MS-Eli Tweede Blad. Zaterdag 7 December 1918. No. 2148 Twee Bladen. OP DEN UITKIJK. Bfmm uit het Centrum, LAND- EN TUINBOUW. UIT DE PERS. BINNENLAND. BUITENLAND. Dit nummer bestaat mt IN HOC'SIG-KO WSES Nadruk verboden. 't Zal nu zoowat 15 jaar geleden zijn. 'k Woonde destijds in een klein boeren dorp, ergens in ons vaderland 't doet er niets toe wéér en 'k bad uit 't zolderraam van m'n woning een mooi uitzicht over ons vlakke polderland, over de groene velden, 't geboomte langs de wegen, de hoeven alom verspreid en de torens aan den horizon. Precies rechtuit was de verste toren, dien ik zien kon die van een klein, onbekend, knus plattelandsstedeken. Och, 't was zoo'n klein stadjen. Enkele duizenden menschen maar. Eén falsoenlijke straat, met aan 't eind toren en kerk en dan voorts enkele stegen en sloppen, dat was de „stad", aiiééa zoo geheeten, wijl ze in overoude tijden eenmaal „stedelijke rechten" veikregen had. 't Was er alles vrij primitief. Verscheidene huizen nog met rieten daken en ettelijke hooibergen tuse.chen en achter de woningen. BQ zoo'n hooiberg begon het Kinderen hadden daar dichtbij met lucifers gespeeld, kleine kinderen, die nog niet be seffen, wat zij doen, de wind had weer met de vonken en de gloeiende koppen gespeeld, het hooi had vlam gevaten toen ik dien avond voor mijn zolderraam stond, keek ik in een wilde vuurzee en stonden kerk en reeds in brand, dentallen huizen gingen er aan. .r Stuk van 't stedeken was verwoest. Men wist den volgenden dag wel zoo on geveer welke kinderen liadden meegedaan met het lucifersspei, want ze brengen bij zulk een gelegenheid elkander wel uit. Het volk was echter zoo wijs, om de bestraffing van die kinderen, elk aan het eigen huisge zin over tp laten en geen uitgebreid onder zoek in te stellen omtrent de vraag welk kind nu precies de lucifer aangestoken had, waaruit het onheil was ontstaan. Dat oordeelde men dwaasheid. Ze hadden met eikdér gespeeld. En ze hadden dus te zamen schuld. Hetzelfde lijkt mij thans van toepassing op de vraag, die hier en daar opduikt, om nu eens precies uit te maken, wie schuld heeft aan 't uitbreken van den wereldoorlog. Er is jaren lang met vuur gespeeld. De all-Duitschers bij onze Oosterburen de jingo's in Engeland; de panslavisten in Ruslandde Chauvinisten in Frankrijk, zij speelden allen met vuur. Elk streek zijn lucifers af. Bekommerde zich niet om de mogelijke ./'lyolgen. {-.«rtVroeg slechts naar eigen profijt! Al die lieden, weike ik daar opnoemde, wisten hcél goed, dat hun doel slechts door een oorlog te brreiken was. Ze wisten óók, dat een afzonderlijke oorlog schier ondenk baar heetcn moest en dat dus een generale oorlog volgen zou. Toch speelden ze rustig door. Telkens vlogen de vonken op Het deerde hem niet, voor 't bereiken hunner plannen hadden ze elk voor zich, als 't moest, een wereldooriog over, temeer wijl met zij, maar de volkeren zelve dien in geld en m bloed hadden te betalen. In Duitschland waren diep doorgedrongen en ingevreten de filosofische denkbeelden van een Mietsche en anderen, die immers feitelijk predikte 't recht van het geweld, van den sterkste. 'n Hoogst gevaarlijke leer in de politiek. De all-Duitsche droomden van de hege monie van Duitschland, eerst over al wat van Germaanschen oorsprong was; daarna over het gausche continent en eindelijk mét of bóven Engeland ook over den ganscheti aardbol. De meerderheid van het Duitschè ras boven alle natiën der aarde, was het eerste artikel van hun politiek geloof. Maar de Engelsche jingo was geen haar beter i De Britten zijn het verkoren volk. Hun superioriteit boven alle andere natiën is immers spreek woordelijk en is den zone Albions, als hij in 't buitenland