33ste Jaargang N*. 2448 v@©f de Mial il li @11 li is ils ehe en Zeeuw§clie Eülandeik. Eerste Blad. IfscMi taf EarsïB Kuur. Zaterdag 7 December 1918 A n tirem lu Orgaan IN HOC SIGNO VINCES „HET GOUDEN EERT", W. BOEKHOVEN Zonen, 411c «tukken v««r «Je Redactie bestemd, Adverttttü^n ea «Ie Hotel Mest au rant EotterdaM - DINERS f 1,— en hooger, Deze Courant verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG. ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden franco per post 75 Cent bij vooruitbetaling. BUITENLAND bfl vooruitbetaling f 5.50 per jaar. AFZONDERLIJKE NUMMERS 5 CENT. UITGEVERS SGMMELSDUK. Telefoon Intercommunaal No. 202. ADVERTENT1ËN 12l/s Cent per regel» RECLAMES 25 Cent per regel. BOEKAANKONDIGING 5 Cent per regel. DIENSTAANVRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN 50 Cent per plaatsing. Groote letters en vignetten worden berekend naar de piaatsruimte die zij beslaan. Advertentiën worden Ingewacht tot DINSDAG- en VRI|DAGMORGFN 10 UUR. tiitg evers Wie in de Handelingen der le K. van 21 Nov. 18 leest, wat de heeren van Nierop en de Vos van Steenwijk spra ken, zou zijn geneigdheid tot medewer king om de Eerste Kamer af to schaf fen onmiddelijk temperen. De heer Van JNrop zei dit: „Wij verklaren met nadruk, dat wij bereid zullen zijn mede te werken tot verschillende maatschappelijke en staatkundige hervormingen. Het ligt niet op onzen weg ons thans reeds te uiten welke deze hervormingen zijn. Wij zullen, zoodra de Eerste Kamer daartoe geroepen is, met grooten ernst en nauwgezetheid de voorstellen die tot haar komen, overwegen, rekening houdende met de buitengewone thans heerschende omstandigheden. Dat is zoo helder als glas, niet waar En de heer de Vos van Steenwijk sprak »Wij verklaren ons volkomen bereid mede te werken tot verschillende maat schappelijke en staatkundige hervor mingen. De heer van der Does de Willebois .wt 't ook merken, dat er iets gebeurd was in de laatste wekeö en liet zich aldus uit: >Wij scharen ons om den troon, om in samenwerking met Haar Regeering onze beste krachten in te spannen tot aanvulling van de wetgeving, waar dit noodig zal blijken in ver band met de zich wijzigende tijdsom standigheden. Het Vaderland kan re kenen op onze toewijding in de op vatting en in de vervulling van onze taak. Eigenaardiger kwam de heer Kappijne van de Coppello voor den dag omdat hij en passant afrekende met 't Tweede Kamerlid, proffessor Visser van IJzen- doorn. Deze hooggeleerde had in de Twee de Kamer leelijke woorden gesproken over de Eerste Kamer, die we even willen citeeren de heer Visser van IJ. had gezegd: »0ver de Eerste Kamej zal ik ook weinig zeggen. Er is een tijd geweest, dat ik de illussie had, dat aan dat lichaam eenig nieuw leven was in te blazen, maar de wijze waarop zich de Eerste Kamer in de laatste jaren heeft gedragen en welke inderdaad niet van eene groote opvatting ge tuigd, heeft mij die illussie benompn en wanneer de Eerste Kamer ten grave mocht dalen, en haar uitvaart wordt gevierd, dan ben ik bang, dat de boden van die Kamer het meest zullen treuren. De beer Visser v. IJ was tamelijk scherp, maar de heer Kappeijne ga hem een uitbrander, die raak was, doch verzuimde ook niet te zeggen, dat, waar H. M. in Haar proclamatie als Haar wil' had te kennen gegeven om steeds in nauwe aanraking te zijn me den Volksgeest en om te regeeren iu overleg met de Vertegenwoordiging van het geheele Volk, hij, Kappeijne, de zekerheid had, dat H. M niet te ver geefs een beroep gedaan zou hebben op de Eerste Kamer als deel der Volks - vertegenwoordiging. Door alle partijen werd over de noo- dige hervormingen gesproken, ook door den heer 't Hooft (a.r.j, die wou blijven voortgaan met de ontwikkeling der )estaande toestanden en 't aanbrengen van de hervormingen, die de omstan digheden vorderen. ¥r ii Waar alle antirev., liberale enR.