li
voor tie Knidholland^ehe en Zeenwselie Eilanden.
IPEÉ.
SOMMffiü
1EK.BANK
lïïElil.
li
Eerste Blad.
IN HOC SIGNO VINCES
[-1
k 98 pOt.
miiouwerij
75s Rotterdam
OF M UITKIJK.
„HET tiOUDKN HERT,
LAID- EU TUINBOUW.
boekhoven
Ooltgensplaat.
it kunstwai-
Deze Courant verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG.
ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden franco per post 75 Cent bij vooruitbetaling.
BUITENLAND bij vooruitbetaling f 5.50 per Jaar.
AFZONDERLIJKE NUMMERS 5 CENT.
w.
UITGEVERS
Zonen,
SOMMELSDIJK.
Telefoon Intercommunaal No. 202.
ADVERTENTIËN 12Vi Cent per regel, RECLAMES 25 Cent per regel.
BOEKAANKONDIGING 5 Cent per regel.
DIENSTAANVRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN 50 Cent per plaatsing.
Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan.
Advertentiën worden Ingewacht tot DINSDAG- en VRijDAGMORGFN 10 UUR.
Alle gtufclieBB voor Redaactle Pe8tesa«8, Ai&vertei&SIéit m verdere Administratie granen aoe ate mm de feit-gevers
Goedkoopste adres
.a. Begrootingen voor
IS. 14191
TEN voor geluidwe-
iASTIEK. Verder alle
er garantie,
ESTRAAT
TE, Sommelsdjjk.
ividend
•20 pCt.
11 pCt.
>2 pCt.
25 pCt.
30 pCt.
en Ooud.
RICHTING.
Tele fooss Ho.
werd gepleit voor vrou-
:fde voor haar man ver-
en beter gezegd, zij
matig, maar in heurhart
oor den kleinen Charles
antezij had de handen
kind te zorgen! In den
leefden man en vrouw
p. Zoo weinig mogelijk
met elkaar. De jongen
.an zijn vader, omdat die
:t."Het kind wist dat het
naar dat was ook al. De
ienstboden; die natuurlijk
ng al heel gauw bespeur-
ijcfèn met hun meester,
van zijn hart toch zoo
ar zij zich uitdrukten. De
verder met „mevrouw",
>uden absoluut geen ver-
de keukenmeid beweerde,
Sn pan aardappelen kon
binnenmeisje, eenigszlns
iegd, vond dat mevrouw,
zoogenaamde rechten der
te plaats wel eens mocht
rechten harer dienstbo-
knecht heel niet noodlg
zeide hij, „je makkelijker
hier? Mevrouw bemoeit
iet ons; mijnheer ook niet,
nannenwerk. Wij zijn dus
vogeltje in de lucht! Ik
(Wordt vervolgd
Europa.
Zou de bloeitijd, de hegemonie, 't over
wicht van Europa verdwenen zijn? Eeuwen
lang had 't een zeer hooge beteeken is in de
wereld. Azië sliep en Amerika was nog voor
duizenden een onbekend land en nog in 't
midden der vorige Eeuw was een verhuizing
naar Amerika 't toppunt van durf en onder
nemingsgeestwas Amerika een toevluchts
oord ook voor minderwaardige Europeanen.
Afrika had en heeft afgedaan. Over Australië
wordt zelden gerept. Maar eeuwen aaneen
pf Europa den toon aan. Door 't vernuft
or de kunst en de kracht en 't vermogen
van Denken en Doen. Wonderwerken van
beschaving, handel, scheepvaart, industrie,
alles en allerlei toonde, dat in Europa een
hoogere bezieling heerschte en diepere ideën
leefden dan in eenig ander Land ter wereld.