komt van 't gelaat en uit zijn houding te lezen. Alleen, hij bewaart vorm en schijn. Zelfs al zal hij een ander de beurs snijden, dan zal hij in zijn optreden nog probeeren een gentleman te zijn. Hij gaat uit zakke- rollen, in 't zwart en met de witte das. Zie het b.v. nü weer. Uit den treuren heeft Engeland verklaard, dat het absoluut niet in den oorlog ging om eigen profijt, maar om een heel stelletje schoone leuzen, die de geheugevaste lezer stellig nog wel van buiten kent. Nu is dan de oorlog gewonnen. België wordt hersteld, allerlei nationalitei ten Ierland uitgezonderd krijgen straks hun zelfstandig volksbestaan, schadevergoe ding wordt geëischt Dat is alles zeer begrijpelijk. Maar nu is daar een moeilijkheid: Daar zijn de Duitsche koloniën ,En wat zegt daarvan nu de Brit3che mi nister King in een verkieziogsrede Met de grootste, met de alleen écht-Brit- 8ai? bescheidenheid verkondigt hij dit •Alhoewel Engeland niet de minste neiging H tot «territoriale expansie", anders ge zegd naar nog meer land op Gods aardbo- em> zoo zal het toch die koloniën wel moeten nemen, aangezien geen andere oplos sing mogelijk is, die een behoorlijke zorg voor de inboorlingen zou verzekeren". Is 't niet anglosaksisch naïef? En moet de Britsche vlag niet noodig gedecoreerd worden met de hoogste inter nationale orde voor belangelooze zelfopof fering en altinistische broederzorg Waren de panslavisten beter Die om Rusland te maken tot het Moe derland aller Slavenstaten en het Slavendom in de toekomst de oppermacht te verzekeren in drie werelddeelen, er niet tegenop zagen de Donau-monarchie in de lucht te doen springen, den Balkan in vlammen te zetten en op elk der frontieren er met plezier n mlllioen „gemeene soldaten" voor opofferden als ze er maar voortdringen en doorbreken konden En dan de Fransche chauvinisten En dan de Italiaansche Wredentisten Ocb, ze speelden allen met vuur! En daarom vind ik het zulk een dwaas en weerzinwekkend gewurm, dat de een na de ander nü elke schuld van zich werpen wil, nu de bedrogen en uitgeputte volken ver antwoording en vergelding vragen. Het is in 1914 'n duivelafeest geweest. De een bedroog den tsaar, die de mobili satie aflastte en liet ze toch doorgaan. De ander trad op als „krachtmensch" en stelde de nota aan Servië expres zóó op, dat er oorlog volgen moest. Bethmann- Hollweg tracht zich schoon te wasschen m t tc zeg gen, dat ze in Berlijn wel het feit en de strekking van die nota kenden, maar niet den tekst. En zelfs ex-keizer Wilhelm doet het thans voorkomen, alsof hij zich stille- kens, de Juli maand van 't jaar '14, naar de Noorsche wateren sturen liet en verder ab soluut buiten alles gehouden werd. Zie, dat wordt mij te machtig! Allen hebben ze met vuur gespeeld. Laat nu maar geen enkele mogendheid en geen enkele staatsman den onnoozele spelen gaan Het was 'n gruwelijk spel met vuur. Met hun allen wisten ze, dat daar vroeg of laat brand van komen móést, alleen wisten ze niet hoeveel huizen er afbranden zouden er naar welken kant de wind keeren zou. Zwijg thans met al dat gekijf over schuld. Alle stukken op tafel, tot het laatste toe en dan zullen de natiën zelf wel oor- deelen. En in laatsten en hoogsten instantie eenmaalGod UITKIJK. LVHI. Amice Misschien zeg-je, hé, wat vervelend, nu begint-ie weer over Troelstra. Maar op het gevaar af, vervelend te zyn, ga ik weer over hem schrijven. Ik geloof echter niet, dat ik vervelend ben. Want voorloopig zijn we nog niet over hem uitgeredeneerd. Ja, als het inderdaad uit was geweest, toen Troelstra op het congres te Rotterdam be kende, zich te hebben vergist, ja dan werd er ook 'niet meer over hem geschreven. Dan was Uet een „vergissing" gebleven. Maar