MS-Eli
Tweede Blad.
Zaterdag 7 December 1918. No. 2148
Twee Bladen.
OP DEN UITKIJK.
Bfmm uit het Centrum,
LAND- EN TUINBOUW.
UIT DE PERS.
BINNENLAND.
BUITENLAND.
Dit nummer bestaat mt
IN HOC'SIG-KO WSES
Nadruk verboden.
't Zal nu zoowat 15 jaar geleden zijn.
'k Woonde destijds in een klein boeren
dorp, ergens in ons vaderland 't doet er
niets toe wéér en 'k bad uit 't zolderraam
van m'n woning een mooi uitzicht over ons
vlakke polderland, over de groene velden,
't geboomte langs de wegen, de hoeven alom
verspreid en de torens aan den horizon.
Precies rechtuit was de verste toren, dien
ik zien kon die van een klein, onbekend,
knus plattelandsstedeken.
Och, 't was zoo'n klein stadjen.
Enkele duizenden menschen maar.
Eén falsoenlijke straat, met aan 't eind
toren en kerk en dan voorts enkele stegen
en sloppen, dat was de „stad", aiiééa
zoo geheeten, wijl ze in overoude tijden
eenmaal „stedelijke rechten" veikregen had.
't Was er alles vrij primitief.
Verscheidene huizen nog met rieten daken
en ettelijke hooibergen tuse.chen en achter
de woningen.
BQ zoo'n hooiberg begon het
Kinderen hadden daar dichtbij met lucifers
gespeeld, kleine kinderen, die nog niet be
seffen, wat zij doen, de wind had weer met
de vonken en de gloeiende koppen gespeeld,
het hooi had vlam gevaten toen ik
dien avond voor mijn zolderraam stond, keek
ik in een wilde vuurzee en stonden kerk en
reeds in brand,
dentallen huizen gingen er aan.
.r Stuk van 't stedeken was verwoest.
Men wist den volgenden dag wel zoo on
geveer welke kinderen liadden meegedaan
met het lucifersspei, want ze brengen bij
zulk een gelegenheid elkander wel uit. Het
volk was echter zoo wijs, om de bestraffing
van die kinderen, elk aan het eigen huisge
zin over tp laten en geen uitgebreid onder
zoek in te stellen omtrent de vraag welk
kind nu precies de lucifer aangestoken had,
waaruit het onheil was ontstaan.
Dat oordeelde men dwaasheid.
Ze hadden met eikdér gespeeld.
En ze hadden dus te zamen schuld.
Hetzelfde lijkt mij thans van toepassing
op de vraag, die hier en daar opduikt, om
nu eens precies uit te maken, wie schuld
heeft aan 't uitbreken van den wereldoorlog.
Er is jaren lang met vuur gespeeld.
De all-Duitschers bij onze Oosterburen
de jingo's in Engeland; de panslavisten in
Ruslandde Chauvinisten in Frankrijk,
zij speelden allen met vuur.
Elk streek zijn lucifers af.
Bekommerde zich niet om de mogelijke
./'lyolgen.
{-.«rtVroeg slechts naar eigen profijt!
Al die lieden, weike ik daar opnoemde,
wisten hcél goed, dat hun doel slechts door
een oorlog te brreiken was. Ze wisten óók,
dat een afzonderlijke oorlog schier ondenk
baar heetcn moest en dat dus een generale
oorlog volgen zou.
Toch speelden ze rustig door.
Telkens vlogen de vonken op
Het deerde hem niet, voor 't bereiken
hunner plannen hadden ze elk voor zich, als
't moest, een wereldooriog over, temeer
wijl met zij, maar de volkeren zelve dien in
geld en m bloed hadden te betalen.
In Duitschland waren diep doorgedrongen
en ingevreten de filosofische denkbeelden
van een Mietsche en anderen, die immers
feitelijk predikte 't recht van het geweld, van
den sterkste.
'n Hoogst gevaarlijke leer in de politiek.
De all-Duitsche droomden van de hege
monie van Duitschland, eerst over al wat
van Germaanschen oorsprong was; daarna
over het gausche continent en eindelijk mét
of bóven Engeland ook over den ganscheti
aardbol. De meerderheid van het Duitschè
ras boven alle natiën der aarde, was het
eerste artikel van hun politiek geloof.
Maar de Engelsche jingo was geen haar
beter i
De Britten zijn het verkoren volk.
