voor die SEuldhoUandoclie en Zeeowiche Eilanden Woensdag 20 November 1918 Antirevolutionair 338te Jaargang N*. 2443. Orgaan MiÈ Til M-Afltl IN HOC SIGNO VINCES De rede van den Premier op 12 November. LAND- ¥M TUINBOUW. UIT DE PERS. BINNENLAND. 80,000 ZAK MAIS. i mi i i li UMMMMMW Deze Courant verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG. ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden franco per post 75 Cent bij vooruitbetaling. BUITENLAND bij vooruitbetaling f 5.50 per jaar. AFZONDERLIJKE NUMMERS 5 CENT. UITGEVERS: W. BOEKHOVEN Zonen, SOMMELSDP. Telefoon Intercommunaal No. 202. ADVERTENTIËN 12Vi Cent per regel, RECLAMES 25 Cent per regel. BOEKAANKONDIGING 5 cent per regel. DIENSTAANVRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN 50 Cent per plaatsing. Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan. Adverteatlën worden ingewacht tot DINSDAG- en VRIJDAGMORGEN 10 UUR. $41© «tiife.fe.ieas vo«»r «Mag Üedaetl© [bestemd, Adverftcnüéii ©sa verdere Admlnlatralle irasac® te® ®e aende» aan de Eritarevera. De Minister heeft de Socialisten vroeg genoeg gewaarschuwd, waarom 'tging. Ze wisten het, dat de Regeering niets en niemand sparen zou om 't Gezag te handhaven. Toch holden ze door en zijn tegen een harden muur 't hoofd stuk geloopen. Het is goed die Rede des Ministers te bezitten om in de toekomst eiken revolutionair te waarschuwen, dat hij in dit Kabinet een Macht vindt, die hem ten bloede toe zal weerstaan. De rede luidt aldus: De heer RUYS DE BEERENBROUCK. Minister van Binnenlandsche ZakenMijnheer de Voorzitter I Niet uit gemis van eerbied voor de Kamer en voor haar leden, zal ik niet diep ingaan op vele van de onderwer pen, die in de afgeloopen week zijn behan deld. Het eenige dat ik als indruk uit mijn aanteekeningen en uit de feiten der laatste weken heb gehoudenis, dat voor tolk, Volks vertegenwoordiging en Regeering noodig is in de eerste plaats rust en zelfbedwang. Een regeerder moet rustig zijn en rustig schijnen beide. De feiten in de wereldgeschiedenis, groot en klein, volgen elkander zoo op, dat hij, die het niet door hem begeerde ambt bekleedt aan 's lands zaken leiding te moeten geven, zich moet beijveren rustig te zijn, en, ik herhaal, den indruk maken rustig te zijn. En wanneer dan hij, die niet beschikt over dezelfde gegevens als ik, meent, dat op een gegeven oogeablik gevoerd wordt wat men noemt een zigzagpolitiek, dan gelief ik dien stuurman aan den wal te vragen wat hij doen zou, indien met overweldigende snelheid de feiten in binnen- en buitenland langs zijn oog gaan. Daarom zw^g ik over de vele legenden, die in omgang zin, legenden die vaak te goeder trouw worden verspreid in woord en geschrift, van buitengewone Ministerraden, die niet zijn gehouden, van ministerieele ont vangsten, die niet hebben plaats gehad. Met vele anderen heb ik den plicht de open bare meer.ing voor te lichten. De omvang, Mijnheer de Voorzitter, dien de beraadsla gingen van de vorige week hebben genomen, doet mq dan ook een beroep doen op uw welwillendheid om mij, waar ik aan de grens en misschien een enkele maal over de grens van her raam der interpellaties schijn te ko men, mij niet al te streng te behandelen. Ik zal het niet te lang maken. Het is meestal niet mijn gewoonte, en thans te minder om dat mijns inziens de, naar ik hoop spoedig, te houden algemeene beschouwingen over de Staatsbegrooting gelegenheid te over zullen geven van gedachten te wisselen. Bij de formatie van het Ministerie is mij gebleken, dat er verschil tusschen den afge treden Minister van Oorlog, jhr. de jonge, en den opperbevelhebber was ontstaan, welk verschil door het vorig Ministerie met het oog op de naderende verkiezingen niet tot oplossing is gebracht. Het Kabinet vond in dit verschil bij zijn optreden geen aanleiding generaal Snijders zijn vertrouwen te ontzeg gen. De Regeering is niet voornemens het opperbevelhebberschap te bestendigen. Bij ontstentenis van een opperbevelhebber is de generaal Pop belast met de leiding van het algemeen hoofdkwartier, dat ontbonden zal worden en zal