DEL
■ï'ielle,
Woensdag 8? November 1918
B8ste Jaargang 'N°. 3445.
voor de Knidliollaiidsciie en Zectwschc Eilanden.
Antirevolutionair.
IN HOC SIGNO VINCES
ifabriak.
ite Beijer-
16 voet.
Adelaar''
w.
IELSDIJK.
'ABRIEK
u R,
RDA M. -v
paan
lef. 10345
65, Rotterdam.
RECHTZAKEN.
Vuren en
ïstekhout.
fezaag-d en
en Vuren
Profielen,
leuren,
srd., Scha-
ïddengoed moet koo-
ie behandeling vóór
BOEKHOVEN <1 Zonen,
SCHILDERIJEN'
(meer dan 100 mo
fijzen te verkoopan.
overtuigd zijn van
|e eigen fabriek ge
ile verkocht.
*1 Onze Chr. Overheid heeft misschien 28
November daarvoor uttgekozen, omdat na de
verlossing vair 'tFransche juk in 1813, door
't aigemeen Bestuur der Vereenigde Neder
landen de "Zondag 28 November werd be
stemd tot Bededag, 't Doet er ook niet toe.
Vast staat, dat er door onze Vaderen tus-
schen 1575 en 1618 honderd biddagen zijn
uitgeschrevendat ze later steeds in eere
bleven; dat in 1847 voor't laatst van Re-
geeringswege zoon dag is uitgeschreven,
maar er na 1848, na de nieuwe Grondwet,
door de scheiding van Kerk en Staat, bij de
toen heerschende geestesrichting in den
Staat, geen Biddag van Regeeringswege meer
f .-.»• «eweest. Deze Kegeering dan, schrijft geen
>>Gag uit; dat mag ze niet; maar ze wijst
erde Kerken op, dat deze haar plicht moe
ten vervullen-err we danken er onze Overheid
voor, dat Zij hier 'teerste woord sprak, en
door den oproep der Kerken, tot 'tNeder-
landsche Volk 't verzoek richt om den Heers
te danken voor dan vrede. Niet uit verdien
ste, maar uit genade zijn we tot dien vrede
genaderd zonder den rouw van den Ooriog
gekend te hebben. Wpl is zijn bitterheid ge,;
smaakt in veie gezinnen; is de nood aan de
lippen geweest in de steden; was er ten
slotte ontbering in allerlei kring; maar onze
zonen zijn gespaard.
Spotprijzen.
:Ien stijgen steeds
I tegen zeer bil-
gen hoogen prijs;
|d, KORVINK.
UNO- EN TUINBOUW.
99
60
umm
denwinkel vanaf
>tadhuissteeg
iden, Matrass ïn enz.
NUMMER en op
LR"
Deze Courant verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG.
ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden franco per post 75 Cent bij voorniioetallng.
BUITENLAND bij vooruitbetaling f 5.50 per jaar.
AFZONDERLIJKE NUMMERS 5 CENT.
UITGEVERS:
SOMMELSDIJK.
Telefoon Intercommunaal
ADVERTENTIËN !3Vs Cent per regel, RECLAMES 25 Cent per regel.
BOEKAANKONDIGING 5 cent per regel. f
D1ENSTA ANVRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN 50 Cent per plaatsing.
Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij besiaan.
Ar'vettentiën worden ingewacht tot DINSDAG- en VRIJDAGMORGEN 10 UUR.__
JJI©
wwmrf «ie föed&cüe feestersid, AdveffSeatiêa
1245.
CU,
(tukken van f 100
en 1 November.
jBurensstraat
het
Jnkel net
Blplafond.
Nationale Biddag op Donderdag 28 Nov.
Ons volk is gekastijd, doch heeft 't wel
pijn gevoeld? De toorn Gods is ook over
onze Erve uitgegoten, doch was er steeds en
overal opmerking? Nochtansde Vrede komt
en een Nieuwe Tijd, zoo hoopt ieder is aan
staande. Daarom, èn voor Zijn barmhartig
heid, die ons Land spaarde, hoopt ons Volk
te danken; maar ook te bidden ons nieuwen
Zegen, krachtige hulp voor de Toekomst, en
bewaring voor ander- of gelijksoortige ellende
als voorheen.