er zit veei meer aan vast. Verleden week schreef ik het reeds, het is de geest der revolutie en die wordt niet gedood, zelfs niet door luidruchtige- Oracjehulde, hoe verheugd ik overigens ben door de blijken van spontane liefde, die alom zijn gebleken voor onze geliefde Koningin. Neen, de geest is niet gedood. En al is Troelstra ziek van de emotie, hij rust ook nu nog niet, In Het Volk komt hij integendeel 0113 weer verontrusten. Daarin schrijft hij aan zijn party-genooten, na zijn dank te hebben betuigd „voor de ta-looze brieven en tele grammen vol sympathie en vertrouwen, die ik dezer dagen mocht ontvangen." En dan gaat hij verder: „Nog nimmer, voelde ik mij zóó gedragen door de geestdriftige instemming van de massa Her Partij met den geest en de strek king van mijn optreden. „Er schijnt, mede tengevolge daarvan, thans een periode van snelle en ingrijpende politieke en sociale hervormingen aangebro ken, waaraan ik, na een mij voorgeschreven rusttijd, in en buiten de Kamer krachtig hoopt mede te werken. Ik roep de partijge- nooteu op, eendrachtig geschaard rondom de leiding der moderne arbeidersbeweging, dezen oogst zoo spoedig mogelijk te heipen binnenhalen. „Intuaschen zal het verder verloop der revolutionaire gebeurtenissen in Europa ook op Nederland zijn invloed blijven uitoefenen. Hoewel niemand het resultaat daarvan kan voorspellen, is er zeker thans minder reden dan ooit om de mogelijkheid van de verhef fing der arbeidende klasse als leidende factor in ons staatswezen, langs anderen dan zuiver parlementairen weg, te ontkennen. (Cursivee ring van mij.) „Deze mogelijkheid onder de oogen te zien en ons daarop voor te bereiden zal naast de gewone parlementaire actie, m l. in de naaste toekomst van ons worden gevorderd. Ik hoop daartoe ook verder naar de mate mijner krachten bij te dragen." Enkele regels heb ik gecursiveerd. Want waarop komt feitelijk alles op neer Dat de heef Troelstra een man is met twee aangezichten, die verbazend snel van gezicht veranderd. „Eerst wiphy een minderheid de „macht in handen geven", wil hij, „het geweld in handen hebben". Dan ziet hij, dat hg zich vergist heeft, dat het die minderheid zoo gemakkelijk njet gelukken zou het land tc territorlsecren en zegt hij „Laat nu de soldaten, onze broeders naar huis gaan. Ontneemt ons het geweld. Laat er zijn ontwapening. Laat ons met de wape nen des geestes, niet der barbaren strijden." Prachtig. s Maar de heer Troelsira begeeft zich achteraf naar zijn binnenkamer, schaamt zich in de volksvertegenwoordiging voor zijn daden ver antwoording af te leggen. Hij ontvangt daar bewijzen van instemming. Wat, heeft hij zich niet vergist? Zou hi| toch misschien wat bendehoofden achter zich kunnen ver zamelen Aldus het lib. Hbld., dat ik hier met in stemming citeer. Mr. Troelstra voelt zich gedragen door de massa van de partij. Let welniet door de massa van de leiding der partij, ook niet door de massa van het volk. Dat hebben deze dagen ons wel anders geleerd. Maar door de massa van de party, als b.v. Hepoop en diens aanhang. In het Hbld. lees ik dan verder: Er zijn hier een oneerlijkheid en halfheid die bij alle naïveteit toch wel weerzin wek ken. De heer Troelstra heeft opgehoud n iemand te zijn op wiens woord en belofte men staat kan maken. Nu zyn wij benieuwd te weten, welke houding het pastijbestuur tegen Mr. Troel stra zal aannemen. Nog op het laatste con gres is gewezen op de noodzaak van tucht in de partij, van trouw aan de door de meerderheid genomen besluiten. En in zijn verleden is mr. Troelstra als een paus al3 een Napoleon opgetreden tegen de weerbar stige revolutionairen, die zich niet bij de besluiten der meerderheid wilden neerleggen. Die