33sl° Jaargang N*. 2470.
I
Zaterdag 22 Februari Ml 9,
An Mr two lutUmair
Orgaan
I
Eerste Blad.
vm HET BINNENHOF.
IN HOC SIGNO VINCES
voorwaarden
ioftgensplaat
y®®p <Se 35 is id Et® 11 a si «I s c li e em Zreawsche Eilanden.
Een zeer mneiisjk draagstuk
is 't Loon.
„HET GOUDEN HERT,
BPoprietalF R. C. F. i i LEE-Msanen.
OP DEN UITKIJK.
:en.
(en.
:en.
:ën.
W. BOEKHOVEN Zonen,
Elke eeuw heeft haar eigen Loon
Motel ftSesUrarant
Gedsseapi® BoereiMtaigcr 83A,
14739 Direct nab? de Hoofd steeg,
LOGIES MET QMTBIJ'J
Het door ieder aanfeevol®® adres.
ie-
3ebruari 1919 bij inzet
rt 1919 bü afslag telkens
plaatse van het te ver-
aarln sedert vele jaren
afé met vergunning is
de Kaai te Oude Ton-
325, groot 1 are 96 een
den Heer Mars. Kan-
1919 bij afslag des
land ter herberge van
een huis waarin her-
te Dh kil and aan de
B no. 1653, groot 54
70 centiaren tuingrond
aan den Qelderschen-
no. 1196. Ten verzoeke
eeswijk teDirksland.
SLUYS.
ebnsari 1919 des voor-
zoeke en aan de bouw-
M en J. A. van Delft
Miödelharnls3 Paar-
barouchetten, 2 veer-
indbouwv/erktuigen en
1919 des morgens 10
de erven van Mej.de
Groeneweg te den
oeve „Veidzicht" pub!.
>ruine schimmel merrie
een blauwe merrie
een brui.<e bles merrie
een vos menie (drach-
ïschreven in het Ned.
gisch Type onder no.
(drachtig) oud 6 jaar
Ned. Trekp. Stamboek
no 4595, een éénjarige
'kalfkotien, 6 kaifschot-
vaarzen, 1 twee jarige
stier, 8 locpvarkens, 1
voorts 3 boerenwa-
irechtsche wagen (drie
Lipsia wiedmachine,
tor hooischudder, hooi-
(600 Lbietenmachine,
met drijfwerk, drijf
as nstallatle (3 ketels),
pioegeu, mest, hooi,
ttifuge, melk en kaas
meubilaire goederen,
en bij biljetten.
-ebf. 1919 bij Inzet en
irt 1919 bij Afslag tel—
uur in het Hö:el Meijer
gem. 256 roeden Rijnl.
Kavel 4 en 10 in uen
emeente Sommelsdijb,
ers 83, 85, 86 en 309;
en 317, in diverse per-
tschoof 1919
de Hoog WelGeboren
chimmelpenninck van
EN.
uari 1919, 's voorm. 9
te Melissant, op de
erzoeke van den heer
.arden (waarvan 1 veu-
hikt voor klepper) 3
oe, I witkop koe en 5
lalfiijd onbekend), 5
tkens, tilbuty, metk-
uur-, stal- en melkge-
VAN DER SLUYS.
aart 1919 bij Inzet en
tart 1919 bij afslag, tel-
r in het hotel Spee te
gemeefen 192 roeden
1) vroon Bouwland, ia
verschen W eg en tien
der het Oudenland van
no's 78 en 610, zijnde
petceeltn, te beginnen
choof 1920 aan de Er-
Somraelsdijk voor f210
en Heer Ding. Slis te
.aart 19t9 bij inzet en
aart 1919 bij afslag, te 1-
in het hotel Spee te
afloop der verkooping
Slis.
keihuis, waarin sedert
ekiante bakkerij is ge-
3de van den Dubbelen
bij monde en per week
er L. Kats voor f 3 25
eke aan de Erven van
ker Korvink te 's Gra-
JOETEREN en VAN
t1919 des voormiddags
an den Binnenweg en
mmelsdijk3 paarden,
boerenwagens, 2 ploe-
jder, wieislee. rolblok,
,eke van den Heer Arie
Sommei dijk.