-Kath. sprekers zich aldus vooruitstrevender dan ooit, uitlieten, zou men aanleiding runnen vinden om 't prof. Visser hoogst kwalijk te nemen, dat hij sprak van »'t ten grave dalen«sprak van de »uitvaart«, en zou men er zelfs begeerig naar worden haar te handhaven. Ze heeft immers beterschap beloofdeen letten op de teekenen der tijdeneen goedwillig steunen der regaeringsher- vormingen en een volkomen begrijpen van den Volksgeest Ze wil haar leven verbeteren, dat in de laatste j aren nog al in opspraak was. En toch, ondanks alle schuldbelijde nis, alle gewilligheid en goede gezind heid zou een Afschaffing toch niet zoon revolutie beteekenen als een op richting van een Arbeiders en Soldaten - raad in onze steden en dorpen. Reeds in 1876 is door de Antirev. partij be denkingen geopperd tegen 't voortbe staan der Eerste Kamer in haar hui- digen vorm, In die Kamer zit een kleine volksgroep van een afgezonderde volks klasse en die kleine, vaak tot den rijk dom behoorende groep heeft meer dan eenmaal 't machtsmiddel toegepast om de politiek van 't Land in een haar gevaliige, en daarom eenzijdige richting te sturen, die zelden van, maar meestal naar Mammon heen leidde. En daar door ontstond dan weer botsing tus- schen 2e Kamer en Eerste, tusschen Regeering en Eerste, met al de lastige gevolgen van wetswijzigingingen en weer behandeling in de 2e Kamer en weer in de Eerste, want 't is immers ieder bekend, dat de le Kamer geen recht van amendement of wijziging heeft; ze moet of de heele wet aan nemen of ze heelemaai verwerpen. Er is al heel wat te doen geweest over die verwerpingen, waarover we nu zwijgen zullen. Maar wat de Antirev. partij wil n.l afschaffing der Eerste Kamer in haar huldigen vorm is heel wat anders dan wat de revolutionairen willen Deze laatsten willen maar 1 Kamer en niets meer. Doch de Anti wil de Eerste Kamer afschaffen om er een Kamer van Belangen voor in de plaats te krij gen. Wat zou dan de Eerste Kamer worden? Een samenstelling, een ver gadering van Landbouwspecialiteiten, Handel en Scheepvaart Industrie-, Onderwijs-, Veeteelt-, Kerk Water staat en Arbeidsspecialiteitan. Het Ne- derlandsche Volk in zijn sociale Leven moet dan in die Eerste Kamer verte genwoordigd zijn. Niet dus een politiek lichaam zooals nu; maar een pleitbe zorger van 't economisch en sociale volksleven. Opgebouwd uit de mannen van 't Vak. Vol deskundigen, gekozen door de Boerendoor de Arbeiders door de Onderwijzersdoor de Reeders door de Handelaars enz. De revolutio nairen willen de Eerste Kamer niet Gadempte Boerensteler G3A, 63i§ 14739 Direct nabij de Hoofdsteeg, LOGIES MET ONTBIJT f 1.26, f 1 50, en f 1.75 Tel. no. 1532. Aanbevelend, prasrietair E. C F. i L LEE-Maanau. Het doer ieder «ffiisbevoless adres. omdat ze den geldzak dient; maar de Anti's willen ze niet, omdat ze naar Mammon hangt én 't organische Volks leven niet vertegenwoordigt zooals dit zichtbaar is in alle takken van Bestaan. De revolutionair zou de Eerste Kamer willen gebruiken om de sociaal hoogere klasse te laten bukken, voor de sociaal lagere; maar de Anti wil in de Kamer van Belangen de sociaal hoogere naast de sociaal lageren zetten om dan geramelijk heel 't leven des Volks te overzien, en om dan aan de lagere sociale kringen volle recht te