hemelstormende socialisten zijn toen in de kou buiten het warme hui3 der S. D. A. P. gezet. Ze staan er nog. Nu heeft de heer Vliegen, de voorzitter van de S. D. A. P., in de Eerste Kamer zoo nadrukkelijk mogelijk verklaard: „De re geermacht behoort bij dengene die ze langs den weg van grondwettige verkiezingen heeft verkregen. Op dat standpunt staat onze partij M:ar terwijl de partij op dat standpunt staat, zal mr. Troelstra „de verheffing" der arbeidersklasse tot leidenden factor in ons staal3wezen," het is niets anders dan usurpatie van de regeermacht „voorbe reiden", langs een anderen „dan den zuiver parlementairen weg". Naar wien moeten wij luisteren, naar den voorzitter der S. D, A. P. of naar den man die „zich gedragen voelt door de massa van de partij" Naar het parlementaire" bestutu van de S. D. A. P. of naar den mart, die meent de massa parlijgenooten, toen het er op aan kwam, hem evenzeer in ziju hemd te laten staan als de heer Wijnkoop door de „massa" van het Nederiaadsche volk alleen is gelaten. Men meent misschien, dat wij dezen te veranderlijken heer Troelstra te ernstig ne men Dat zyn revolutie-dreigement een po litiek wapen is, waarmede hij van een naar zijp. meening zwakke volksvertegenwoordi ging of zwakke regeering hervormingen kan afdwingen, die meer naar zijn geest zijn, dan zonder het gebruik van het revolutie-drei gement het geval zou zijn? Het is mogelijk. Maar het is toch goed er rekening mede te houden, dat een raan met zulk een Invloed als de heer Troelstra zoo niet op de massa dan toch op een massa zijner party genooten, thans een revolutie wil „voorbereiden".' Ken ander liiberaal dagblad, Het Vaderland, neemt de zaak niet zoo ernstig op. Dit blad toch schrijft„Er zal wel niemana in Neder land zyn, die zich door dit geschetter, dat blijkbaar moet dienen om eigen figuur te- redder, van de wijs zal laten brengen. WIJ, voorstanders van de democratie, van Recht en Wer, hebben in de laatste weken wel gezien, dat de voorstanders van den legalen weg in Nederland eene reusachtige meerder heid vormen. Maar het zal naar aanlei ding van dit schrijven nu toch zaak worden voor de S.D.A.P. om het geval-Troelstra eens gauw te behandelen. Ook deze biicf gaat toch lijnrecht in tegen het besluit van net Partijbestuur. En dat kan dezen brief niet negecren, tenzij zij reden heeft zich op het standpunt te plaatsen, dat men hier meteen pathologisch geval te doen heeft. Maar dan moét hiervan openlijk blijken". Ten slotte: ik ben niet zoo gerust.. Je behoeft geen pessimist te wezen, om ae zaken niet licht in te zien. Maar ik schreef het reeds enkele malenDe geest der revolutie blijft en zoolang die blijft ben ik niet gerust. En natuurlijk gaat die nooit weg. Dus Aan het werk, meü alle man. Onze organisatie versterken, propaganda maken onder on- en verkeerd georganiseerdtn. Opdat we sterk staan tegen dien geest, die nu wel is be zworen, maar het hOofd weer wel eens zal opsteken. Gegroet, als steeds, „HAKA" De toekomst voor den Landbouw. Mr. Treub, de gewezen Minister van den Landbouw, daarna van Financiën, heeft te Hoorn gesproxen over: de plaats van den landbouw in de gemeenschap vroeger en nu. Hij noemde het eigenaardig en onjuist, dat men vroeger, nadat door de Fransche reyo- lutie de vryneid van het boerenbedrijf was gevestigd, en ook weer nu, den landbouw als net meest gewichtigste bedrijf in de samen leving beschouwde. Boer, ludustriëel en han delsman werken aiien mee aan het te voor schijn brengen van meer waarde. Accoord zal men zeggen, maar de heer Treub had er wel eens mogen by voegen, dat men de beteekenis van den boer in deze weieens wat ai te veel uit het oog heeft ver loren. De plaats van