Ons Volk ga niet naar zijn akker, rdel naar
,vwVwerkplaats, niet naar zijn schooi, maar
nMFdenke als dankbare Christenen ia 's Heeren
huis Zijn trouw en smeeke Zijn medegaan
op de reis naar de'lichtende Toekomst. De
Vredezon is doorgebroken't sombere wol
kenfloers is gescheurd maar achter Wolk
en Zonneschijf zien we onzen Heere, groot
van goedertierenheid, Die met ons en de
onzen niet deed naar onze zonde, noch ons
vergold naar onze ongerechtigheden. Op 28
Nov. gaan we naar 's Heeren Huis. En geen
zoon of dochter, geen dienstknecht of vrije,
neen, niemand biijve achter! En daar prijzen
we Z|n heerlijken Naam.
Contfa-revolutionairen
tionair.
of Anti-vevoïu-
etalages
2, 3, 6, 8 en 10 Liter,
ane grove tanden, 3%
en beugels, Hakbijlen,
ïmessen, Koolschaven
iltpapier. Grondbascu-
elkemmers, Klppen-
Oprulmlng van eenigé
Tuinbouw.
orgti,
Revolutie is een gevaarlijke openbaring,
maar een Contra-revolutie is niet minder
gevaarlijk. Noch revolutionair, noch contra
revolutie mag de leuze zijn, maar ze moet
fzq a anti-revoïutionair. Wat is 't versch 1
Contra-revolutionair is tegen de revolutie,
doch onder conditie om, als de revolutie
voorbij is, alles weer bij 't oude te laten. De
Contra-revolutionair is terecht bang voor op
roer, plundering, omverwerping, zijn eigen
persoon, zijn gezin, zyn eigendom, al 'tzijne,
zijn gezag, zijn betrekking, zijn brood, 't Kati
alles door een revolutie zoo'n enorme scha
erlangen, en daarom is hij bang maar
om de toestanden te veranderen, waardoor
die revolutie is ontstaan neen, neen,
dat niet't moet maar bij 't oude blijven.
Laten de kanonnen de revolutie neerschie
ten, laat er bloed vloeien, óf laat er voor
een oogenblik een tronen inzinking zijn, maar
daarna moet in "t politieke, sociale en eco-
conoinische leven alles weer op den ouden
voet worden voortgezet.
Heel anders is 't met den anti-revolutionair.
Ook hg is tegen de Revolutie, maar hij be
luistert de aanklacht, die uit 't vergoten
burgerbloed, opstijgt tot de Werkgevers, da
Werknemers, tot de onderscheidene Staats
machten. En de anti-revolutionair zegt niet
.zie zoo, de Revolutie is bedwangen, afge-
loopen met die ellende", maar op de puin-
hoopen roept hij de Nieuwe Toestanden uit,
aanvaardt ze, en wil geen stap meer terug
op den afgeiegden levensweg. De Revolutie
heeft nieuwe inzichten geopend, de Anti
houdt er onmïdddijk rekening mee en tracht
voort te bouwen, niet op 't ergerlijke, dat in
élke Revolutie is; voort te.bouwen, niet op de
idsDattingen ervan, maar op 't Goede dat
in eiken omkeer in kern toch aitqd ligt.
waren er door de Revolutie te-nilssen-mach-
ra" ,ondei'stboven geloopen,de Anti
„3 niet meer op. Zijn er sociale on
gerechtigheden opgeruimd, en is er een an
der beter recht voor in de plaats gekomen
de Anti bouwt voort op wat de Revo
lutie zegenrijks in haar schoot omdroeg
en zaaide op de plassen Burgerbloed, De
Contra-revolutionair zou achterwaarts gaan,
met heimwee naar 't verlorene. De Anti gaat
voorwaarts en laat 't oude aan zijn lot over.
Oranje-Boven.
Is volgens onze constituoneele instellingen
de Koningin niet de dienares van 't Parle
ment? Hebben we in Nederland met zijn
Democratischer. Regeeringslnslellingen niet
een Parlementair Kabinet, wel gekozen door
de Koningin, maar gekozen na raadpleging
der Partijleiders en oude Parlementariërs
En als de Kroon gekozen heeft, is dan niet
Zij, maar de Minister verantwoordelijk voor
alle actie, die van 't Departement uitgaat
Het is zoo. De praktijk sinds een 50 tal jaren
is deze, dat de Koningin als Koningin, als
Gezagdraagster, Wetgeefster, afhankelijk is
in alles van de Volksvertegenwoordiging.