worden teruggebracht tot den vredesomvang van den generalen staf. Zoodra voor de Regeering vaststond dat de algemeene oorlogstoestand het veroorloof de, heeft zij het besluit genomen tot demo bilisatie, met toekenning van financieele te gemoetkoming voor den eersten tijd. Daarbij is bepaald dat zij, die er de voorkeur aan geven voorloopig in dienst te blijven, dit kunnen doen, opdat zij ruimer gelegenheid ontvangen om naar een maatschappelijke be trekking uit te zien. De werkgelegenheid zal daartoe zooveel mogelijk worden geschapen, en reeds is voor enkele weken aan de pro vinciën en de gemeenten met aandrang ge vraagd dit eveneens zooveel mogelijk te doen. Van het grootste belang is dat vóór alles de orde gehandhaafd blijft. Gode zij dank zijn wij tot nu toe voorde rechtstreeksche rampen van den oorlog be waard gebleven. Ais zjjdelingsch gevolg van den volkerenkrijg heeft ook ons volk en ons land veel geleden. Bijzonder gevoelt de Re geering dat vooral de minder met aardsche goederen bedeelden bij de karig toegekende rantsoenen en dure prijzen een zeer moeilijken tijd hebben doorgemaakt en nog doormaken. Zoo spoedig mogelijk moet getracht worden dien druk te verlichten. Reeds heeft de Re geering toegezegd dat de militaire voorraden voor de helft ter beschikking van de civiele bevolking zullen worden gesteld. Daardoor zal met ingang van 15 November a.s. het broodrantsoen van 200 tot 280 gram per dag worden verhoogd. Gelijk gisteren reeds kon worden gemeld, is het thans op grond van mededeelingen van onzen gevolmachtigde te Londen mogelijk om eerlang het broodrantsoen tot 300 gram per dag op te voeren, en de qualiteit en de voe dingswaarde aanzienlijk te verbeteren. De feiten gaan snel en de woorden niet snel genoeg. Onze schepen zijn reeds onderweg om de door Ameriika toegezegde 40,000 ton graan te halen. Het bericht is juist dat drie sche pen uit Oost-Indië verlof hebben bekomen nu reeds vet en koloniale waren te laden en daarmede uit te varen om ze in Nederland uit te lossen, zoodra het agreement zal zijn tot 3tand gekomen. De onderhandelingen ik doe een beroep op uw welwillendheid, Mijnheer de Voor zitter het gaat buiten de militaire inter pellaties om met de geassocieerde Mo gendheden, die thans te Londen worden ge voerd, hebben een gunstig verloop. Wanneer deze ten slotte tot het gewenschte resultaat zullen leiden, zal de beschikking worden verkregen over zeer belangrijke hoe veelheden levensmiddelen, grondstoffen en andere, dringend noodlge artikelen. Op voorschot en dus in afwachting van de totstandkoming der overeenkomst zal, gelijk reeds is bekend gemaakt, onmiddellijk ter beschikking worden gesteld 50,000 ton tarwe, 2000 ton cacao, 6000 ton petroleum, 1000 ton benzine, 10,000 ton smeerolie, 2000 ton gas- olie, 1700 ton soda en zeep, 3003 ton looi stoffen, 4000 ton katoen, 1000 ton wol, be nevens alle wollen en katoenen garens en goederen, welke voor Nedeilandsche rekening in Engeland liggen, terwijl de regeling der vervoergelegenheid, zoo mogelijk met ge bruikmaking van elders gelegen Nederland- sche schepen, zoover gevorderd is, dat dezer dagen een beslissing ter zake mag worden verwacht. Volledigheidshalve moge ik hier bijvoegen, dat het mogelijk is, dat daartegenover als contra-prestatie vi or den tijd van 5 jaar een credlet van f 150,000.000 rentende 5 percent 'sjaars, aan de geassocieerde Mogendheden zal moeten worden gegeven. De Regeering meerst, dat op grond van deze mededeelingen de vooruitzichten onzer levensmiddelenvoorziening zich geleidelijk in gunstige richting ontwikkelen. Maar ik aar zel niet, met allen nadruk daaraan iets toe te voegenik zal, gedachtig aan raadgevin gen dia verschillende leden van deze Kamer mij hebben gegeven en daarbij niet altijd hun voorbeeld volgend, zoo rustig en zakelijk mogelijk, zonder groote oratorische wendin gen, zeggen wat mij op het gemoed ligt. Eén ding moet namelijk vaststaan, nl. dat geen ordeverstoringen de werkzaamheid der Overheid belemmeren. De Regeering aarzelt geen oogenblik het uit te spreken ik zeg dit uit volle overtuigleg, men