den landbouw in de maat schappij zoo betoogde spreker verder is in de 20s eeuw geheel veranderd. De in dustrie ontwikkelde zich door tal van tech nische toepassingen, terwijl de wetenschap pelijke landbouw van de laatste 25 j. dag- teekent. Wij zijn behalve een landbouwend volk ook een Handelsvolk, en zullen meer en meer een industiievolk worden. Landbouw en veeteelt moeten worden opgevoerd, op dat we voor de voeding van eigen bevolking niet geheel van het buitenland afhankelijk worden, maar men moet niet meenen, dat de grenzen voor alle produktcn gesloten inoe= ten worden. Wanneer we geheel op onszelf gingen leven, dan zouden we den ellendlgen toestand van nu bestendigen. Prof. Treub wees er op, dat de boeren meer begrip van de samenwerking foonen. Dit juichte hij toedie samenwerking moet ontwikkeld worden. We gaan een tijd van organisatie en socialatle tegemoet, waarin zooveel de vrijheid moet mogelijk worden behouden. De bedrijfsvrijheid van den boer is tijdens den oorlog verloren gegaan. Deze moet wor den teruggewonnen en wel zonder Inmenging van den Staat. Geheel zal men daar niet van vrijkomen omdat men na den oorlog meer dan vroeger behoefte zal hebben aan een organisatie, om buitensporigheden te voor komen. De spreker was overtuigd, dat de boeren zich buiten de staatsinmenging sterk kunnen maken, hij oordeelde dat de toekomst voor den landbouw niet ongunstig zal zijn hetgeen hy uitvoerig toelichtte, en dat de boeren er toe kunnen meewerken omNeder- derland groot en sterk te maken. C. B. Een Coöperatieve Veevoeder fabriek. Men maakt den laatsten tijd propaganda voor de oprichten van een Coöp. noodvoederfa- brielc voor Zeeland en West-Noordbrabant. De heer Zwagerman, Veeteelt-consulent voor Zeeland, waarschuwt de aandeelhouders of toekomstige aandeelhouders, en geeft hun in overweging hun plannen op te schorten, tot zij b.v. daaromtrent het oordeel hebben vernomen van menschen, die een erkende reputatie hebben op 't gebied van de coö peratieve veevoederfabricatie en afzet. Tegen een coóp. lijnkoekfabriek heeft hy' verschil lende bezwaren. Zoo zegt bybij lijnkoek- fabiicage is olie het hoofdproduct, koek een bijproduct. De grondstof komt niet uit het bedryf der leden zelf, moet dus worden aangekocht. Om die reden is lijnkoekfabrlcage in hooge mate een speculatief bedrijf en leent zich daarom voor een coöperatie minder goed. Voorts moet men het plan niet baseeren op leden over een groot gebied verspreid, maar op groepen van leden, die in kleine, centra woonachtig zijn. Anders levert de voorziening der leden met veevoeder groote onkosten en groote bezwaren op. Wat van het te bereiden noodvoeder, dat pl.m. 30 cent per K G. zal kosten, wordt ge zegd, is den heer Z w. veel te vaag. Men verteld er van, dat het in hoofdzaak bestaat uit gedroogde mosselen en aardappelen afval en dat proeven met enkele honderden K.G. hebben bewezen, dat de varkens het goed opnamen en er bevredigend van groeiden. De afnemer aandeelhouder heeft echter recht te wetenle. Hoe is de invloed van het voe der op de kwaliteit van vleesch en vet Hoe is de samenstelling (welke garantie geeft men en is bij een prijs van 30 cent per K.G. de mesterij hiermede rendabel, gerekend de tegenwoordige spekprijzen Omtrent het le punt zegt de heer Zw„ dat bij voederproeven in Denemarken, waar by een deel van het voeder uit mosselenvleesch bestond, vleesch en vet der varkens een sterk uiskomende, traanachtige lucht en smaak ver kregen. De Schr. prefereert beslist het Van Calcar voer, wegens het beslist belangrijk- hooger gehalte aan zetmeelachtige stoffen, en zou den prijs daarvan (Van C.