kunnen doen, Geen geknevel van 't hoogere door 't lagere, ook niet geknevel van 't lagere door !t hoogere maar eerlijke vertegenwoordiging van alle beroepen en bedrijven en ambachten. Afschaffing der le Kamer't. Laat ons koud. Mits maar eerst de Kamer van Belangen er voor in de plaats ge komen is Deputatenvergadering, hi de Novemberdagen, pas aebter den rug, zijn in de 2- Kamer twee moties besproken. Een der Unie-liberalen en één der Antirev. met de Chr. Historischen. De laatste luidde: De Kamer, toejuichende de kracht waarmee de Regeering, tegenover terro ristische bedreiging, voor onze democra tische en vrije instellingen op de bres staat, Is van meécing, dat ondanks ge- bez'gde dreigementen, de groote hervor mingen, die eisen des 1 ij els zijn, 'oehoo- ren te worden d >orgez< t. DE SAVORNIN LOHMAN VAN DER VOORT VAN ZIJP. VAN DE LAAR, A P STAALMAN. VAN VEEN. Die der Unie-liberalen luidde: De Kamer, van oordeel, dat in de hui dige omstandigheden groote democrati sche hervormingen, zoowel op wetge vend als op sociaal gebied onmiddelijk ter hand moeten worden genomen en onmiddellijk ter hand moeten worden Ingevoerd, gaat over tot de orde van den dag. RINK VAN DOORN. LELY. DE MURALT. OTTO. Beide moties vertolkten wat er in 't hart des Volks leeft. En de stemmen, die alier- wege in de Anthev. partij op gaan om zoo vlug mogelijk een Deputatenvergadering te beleggen ten einde de nieuwe Toekomst op poli-lek gebied eens goed en gezamenlijk onder de oogen te zien, bewijst, dat ook zij die twee moties der Kamer in haar hart heeft vastgelegd. Voor dreigementen van terroristen gaat de AR. in geen geval op zij, maar voor de hervormingen ais eisch des tiids, heeft zij een open oog. Hoe eer deze Deputatenvergadering er komt, des te aan genamer zal 't ons zijn. Onze verhouding tot Eerste Kamer, Vrouwenkiesrecht, Sociaie Vraagstukken enz kan dan onder de oogen gezien worden en zóó, 't Program van Actie, waarmee de Partij in Mei '18 voor de kie zers optrad, worden aangevuld. 't Is nu voor 't Platte Land een geschikte tijd om te vergaderen en in de Kiesv. kan nu elke zaak rustig besproken worden. Eigen initiatief. Het is nooit verstandig aan esn ander3 leiband te loopen, als men zelf in staat Is vooruit fe komen. En onze indust ie, onze scheepvaart, ooze landbouw enz. diene dan ook zelf de wijzigingen in hun bestaanswijze aan te brengejj-, die door de tijdsomstandig heden warden gevraagd. In Enge'and is, buiten de Wet om, door de kracht der Vak beweging en door de goede inzichten der bedrijfsleiders, in tal van bedrijven de werk dag ingekort. De machinefabriek van Stork fe Hengelo heeft den 8 urendag stads maan den op eigert initiatief ingevetrd. En sinds dagen is op tai van fabrieken die 8 urendag toegepast, 't Is veel beter dat de fabrikan ten. voorgaan dan dat zij door de Wet daar toe geprest worden. De oorlogstijd, die ach ter den rug is, stelt ail rlei vraagstukken aan de orde, die eertijds sluimerden. In de Memorie van Antwoord op de Staatsbe- grooting van 9 Nov. sprak de Regeering 'Ook de regeling van den arbeidsduur van volwassen arbeiders; de wetgeving betref fende de huisindustrie en de verdere in dit verband genoemde onderwerpen hebben in zonderheid de aandacht der Regeering. Bij de bepaling van hare gedragslijn ten aan zien van het eerste punt (8 urigen arbeids dag) zal uiteraard rekening zijn te houden met de beslissing, die de berde Kamers der Stat n-Generaai ten opzichte van het voor stel van wet van den hier Schaper c.s. zul len nemen. Natuurlijk is hier door 't Kabinet niet gedoeld op een