Hun superioriteit boven alle andere natiën
is immers spreek woordelijk en is den zone
Albions, als hij in 't buitenland komt van 't
gelaat en uit zijn houding te lezen.
Alleen, hij bewaart vorm en schijn.
Zelfs al zal hij een ander de beurs snijden,
dan zal hij in zijn optreden nog probeeren
een gentleman te zijn. Hij gaat uit zakke-
rollen, in 't zwart en met de witte das.
Zie het b.v. nü weer.
Uit den treuren heeft Engeland verklaard,
dat het absoluut niet in den oorlog ging om
eigen profijt, maar om een heel stelletje
schoone leuzen, die de geheugevaste lezer
stellig nog wel van buiten kent.
Nu is dan de oorlog gewonnen.
België wordt hersteld, allerlei nationalitei
ten Ierland uitgezonderd krijgen straks
hun zelfstandig volksbestaan, schadevergoe
ding wordt geëischt
Dat is alles zeer begrijpelijk.
Maar nu is daar een moeilijkheid:
Daar zijn de Duitsche koloniën
,En wat zegt daarvan nu de Brit3che mi
nister King in een verkieziogsrede
Met de grootste, met de alleen écht-Brit-
8ai? bescheidenheid verkondigt hij dit
•Alhoewel Engeland niet de minste neiging
H tot «territoriale expansie", anders ge
zegd naar nog meer land op Gods aardbo-
em> zoo zal het toch die koloniën wel
moeten nemen, aangezien geen andere oplos
sing mogelijk is, die een behoorlijke zorg
voor de inboorlingen zou verzekeren".
Is 't niet anglosaksisch naïef?
En moet de Britsche vlag niet noodig
gedecoreerd worden met de hoogste inter
nationale orde voor belangelooze zelfopof
fering en altinistische broederzorg
Waren de panslavisten beter
Die om Rusland te maken tot het Moe
derland aller Slavenstaten en het Slavendom
in de toekomst de oppermacht te verzekeren
in drie werelddeelen, er niet tegenop zagen
de Donau-monarchie in de lucht te doen
springen, den Balkan in vlammen te zetten
en op elk der frontieren er met plezier n
mlllioen „gemeene soldaten" voor opofferden
als ze er maar voortdringen en doorbreken
konden
En dan de Fransche chauvinisten
En dan de Italiaansche Wredentisten
Ocb, ze speelden allen met vuur!
En daarom vind ik het zulk een dwaas en
weerzinwekkend gewurm, dat de een na de
ander nü elke schuld van zich werpen wil,
nu de bedrogen en uitgeputte volken ver
antwoording en vergelding vragen.
Het is in 1914 'n duivelafeest geweest.
De een bedroog den tsaar, die de mobili
satie aflastte en liet ze toch doorgaan. De
ander trad op als „krachtmensch" en stelde
de nota aan Servië expres zóó op, dat er
oorlog volgen moest. Bethmann- Hollweg
tracht zich schoon te wasschen m t tc zeg
gen, dat ze in Berlijn wel het feit en de
strekking van die nota kenden, maar niet
den tekst. En zelfs ex-keizer Wilhelm doet
het thans voorkomen, alsof hij zich stille-
kens, de Juli maand van 't jaar '14, naar de
Noorsche wateren sturen liet en verder ab
soluut buiten alles gehouden werd.
Zie, dat wordt mij te machtig!
Allen hebben ze met vuur gespeeld.
Laat nu maar geen enkele mogendheid en
geen enkele staatsman den onnoozele spelen
gaan
Het was 'n gruwelijk spel met vuur.
Met hun allen wisten ze, dat daar vroeg
of laat brand van komen móést, alleen
wisten ze niet hoeveel huizen er afbranden
zouden er naar welken kant de wind keeren
zou.
Zwijg thans met al dat gekijf over schuld.
Alle stukken op tafel, tot het laatste toe
en dan zullen de natiën zelf wel oor-
deelen.
En in laatsten en hoogsten instantie
eenmaalGod
UITKIJK.
LVHI.
Amice
Misschien zeg-je, hé, wat vervelend, nu
begint-ie weer over Troelstra. Maar op het
gevaar af, vervelend te zyn, ga ik weer over
hem schrijven.
Ik geloof echter niet, dat ik vervelend ben.
Want voorloopig zijn we nog niet over hem
uitgeredeneerd.