-V.) niet hooger dan 26'/i ct. gesteld willen zien, om het mesten er mee rendabel te doen zyn. C. B. Uitvoering Scheurwet. In verband met het feit dat sommigen nog steeds meenen, dat in verband met veran derde omstandigheden, aan de Scheurwet geen uitvoering zal worden gegeven, zij hier medegedeeld, dat het Koningklijk Besluit van 13 November 1918, tot vaststelling van een algemeenen maatregel van bestuur tot uit voering van de Scheurwet 1918 (Stbl. No. 503) in het Staatsblad No. 588 van 25 No vember 1918 is afgekondigd en het opleggen van schreurplicht dus nog slechts van het vervuilen van enkele formaliteiten afhangt. Haal ze er uit. We staan voor het droef verschijnsel, dat nog altijd duizenden arbeiders van Christelijk beginsel georganiseerd zyn in zoogenaamde neutrale moderne vakvereenigingen. Niet om dat deze menschen zoo revolutionair zijn aangelegd, en op omverwerping van gezag en orde bedacht zijn. Maar het is meer een soort van laksheid, vermengd met de op vatting, dat de moderne vakbeweging nog zoo kwaad niet is. Er zijn tijden van beroering voor noodig, om de oogen voor dit doodelijk gevaar te openen. De zaak staat nu zoo, dat de Christelijke vakvereenigingen niet alleen de zaak des va derlands, maar ook de zaak der Nederland- sche arbeiders in het algemeen hebben ge red. Dr. Horrëus de Haas, socialistisch pre dikant te Sueek, en de heer Munsholt van Westwolde hebben op het roode congres te recht gezegd, dat doorzetting van Troelstra's dreigement op een ramp voor heel 't land zou zijn uitgeloopen. En wat deze heeren openlijk hebben ge zegd, wordt door vele andere sociaal-demo craten toegegeven. Alleen maar. Ze hebben dat verleden week Dksdag niet gezien. Hun elite korps in de Kamer heeft toen geapplaudiseerd en Troel stra met warmte de hand gedrukt. En het was het inzicht der ieiders van de Christe lijke en Roomsche Katholieke vakbeweging dat aanstonds heel het misdadige plan door zag en daarom er toe noopte om in enkele uren paraat te zijn en de macht der revo lutie ie weerstaan. De vraag is nu maar, of zij, die den Chris tus belijden ea nog altijd aangesloten zijn by vakvereenigingen die op zoogenaamd neutralen maar in waarheid op revolutionai ren grondsiag staan, nu van hun verkeer den weg zullen terugkeeren. Tot onze voormannen van de Christelijke vakactie zeggen wijHaalt ze er uit. De revolutionaire taal van Troelstra moet voor den groei der Christelijke vakbeweging een spoorslag zijn om propaganda te maken voor haar strevenlangs wettigen weg en met erkenning van het gezag dat regeert by de gratie Gods, werken aan de verheffing van de positie der arbeidersbevolking. N. H, Ct. Laten we ook dankbaar zijn. Wij klagen vaak, soms met reden. Maar laten we toch óók altijd zien op de voorrechten, die we nog genieten boven anderen I Die zQn waarlijk niet gering. We hadden 't al eens over Rusland. In de landen der „Centralen" wordt ook nameloos gebrek geledenin letterleken zin sterven er tal van kinderen aan de verdroogde borst der moeder. En dan in de „bevrijde" streken Een ooggetuige vertelt van Rysael, een stad met 110,000 inwoners, die nu toch al drie weken lang bevryd is: Om u een beeld van den toestand te geven, ziehier eenige prijzen, die ik heden in de stad geconstateerd heb bij het rond gaan een el, 2 frankkoffie, 40 frank per kiloeen kaars, frs. 1.75een flesch wijn, 25 a 30 frank. Twee broodjes van een stui ver werden in mijn tegenwoordigheid ver kocht voor frs. 5.50. De rest is hiermee in overeenstemming. Voor de plaatsen in de buurt is het nog erger, want er zijn geen vervoermiddelen om de levensmid delen uit Ryssel te halen en die plaatsen hebben geen eigen ravitailleering. Wat moet déér niet geleden worden Door de armsten het meest. Laten we klagen, waar er reden voor