DEL ■ï'ielle, Woensdag 8? November 1918 B8ste Jaargang 'N°. 3445. voor de Knidliollaiidsciie en Zectwschc Eilanden. Antirevolutionair. IN HOC SIGNO VINCES ifabriak. ite Beijer- 16 voet. Adelaar'' w. IELSDIJK. 'ABRIEK u R, RDA M. -v paan lef. 10345 65, Rotterdam. RECHTZAKEN. Vuren en ïstekhout. fezaag-d en en Vuren Profielen, leuren, srd., Scha- ïddengoed moet koo- ie behandeling vóór BOEKHOVEN <1 Zonen, SCHILDERIJEN' (meer dan 100 mo fijzen te verkoopan. overtuigd zijn van |e eigen fabriek ge ile verkocht. *1 Onze Chr. Overheid heeft misschien 28 November daarvoor uttgekozen, omdat na de verlossing vair 'tFransche juk in 1813, door 't aigemeen Bestuur der Vereenigde Neder landen de "Zondag 28 November werd be stemd tot Bededag, 't Doet er ook niet toe. Vast staat, dat er door onze Vaderen tus- schen 1575 en 1618 honderd biddagen zijn uitgeschrevendat ze later steeds in eere bleven; dat in 1847 voor't laatst van Re- geeringswege zoon dag is uitgeschreven, maar er na 1848, na de nieuwe Grondwet, door de scheiding van Kerk en Staat, bij de toen heerschende geestesrichting in den Staat, geen Biddag van Regeeringswege meer f .-.»• «eweest. Deze Kegeering dan, schrijft geen >>Gag uit; dat mag ze niet; maar ze wijst erde Kerken op, dat deze haar plicht moe ten vervullen-err we danken er onze Overheid voor, dat Zij hier 'teerste woord sprak, en door den oproep der Kerken, tot 'tNeder- landsche Volk 't verzoek richt om den Heers te danken voor dan vrede. Niet uit verdien ste, maar uit genade zijn we tot dien vrede genaderd zonder den rouw van den Ooriog gekend te hebben. Wpl is zijn bitterheid ge,; smaakt in veie gezinnen; is de nood aan de lippen geweest in de steden; was er ten slotte ontbering in allerlei kring; maar onze zonen zijn gespaard. Spotprijzen. :Ien stijgen steeds I tegen zeer bil- gen hoogen prijs; |d, KORVINK. UNO- EN TUINBOUW. 99 60 umm denwinkel vanaf >tadhuissteeg iden, Matrass ïn enz. NUMMER en op LR" Deze Courant verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG. ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden franco per post 75 Cent bij voorniioetallng. BUITENLAND bij vooruitbetaling f 5.50 per jaar. AFZONDERLIJKE NUMMERS 5 CENT. UITGEVERS: SOMMELSDIJK. Telefoon Intercommunaal ADVERTENTIËN !3Vs Cent per regel, RECLAMES 25 Cent per regel. BOEKAANKONDIGING 5 cent per regel. f D1ENSTA ANVRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN 50 Cent per plaatsing. Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij besiaan. Ar'vettentiën worden ingewacht tot DINSDAG- en VRIJDAGMORGEN 10 UUR.__ JJI© wwmrf «ie föed&cüe feestersid, AdveffSeatiêa 1245. CU, (tukken van f 100 en 1 November. jBurensstraat het Jnkel net Blplafond. Nationale Biddag op Donderdag 28 Nov. Ons volk is gekastijd, doch heeft 't wel pijn gevoeld? De toorn Gods is ook over onze Erve uitgegoten, doch was er steeds en overal opmerking? Nochtansde Vrede komt en een Nieuwe Tijd, zoo hoopt ieder is aan staande. Daarom, èn voor Zijn barmhartig heid, die ons Land spaarde, hoopt ons Volk te danken; maar ook te bidden ons nieuwen Zegen, krachtige hulp voor de Toekomst, en bewaring voor ander- of gelijksoortige ellende als voorheen. Ons Volk ga niet naar zijn akker, rdel naar ,vwVwerkplaats, niet naar zijn schooi, maar nMFdenke als dankbare Christenen ia 's Heeren huis Zijn trouw en smeeke Zijn medegaan op de reis naar de'lichtende Toekomst. De Vredezon is doorgebroken't sombere wol kenfloers is gescheurd maar achter Wolk en Zonneschijf zien we onzen Heere, groot van goedertierenheid, Die met ons en de onzen niet deed naar onze