Ja, als het inderdaad uit was geweest, toen
Troelstra op het congres te Rotterdam be
kende, zich te hebben vergist, ja dan werd
er ook 'niet meer over hem geschreven. Dan
was Uet een „vergissing" gebleven. Maar er
zit veei meer aan vast. Verleden week schreef
ik het reeds, het is de geest der revolutie
en die wordt niet gedood, zelfs niet door
luidruchtige- Oracjehulde, hoe verheugd ik
overigens ben door de blijken van spontane
liefde, die alom zijn gebleken voor onze
geliefde Koningin.
Neen, de geest is niet gedood. En al is
Troelstra ziek van de emotie, hij rust ook
nu nog niet,
In Het Volk komt hij integendeel 0113
weer verontrusten. Daarin schrijft hij aan
zijn party-genooten, na zijn dank te hebben
betuigd „voor de ta-looze brieven en tele
grammen vol sympathie en vertrouwen, die
ik dezer dagen mocht ontvangen."
En dan gaat hij verder:
„Nog nimmer, voelde ik mij zóó gedragen
door de geestdriftige instemming van de
massa Her Partij met den geest en de strek
king van mijn optreden.
„Er schijnt, mede tengevolge daarvan,
thans een periode van snelle en ingrijpende
politieke en sociale hervormingen aangebro
ken, waaraan ik, na een mij voorgeschreven
rusttijd, in en buiten de Kamer krachtig
hoopt mede te werken. Ik roep de partijge-
nooteu op, eendrachtig geschaard rondom
de leiding der moderne arbeidersbeweging,
dezen oogst zoo spoedig mogelijk te heipen
binnenhalen.
„Intuaschen zal het verder verloop der
revolutionaire gebeurtenissen in Europa ook
op Nederland zijn invloed blijven uitoefenen.
Hoewel niemand het resultaat daarvan kan
voorspellen, is er zeker thans minder reden
dan ooit om de mogelijkheid van de verhef
fing der arbeidende klasse als leidende factor
in ons staatswezen, langs anderen dan zuiver
parlementairen weg, te ontkennen. (Cursivee
ring van mij.)
„Deze mogelijkheid onder de oogen te zien
en ons daarop voor te bereiden zal naast
de gewone parlementaire actie, m l. in de
naaste toekomst van ons worden gevorderd.
Ik hoop daartoe ook verder naar de mate
mijner krachten bij te dragen."
Enkele regels heb ik gecursiveerd.
Want waarop komt feitelijk alles op neer
Dat de heef Troelstra een man is met
twee aangezichten, die verbazend snel van
gezicht veranderd.
„Eerst wiphy een minderheid de „macht
in handen geven", wil hij, „het geweld in
handen hebben".
Dan ziet hij, dat hg zich vergist heeft, dat
het die minderheid zoo gemakkelijk njet
gelukken zou het land tc territorlsecren en
zegt hij
„Laat nu de soldaten, onze broeders naar
huis gaan. Ontneemt ons het geweld. Laat
er zijn ontwapening. Laat ons met de wape
nen des geestes, niet der barbaren strijden."
Prachtig. s
Maar de heer Troelsira begeeft zich achteraf
naar zijn binnenkamer, schaamt zich in de
volksvertegenwoordiging voor zijn daden ver
antwoording af te leggen. Hij ontvangt daar
bewijzen van instemming. Wat, heeft hij
zich niet vergist? Zou hi| toch misschien
wat bendehoofden achter zich kunnen ver
zamelen
Aldus het lib. Hbld., dat ik hier met in
stemming citeer.
Mr. Troelstra voelt zich gedragen door de
massa van de partij. Let welniet door de
massa van de leiding der partij, ook niet door
de massa van het volk. Dat hebben deze
dagen ons wel anders geleerd. Maar door
de massa van de party, als b.v. Hepoop
en diens aanhang.
In het Hbld. lees ik dan verder:
Er zijn hier een oneerlijkheid en halfheid
die bij alle naïveteit toch wel weerzin wek
ken. De heer Troelstra heeft opgehoud n
iemand te zijn op wiens woord en belofte
men staat kan maken.
Nu zyn wij benieuwd te weten, welke
houding het pastijbestuur tegen Mr. Troel
stra zal aannemen. Nog op het laatste con
gres is gewezen op de noodzaak van tucht
in de partij, van trouw aan de door de
meerderheid genomen besluiten. En in zijn
verleden is mr. Troelstra als een paus al3
een Napoleon opgetreden tegen de weerbar
stige revolutionairen, die zich niet bij de
besluiten der meerderheid wilden neerleggen.