Zeer weinig kan en mag Zij doen op eigen
initiatief. De Minister is dienaar der Kroon,
maar verantwoordelijk voor elke Koninklijke
Daad. aan 't Volk d.i. aati de Kamers. En
ondank3 die zoo beperkte Koninklijke Macht
toch, ja altijd, Oranje Boven I Oranje Boven 1
Vanwaar toch die geheimzinnige nationale
aandrift tot dat Oranje Bovenwaar Haar
Koninklijke beteekenis toch zoo luttel is
Vanwaar toch die magnetische kracht in
eiken trouwen vaderlander voor dat O anje-
Blanche-Bleu, voor dat Geel-Wit-Blauw. Van
waar toch van 12-18 November die jubel
kreten,^dat enthousias-ne, die onopgesmukte,
en zoo spontane sympathie voor Koningin
en 't Kindekijn, dat nog niets presteert dan
Koningskind te zijn, zonder verdere preten
ties. We spreken niet over de opgesmukte
feestvieringen, en de kunstmatige Hi! Hal
Hol Maar over de echte aandrift, 't zuivere
gevoel, 't ware zwellen der borst van vreugde
en de hartenontroeringen van edele soort.
Vanwaar die bij zoo weinig Koninklijke Re
geermacht.
Ja, weinig Koninkigke macht! maar Zq is
een Oranjetelg, wier naam door de historie
beroemd is geworden, Eu daarom„steeds
Oranje- Boven".
Vanwaar Waarvan
Omdat Oranje 't symbool onzer Eenheid
aligd wa3 en nog is. Boven alle partijen,
boven alle nationale geschillen blinkt Haar
Kroon en ieder ziet ze. Zij is draagster van
die Eenheid en nationale saamhoorigheid
naar Binnen en naar Buiten. Eu Haar naam
roept de eeuwen tot getuige, dat de Oranjes
in lief en leed, id blijde en donkere dagen,
voedsterheeren waren van Nationalen Voor
spoed en Geluk. Oranje in 1500, Oranje in
1600, Oranje in 1813, Oranje in 1913; óók
Oranje in ^918 ook der Vaderen wil,
om der Historie wil 1
„Weg met de Socialen, leve Willemien".
't Wordt zoo gezongen 1 We hoorden het
verleden week nog, toen we te 's-Gravenhage
vertoefden ter treurige plechtigheid eener be
grafenis een er onzer nabestaanden, 't V/as een
groep soldaten met een oranjekokarde in de
Boekhorststraat. En ze zongen 't zonder 't
Oranje-bitter gedronken te hebben, dat onze
Nationale feestdagen zoo berucht heeft ge
maakt.
Weg met de S.osjaien, ieve Willemienl Die
uiting deed ons goed, ze was ons welkom
na de spannende dagen van 7—-12 November,
maar onder zeker voorbehoud
We haten 't grondbeginsel der rooden we
verfoeien hun klassestrjjcidogma; we betreu
ren hun ophitserij en speculeeren op 's men-
schen ontevreden harthun laatste bedrijf
tot anarchie heeft ze ten voeten uitgeteekend
als in merg en nieren revolutiekraaiers en
oproerige snakkers naar een hun niet toe
komende macht. Ze zijn gedaald in de oogen
van de duizenden, die soms op hen stemden
uit baloorigheid over de onaangename toe
standen in de Nederlandsche samenleving.
Maar dat „Weg met de Sosjalen" is ons
al te barl
Er is geen partij of ze heeft bg een leugen
nog altgd een kern van waarheid. Er is geen
leugen, die niet door een waarheid gedekt
wordt. Waar leugen is, is waarheid. En de
waarheid der S.D.A.P, is, dat ze den vinger
durft te leggen op een wondeplek. Dat het
geneesmiddel niet altgd deugt't is zoo. Dat
haar diagnose, d,i. haar verklaring van de
oorzaak dier wonde niet geheel juist is:
't i3 zoo. Maar zy ziet wonden, die andere
partijen te laat zagen; niet' zoo erg be
schouwden, hoewel ze toch erg waren.
En zoo'n Partij snoet niet weg. Wel moet
ze haar wilde haren verliezen, haar vlegel-
streken verliezen, haar klassenhaat verliezen,
haar dogma verzachten, maar 't zien en het
op den uitkijk blijven staan't wachtpost be
trekken bij de poort der ellendedat moet,
opdat de andere partijen niet inslapen op
hef kussen der vadsigheid- De S.D.A P. moet
waakhond blijven. Nachtwaker en omroeper
tevens. Maar haar nijdige streken moeten er
uit. Leve Willemien, en de roojen blijven
van Haar af 1
We leven nu snel.