zonde, noch ons vergold naar onze ongerechtigheden. Op 28 Nov. gaan we naar 's Heeren Huis. En geen zoon of dochter, geen dienstknecht of vrije, neen, niemand biijve achter! En daar prijzen we Z|n heerlijken Naam. Contfa-revolutionairen tionair. of Anti-vevoïu- etalages 2, 3, 6, 8 en 10 Liter, ane grove tanden, 3% en beugels, Hakbijlen, ïmessen, Koolschaven iltpapier. Grondbascu- elkemmers, Klppen- Oprulmlng van eenigé Tuinbouw. orgti, Revolutie is een gevaarlijke openbaring, maar een Contra-revolutie is niet minder gevaarlijk. Noch revolutionair, noch contra revolutie mag de leuze zijn, maar ze moet fzq a anti-revoïutionair. Wat is 't versch 1 Contra-revolutionair is tegen de revolutie, doch onder conditie om, als de revolutie voorbij is, alles weer bij 't oude te laten. De Contra-revolutionair is terecht bang voor op roer, plundering, omverwerping, zijn eigen persoon, zijn gezin, zyn eigendom, al 'tzijne, zijn gezag, zijn betrekking, zijn brood, 't Kati alles door een revolutie zoo'n enorme scha erlangen, en daarom is hij bang maar om de toestanden te veranderen, waardoor die revolutie is ontstaan neen, neen, dat niet't moet maar bij 't oude blijven. Laten de kanonnen de revolutie neerschie ten, laat er bloed vloeien, óf laat er voor een oogenblik een tronen inzinking zijn, maar daarna moet in "t politieke, sociale en eco- conoinische leven alles weer op den ouden voet worden voortgezet. Heel anders is 't met den anti-revolutionair. Ook hg is tegen de Revolutie, maar hij be luistert de aanklacht, die uit 't vergoten burgerbloed, opstijgt tot de Werkgevers, da Werknemers, tot de onderscheidene Staats machten. En de anti-revolutionair zegt niet .zie zoo, de Revolutie is bedwangen, afge- loopen met die ellende", maar op de puin- hoopen roept hij de Nieuwe Toestanden uit, aanvaardt ze, en wil geen stap meer terug op den afgeiegden levensweg. De Revolutie heeft nieuwe inzichten geopend, de Anti houdt er onmïdddijk rekening mee en tracht voort te bouwen, niet op 't ergerlijke, dat in élke Revolutie is; voort te.bouwen, niet op de idsDattingen ervan, maar op 't Goede dat in eiken omkeer in kern toch aitqd ligt. waren er door de Revolutie te-nilssen-mach- ra" ,ondei'stboven geloopen,de Anti „3 niet meer op. Zijn er sociale on gerechtigheden opgeruimd, en is er een an der beter recht voor in de plaats gekomen de Anti bouwt voort op wat de Revo lutie zegenrijks in haar schoot omdroeg en zaaide op de plassen Burgerbloed, De Contra-revolutionair zou achterwaarts gaan, met heimwee naar 't verlorene. De Anti gaat voorwaarts en laat 't oude aan zijn lot over. Oranje-Boven. Is volgens onze constituoneele instellingen de Koningin niet de dienares van 't Parle ment? Hebben we in Nederland met zijn Democratischer. Regeeringslnslellingen niet een Parlementair Kabinet, wel gekozen door de Koningin, maar gekozen na raadpleging der Partijleiders en oude Parlementariërs En als de Kroon gekozen heeft, is dan niet Zij, maar de Minister verantwoordelijk voor alle actie, die van 't Departement uitgaat Het is zoo. De praktijk sinds een 50 tal jaren is deze, dat de Koningin als Koningin, als Gezagdraagster, Wetgeefster, afhankelijk is in alles van de Volksvertegenwoordiging. Zeer weinig kan en mag Zij doen op eigen initiatief. De Minister is dienaar der Kroon, maar verantwoordelijk voor elke Koninklijke Daad. aan 't Volk d.i. aati de Kamers. En ondank3 die zoo beperkte Koninklijke Macht toch, ja altijd, Oranje Boven I Oranje Boven 1 Vanwaar toch die geheimzinnige nationale aandrift tot dat Oranje Bovenwaar Haar Koninklijke beteekenis toch