Die hemelstormende socialisten zijn toen in
de kou buiten het warme hui3 der S. D. A.
P. gezet. Ze staan er nog.
Nu heeft de heer Vliegen, de voorzitter
van de S. D. A. P., in de Eerste Kamer zoo
nadrukkelijk mogelijk verklaard: „De re
geermacht behoort bij dengene die ze langs
den weg van grondwettige verkiezingen heeft
verkregen. Op dat standpunt staat onze
partij
M:ar terwijl de partij op dat standpunt
staat, zal mr. Troelstra „de verheffing" der
arbeidersklasse tot leidenden factor in ons
staal3wezen," het is niets anders dan
usurpatie van de regeermacht „voorbe
reiden", langs een anderen „dan den zuiver
parlementairen weg".
Naar wien moeten wij luisteren, naar den
voorzitter der S. D, A. P. of naar den man
die „zich gedragen voelt door de massa van
de partij" Naar het parlementaire" bestutu
van de S. D. A. P. of naar den mart, die
meent de massa parlijgenooten, toen het er
op aan kwam, hem evenzeer in ziju hemd
te laten staan als de heer Wijnkoop door de
„massa" van het Nederiaadsche volk alleen
is gelaten.
Men meent misschien, dat wij dezen te
veranderlijken heer Troelstra te ernstig ne
men Dat zyn revolutie-dreigement een po
litiek wapen is, waarmede hij van een naar
zijp. meening zwakke volksvertegenwoordi
ging of zwakke regeering hervormingen kan
afdwingen, die meer naar zijn geest zijn, dan
zonder het gebruik van het revolutie-drei
gement het geval zou zijn?
Het is mogelijk. Maar het is toch goed er
rekening mede te houden, dat een raan met
zulk een Invloed als de heer Troelstra zoo
niet op de massa dan toch op een massa
zijner party genooten, thans een revolutie
wil „voorbereiden".'
Ken ander liiberaal dagblad, Het Vaderland,
neemt de zaak niet zoo ernstig op. Dit blad
toch schrijft„Er zal wel niemana in Neder
land zyn, die zich door dit geschetter, dat
blijkbaar moet dienen om eigen figuur te-
redder, van de wijs zal laten brengen. WIJ,
voorstanders van de democratie, van Recht
en Wer, hebben in de laatste weken wel
gezien, dat de voorstanders van den legalen
weg in Nederland eene reusachtige meerder
heid vormen. Maar het zal naar aanlei
ding van dit schrijven nu toch zaak worden
voor de S.D.A.P. om het geval-Troelstra
eens gauw te behandelen. Ook deze biicf
gaat toch lijnrecht in tegen het besluit van
net Partijbestuur. En dat kan dezen brief niet
negecren, tenzij zij reden heeft zich op het
standpunt te plaatsen, dat men hier meteen
pathologisch geval te doen heeft. Maar dan
moét hiervan openlijk blijken".
Ten slotte: ik ben niet zoo gerust.. Je
behoeft geen pessimist te wezen, om ae
zaken niet licht in te zien. Maar ik schreef
het reeds enkele malenDe geest der revolutie
blijft en zoolang die blijft ben ik niet gerust.
En natuurlijk gaat die nooit weg. Dus Aan
het werk, meü alle man. Onze organisatie
versterken, propaganda maken onder on- en
verkeerd georganiseerdtn. Opdat we sterk
staan tegen dien geest, die nu wel is be
zworen, maar het hOofd weer wel eens zal
opsteken.
Gegroet, als steeds,
„HAKA"
De toekomst voor den Landbouw.
Mr. Treub, de gewezen Minister van den
Landbouw, daarna van Financiën, heeft te
Hoorn gesproxen over: de plaats van den
landbouw in de gemeenschap vroeger en nu.
Hij noemde het eigenaardig en onjuist, dat
men vroeger, nadat door de Fransche reyo-
lutie de vryneid van het boerenbedrijf was
gevestigd, en ook weer nu, den landbouw als
net meest gewichtigste bedrijf in de samen
leving beschouwde. Boer, ludustriëel en han
delsman werken aiien mee aan het te voor
schijn brengen van meer waarde.
Accoord zal men zeggen, maar de heer
Treub had er wel eens mogen by voegen, dat
men de beteekenis van den boer in deze
weieens wat ai te veel uit het oog heeft ver
loren.