Twintig jaar is tegenwoordig één dag. Voor
d?n f8uren werkdag is al jaren gepraat en
geschrevenzelfs de Wet is er al aan te pa3
gekomen ora dan toch in elk ge ral de werk
tijden van 14 uur enz. In te krimpen, en op
legio plaatsen wordt niet langer gewerkt dan
tusschen 10 en 12 uur. Maar over 8 uur,
neen, dat durfde men nog r.iet aan. En zie
nu, wat de kranten melden. Bij de groenten-
drogerijen Blad en Co. is de 8-ure.n dag in
gevoerd. Bij de Konservenfabriek te Beverwijk
idem. Een staking aan de Aardappelendro
gerijen te Stadskanaal is geëindigd met den
8-uren dag. Aan de Suikerraffinaderij zal in
Januari de 8-uren dag worden ingevoerd. Aan
de Machinefabriek Beines te Haarlem is de
8-uren dag ook ingevoerd. Te's Giavenhage
is er ook zoo iets aan de orde.
Waar vroeger jaren over gedacht moest
worden, komt nu in eens. En indien zoo de
particuliere bedrijven voorgaan, is 't voor den
Wetgever al heel gemakkelijk om den 8-uren
dag voor tal van bedrijven voor te schrijven.
En natuurlijk als die 8-uren dag wordt inge
voerd, moet 't loon geen verandering onder
gaan d.w.z. 't moet opgevoerd, 't uur loon
moet hooger worden, anders verdienen de
arbeiders te weinig.
Binnen enkele jaren zal er in Nederland
veel veranderd zijn op poliliek en sociaal
gebied. Dat is in elk geval een voordeel van
den ooriog maar vrie zaï dai hooge
loon betalen? De verbruiker. De fabrikant
zai 't afwentelen op den consument, dus ook
op den fabriekarbeiderzoodoende
verdient deze wel meer, maar moet 't weer
uitgeven door grootere duurte. Wat hij aan
den eenen kant wint, verliest hij aan den
anderentoch, dit is zoo, hij heeft meer rust.
Maar den wijzer van den Tijd kan men nu
eenmaal niet verzetten.
BOND VAN FLAKKEESCHE LAND BOUW -
VEREEN1GIN GEN.
OFFICIEEL
Koninklijk Nederlandsen Laudbou w-Comlté.
No. 327.
's-Gravenhage, 19 November 1918.
De Minister van Landbouw, Nijverheid en
Handel heeft bij schrijver, van 14 November
1918 no. 20937/43, Afdeeling Ryksgraanbureau
voor de disributie van graan en meel aan
het Koninklyk Nederlandsch Landbouw-
Comité verzocht het volgende onder de land
bouwers te brengen
„Ik neb cïe eer U mede te deelen, dat door
mg besioten is, het broodrantsoen van 55
November eerstkomende af van 200 gram te
brengen op 280 gram.
Het afnemende weerstandsvermogen der
Nederlaudsche bevolking tegen besmettelijke
en andere ziekte maakte dezen maatregel be
slist noodzakelijk.
Ik durfde tot dezen maatregel overgegaan,
daar de inlevering van tarwe en rogge door
de landbouwers tot heden nog de overtui
ging heeft gegeven, dat de landbouwers
medewerken om de voorziening in de be
hoefte aan levensmiddelen voor de geheele
bevolking geregeld en zoo goed mogelijk te
doen plaats hebben.
Om dit rantsoen echter ook mogelijk te
maken over de maand Januari 1919 en de
daaraanvolgende maanden moet er naast de
aanvoeren van het Buitenland ook kunnen
worden gerekend op eene aanzienigke inle
vering door de landbouwers.
Het natte najaar, dat de najaarswerkzaam
heden op het land vertraagt en de ook ten
plattelande heerschende epidemie, schgnen
oorzaak te zijn dat deze inlevering wordt
bedreigd.
Ik zal het daarom op prys stelien, wanneer
door U een schrijven zou kunnen worden
gericht aan alle landbouwmaatschappgen met
verzoek aan de hand van het bovenstaande
in al hare afdeeiingen te doen bespreken op
welke wijze een inlevering onder de huidige
omstandigheden zooveel mogelijk kan wor
den geforceerd. Ik stel mg voor, dat door
samenwerking van landbouwers en door aan
sporing van hen, die deze inlevering wat
lauw opvatten, nog zeer veel kunnen worden
gedaan.