zoo luttel is Vanwaar toch die magnetische kracht in eiken trouwen vaderlander voor dat O anje- Blanche-Bleu, voor dat Geel-Wit-Blauw. Van waar toch van 12-18 November die jubel kreten,^dat enthousias-ne, die onopgesmukte, en zoo spontane sympathie voor Koningin en 't Kindekijn, dat nog niets presteert dan Koningskind te zijn, zonder verdere preten ties. We spreken niet over de opgesmukte feestvieringen, en de kunstmatige Hi! Hal Hol Maar over de echte aandrift, 't zuivere gevoel, 't ware zwellen der borst van vreugde en de hartenontroeringen van edele soort. Vanwaar die bij zoo weinig Koninklijke Re geermacht. Ja, weinig Koninkigke macht! maar Zq is een Oranjetelg, wier naam door de historie beroemd is geworden, Eu daarom„steeds Oranje- Boven". Vanwaar Waarvan Omdat Oranje 't symbool onzer Eenheid aligd wa3 en nog is. Boven alle partijen, boven alle nationale geschillen blinkt Haar Kroon en ieder ziet ze. Zij is draagster van die Eenheid en nationale saamhoorigheid naar Binnen en naar Buiten. Eu Haar naam roept de eeuwen tot getuige, dat de Oranjes in lief en leed, id blijde en donkere dagen, voedsterheeren waren van Nationalen Voor spoed en Geluk. Oranje in 1500, Oranje in 1600, Oranje in 1813, Oranje in 1913; óók Oranje in ^918 ook der Vaderen wil, om der Historie wil 1 „Weg met de Socialen, leve Willemien". 't Wordt zoo gezongen 1 We hoorden het verleden week nog, toen we te 's-Gravenhage vertoefden ter treurige plechtigheid eener be grafenis een er onzer nabestaanden, 't V/as een groep soldaten met een oranjekokarde in de Boekhorststraat. En ze zongen 't zonder 't Oranje-bitter gedronken te hebben, dat onze Nationale feestdagen zoo berucht heeft ge maakt. Weg met de S.osjaien, ieve Willemienl Die uiting deed ons goed, ze was ons welkom na de spannende dagen van 7—-12 November, maar onder zeker voorbehoud We haten 't grondbeginsel der rooden we verfoeien hun klassestrjjcidogma; we betreu ren hun ophitserij en speculeeren op 's men- schen ontevreden harthun laatste bedrijf tot anarchie heeft ze ten voeten uitgeteekend als in merg en nieren revolutiekraaiers en oproerige snakkers naar een hun niet toe komende macht. Ze zijn gedaald in de oogen van de duizenden, die soms op hen stemden uit baloorigheid over de onaangename toe standen in de Nederlandsche samenleving. Maar dat „Weg met de Sosjalen" is ons al te barl Er is geen partij of ze heeft bg een leugen nog altgd een kern van waarheid. Er is geen leugen, die niet door een waarheid gedekt wordt. Waar leugen is, is waarheid. En de waarheid der S.D.A.P, is, dat ze den vinger durft te leggen op een wondeplek. Dat het geneesmiddel niet altgd deugt't is zoo. Dat haar diagnose, d,i. haar verklaring van de oorzaak dier wonde niet geheel juist is: 't i3 zoo. Maar zy ziet wonden, die andere partijen te laat zagen; niet' zoo erg be schouwden, hoewel ze toch erg waren. En zoo'n Partij snoet niet weg. Wel moet ze haar wilde haren verliezen, haar vlegel- streken verliezen, haar klassenhaat verliezen, haar dogma verzachten, maar 't zien en het op den uitkijk blijven staan't wachtpost be trekken bij de poort der ellendedat moet, opdat de andere partijen niet inslapen op hef kussen der vadsigheid- De S.D.A P. moet waakhond blijven. Nachtwaker en omroeper tevens. Maar haar nijdige streken moeten er uit. Leve Willemien, en de roojen blijven van Haar af 1 We leven nu snel. Twintig jaar is tegenwoordig één dag. Voor d?n f8uren werkdag is al jaren gepraat en geschrevenzelfs de Wet is er al aan te pa3 gekomen ora dan toch in elk ge ral de werk tijden van 14 uur enz. In te krimpen, en