De plaats van den landbouw in de maat
schappij zoo betoogde spreker verder
is in de 20s eeuw geheel veranderd. De in
dustrie ontwikkelde zich door tal van tech
nische toepassingen, terwijl de wetenschap
pelijke landbouw van de laatste 25 j. dag-
teekent. Wij zijn behalve een landbouwend
volk ook een Handelsvolk, en zullen meer
en meer een industiievolk worden. Landbouw
en veeteelt moeten worden opgevoerd, op
dat we voor de voeding van eigen bevolking
niet geheel van het buitenland afhankelijk
worden, maar men moet niet meenen, dat
de grenzen voor alle produktcn gesloten inoe=
ten worden. Wanneer we geheel op onszelf
gingen leven, dan zouden we den ellendlgen
toestand van nu bestendigen.
Prof. Treub wees er op, dat de boeren
meer begrip van de samenwerking foonen.
Dit juichte hij toedie samenwerking moet
ontwikkeld worden. We gaan een tijd van
organisatie en socialatle tegemoet, waarin
zooveel de vrijheid moet mogelijk worden
behouden.
De bedrijfsvrijheid van den boer is tijdens
den oorlog verloren gegaan. Deze moet wor
den teruggewonnen en wel zonder Inmenging
van den Staat. Geheel zal men daar niet van
vrijkomen omdat men na den oorlog meer
dan vroeger behoefte zal hebben aan een
organisatie, om buitensporigheden te voor
komen. De spreker was overtuigd, dat de
boeren zich buiten de staatsinmenging sterk
kunnen maken, hij oordeelde dat de toekomst
voor den landbouw niet ongunstig zal zijn
hetgeen hy uitvoerig toelichtte, en dat de
boeren er toe kunnen meewerken omNeder-
derland groot en sterk te maken.
C. B.
Een Coöperatieve Veevoeder fabriek.
Men maakt den laatsten tijd propaganda voor
de oprichten van een Coöp. noodvoederfa-
brielc voor Zeeland en West-Noordbrabant.
De heer Zwagerman, Veeteelt-consulent voor
Zeeland, waarschuwt de aandeelhouders of
toekomstige aandeelhouders, en geeft hun
in overweging hun plannen op te schorten,
tot zij b.v. daaromtrent het oordeel hebben
vernomen van menschen, die een erkende
reputatie hebben op 't gebied van de coö
peratieve veevoederfabricatie en afzet. Tegen
een coóp. lijnkoekfabriek heeft hy' verschil
lende bezwaren. Zoo zegt bybij lijnkoek-
fabiicage is olie het hoofdproduct, koek een
bijproduct.
De grondstof komt niet uit het bedryf
der leden zelf, moet dus worden aangekocht.
Om die reden is lijnkoekfabrlcage in hooge
mate een speculatief bedrijf en leent zich
daarom voor een coöperatie minder goed.
Voorts moet men het plan niet baseeren
op leden over een groot gebied verspreid,
maar op groepen van leden, die in kleine,
centra woonachtig zijn. Anders levert de
voorziening der leden met veevoeder groote
onkosten en groote bezwaren op.
Wat van het te bereiden noodvoeder, dat
pl.m. 30 cent per K G. zal kosten, wordt ge
zegd, is den heer Z w. veel te vaag. Men
verteld er van, dat het in hoofdzaak bestaat
uit gedroogde mosselen en aardappelen afval
en dat proeven met enkele honderden K.G.
hebben bewezen, dat de varkens het goed
opnamen en er bevredigend van groeiden.
De afnemer aandeelhouder heeft echter recht
te wetenle. Hoe is de invloed van het voe
der op de kwaliteit van vleesch en vet Hoe
is de samenstelling (welke garantie geeft
men en is bij een prijs van 30 cent per
K.G. de mesterij hiermede rendabel, gerekend
de tegenwoordige spekprijzen
Omtrent het le punt zegt de heer Zw„ dat
bij voederproeven in Denemarken, waar by
een deel van het voeder uit mosselenvleesch
bestond, vleesch en vet der varkens een sterk
uiskomende, traanachtige lucht en smaak ver
kregen. De Schr. prefereert beslist het Van
Calcar voer, wegens het beslist belangrijk-
hooger gehalte aan zetmeelachtige stoffen,
en zou den prijs daarvan (Van C.-V.) niet
hooger dan 26'/i ct. gesteld willen zien, om
het mesten er mee rendabel te doen zyn.