zie daarin niets anders dan de nuchtere waarheid en niet het opsteken van den vinger dat ordeversto ring op dit oogenblik alle onderhandelingen in gevaar zoude brengen, het bnitenlandsch en binnenlandsche vervoer onmogelijk zou maken en dus noodzakelijkerwijze ik ge bruik niet gaarne groote woorden, maar ik kan niet anders zeggen dan wat ik in mijn diepste gevoel noodzakelijkerwijze binnen langer of korter tijd zou voeren tot ontred dering van het bedrijfsleven en tot hon gersnood. Alleen als het bedrijfsleven ruslig voor waarts schrijdt, bestaat de groote kans, ik ga verderbestaat vrijwel de zekerheid, dat door samenwerking van het volk met de Regeering die toestand zal worden ontgaan en dat het ten bate van het volk en nu zeg ik weer iets dat ik wel mag zeggen ten bate van de laagste klassen vooral mo gelijk zal zijn, dat geleidelijk weer tot nor male toestanden wordt teruggekeerd al duurt het weken, maanden en misschien jaren, maar zonder orde en rust duurt het in ieder geval nóg langer. Het zou struisvogelpolitiek zijn, het oog te sluiten voor hetgeen over onze grenzen geschiedt. De geschiedenis heeft bewezen hoe licht beroeringen elders in ons land nawerken, maar daarom mag toch wel ik zeg nog eens met rust, maar toch met nadruk in het midden van de vertegenwoordiging van het Nederlandsche volk een beroep op het geheeie Nederland sche volk niet uitblijven om zich vast aaneen te sluiten en schouder aan schouder te staan, om naast en met iedereen die een Overheid is, de orde te handhaven en zoo de belang rijke levensniiddelenvoorziening blijvend te waarborgen. De rechten en de vrijheden van het Nederlandsche volk zijn van oudsher groot en vele geweest, in gemeen overleg tusschen de Regeering en de Staten-Generaal zijn zij wettelijk gewaarborgd.X oor de eischen van den nieuwen tijd mag niemand onge voelig zijnin verdere geregelde samenwer king tusschen Regeering en Volksvertegen woordiging, gekozen door het Nederlandsche volk, kunnen die vraagstukken aan de orde worden gesteld en worden beslist, maar ge welddadigheden, in welken vorm ook, kun nen daarbij niet anders dan storend werken. Er is nog een reden waarom het voor ons land van het hoogste belang is, dat de orde er niet worde verstoord. Iedereen hoopt met de Regeering, dat Nederland bij de aanstaande ontmoeting der volkeren tot het stichten van een volkerenbond gastvrouwe zal mogen zijn. Acht iemand dat mogelijk, indien hier niet de rust absoluut Is verzekerd? In dit belangrijke tijdsgewricht, waarin God ons kracht en wijsheid moge schenken, doet de Regeering een beroep op de geheeie Volks vertegenwoordiging en op alle Volksvertegen woordigers, opdat ieder in zijn kring zijn invloed aanwende tot eendrachtige samen werking. Bedriegt niet alles, dan is het gevaar voor oorlog voorbij. Onze vaders, zonen en broe ders, die ruim vier jaren lang onze grenzen hebben bewaakt en den afmattenden arbeid hebben verricht om steeds gereed te zijn ten einde onze erve te verdedigen, kunnen, gelijk straks is gezegd, naar hun haardsteden we- derkeeren. Zij hebben den dank van het va derland verdiend. Teekenen van instemming) De Landarbeiderswet. Men vroeg ons, wat dit voor een wet is en of we er iets over wilden schrijven. fa 't kort willen we hier doei en strekking dier uiteenzetten, om er later op terug te komen. Het doel der wet, welke in het Staatblad No. 259 is opgenomen, maar in werking treedt op een ander door de Koningin te be palen tijdstip, is tweeledig. Ten eerste beoogt zij de bevorderingen van de belangen van hen, die van den arbeid hun hoofdberoep maken. En ten tweede is zij van groot ge wicht voor den landbouw. Haar beteekenis voor den landbouw is hierin gelegen, dat zij den landarbeider zal hechten aan den bodem. Het bezit van eigen grond en woning zal hem terughouden van den trek naar de stad, naar de fabriek, en de landbouw zal dien tengevolge eerder de beschikking hebben over een voldoend aantal behoorlijke arbeids krachten. De Landarbeiderswet wil namelijk aan landarbeiders de gelegenheid geven om los- land te bekomen in'pacht, ófwel