op legio plaatsen wordt niet langer gewerkt dan tusschen 10 en 12 uur. Maar over 8 uur, neen, dat durfde men nog r.iet aan. En zie nu, wat de kranten melden. Bij de groenten- drogerijen Blad en Co. is de 8-ure.n dag in gevoerd. Bij de Konservenfabriek te Beverwijk idem. Een staking aan de Aardappelendro gerijen te Stadskanaal is geëindigd met den 8-uren dag. Aan de Suikerraffinaderij zal in Januari de 8-uren dag worden ingevoerd. Aan de Machinefabriek Beines te Haarlem is de 8-uren dag ook ingevoerd. Te's Giavenhage is er ook zoo iets aan de orde. Waar vroeger jaren over gedacht moest worden, komt nu in eens. En indien zoo de particuliere bedrijven voorgaan, is 't voor den Wetgever al heel gemakkelijk om den 8-uren dag voor tal van bedrijven voor te schrijven. En natuurlijk als die 8-uren dag wordt inge voerd, moet 't loon geen verandering onder gaan d.w.z. 't moet opgevoerd, 't uur loon moet hooger worden, anders verdienen de arbeiders te weinig. Binnen enkele jaren zal er in Nederland veel veranderd zijn op poliliek en sociaal gebied. Dat is in elk geval een voordeel van den ooriog maar vrie zaï dai hooge loon betalen? De verbruiker. De fabrikant zai 't afwentelen op den consument, dus ook op den fabriekarbeiderzoodoende verdient deze wel meer, maar moet 't weer uitgeven door grootere duurte. Wat hij aan den eenen kant wint, verliest hij aan den anderentoch, dit is zoo, hij heeft meer rust. Maar den wijzer van den Tijd kan men nu eenmaal niet verzetten. BOND VAN FLAKKEESCHE LAND BOUW - VEREEN1GIN GEN. OFFICIEEL Koninklijk Nederlandsen Laudbou w-Comlté. No. 327. 's-Gravenhage, 19 November 1918. De Minister van Landbouw, Nijverheid en Handel heeft bij schrijver, van 14 November 1918 no. 20937/43, Afdeeling Ryksgraanbureau voor de disributie van graan en meel aan het Koninklyk Nederlandsch Landbouw- Comité verzocht het volgende onder de land bouwers te brengen „Ik neb cïe eer U mede te deelen, dat door mg besioten is, het broodrantsoen van 55 November eerstkomende af van 200 gram te brengen op 280 gram. Het afnemende weerstandsvermogen der Nederlaudsche bevolking tegen besmettelijke en andere ziekte maakte dezen maatregel be slist noodzakelijk. Ik durfde tot dezen maatregel overgegaan, daar de inlevering van tarwe en rogge door de landbouwers tot heden nog de overtui ging heeft gegeven, dat de landbouwers medewerken om de voorziening in de be hoefte aan levensmiddelen voor de geheele bevolking geregeld en zoo goed mogelijk te doen plaats hebben. Om dit rantsoen echter ook mogelijk te maken over de maand Januari 1919 en de daaraanvolgende maanden moet er naast de aanvoeren van het Buitenland ook kunnen worden gerekend op eene aanzienigke inle vering door de landbouwers. Het natte najaar, dat de najaarswerkzaam heden op het land vertraagt en de ook ten plattelande heerschende epidemie, schgnen oorzaak te zijn dat deze inlevering wordt bedreigd. Ik zal het daarom op prys stelien, wanneer door U een schrijven zou kunnen worden gericht aan alle landbouwmaatschappgen met verzoek aan de hand van het bovenstaande in al hare afdeeiingen te doen bespreken op welke wijze een inlevering onder de huidige omstandigheden zooveel mogelijk kan wor den geforceerd. Ik stel mg voor, dat door samenwerking van landbouwers en door aan sporing van hen, die deze inlevering wat lauw opvatten, nog zeer veel kunnen worden gedaan. Zoo ook kan naar myne overtuiging door landbouwers op de hun voor veevoeder gelaten haver worden bespaard. Het kwam mq niet wenschelijk voor de te laten hoe veelheden lager te stellen dan als gemiddeld voor het