SEN.
rt 1919 bij inzet en op
bij afslag telkens des
herberge van Johs. van
Het huis bes'aande uit
kingen, kad. no,s 437,
oot 1 are t8 centiaren
en in combinatie,
den Heer Jaques van
F„ datum in de maand
erkooping van 36.77 60
1 roeden kostbaar bouw-
in den Heerenpolder
SFFKCTBN.
Deze Courant verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG.
ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden franco per post 75 Cent bij vooruitbetaling.
BUITENLAND bij vooruitbetaling f 6.50 per jaar.
AFZONÖERLIJKE NUMMERS 5 CENT.
UITGEVERS
SOMMELSDUK.
Telefoon Intercommunaal No, 202,
ADVERTENTIËN 121/, Cent per regel, RECLAMES 25 Cent per regel.
BOEKAANKONDIGING 5 Cent per regel.
DÏENSTAANVRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN 50 Cent per plaatsing.
Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan.
Adverfenfiën worden Ingewacht tot DINSDAG- en VRijDAGMORGFN 10 UUR.
Alle stukken voor «le Redactie bestemd^ Adverïeiiflêii en vermwe Administratie franc© toe te eenden aam de liitgever»
mms
1
ij die sich nu abonneerea, ont
vangen de nog in deze maand
veraehiinende nummers gratis.
Onder da zware problemen of vragen
van den dag behoort 't op alle hoeken
der wereld aanstormend Loonvraagstuk
Natuurlijk is er alle eeuwen door een
Loonvraagstuk geweesten de Oudtes
tamentische, zoowel als de Nieuwtes
tamentische geschriftenzoowei de
woorden en wetgeving van Mozes als
de aanmaningen der Profeten, als de
woorden van den Heiland en da te
rechtwijzingen in de Apostolische ge
schriften, wijzen er op, dat in allo Eeuw
't loon van den arbeider een ze or be
langrijk punt in dan gedachtankring van
Wetgevers ea Onderdanen heeft uitge
maakt. Dit ons artikel bedoelt thans
niet om ean legio teksten over te schrij
ven uit Gods Woord, die over 'tloon
handelen Ieder Bij bellezer kent ze. Denk
slechts" ora 't beruchte woord van Ja
cobus hoofdstuk 5 4, noodig in zijn
dagen tot de werkgevers:
Ziet 't loon der werklieden, die
uwe landen gemaaid hebben hetwelk
van u verkort is, roept; en h t ge
schrei dergenen, die geoogst hebben
is gekomen tot in de ooren van den
Heere Zebaoth.
En denk ook om 'tgebed dat de
Heiland ons leerde:
»Geef ons heden ons dagelijksch
brood."
En denk om 't: »De arbeider is zijn
loon waardig."
De Bijbel is geen sociaal Wetboek
hij is in de eerste plaats een Gids ter
Zaligheid, en daarom en daardoor ook
een Gids voor 't tijdelijk leven; want
in dit tijdelijk leven wordt over de ZaA
ligheid beslistmaar daarom én daar
door wordt in Gods Woord ook voor
dat tijdelijk leven een weg aangewezen
tal van wegental van voorschriften
waaronder 't Loonvoorschrift in alge-
meenen zin een voorname plaats in
neemt En dat is*- wijsheid Gods, Die
'wel weet, dat een meusch zonder loon
niet bestaan en dus Hem niet dienen 'kan.
Waar geen verdiensten, geen loon is,
daar is honger en ellende; daar zinkt
de mensch als Beeld Gods, in poelen
van deernis en kommerdaar houdt
een mensch op menSctf te zijnwordt
hij bedelaar, laridiooper, vagebond, dief,
moordenaardaar wordt hij dier. En
dat duldt God de Heere vau zijn beeld
drager n'et; daarvoor heeft Hij hem
niet geschapen, al draagt ook de zon
de smartelijke vracht. Eu daarom, om
den beelddrager d i. den mensch zijn
hooge roeping te doen betrachten; van
daar de Looavoorschriften in 's Heeren
Wet en naar 's Hetlands predikatiën
en der Apostelen vermaningen.
