelen wijzer was dan ai zijn leermeesters. „Dat is nu zijn onverwinnelQke schuchter heidzei de directeur, „'t Is jammer van den jongen 1" „Hij presenteert zich niet", vond een der leeraren. „Hij moest iets kunnen overnemen van de brutaliteit, die Grootmond te veel heeft", merkte een derde op. Inderdaad, dat contrast was wei groot. Maar toch, misschien ook juist daarom, konden Arie en Willem het best met elkaar vinden, de uitersten raken elkaar en nega tieve palen trekken elkander aan." Hun vriendschap werd zelden gestoord. En op dc tochten naar en uit de stad, werd vier jaar lang heel wat afgepraat 1 En toen Willem zijn acte had envoorioo- pig bij Wismau 'n plaats kreeg in de school, trad hij den winter vóór 't volgend examen ctteiqke avonden als Arie's repetitor op, zoodat deze 't voor een goed deel aan hem ic danken had, dat hij den 1 woeden keer een dragelijk figuur maakte cn z'n acte kreeg. Van dat oogenblik af, gingen beider wegen uiteen. Wisman had geen tweede plaats op schooi open; hij was trouwens niet erg op Arie gesteld, dien hij 'n „zwetser" vond en de jonge Grootmond zelf wilde trouwens in „zoo'n gat", als zijn geboortedorp was, niet als onderwijzer optreden. Dus begon bij te solllciteeren. En slaagde reeds den tweeden keer in een heel aardig provinciestadje, waar men hem „een vievcn, kwieben vent" vond; zoo niets geen „boerenknul" en een, die zijn woord wist te doen. Met de intimiteit was 't nu uit. Al bleven ze „goede vrinden". Af en toe schreven ze elkaarmet vacan- ties zagen ze elkander weer en maakten dan ook weieens een ouderwetsche wandeling, waarop ze over en weer indrukken en erva ringen wisselden, maar de dagelijksche omgang was verbroken en in den loop der jaren raakten ze zelfs min of meer van eikaar vervreemd. Geheel zonder eenig opzet. Maar door den gang van 't leven. Goedhoofd haalde na de twee verplichte jaren wachtens met gemak de hoofdakte. Op raad van meester Wisman trachtte hij toen in de nabijheid van een groote stad te komen, waar hij flink les kon nemen in de talen. 't Duurde 'n poos, eer dat lukte. Als hij ergens gesolliciteerd had en er werd Wisman een getuigschrift gevraagd, dan was dit vol lof. Maar kwam dan de patroon in kwestie Goedhoofd in zijn klas bezoeken, din zat vaak diens aangeboren beschroomdheid hem in den weg en gaf hij de les iang zoo goed niet, als hij wel kon. Zelf wist hij dat en voelde heten dit maakte de zaak nog erger voor hem. ,'t Spijt me wel, collega I" werd meer dan eens na zoo'n proefles tot Wisman gezegd, „maar de soll'c'tant valt me toch niet mee, hij zal een ongelukkige middag hebben gehad". Ehdelijk echter lukte het. 'n Patroon, met veel menschenkennls zei: „ik waag het met bem, collega I 't is nu jul3t geen lastig volkje bfl mij en Ik zie 'm aan voor 'n degelijk jangmensch". Zoo maakte Goedhoofd z'n eerste promotie. Acht jaar lang bleef hq op zQn nieuwe standplaats en haalde er de drie taaiakten cn wiskunde. Toen wou hij wel graag hooger-op, Aan den eenen kant begrijpelijk. Op zijn dorp had hij aan al die akten heel weinig. Nu ja i en 'n privaatles, waar hij als allerhoogste honoranlum, als 't een rijken boer gold, vijftien stuivers voor durfde reke nen, maar dat was toch geen belooning voor zóóveel studie. HQ solliciteerde naar 'n mulo. Ook dat vlotte niet erg. Wel had hij z'n klasse goed