Maar er begonnen toch reeds in de vorige
eenw, op 't eiad ervan, teekenen zich te open
baren, dat Amerika de heerschappij van Euro
pa op geestelijk en stoffelijk terrein begon te
verdrieten. Amerika voelde krachten ontwa
ken, die de edelste concurrentie met Europa
aandurfden, 't Kerkelijk leven, 't Schoolleven,
't Staatkundig leven, de techniek en 't geld
bezit, de concentratie van reuzenkapitalen,
alles zocht een vlucht ten hooge, den adelaar
nadoende, die zelfs de zon durft naderen. En
in de laatste dertig jaren is er in Amerika
een bewustheid van macht en kracht geopen
baard, die 't ergste deed vreezen voor Europa,
als er eens een botsing kwam tusschen de
twee Grootmachlen ter wereld. En die bot
sing is er nu.
Wilson, vertegenwoordigende Amerika,
heerscht in Engeland, Frankrijk, Italië, Tur-
«-''ije, Oostenrijk, Hongarije, Duitschland, Rus-
y<&nd. Wilson schrijft voorwaarden voor. Wil
son legt zijn hand op Landen en Volken en
schrijft ze voor hoe ze zich in polltieken zin
znllen inrichten. Keizers, Koningen en Sultans
hangen van hem af. 't Wereldleven, zelfs
voor een groot deel in Azië, heeft hij in zijn
hand genomen. Een man regeert Europa.
Amerika met zijn reusachtige techniek en
industrie en kapitaal staat naast dien man en
ringeloort Vorsten en Prinsen.
Is de hegemonie van Europa weg? Ligt
't zwaartepunt der Wereld voortaan in Ame-
rika's Witte Huis
Staten-sectie Ridderkerk.
De verkiezingen voor de Prov. Staten zijn
in aantocht. Alle partijen zijn reeds bezig aan
voorbereidende maatregelen om 't verkie
zingswed wel te doen loopen en alles naar
behooreu te laten functloneeren. Ook in 't
Statendistrict Ridderkerk bereidt men zich
voor.
Op Woensdag 6 November had er te Rot
terdam een vergadering plaats met de afge
vaardigden der ,Antirev. Kiesvereen. uit de
eilanden IJselmonde, Hoeksche Waard,
Voorne en Putten en Flakkee. De Concept
statuten voor 't Statendistrict werden behan
deld een bestuur werd gekozenover de
organisatie werd gesproken en over de toe
komst van Flakkee, .Voorne en Putten, Hoek
sche Waard en IJselmonde.
Mooi, dat weet ieder, stsat in Zuid-Hol
land en in Ridderkerk die toekomst niet.
De Antirev. part? zal door de Evenr. Vert.
heel wat zetels verliezen. Ons aantal man
nen in de Staten-Provinclaal was naar ver
houding van ons kiezersgetal te groot. Het
te groote cijfer van 28 anti's zal wel terug
gebracht worden op 18, genomen lot grond
slag de stembuscijfers der Tweede Kamer
verkiezing. In de oolitiek geldt ook de schoone
regel: Eerlijkheid duurt 'tlangst! En 't is
oneerlijk 28 zetels te bezetten, als er maar
voor 18 kans is. Samen deelen en eerlijk
deelen, zoo wil 't de Evenr. Vert.
Over die zetels te sprekenover Statuten
en finantiën, over de aanstaande actie op de
52 dorpen, was 'tdoel van de Rotterdam-
sche vergadering.
Het bestuur der Staten-sectie Ridderkerk,
te Rotterdam op 6 November gekozen be
staat uit de volgende personen: Ds.Munr.ik
van Barendrecht, Voorz., Ds. Van Lummel
te Zuidland, Alg. Adjde heer Mederna van
Pernis, Secr., de heer Diepenhorst van
Strijen, Penn., waarbij de andere 5, deheeren
Bouman van Sommelsdijk, Van Keulen en
Van Nes uit Ridderkerk, Oversteeg en Van
der Waal uit Dirksland en Middelharnts.
jUat^n we hopen, dat de Kiesv. in de 52
dorpen van ons nieuwe Statendistrict alle op
post en op wacht staan om dezen winter
goed te benutten tot eereGods, en tot zegen
der Antirev. partij en dus tot heil der Pro
vincie Zuid-Holland.
Onderwijs.