C. B.
Uitvoering Scheurwet.
In verband met het feit dat sommigen nog
steeds meenen, dat in verband met veran
derde omstandigheden, aan de Scheurwet
geen uitvoering zal worden gegeven, zij hier
medegedeeld, dat het Koningklijk Besluit van
13 November 1918, tot vaststelling van een
algemeenen maatregel van bestuur tot uit
voering van de Scheurwet 1918 (Stbl. No.
503) in het Staatsblad No. 588 van 25 No
vember 1918 is afgekondigd en het opleggen
van schreurplicht dus nog slechts van het
vervuilen van enkele formaliteiten afhangt.
Haal ze er uit.
We staan voor het droef verschijnsel, dat
nog altijd duizenden arbeiders van Christelijk
beginsel georganiseerd zyn in zoogenaamde
neutrale moderne vakvereenigingen. Niet om
dat deze menschen zoo revolutionair zijn
aangelegd, en op omverwerping van gezag
en orde bedacht zijn. Maar het is meer een
soort van laksheid, vermengd met de op
vatting, dat de moderne vakbeweging nog
zoo kwaad niet is.
Er zijn tijden van beroering voor noodig,
om de oogen voor dit doodelijk gevaar te
openen.
De zaak staat nu zoo, dat de Christelijke
vakvereenigingen niet alleen de zaak des va
derlands, maar ook de zaak der Nederland-
sche arbeiders in het algemeen hebben ge
red. Dr. Horrëus de Haas, socialistisch pre
dikant te Sueek, en de heer Munsholt van
Westwolde hebben op het roode congres te
recht gezegd, dat doorzetting van Troelstra's
dreigement op een ramp voor heel 't land
zou zijn uitgeloopen.
En wat deze heeren openlijk hebben ge
zegd, wordt door vele andere sociaal-demo
craten toegegeven.
Alleen maar. Ze hebben dat verleden week
Dksdag niet gezien. Hun elite korps in de
Kamer heeft toen geapplaudiseerd en Troel
stra met warmte de hand gedrukt. En het
was het inzicht der ieiders van de Christe
lijke en Roomsche Katholieke vakbeweging
dat aanstonds heel het misdadige plan door
zag en daarom er toe noopte om in enkele
uren paraat te zijn en de macht der revo
lutie ie weerstaan.
De vraag is nu maar, of zij, die den Chris
tus belijden ea nog altijd aangesloten zijn
by vakvereenigingen die op zoogenaamd
neutralen maar in waarheid op revolutionai
ren grondsiag staan, nu van hun verkeer
den weg zullen terugkeeren.
Tot onze voormannen van de Christelijke
vakactie zeggen wijHaalt ze er uit.
De revolutionaire taal van Troelstra moet
voor den groei der Christelijke vakbeweging
een spoorslag zijn om propaganda te maken
voor haar strevenlangs wettigen weg en
met erkenning van het gezag dat regeert by
de gratie Gods, werken aan de verheffing
van de positie der arbeidersbevolking.
N. H, Ct.
Laten we ook dankbaar zijn.
Wij klagen vaak, soms met reden.
Maar laten we toch óók altijd zien op de
voorrechten, die we nog genieten boven
anderen I
Die zQn waarlijk niet gering.
We hadden 't al eens over Rusland.
In de landen der „Centralen" wordt ook
nameloos gebrek geledenin letterleken zin
sterven er tal van kinderen aan de verdroogde
borst der moeder.
En dan in de „bevrijde" streken
Een ooggetuige vertelt van Rysael, een
stad met 110,000 inwoners, die nu toch al
drie weken lang bevryd is:
Om u een beeld van den toestand te
geven, ziehier eenige prijzen, die ik heden
in de stad geconstateerd heb bij het rond
gaan een el, 2 frankkoffie, 40 frank per
kiloeen kaars, frs. 1.75een flesch wijn,
25 a 30 frank. Twee broodjes van een stui
ver werden in mijn tegenwoordigheid ver
kocht voor frs. 5.50. De rest is hiermee
in overeenstemming. Voor de plaatsen in
de buurt is het nog erger, want er zijn
geen vervoermiddelen om de levensmid
delen uit Ryssel te halen en die plaatsen
hebben geen eigen ravitailleering.
Wat moet déér niet geleden worden
Door de armsten het meest.