is, maar laten we ook dankbaar zijn. Nederland en Belgie. In de Daily Telegraph van 27 November komt, onder dagteekening van „Maandag middag", dat is dus 25 November, een tele gram voor uit Pary's over „Nederlandsche neutraliteit." Daarin wordt tegen onze regeering de beschuldiging geuit (in den vorm „latoly it was reported") dat door Nederlandsch Lim burg niet enkel ontwapende Duitschers wa ren doorgelaten, maar dat ook een groote hoeveelheid oorlogstuig over het Nederland sche gebied was heengebracht. Verder heet het nog: „Waarschijnlyk is (Ned.) Limburg nog vol Duitsche troepenen passeeren er 10,000 man per dag." Volgens dezen Daily Telegraph-correspon dent te Parijs zouden er lOO.OOCFwan door Limburg zyn getrokken. Wat er achter deze geruchten en berichten in de entente-pers steekt, blijkt duidelijk uit den aanhef van het telegram, waarin wordt verklaard, dat er „drie groote vraagstukken by betrokken zyn, die hangende zQn tusschen Belgische en de Nederlandsche regeeriug, „w. o. de heerschappy van Zeeuwsch-Viaanderen over de Scheldemondlng, en het lot van de Bel gische bevolking, die in de buurt van Maas tricht bij Nederland was ingeiyfd." De ex-keizer Door madame Prieur, wier echtgenoot om kwam by de torpedeering van de „Sassex" is een aanklacht wegens moord tegen den ex-keizer ingediend. Het slot der aanklacht luidt „Ik eisch, dat deze ellendeling gestraft worde, zooals moordenaars het verdienen." Parijsche bladen maken er voorts opmerk zaam op, dat de acte van afstand van Wil helm II geheel persoonlyk Is geen troons afstand van zyn afstammelingen inhoudt. Het „Petlt Journal" schrijft, dat de gealli eerden zich voor den kroonprins zoogoed als voor zijn vader tot de Nederlandsche regee ring zullen wenden. Volgens de „Matin" beoogt de keizer slechts Duitschland voor de Hohenzollerns te behouden. Het ministerie van Oorlog te Londen kwam na onderzoek tot deze drievoudige conclusie 1. Het ligt in de bevoegdheid der geallieer de regeeringen om de uitlevering van den ex-keizer te eischen. 2. De Britsche regeering zal alle noodige stappen doen om de uitlevering te verkry- gen. 3. Wanneer de uitlevering zeker is, zal de keizer terecht moeten staan voor ziju misdaden tegen de menschheid. Slaolie. De minister van landbouw heeft opgeheven het verbod tot aflevering en vervoer, voor zooveel betreft slaolie (arachisolie) in fles- schen. (St.ct.) Thee. De minister van landbouw heeft ingetrok ken zyne beschikking .van 26 Januari 1918, houdende het verbod van aflevering van thee als drank, of op welke andere wijze ook in hotels of café's-restaurants, wachtkamers, kajuiten of dergelyke. (St.ct. Mr. P. J. Troelstra. Naar het „Vad." meldt, zal de heer Troel stra tot herstel van gezondheid voor geruimen tyd naar Zwitsesland vertrekken. Nieuwe vee-telling. Naar de „Msb.„ verneemt zal er in den loop der maand December vanwege het Rykskantcor voor Vee en Paarden een nieuwe telling worden gehouden. De telling, welke in den afgeloopen zomer in de weide plaats vond, heeft door de groote moeilijkheden daaraan verbonden, geen betrouwbare resul taten opgeleverd, welke men vertrouwt wel te zullen bekomen nu de telling in de stallen zal geschieden. Wilson begint de reis. Wilson is Dinsdagavond met mevrouw Wilson uit Washington vertrokken. Woens dag gaan ze aan boord van de George Was hington, die dan onmiddelyk de ankers licht. Men verwacht, dat hy niet langer dan zes weken in den vreemde zal blyven. Alvorens met Lloyd George, Clemenceau en Orlando te overleggen, zal hy waarschyniyk koning Albert ontmoeten. Terwyi hy in Europa is, is hy van zins, een bezoek aan Frankryk met

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1918 | | pagina 3