Nochtans, al geeft de H. Schrift
algemeen e voorschriften, beginselen,
leiddraden voor de Loonuitkeering,
daarmee is de Loonkwestie voor een
bepaald tijdvak nog niet in cijfers op
gelost.
vraagstuk. De oude Slaventijd,''wiens
loon was een onderhoud van d'ii slaaf
plus, op zijn pas, een pair slaag dat 't
bloed zijn rug rood verfde; is niet de
Tijd van 1600, toen de knecht als kind
in huis was en is niet onze moderne
Tijd, nu de Werkgevers en Werknemers
soms als hrieschende leeuwen tegenover
elkaar staan en de laatsten door Werk
stakingen bij de vleet hooger loon
eis "hen Het oude Tijdvak van't Hond
bedrijf is niet onze Kapitalistische pro
ductietijd met zijn stoom en electriciteit,
zijn sporen en trams ea expeditiekan
toren met zijn bedrijfsleiders, direc
teuren, naamlooze vennootschappen,
trusts en karfels, met zijn wereldhandel
en wereldmarkt en koloniseering en
imperialisme, 't Is nu alles anders Ja,
alles is omgekeesd Eu diarom is 't
Loonvraagstuk in onze thans zoo rijk
saamgestelde wereld veel moeilijker dan
vroeger, toen alles er wat simpeler en
huiselijker naar toe ging Heel de wereld
is nu anders dan vroeger andere pro
ductie, andere consumptie, andere gelds
waarde, andere en veel meer mededin
gers op andere' en veel meer markten
reuzen fabrieken en fabriekssteden
aanwas van bevolkingvrouwen- en
kinderarbeid in do duizenden en dui
zenden werkplaatsennationale en
internationale arbeidersbewegingenz.
enz, 't maakt 't Loonvraagstuk zoo
zwaar, En daarbij nog de lage loonen
in Azië.
En zonder hier in ons artikel nu eens
over economische wetten van vraag en
aanbod te sprekenover arbeid als
koopwaar of niet koopwaar; mag men
toch do vraag stellenHoe komt men
in onzen tijd uit dat net van allerlei
tegenstrijdige belangen uit? Geeft men
hooger loon, dan vermindert de winst.
Geniet men minder winst, dan kan
men minder productie krijgen. Krijgt
men minder productie, dan daalt het.
loon en komt er honger. Is alles duur,
zooals nu, dan moet. 't loon verhoogd
maar wordt 't loon verhoogd, dan laat
men alweer minder verdienen aan
huizen en landerijenen laat men min
der verdienen dan onMaat, gebrek bij
werkloosheid. Hooger loon is noodza
kelijk, maar cwee, de kleine patroon,
ja zelfs de groote die op de grens staat
van Heven-of sterven in zijn zaak<
zijn zaak gaat den kelder inMaar dan
moet hij 't maar op de consumenten,
op de gebruikers verhal -ndan moeten
die maar meer batalen voor hun eten
en drinken, hun schoeisel, kleeding en
ligging doch als dat duur
dere d m toch weer van 't hooger loon
afmoet, wat schiet je dan met je hooger
loon op. Als je vroeger f 8 verdiende
met f 8 uitgaven, ga je geen stap
vooruit, als je er nu f 16 verdient met
f 16 uitgaven en achteruit
als je f 18 uitgaven hebt.
Natuurlijkeen arbeider kan zeggen
Geef eerst maar hooger loon. dan zul
len we de gevolgen verder maar af
wachten; hebben is hebben en krijgen
is de kunstmaar een schijnbare
hulp is geen afdoende hulp a'les
wreekt zich wat onnatuurlijk en ge
kunsteld en gedwongen gaat Het loon
heeft een grens en dddrbuiten, gaat
alles wat Handel, Industrie en Land
bouw is, morsdood, Produceeren zonder-
winst doet niemand. Kan er van de
winst af, ten behoeve van den werk
nemer, dan moet'teraf\ een werkgever
g&ofterdAm, -
DINEItö 1,— es hooger.
f 1.26f 1.59, en f 1.75
Tel no 1582. Aanbevelend",
behoeft alle winst niet op te strijken
dan moet de arbeider er ook wat van
hebben. Doch hoaveel Eu ziedaar
zoo staat ge weer met beide beenen
midden in 't Loon- en Arbeidersvraag
stuk. Hoeveel winst moet de werkgever
afstann, zonder dit hij zijn toekomst
verspeelt en zijn zaak benadeelten
hoeveel moet de arbeider hebben om
dankbaar en tevree zijn plichten j 'gens
de zaak te verrichten.