Zoo ook kan naar myne overtuiging door
landbouwers op de hun voor veevoeder
gelaten haver worden bespaard. Het kwam
mq niet wenschelijk voor de te laten hoe
veelheden lager te stellen dan als gemiddeld
voor het geheele land wordt noocüg geacht.
Ik meen dan nu ook ie kunnen verwachten,
gezien de groote behoefte aan haver voor
de havermout-fabricage, voor de mljnpaarden
en voor de bedrgfspaarden ïn de steden, dat
de landbouwers van hun kant alles in het
werk zullen stellen, om dooi gebruikmaking
van voederbieten, ensillage, knollen, peen,
enz zooveel mogelijk op de haver te bespa
ren en deze bepaalde hoeveelheid bij de
Regeeringscommissaris in te leveren.
De toestand i3 door het slechte binnen
komen van den haveroogst in eenige pro
vincies op het oogenblik aldus, dat sa aftrek
van de haver voor de intendance en de voor
eigen paarden en vee gelaten hoeveelheid,
niets meer voor de boogergemelde behoeften
zal beschikbaar komen, tenzy de landbouwers
op de hun voor veevoeder gelaten hoeveel
heden besparen."
Aan de leden van het Koninklijk
Nederlandsch Landbouw-Cotnité
„Dringend noodzakelijk is het, dat nu reeds
door landbouwers de hoeveelheden, welke
zij meenen te kunnen besparen, by den
Regeerings- Commissaris kunnen worden in
geleverd.
Ter illustratie kan ik U mededeelen, dat
het vorig jaar tot 2 November werd inge
leverd 18283 ton en heden nog slechts 10320
ton haver.
Nu den landbouwers broodgraan en vol
doende veevoeder is gelaten en hun goede
prijzen worden betaald en eveneens goede
prijzen voor 1919 zijn toegezegd, doe ik een
beroep op hun vaderlandsliefde en gemeen
schapsgevoel.
Ik twijfel niet of zij zullen aan dezen op
roep gehoor geven, ik heb gemeend mij tot
U te moeten richten om het bovenstaande
ter kennis van de landbouwers te brengen.
Uwe medewerking ter zaak zal door mij
op hoogen prijs worden gesteld.
De Minister van Landbouw, Nyverheid
en Handel,
(w.g.) H. A. VAN YSSELSTEIJN.
Het spreekt vanzelf, dat het Koninklijk
Nederlandsch Landbouw-Comité gaarne aan
het verzoek van den Minister voornoemd ge
volg geeft en daarom doet het in deze moei
lijke en kritieke tyden een dringend beroep
op Uwe medewerking en op Uwe steun ten
aanzien van de inlevering van de landbouw
producten ten behoeve van de voedselvoor
ziening van het Nederlaudsche Volk.
In deze bewogen tijden is het de plicht
van ieder Nederlandsch staatsburger mede
te werken om onze economisch ontwrichte
maatschappij weder op te richten en onze
samenleving weder in haar normale bedding
te leiden.
Dit is alleen dan mogelijk, wanneer de
voedselvoorziening van ons Volk niet in ge
vaar wordt gebracht.
Daarom moeten op dit ernstig oogenblik
alle nationale krachten gericht worden op
de verhooging van de voortbrengselen, maar
voor alles op de vergrooting van de zicht
bare voorraden, ten einde de Regeering in
staat te stellen de stedelingen en de lande-
igke bevolking van het noodzakelijke te
voorzien.
Om alle belemmeringen en de daaruit voort
spruitende noodlottige gevolgen te voorko
men dient er met spoed afgedorscht te wor
den.
Het Koninklijk Nederlandsch Landbouw-
Comité geeft U in overweging onmiddelijk
in Uwe afdeeiingen te doen bespreken op
welke wflze de inlevering ónder de tegen
woordige verhoudingen zooveel mogelijk in
de hand kan worden gewerkt.
Het is er van overtuigd, dat gy alles zult
doen om de landbouwers aan te sporen hun
graan en ook hun peulvruchten in zoo groot
mogelijke hoeveelheden onverwijld aan de
Regeering af te leveren.
Het Koninkigk Nederlandsch Landbouw.
Comité is met den Minister overtuigd, dat
op de aan de landbouwers voor veevoeder
gelaten haver kap en moet worden bespaard
terneer waar de Regeering te iaten hoeveel
heden veevoeder niet lager heeft gesteld dan
als gemiddeld voor het geheele land wordt
noodig geacht.