geheele land wordt noocüg geacht. Ik meen dan nu ook ie kunnen verwachten, gezien de groote behoefte aan haver voor de havermout-fabricage, voor de mljnpaarden en voor de bedrgfspaarden ïn de steden, dat de landbouwers van hun kant alles in het werk zullen stellen, om dooi gebruikmaking van voederbieten, ensillage, knollen, peen, enz zooveel mogelijk op de haver te bespa ren en deze bepaalde hoeveelheid bij de Regeeringscommissaris in te leveren. De toestand i3 door het slechte binnen komen van den haveroogst in eenige pro vincies op het oogenblik aldus, dat sa aftrek van de haver voor de intendance en de voor eigen paarden en vee gelaten hoeveelheid, niets meer voor de boogergemelde behoeften zal beschikbaar komen, tenzy de landbouwers op de hun voor veevoeder gelaten hoeveel heden besparen." Aan de leden van het Koninklijk Nederlandsch Landbouw-Cotnité „Dringend noodzakelijk is het, dat nu reeds door landbouwers de hoeveelheden, welke zij meenen te kunnen besparen, by den Regeerings- Commissaris kunnen worden in geleverd. Ter illustratie kan ik U mededeelen, dat het vorig jaar tot 2 November werd inge leverd 18283 ton en heden nog slechts 10320 ton haver. Nu den landbouwers broodgraan en vol doende veevoeder is gelaten en hun goede prijzen worden betaald en eveneens goede prijzen voor 1919 zijn toegezegd, doe ik een beroep op hun vaderlandsliefde en gemeen schapsgevoel. Ik twijfel niet of zij zullen aan dezen op roep gehoor geven, ik heb gemeend mij tot U te moeten richten om het bovenstaande ter kennis van de landbouwers te brengen. Uwe medewerking ter zaak zal door mij op hoogen prijs worden gesteld. De Minister van Landbouw, Nyverheid en Handel, (w.g.) H. A. VAN YSSELSTEIJN. Het spreekt vanzelf, dat het Koninklijk Nederlandsch Landbouw-Comité gaarne aan het verzoek van den Minister voornoemd ge volg geeft en daarom doet het in deze moei lijke en kritieke tyden een dringend beroep op Uwe medewerking en op Uwe steun ten aanzien van de inlevering van de landbouw producten ten behoeve van de voedselvoor ziening van het Nederlaudsche Volk. In deze bewogen tijden is het de plicht van ieder Nederlandsch staatsburger mede te werken om onze economisch ontwrichte maatschappij weder op te richten en onze samenleving weder in haar normale bedding te leiden. Dit is alleen dan mogelijk, wanneer de voedselvoorziening van ons Volk niet in ge vaar wordt gebracht. Daarom moeten op dit ernstig oogenblik alle nationale krachten gericht worden op de verhooging van de voortbrengselen, maar voor alles op de vergrooting van de zicht bare voorraden, ten einde de Regeering in staat te stellen de stedelingen en de lande- igke bevolking van het noodzakelijke te voorzien. Om alle belemmeringen en de daaruit voort spruitende noodlottige gevolgen te voorko men dient er met spoed afgedorscht te wor den. Het Koninklijk Nederlandsch Landbouw- Comité geeft U in overweging onmiddelijk in Uwe afdeeiingen te doen bespreken op welke wflze de inlevering ónder de tegen woordige verhoudingen zooveel mogelijk in de hand kan worden gewerkt. Het is er van overtuigd, dat gy alles zult doen om de landbouwers aan te sporen hun graan en ook hun peulvruchten in zoo groot mogelijke hoeveelheden onverwijld aan de Regeering af te leveren. Het Koninkigk Nederlandsch Landbouw. Comité is met den Minister overtuigd, dat op de aan de landbouwers voor veevoeder gelaten haver kap en moet worden bespaard terneer waar de Regeering te iaten hoeveel heden veevoeder niet lager heeft gesteld dan als gemiddeld voor het geheele land wordt noodig geacht. De omstandigheden leggen