Laten we klagen, waar er reden voor is,
maar laten we ook dankbaar zijn.
Nederland en Belgie.
In de Daily Telegraph van 27 November
komt, onder dagteekening van „Maandag
middag", dat is dus 25 November, een tele
gram voor uit Pary's over „Nederlandsche
neutraliteit."
Daarin wordt tegen onze regeering de
beschuldiging geuit (in den vorm „latoly it
was reported") dat door Nederlandsch Lim
burg niet enkel ontwapende Duitschers wa
ren doorgelaten, maar dat ook een groote
hoeveelheid oorlogstuig over het Nederland
sche gebied was heengebracht.
Verder heet het nog:
„Waarschijnlyk is (Ned.) Limburg nog vol
Duitsche troepenen passeeren er 10,000
man per dag."
Volgens dezen Daily Telegraph-correspon
dent te Parijs zouden er lOO.OOCFwan door
Limburg zyn getrokken. Wat er achter deze
geruchten en berichten in de entente-pers
steekt, blijkt duidelijk uit den aanhef van
het telegram, waarin wordt verklaard, dat
er „drie groote vraagstukken by betrokken
zyn, die hangende zQn tusschen Belgische
en de Nederlandsche regeeriug, „w. o. de
heerschappy van Zeeuwsch-Viaanderen over
de Scheldemondlng, en het lot van de Bel
gische bevolking, die in de buurt van Maas
tricht bij Nederland was ingeiyfd."
De ex-keizer
Door madame Prieur, wier echtgenoot om
kwam by de torpedeering van de „Sassex"
is een aanklacht wegens moord tegen den
ex-keizer ingediend. Het slot der aanklacht
luidt
„Ik eisch, dat deze ellendeling gestraft
worde, zooals moordenaars het verdienen."
Parijsche bladen maken er voorts opmerk
zaam op, dat de acte van afstand van Wil
helm II geheel persoonlyk Is geen troons
afstand van zyn afstammelingen inhoudt.
Het „Petlt Journal" schrijft, dat de gealli
eerden zich voor den kroonprins zoogoed als
voor zijn vader tot de Nederlandsche regee
ring zullen wenden.
Volgens de „Matin" beoogt de keizer
slechts Duitschland voor de Hohenzollerns
te behouden.
Het ministerie van Oorlog te Londen kwam
na onderzoek tot deze drievoudige conclusie
1. Het ligt in de bevoegdheid der geallieer
de regeeringen om de uitlevering van den
ex-keizer te eischen.
2. De Britsche regeering zal alle noodige
stappen doen om de uitlevering te verkry-
gen.
3. Wanneer de uitlevering zeker is, zal
de keizer terecht moeten staan voor ziju
misdaden tegen de menschheid.
Slaolie.
De minister van landbouw heeft opgeheven
het verbod tot aflevering en vervoer, voor
zooveel betreft slaolie (arachisolie) in fles-
schen. (St.ct.)
Thee.
De minister van landbouw heeft ingetrok
ken zyne beschikking .van 26 Januari 1918,
houdende het verbod van aflevering van thee
als drank, of op welke andere wijze ook in
hotels of café's-restaurants, wachtkamers,
kajuiten of dergelyke. (St.ct.
Mr. P. J. Troelstra.
Naar het „Vad." meldt, zal de heer Troel
stra tot herstel van gezondheid voor geruimen
tyd naar Zwitsesland vertrekken.
Nieuwe vee-telling.
Naar de „Msb.„ verneemt zal er in den
loop der maand December vanwege het
Rykskantcor voor Vee en Paarden een nieuwe
telling worden gehouden. De telling, welke
in den afgeloopen zomer in de weide plaats
vond, heeft door de groote moeilijkheden
daaraan verbonden, geen betrouwbare resul
taten opgeleverd, welke men vertrouwt wel
te zullen bekomen nu de telling in de stallen
zal geschieden.
Wilson begint de reis.
Wilson is Dinsdagavond met mevrouw
Wilson uit Washington vertrokken. Woens
dag gaan ze aan boord van de George Was
hington, die dan onmiddelyk de ankers licht.
Men verwacht, dat hy niet langer dan zes
weken in den vreemde zal blyven. Alvorens
met Lloyd George, Clemenceau en Orlando
te overleggen, zal hy waarschyniyk koning
Albert ontmoeten. Terwyi hy in Europa is,
is hy van zins, een bezoek aan Frankryk met