een plaatsje land en woning, een geheel vormend in eigendom. Daartoe moeten zij zich aan melden bij een tot dat doel speciaal opge richte en toegelaten vereeniging, öf bij het gemeentebestuur. Dit stelsel doet denken aau de woningwet, waar men ook dergelijke ver- eenigingen kent. Er is echter een cardlnaal verschil. Krachtens de Woningwet kunnen in één gemeente meerdere vereenigingen worden opgericht, terwijl het in de bedoeling schijnt te liggen, ingevolge Landarbeiderswet, slecht één vereeniging in een gemeente toe te laten. Er is nog een ander verschil van beteekenis. In gemeenten, waar geen ver eeniging bestaat, kunnen, zooals wij zeiden, belanghebbenden zich rechtstreeks tot de ge meente besturen wenden. Besluit een ge meentebestuur om een voorschot te verleenen of wel weigert het dit, dan staat in beide gevallen voor den aanvrager beroep open bij Gedeputeerde Staten. Men behoeft zich dus bij een raadsbesluit niet zoo maar neer te leggen, en het zal dus bij deze wel niet mogelijk zijn, gelijk bü de Woningwet, dat gemeentebesturen, die hun plicht niet be grijpen, het geheeie instituut van woningbouw door hun weigering met lamheid slaan. Aan welke voorwaarden moet een arbeider voldoen om van de voordeelen der wet te kunnen genieten Hij moet o.m. 25 jaar oud zijn, en om een plaatsje te krijgen niet ouder dan 50 jaar. Voor „los" land geldt de laatste eisch niet. Ook moet de arbeider die een plaatsje wil bekomen, voldoende gegoed zijn om ten minste J/,0 der waarde daarvan te betalen. Is deze bijv. f 3000, dan moet de arbeider f 300 kunnen storten. Hoe groot het plaatsje mag zijn, geeft de wet niet aan, maar wel bepaalt zij een maxi mum der kosten, welke laatste metjinbegrip van de eerste noodige verbeteringen aan bestaande gebouwen en land niet meer dan f 4000 mogen bedragen. De Koningin kan In bijzondere gevallen verlof geven om van dit maximum af te wijken. De jaarlijksche pacht van het land mag niet boven f 50 gaan, en ook niet boven de in die omgeving normaal heerschende prijzen. De wet belet niet, dat van een gezin meer deren van de voordeelen der wet genieten: bijv. 3 of 4 broers kannen ieder een perceel „los" land bekomen, of de een een plaatsje en de ander „los" land. De gemeente, die zelf gronden bezit, kan deze voor het doel, dat de wet beoogt be schikbaar stellen. Zij kan in dat geval een voorschot uit 's Rijks kas verkrijgen en zich daaruit de waarde der gronden voldoen. Aan de gemeenten, aan vereenigingen en stich tingen worden ook rentegevende voorschot ten verleend. Heeft noch de gemeente noch de vereeniging onroerend goed in haar bezit, dan kan onteigening van de gewenschte ter reinen plaats hebben. In een volgend artikel vertellen we, wat men heeft te doen om van de voordeelen, welke de Landbouwerswet beidt, te profi teered C. B. De doodkist van de revolutie. Die is gister, Vrijdag in de Kamer ge timmerd. SCHAPER sloeg ze in elkaar. En als er in dezen veelbewogen tijd niet een zéér onverwachte draai komt op het Congres en daar niet plotseling een Wijn- koopiaansche strooming de overhand krijgt, dan wordt de revolutie vandaag en morgen op dat Congres gekist en onder prachtige lijkredenen begraven. Het is eenvoudig fameus. 'tls een nooit gezien schouwspel. 's Maandags predikt Troelstra de revolutie zie maar de citaten uit „Het Volk" op de vóór-pagina van dit blad, Dinsdags herhaalt hij die prediking in de Kamer. 't Gansche land raakt in roer. Wijnkoop en Lan3ink; Roeland Holst en Domela, al de oudere en jongere revolu tionairen springen óp van vreugde en zetten er hun schouders onder„Nu zal het zijn I" Donderdags de eerste verrassing; „Ik wil geen staatsgreepik stuur niet aan op geweld I" En Vrijdags komt Schaper vertellen dat de heeren Troelstra niet goed begrepen hebben!!. dat zijn rede voor tweeërlei uitlegging vatbaar was I dat er géén arbeiders- en soldatenraden moeten worden opgerichtII. .dat de sociaal-democra ten niets te maken willen hebben met die twee daarWijnkoop en Ravesteijn II... en dat ze, gaarne, met de burgelijke partijen zullen samenwerken voor sociale