vertraging in dat rege len van den arbeidsduur; maar veel spreekt uit 't Staats'uk de pari. mentaire voorzich tigheid en de traditioneele bedachtzaamheid om eens af te wachten wat de Tweede en Eerste Kamer over dien 8 urendag zullen zeggen. Maar die voorzichtigheid en bedacht zaamheid krijgen vleugelen, als 't eigen ini tiatie f al viug bezig is om dien arbeidsduur te verkorten. Dan behoeft de Regeering op geen Tweede en Eerste Kamer meer te wach ten, en de bezwaren, die er, soms gezocht, mochten komen, kan de Regeering ontzenu wen door naar de industrie of tai van tak ken ervan, te wijzen. „Zie wat die doen", zoo kan t kort bescheid luiden en met al die voorbeelden voor oogen is 't wetsont werp in eenige uren kant en kiaar. Waar de Industrie maar eenigszlns kan, moet ze den 8 urendag invoeren, en ze moet de Regeering vóór zijn. Op de arbeiderswe reld maakt zoo'n optreden een ailerbesten indrukspreekt 't van toenaderingeensge zindheid van Kapitaal en Arbeidvan saam- werking en niet van onwaardigen klassen- st ijd. Maar ook voor de Regeering is 't dan gemakkelijk om haar te groote bedachtzaam heid te laten varen en 't traditioneele-kat-uit- den-boom-kijken vaarwel te zeggen. Door't paiticulier initiatief staat een Regeering sterk tegenover Conservatisme. Wereldschokken. De wereldhistorie doorleeft een crisis, zooals ze die sinds de Groote Fransche Re volutie niet heeft gekend. Ook toen in 1789 en daarna ontwaakten in en buiten Frankrijk geesten, die 't geestelijk leven der volkeren omzetten. Waar in alle Staten van Euro pa, geen enkele uitgezonderd, door Vorsten en onderdanen, in Koninkrijk of Republiek, bij democratie of oligarchie, toch rekening werd gehouden met de Souverei iteit Gods; Kerk en Altaar nog in eere waren, en in 't huisgezin ais in de school met den Band aati God ook gevoeld werd de Ba"d aan el kander, daar bracht de geest der F ansche revolutie de souverdniteit van den Mensch tegenover die des Heeren, des Altnacbtigen Godsdaar brak ze den Bond der Gilden en riep een sociale vrijheid uit, waaronder de werklieden nog zuchten, en die van de schreiende Sociale Kwestie en Sociale noo- den de oorzaak is geweest. Er kwam een splitsing der Menschheiden of Trouw aan Gods Openbaring, dan wel: 't Licht der Re de was da aotiihhese, die door de Revolutie tusschen de inenschenkinderen krachtig en geforceerd werd ingestooten. Maar zoo'n crisis maakt de wereld ander maal door. Het tijdperk, dat door den oor log is ingeluid, zal zeer waarschijnlijk't oude Tijdvak sinds 1789, verre overtreffen. Ook toen jacht op koningen, guillotine r.f schavot, brandstichting, plundering, onteigening van bezittingen op groote schaal, heerschappij der arbeiders of toen de 3de standmacht van soldaten en barricadenparlementen van soldaten ea arbeidersscheuring van konink rijken en stichting van nieuwe jnaar toen maar toen was 't een aanslag op Adel en Ridder terwijl 't nu is een macht -proef (Ier arbeiders op de „bourgeois". Toen in 1789 waren 't de burgers, die een handje vol Adel klein maaktennu en in de Toekomst staat de reuzen Arbeid gereed om 't reuzen-Kapitalisme te vermorzelen en de macht in Fabriek, Grond, Gemeente, Provin cie, Staat, over te nemen. Het Algemeen Kies recht brengt de Bezitlooze klasse nu al bij 't Staatsgezag; en met dat Staatsgezag zal diazelfde Proletarische Klasse ook de Econo- missche Vrijheid uitroepen d. w. z zich toe eigenen en sociaiiseeren aUes wat nog par ticulier bedrijfsgoed is. Da Arbeidersmassa botst tegen de Kapitaaimassa. De Wereld toekomst staat nu in't teeken van Overmacht