in orde en was ze ook goed bij, maar 't gebeurde meermalen, ais eenig „hoofd" hem had be zocht, dat deze twijfelend tot zijn Goedhoofd's hoofd zei „Ik weet het niet, collega I gij hebt er een uitstekend onderwijzer aan, maar als ik hem zoo zie en hoorzóu u denken, dat hq prestige genoeg bezitten zou, om een klas lastige rakkers van de muie in toom te houden „D&é.r kan ik niet voor instaan, collega Dat moet u beoordeelen. Ik weet alleen, dat ik een uitstekend onderwijzer aan hem heb." Zoo blééf dit hoofd wódr. En zei toch niets, dat hij niet verant woorden kon. Maar 't eind van 't lied was toch een- en andermaal, dat Goedhoofd een beleefde dank betuiging voor zijn sollitatie kreeg, maar tevens de kennisgeving, dat een ander was benoemd. Toch bleef hij aanhouden. p Er zat trouwens Iets achter. Na een paar keeren het hoofd gestooten te hebben bij meisjes, die hem „een veel te saaien kerel", een „boekenwurm", een „droog stoppel" vonden, had Goedhoofd sinds korten tijd 'n warm hart en geopende armen ont moet, „de" vrouw was in zijn leven ge komen. Flink en verstandig, maar arm. Vandaar dat hij zoo sterk verlangde naar een betrekking die- hem hooger salaris en allicht goedbetaalde privaatlessen brengen zou, zoodat er bQ zuinig leven kans zijn zou, om wal over te houden. Eindelijk gelukte het hem. in de provinciale hoofdstad Zijn drie talen met wiskunde vond de patroon een ie mooie reclame voor zijn school, om hem te laten schieten. Acht maanden hield hij 't er uit. Later véél later, toen hij zijn leven opjec- tief had leeien bezien en 't ook veel verder had gebracht in zelfkennis, kon hij met zeke ren weemocdigen humor van zijn groote- stads-schoolmeesters-tijd vertellen. Maar toen hq dien doorlééfde, was 't of hem dagelQks 't vleesch van zijn gebeente werd geknaagd. Tegen zooveel geraffineerde jongensboos heid was hq niet opgewassen. Gewoon, op zqn prettige dorpsschool ge zellig met zjjn „kinderen" om te gaan, kón hq er niet aan wennen, om met vaste, strenge, als 't moest qzeren hand, orde en tucht onder de „bende" hier te handhaven. Met viertien dagen was hq wèg.j Een toen werd 't een zenuwsloopende lijdensgeschiedenis. Tot 't eind van den cursus hield hq 't vol, maar na de groote vacantie moest hq eerst verlof vragen wegens ziekte en straks ontslag. Meer dan 'n jaar bracht hq thans ir, niets doen door, eer hq deze crisis te boven was. Toen had meester Wisman 'n Vacature. Déérln werd hq benoemddAcht niet meer aan promoties; studeerde dóór omdat hq roet zijn vrqen tijd toch wat moest dóén; haalde middelbaar Fransch en werd, toen Wisman pensioen kreeg metalgemeene stemmen tot diens opvolger benoemd, 't Dorp was trotsch op hem, zqn eigen zóón, met zóóveel acten, zelfs uit de stad kwamen ze hierheen gefietst, om voor examens te worded opgeleid 1 'n Jaar later trouwde Goedhoofd op dorps- schoolmeesterstractement met zijn Duleinee en in 't zelfde jaar, dat Goedhoofd „boek houden" haalde en zqn vierde spruit z'n intrede in de wereld deed, maakte de heer Arie Grootmond, ex-onderwijzer, zij entrée in de Tweede Kamer der Staten-Generaal. Over diens loopbaan nader. UITKIJK. Amice l Ziezoo, we schieten toch al een beetje op De begrooting van min, Aalberse is aan genomen het debuut van den Min. van Oor-

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1919 | | pagina 1