hervor mingen. Zes planken, ruw geverfd. Dat was de doodkist. En als Schaper zijn zin krijgt, dan gaan dhar de revolutie in, die hij Vrijdag den 15en ais lijk in zijn handen hie'd. Fr. Dagbl. AAN ALLE ONDEROFFICIEREN VAN HET NEDERLANDSCHE LEÜER moge in deze ernstige dagen een korte op roep worden gericht. Gij hebt U altijd genoemd de ruggegraat van ons Nederlandsche Leger; dat die rug gegraat zich thans strekke opdat het Leger- lichaam zich krachtig toone. Waar de Nederlandsche officier heeft trouw gezworen aan de Koningin, hebben wij al len in woord en geschrift en in de overleg gingen onzer harten Haar zoo menigmaal trouw beloofd en zoo waren we ook wat we wenschten te zijn, steunpilaren van het Gezag. Nu een aanval op dat gezag is aangekon digd, staat het aan U, aan ons allen te too- nen dat die. vroegere levensuiting ons ernst geweest isde ure der beproeving is klaar blijkelijk aangebroken, aan ons allen thans die proef te doorstaan. Koningin en Vaderland mochten op ons rekenen gedurende meer dan vier jaren om pal te staan voor onze onafhankelijkheid. Welke Godsdienstige of politieke richting Gij ook aqt toegedaan, Ge had mede te handhaven het recht; dat reeht worde ook thans gehandhaafd, opdat niet door een min derheid van anders willenden, de zegen van den Vrede voor Vaderland en Volk verloren ga. Wij roepen U op tot rustige getrouwheid en plichtsbetrachting. DE NATIONALE CHRISTEN ONDER OFFICIEREN VEREENIGING. DE NEDERL. BOND VAN R.K. ON DEROFFICIEREN „ST. MARTI- NUS". (Te laat ontvangen voor het vorige nummer) BROODRANTSOEN. De minister van landbouw, nijverheid en handel heeft bepaald, dat met ingang van 5 December het tijdvak, waarvoor een witte, bruin-, rogge en aanvullingsbroodkaart gel dig is, zal bestaan uit negen dagen, zoodat broodrantsoen van dien datum af op 311 gram per dag per persoon wordt gebracht. (St.ct.) In verband met het bovenstaande is mee gedeeld, dat, met ingang van 5 December, op de broodkaart een hoeveelheid brood zal mogen worden gekocht en verkocht, die het dubbele bedraagt van het gewicht op 4e bans aangegeven. (St.ct De reeds lang gekoesterde wensch van een groot aantal Hollandsche Afrikaners, die, bewegen door den nood, waarin het Neder landsche valk reeds zoo lang verkeert, een blijk van hun sympathie willen geven door een scheepslading (80,000 mud) maïs en an der graan naar Nederland te zenden, kan nu vervuld worden. De Zuid-Afrikaansche Regeering heeft toe stemming gegeven, dat dit graan kan wor den afgezonden, op voorwaarde, dat het zal dienen om onder de armen van Nederland te worden uitgedeeld en dat het zal vervoerd worden in een Hollandsch schip. Over het uitzenden van een Nederlandsch schip, dat dit geschenk zal moeten vervoeren wordt thans door de betrokken regeeringen onderhandeld. De Koningin, de Prins en de Koningin- Moeder hebben Zondagochtend onder gehoor van ds. Weiter de godsdienstoefening in de Willemskerk in Den Haag bijgewoond. De gemeentenaren zongen H. M. spontaan twee coupletten van het Wilhelmus toe, hetgeen een diepen indruk maakte. Een grootsche ovatie wachtte de Koningin bij terugkeer aan het Koninklijk paleis in het Noordeinde, omstreeks 12 uur. Toen het Koninklijk rijtuig aankwam, werd een ge weldig gejuich aangeheven door een dichte menigte, die vóór het paleis had post gevat en die, zeer geestdriftig gestemd, de nationale liederen aanhief. Het publiek was op een oogenblik niet te houden en drong juichend en zingend op naar den hoofdingang, waar H. M,, na uitgestapt te zijn, zich vriendelijk buigend bleef ophouden. De Koningin iiet ook Prinses Juliana halen, en eenige oogen- blikken later waren de drie Vorstelijke per sonen, het Prinsesje staande tusschen vader en moeder en hand in hand, het voorwerp van een uitbundige en ontroerende aanhan- kelpheidsbetuiging. Het publiek heeft het Wilhelmus en andere vatlcrlandsche liederen gezongen, totdat de Koningin, de Prins en het Prinsesje vriendelijk dankend met bui gingen en liandgroeten het paleis waren binnengegaan.

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1918 | | pagina 1