't Loonvraagstuk is door geen ge
leerde boeken o -/er Staathuishoudkunde
op te lossen. Is een vraagstuk van
Wereldbeteekenis, omdat de wereld door
haar Handel en Industrie en Landbouw
en Koloniën zoo ineengekronkeld, zoo
ineengeschakeld is, dat men met een
verhooging van loonen bij dien of dien
patroon, er niet af is,
Nadruk verboden
'n Dienstbode in 'n „vakvereeniging"
„Kan dat?" vraagt men ons.
Daar zouden we ons gemakkelijk en vlug
af kunnen maken, met de wedervraag„Wel
zeker I" waaróm niet? Er staat toch immers
geen straf op
Maar dat is-'de bedoeling niet.
Men bedoelt een zedelijk „kunnen".
M. a. w,-, meri"Vraagt: te de betrekking
van dienstbode en de verhouding tusschen
haar en haar „vrouw" van dien aard, dat het
de „meisjes" moreel vrij staat, om zich in
een vakvereeniging scan te voegen?
Wat zegt ons christelijk beginsel?
Nu stel ik op den voorgrond, dat ik mij
'rdet in staat gevoeï, deze vraag in één ar
tikel yan den gewonen omvang, vcliedig te
behandelen.
'k Zou er een referaat over wilien houden.
Een rede over widen uitspreken,
'n Brochure over willen schrijven
als deze zaken mij op 'toogenbliknietfisiek
onmogelijk waren en ik me dus moet verge
noegen met af en toe in een „Uitkijk" over
deze ea dergelijke zaken iets te schreven.
Zeg nietIs 't de moeite waard
De vraag is wel degelijk actueel
Zij is ook een stuk „vrouwenkwestie".
Zij doet zich zelfs bij onze Pietjes en
Klaartjes, bij lbnenmeisjes en«keukenprln-
cessen, zoowel ais bij het meisje a léés voor
ais een der v?agen-van-den-dag. En de nieuwe
Boud van melsjesmeenigiugen, waar deze
zich gelijk onze jongelingen, doch naar
ik hoop op wat minder geleerde wijze
willen voorbereiden vóórhaar volgend leven,
die nieuwe Bond onder 't eere-presldium1
van mej, Kuyper, heeft hier alvast een dank
baar onderwerp yoor onderzoek en bespreking,
'k Wil er heden iets van zeggen.
De zaak bekijken van één kant.
DM stel ik op den voorgrond, opdat een
ieder wetc, dat mijn beschouwing vanzeif
eenzijdig moet zfln, wij! ik voor ditmaal de
eigenaardige verhouding tusschen da dienst
bode en het gezin bulten beschouwing Iaat.
Toch móet daarmee gerekend.
Laat ik een voorbeeld geven!
Stel, een vakvereeniging van dienstboden
heeft er ah arbeids-voorwaarde door verkre
gen, dat ze op twee bepaalde dagen der
week 's avonds om zes uur vrij zullen zijn
en dan tot Hen uur kunnen gaan waar en
doen wkt zij willen.
Zeker een niet overdreven voorwaarde.
Maar wat gebeurt nu 'n dag?
Het is wat laat geworden; mevrouw ia
niet al te wel en Betje is juist begonnen !t
jongste kind een „groote beurt' te geven;
het staat in Adamskostuum vóór de groote
teil, als de klok zes slaat.
Wat zou men er nu van zeggen, a's Ketje
eenvoudig haar handen schoonwreef, mom
pelde: „Tijdl" en mevrouw waarschuwde,
dat deze 't kind de kleertjes maar weer aan
moest trekken, of ook'n kwartiertje door
werkte, maar mevrouw aan't eind der maand
zóóveel extra-loon in rekening bracht?
Men voelt: zoo iets gaat niet.
Alléén de zoiver, streng con'ractueele ver
houding maakt het samenleven en samen
werken voor beide partijen stroef en onaan
genaam.
Maar nu ook direct de keerzij.
Emr goede, contractueels afspraak behoort
ook bij déze dienstbetrekking ten grondslag
te liggen aan de verhouding.