De omstandigheden leggen jde vervulling
van deze taak op de schouders van deland-
bouwers, aan welke vervulling zij, geleid
door hun vaderlandsliefde en door hun ge
meenschapszin, ongetwijfeld gaarne zullen
voldoen.
Het Koninklijk Nederlandsch Landbouw-
Comtté is er zich van bewust geen vergeefsch
beroep op Uw steun in dezen te doen en
het is er van overtuigd, dat gij ten volle
Uwe krachten zult geven aan het noodzake
lijke werk, dat verricht moet worden om de
voedselvoorziening van ons volk geregeld te
kunnen doen doorgaan.
De landbouwers mogen in deze ernstige
tijden niet vergeten, dat zij verplicht zijn
hun producten zonder aarzelen ter beschik
king van de Regeerisg te stellen ten bate
van het geheele Nederlandsche Volk.
Alle landbouwers moeten daaraan mede
werken de organisaties moeten er voor zor
gen, dat onmiddelijk de hand aan de ploeg
wordt geslagen en dat niemand in zgn ver
plichtingen te kort schiet.
Het Koninklijk Nederlandsch Landbouw-Comit
C. C. ZAAïjER, Voorzitter.
H. MOLHUIJSEN, Secretaris,
Aan den Flakkeesclien Boerenbond
Seeretaris A. W. Keijzer, Melissant.,
KANTONGERECHT TE SOMMELSDIJK.
Zitting van 22 November 1918.
Heden werd geëlscht tegen
A. J. v. d. P. slager en L. v, d. P. (niet
verschenen) beiden te Stad aan't Haringvliet
hadden in vereeniging met elkander op 8
October voorm. 1 uur een varken geslacht
en afgemaakt.
Get. A. Koppeuaal commissionair aldaar
bekende het feit gezien te hebben. Hg slachtte
steeds voor hem een varken en had dit ook
nu weer gedaan. Beklaagde had er f 3 mee
verdiend. Eisch f 100 boete of 50 dagen
hechtenis ieder, met verbeurdverklaring van
het in beslag genomen varken.
H. P, 33 jaar koopman te Sommelsdijk had
op 8 Oct. zich met een tweeloops jachtge
weer in jagende houding geloopen, op grond
toebehoorende aan zekere Ardon zonder ver-
eisehte vergunning. Beklaagde ontkende. Hy
toonde een vergunningsbewijs. Tgdens de
aanhouding was hem er niet naar gevraagd.
Getuige Der Weduwe te Melissant ver
klaarde dat beklaagde liep te jagen. Hij had
daartoe Ardon gevraagd of hg dit goedkeurde
op zyn land. Ardon had het hem toen ver
boden en hem opdracht gegeven indien het
weer voorviel beklaagde te verballseeren.
Wat het vergunninsbewys betreft, dit had
beklaagde ontvangen nd het verbaliseeren
van beklaagde zulks in ruil voor een kaas.
Eisch f 10 boete subs. 10 dagen hechtenis.
L. J. B. (niet verschenen). Op getuigen
verklaring van G. Joppe over het laten loo-
pen op zijn land van vee toebehoorende aan
beklaagde. Getuige ei sekte f 20 schadever
goeding. Eisch buiten de civiele vordering
t 10 boete of 10 dagen hechtenis.
K. V. 38 jaar koopman te Middelharnis
had op 18 Oct. in een schuurtje een varken
geslacht door het dier eerst met een schiet-
masker te dooden. Beklaagde had niet ge
weten dat het nog verboden was, hy had
aldus beweerde hij in de „Maas en Schel-
debode" gelezen, onder het plaatselijk nieuws
van Goedereede, dat het verbod was opge
heven. Eisch f 300 boete of 30 dagen hech
tenis.
(We hebben de betreffende nummers na
gegaan en kunnen daaromtrent niets vinden.
Juist het tegenover gestelde van beklaagdes
beweren heeft gestaan in ons blad van 17
Aug. 1918 no. 2416, tweede blad, rubriek
„Officieel gedeelte". Red.)
Nu volgen weder een aantal overtredingen
van het Cultuurverbod, waarin als getuigen
optraden de ex-controleur D, Poortvliet en
de controleur J. Tanis belden te Dirksland.
C de G. 44 jaar arb. te Melissant voor 6
are koepeenzaad. Beklaagde had het land
verhuurd aan de gebr, C. en J. van Eek te
Herklngen, Aangehouden.