van den Arbeid over 't Kapitaal. Het Nieuwe Tijdvak wordt er een van Uitleven van alle Geestesgaven aan den A'beidsstand geschon ken. Dat is de Wereidschok nu al gevoeid. De Landarbeidarswet. Nadruk verboden. I. De Wet van 20 April 1918 (Stsbl. no. 259) ter verkrijging door iandaibei-ders van land met woning in eigendom of van los land in pacht, wii den landarbeider, die aan de in de wet gestelde vereischten voidoet, hulp. verleenen. Zij is rechtstreeks voortgevloeid uit het onderzoek der in 1906 in het leven geroepen Staatscommissie van den Landbouw, die ten opzichte van den toestand der Landarbeiders bij ons te lande weinig bevredigende gevolg trekkingen had te maken. Wast uit dat on derzoek is gebleken, dat er in het leven van den landarbeider in het algemeen vier perio den z§n te onderscheiden, die weike met zijn huweiijk eindigt en waarin hij zich luim kan bewegendie, welke met zijn huwelijk aanvangt en waarin de zorgen zich voor hem opstapelen; die waarin de groot geworden kinderen hun loon mede naar huis brengen en een betrekkeiijken voorspoed aan het ge zin verzekeren; die ten slotte, welke aan vangt met het vertrek der kinderen uit het oud.riijk huis en den oud geworden land arbeider in kommervolle omstandigheden achterlaat. Hij is dan gedwongen zich te wenden tot de liefdadigheid en juist het vooïüiLicht, dat al zijn werken, al zijn spa ren hem niets anders zal geven dan dit einde, juist deze „Aussichtslosigkeit seiner Lage" werkt verlammend op zijn energleen onder mijnd tegelijkertijd zijn eergevoel Vandaar dan ook, dat deze Staatscommissie, die een onderzoek had in te stellen naar den econo- mïschen toestand der landarbeiders in Neder land ten getale van 400000, zich niet heeft tevreden gesteld met het opsporen van dan de di ecte oorzaken en het aangeven van de directe verbeteringen, doch een schema heeft ontworpen, volgens hetwelk het moge lijk zal z§n op geheel anderen grondslag den economiachen toestand van den landarbeider te vestigen. Bij het onderzoek toch werd de vraag gesteid, of de landarbeiders er aan zouden hechten, grond in gebruik te krijgen en te behoudende algemeen bevestigende beantwoording van deze vraag geeft naar het oordeel der Staatscommissie vanzelf den weg aan, in welke richting de Siaat en de Overheid hier nuttig werkzaam kunnen zijn. Theoretisch kan men weliswaar zeggen, dat reeds tot nu toe den landarbeider, wanneer deze ovctspaarde, de mogelijkheid openstond om zich land te verzekeren. Niet meer ech ter dan theoretisch, omdat inderdaad niet altijd en in voldoende mate overal onroerend goed te verkrijgen was; omdat die verkrij ging veelal slechts, op voor hem onbereik bare voorwaarden kon geschieden, en omdat in vele streken door de gebruikelijke open bare verpachtingen aan losse arbeidersper- ceelen de noodige vastheid van gebruik wérd onthouden Aan deze bezwaren wenschi dus de Wet van 20 April 19S8 tegemoet te komen, ter wijl zij tegelijkertijd op zoo breed mogelij- lijken grondslag de hulp regelt, die zelfs den minst krachtigen landarbeider kan en zal worden verschaft. Echter, de grondslagen van het ontwerp zijn zoodanig vastgesteld, dat althans volgens de bepalingen van deze wet, den landarbeider niet meer gebruik van onroerend goed zal worden verschaft dan met zijn karakter van landarbeider vereenig- baar is. De vraag, in hoeverre het aanbeveling verdient, dat de kleine boer van staatswege wordt geholpen zich te handhaven, is terecht door de Staatscommissie èn door den wet-

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1918 | | pagina 1