Oiize vaderen voelden dat reeds.
Een goed accoord, maakt een goede schei
ding mogelijk, stelden ze reeds als spreek
woord. Eu de zorgzame moeder uit onze
arbeidersklasse, die met haar, vaak nog te
jong kind meegaat, dat zich in haar eersten
dienst verhuren zal, die moeder, zeg ik,
die dan naar de meenlng der werkgeefster
weieens wat véél noten op haar zang heeft,
beseft eenvoudig de waarheid van het spreek
woord der vaderen.
Hiermee nader ik vanzelf het vraagstuk.
Niet iedereen hééft zulk een moeder.
En als de dienstbode wat grooter wordt
eu ouder, dan gaat zij zich ook zelfstandig
verhuren en wordt niet meer aan moeders'
handje in haar nieuwen dienst gepresenteerd.
^Nu kom ik op de vak-vereenigiog.
Dat is iets anders dan een „dienstbode-
vereeniging".
Laatstgenoemde ban eenvoudig van alles
in haar program schrijven. Zij kan b. v.
avondjes organiseeren, den zang beotfenea,
wasch- en strijkcursussen openen, potverte-
ring houden, naai- of reciteeravonden in 't
leven roepen enz. enz,
De teak van een vafc-vereenigiag, dus ook
die vau dlenstbodeii-vakvereeniging, is veel
beperkter.
Die bemoeit zich met de arbeidsvoor
waarden.
Niet met 'tgeen daar buiten valt.
Maar dan ook daarmede in den meest uit-
gebreiden zin des woords.
En zóó nu bekeken, is er duakt me, tegen
zulk een vakvereeniging niets in te brengen,
mits zij steeds een open oog hebbe voor de
meer iatleme verhouding van zedeiijken aard,
die er tusschen de dienstbodeen haar „vrouw"
bestaat.
Niet elke kleinigheid, die daar er tusschen
beiden rees, moet een „kwestie" worden,
waar het „bestuur" der vakvereeniging of
fic'eel met mevrouw over komt spreken. En
omgekeerd moei een mevrouw ook zedelijken
steun vinden bij zulk een bestuur, als haar
dienstbode op ergerlijke wijze de bepalingen
van het tusschen belde gesloten contract
overtreedt.
Maar wat is er dafi tegen
Dat de dienstboden met elkaar bespreken
en overleggen, weike huns inziens billijke
minimum-voorwaarden zijn voor 'n dienst"?
Men vreest voor. excessen
Och, daar ben ik zoo bang niet voor.
Het is toch tenslotte niet de vakvereeni
ging, maar de bekende wet-van-vraag-en
aanbod, die de „dlenstbodenmarkt" beheerscht
Stel eens, er is overvloed van „meisjes".
Waf in den regel niet zoo is.
Dan zou een vakvereeniging, die dwaas-
scherpe voorwaarden stellen ging, al gauw
haar eigen kuil graven, want de meisjes wil
len een dienst en blijven niet graag thuis
„hangen".
Dat almee de eerste taak van zoo'si vak
vereeniging zal zijn, de arbeidsvoorwaarden
wat te verbeteren en er wat meer eenheid
in te brengen, ontken ik niet.
Maar ik doe er een vraag bij
Is daar gai3ch geen reden voor
Niemand ontkent, dat in de laatste 4 a 5
jaar de levensbehoeften heel wat duurder
geworden zijn.
Dat geldt ook voor de dienstboden.
Zij hebben dus reeht op hooger ioon.
Voor een deel dht moeten zij natuurlek
niet vergeten, krij gen ze die verhooging auto
matisch in hun „kost". In den regel kan,
wie hard, I chamdijk, werken moet ook goed
eten wat een zegen is maar wat de
baas en de vrouw op hooger uitgaven te
staan komt, zonder dat de dienstbare er erg
ln neeft,
Maar ze krijgen ook eea deel van haar
loon ln geld.
Voor kleeding, en om te sparen.
Soms om de ouders te steunen.
En dat merken ze goed, hoe ze met dit
deel van haar ioon lang niet kunnen doen
wat yoorher n mogelijk was. Waarom dan
ook zekere rijzing van den ioontoestand
zeker ni t onbillijk is.
Ten slotte w§s ik op één gevaar.