jde vervulling van deze taak op de schouders van deland- bouwers, aan welke vervulling zij, geleid door hun vaderlandsliefde en door hun ge meenschapszin, ongetwijfeld gaarne zullen voldoen. Het Koninklijk Nederlandsch Landbouw- Comtté is er zich van bewust geen vergeefsch beroep op Uw steun in dezen te doen en het is er van overtuigd, dat gij ten volle Uwe krachten zult geven aan het noodzake lijke werk, dat verricht moet worden om de voedselvoorziening van ons volk geregeld te kunnen doen doorgaan. De landbouwers mogen in deze ernstige tijden niet vergeten, dat zij verplicht zijn hun producten zonder aarzelen ter beschik king van de Regeerisg te stellen ten bate van het geheele Nederlandsche Volk. Alle landbouwers moeten daaraan mede werken de organisaties moeten er voor zor gen, dat onmiddelijk de hand aan de ploeg wordt geslagen en dat niemand in zgn ver plichtingen te kort schiet. Het Koninklijk Nederlandsch Landbouw-Comit C. C. ZAAïjER, Voorzitter. H. MOLHUIJSEN, Secretaris, Aan den Flakkeesclien Boerenbond Seeretaris A. W. Keijzer, Melissant., KANTONGERECHT TE SOMMELSDIJK. Zitting van 22 November 1918. Heden werd geëlscht tegen A. J. v. d. P. slager en L. v, d. P. (niet verschenen) beiden te Stad aan't Haringvliet hadden in vereeniging met elkander op 8 October voorm. 1 uur een varken geslacht en afgemaakt. Get. A. Koppeuaal commissionair aldaar bekende het feit gezien te hebben. Hg slachtte steeds voor hem een varken en had dit ook nu weer gedaan. Beklaagde had er f 3 mee verdiend. Eisch f 100 boete of 50 dagen hechtenis ieder, met verbeurdverklaring van het in beslag genomen varken. H. P, 33 jaar koopman te Sommelsdijk had op 8 Oct. zich met een tweeloops jachtge weer in jagende houding geloopen, op grond toebehoorende aan zekere Ardon zonder ver- eisehte vergunning. Beklaagde ontkende. Hy toonde een vergunningsbewijs. Tgdens de aanhouding was hem er niet naar gevraagd. Getuige Der Weduwe te Melissant ver klaarde dat beklaagde liep te jagen. Hij had daartoe Ardon gevraagd of hg dit goedkeurde op zyn land. Ardon had het hem toen ver boden en hem opdracht gegeven indien het weer voorviel beklaagde te verballseeren. Wat het vergunninsbewys betreft, dit had beklaagde ontvangen nd het verbaliseeren van beklaagde zulks in ruil voor een kaas. Eisch f 10 boete subs. 10 dagen hechtenis. L. J. B. (niet verschenen). Op getuigen verklaring van G. Joppe over het laten loo- pen op zijn land van vee toebehoorende aan beklaagde. Getuige ei sekte f 20 schadever goeding. Eisch buiten de civiele vordering t 10 boete of 10 dagen hechtenis. K. V. 38 jaar koopman te Middelharnis had op 18 Oct. in een schuurtje een varken geslacht door het dier eerst met een schiet- masker te dooden. Beklaagde had niet ge weten dat het nog verboden was, hy had aldus beweerde hij in de „Maas en Schel- debode" gelezen, onder het plaatselijk nieuws van Goedereede, dat het verbod was opge heven. Eisch f 300 boete of 30 dagen hech tenis. (We hebben de betreffende nummers na gegaan en kunnen daaromtrent niets vinden. Juist het tegenover gestelde van beklaagdes beweren heeft gestaan in ons blad van 17 Aug. 1918 no. 2416, tweede blad, rubriek „Officieel gedeelte". Red.) Nu volgen weder een aantal overtredingen van het Cultuurverbod, waarin als getuigen optraden de ex-controleur D, Poortvliet en de controleur J. Tanis belden te Dirksland. C de G. 44 jaar arb. te Melissant voor 6 are koepeenzaad. Beklaagde had het land verhuurd aan de gebr, C. en J. van Eek te Herklngen, Aangehouden.

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1918 | | pagina 1