Daar zijn er heel wat meer I
Laat niemand meenen, dat de „vakvereeni
ging" de oplossing is der dienstbodenkwestie.
Wat zij behoeveu Is onderwijs.
Vooreerst meer en beter lager onderwijs.
Maar dón vooral,- er Is schreiende behoefte
aan goed va£-onderw?s. in naaien, stoppen,
wasschen, strijken, koken enz. enz.
Dat vooral is broodnoodig.
Hoe meer ze in haar vak, als dienstbode
waard zijn, hoe beter arbeidsvoorwaarden
zfj zuilen verkrjjgen.
Dat gaat docr voor den man.
Het geldt ook voor de vrouw.
Maar wat haar betreft, wordt hier, heiaas!
nog maar bedroefd weinig rekening meege-
houden. UITKIJK.
Amice I
Zooals je weet hebben we twee nieuwe
departementen gekregen, één van onderwijs
en één van arbeid.
Of dat van onderwijs zal blijven bestaan,
weet ik niet. Maar ik geloof met den Kamer-
overzichtschrijver van de N. R. C., dat het
een lang levari zal hebben
Maar hef andere departement, dat van ar
beid, gaat nooit weer weg. Dat geloof ik
vast.
De soclaie problemen vorderen zoo'n inge
wikkelde werkzaamheid, dat een afzonderlijk
ministerie dringend noodig was.
Het progrom van min. de Visser, den min.
van onderwijs, is toegejuicht. Algemeen stelde
men in den gewezen veldprediker in aige-
meenen dienst vertrouwen. Ik heb je dat in
een van mijn vorige brieven reeds meege
deeld.
Min Ruys de Beerenbrouck is zoo gelukkig
geweest voor het nieuwe departement van
arbeid een hoofd te kunnen krQgen als den
katholieken, sociaal-voelenden mr. Aalberse,
ex-wethouder van Lelden en gewezen Tweede
Kamerlid.
Deze min. heeft geen gemakkelijke taak.
Die is nooit gemakkelijk geweest. Dat was
de taak van Tal ma ook niet.
Menschel ükerwljs gesproken is het minis
terschap zijn vroegtijdige dood gewrest.
Maar deze minister heeft het nog moeilijker.
Onze tijd is er ecu van machtige, sociile
problemen. Het is een geijkt woord geworden
en het wordt naar mijn bescheiden meening
veel te veel gebruikt, wat niet weg neemt,
dat ik het hier nog eens neerschrijf: „De
polsslag van onzen tijd jaagt snel." En met
dien polsslag moet ook min. Aalberse mee.
Hij heeft reeds met bekwamen spoed ge
werkt. Binnen zeer korten tijd ongeveer
een termijn van zes weken is het ontwerp
nieuwe arbeidswet gereed, heeft Z Exc. mee
gedeeld.
Zeer vermoedelijk wordt bij dit ontwerp
den 8-urlgen werkdag voorgesteld.
Mijnheer Wijnkoop vond 8 uren nog te
veel Hij schil ierde den heeren allerlei schoons
voor van de bolsjewistische maatschappij
de vredelievende!! maatschappij Prachtig,
prachtigOm van te watertanden
Daar zijn de menschen verstandiger. Daar
werken zij geen 8 uur meer. Daar is al een
wettelijke regeling, dat maar ses en vier uur
mag gewerkt worden. David vergat er bij te
zeggen, dat er schier geen productie is, dat
de menschen er op straat in aiekaar zakken
van den honger en zoo sterven.
Maar er.fin: er wordt dan toch maar zes
en vier uur gewerkt.
't Is de moeite waard, spotte manheer
Schaper, die lndert(jd, je herinnert je nog
wel, het „vleze Kamertje" voor mr. Troelstra
moest opknappen.
En toen kwam David, de „groote" Neder-
landsche bolsjewiek met het miractzleuse, dat
„bij een goede werkverdeeling twee uur wer
ken per dag ruimschoots voldoende is."
In de Kamer werd door de heeren hartelijk
gelachen. Feitelijk is dat het beste maar,
hoewel bij eenig nadenken, men meewarig
het hoofd moet schudden over zulk een on-
noozélheld, over zulk een iredeneeriug. Ik
kan de verleiding niet weerstaan, er even bij