We schrijven November, 't Is best mogelijk,
dat er in 't Departement yanOnderwijsbard
gewerkt wordt, maar er verluidt nog weinig
of en wanneer nu eens aan 't Bijzonder
Onderwijs zal recht gedaan worden.'tEenige
wat we hooren is, dat alles zal gaan langs
de lijn der Staatscommissie en dat naar ver
zoening zal worden gestreefd, 't Wetje
Lohman, eertijds verworpen, blijft den onder
wijzer der B. S. toelachen, maar aan geen
zuchtje van levensbehoud uit deze Lohman-
bron wordt voldaan. En er is toch onrecht,
't 13 ourectii, dat de Gemeente kas extra uit-
keering geett aan de openbare Onderwijzers,
terwijl de bijz. Onderwijzers geen cent daar
uit ontvangen. De Kroon heeft alle Raads
besluiten vernietigd, waarbij gevraagd was
om ook de bijz. Onderwijzers uit de Ge
meente kas zooveel te geven als de openbare
Onderwijzers ontvingen. En zoo genietende
openbare Onderwijzers èn van 't Rijk èn van
de Gemeente in dubbele mate, maar debfjz.
Onderwijzers kunnen toekijken. Elk uur, dat
dit onrecht bestendigd blijft, is een protest
tegen den Neüerlandschen Staat, die den
eenen burger, welke evenveel presteert als
de andere, door de dwingende tyraunieke
macht eener onduldbare wet, bevoorrecht
boven den ander.
Er wordt op 't oogenblik in Europa veel
onderstboven gehaald, Staten waggelen,
grondwetten scheurentronen sidderen vors
ten gaan hun burchteu verlatenmaar waar
lijk, de koudbloedigste mensch in Nederland
zou warm worden, als hij den ellendigen
treuzelgang gadeslaat, waarmee de overheid
't pad des Rechts bewandelt. Alles even lam
lendig en traag! Niets geen spoed om nu
eens vlug en goed aan duizenden in den
Lande recht te doen. Zij ekunnen wachten
dagen, weken, maanden en 't onrecht
blijft onrecht. We hebben nu een Christelijk
kabinet en we wachten daarvan, afgedacht
van een gewenschte herziening der Onderwijs
wet, herstel van 't salaris onrecht. Dat onrecht
is onduldbaar.
Nadruk verboden.
Men weet, hoe 'tden Hebreeën verging.
Toen de Farao-der-verdrukking einde
lijk, voor een tijdzich aan God moest ge
wonnen geven nadat de verderf-engel al de
eerstgeborene had gedoodtoen hij eindelijk
Israel vrijliet en de Egypteaaren het volk
aandreven, dat zij toch spoedig hun landpalen
zouden verlaten, toen trok daar ook veel
„gemengd volk" mee.
En dit uit allerlei oorzaak.
Maar hierin kwam deze vermenging van
ongodisten overeen, dat het in hun overgtoote
meerderheid deze menschen er niet om te
doen was, om den Gad van Israel te dienen,
maar om aan de tyrannie van Egypte te ont
komen en deel te hebben aan de tijdelijke
zegeningen, die het volk van God straks
wachtten.
Gewin bracht hun aansluiting niet.
Wel werd dit „gemengd volksken" straks in
de woestijn een oorzaak van zonde en afval
onder de kinderen Israëls en van allerlei
ramp en ellende, die over het volk kwam.
Iets dergelijks hebben we ook te onzent
gezien en beleefd in de eeuw der Reformatie.
Er was, lang vóór 1572 een gereformeerde
kern die de martelaren voortbracht en op den
oproep van prins Willem, den strijd inzette.
Sterk was deze kern wel.
Maar zeer talrijk was zij niet,
Nog in 1584, het moordjaar van den Prins,
werd het getal der belijders van de gerefor
meerde religie op één tiende der gansche
bevolking van de toen bevrijde provinciën
geschat.
En, let daar op I in 1609, bij 't aangaan
van het Bestand, noemde Oldenbarnevelt
tegenover den koning van Frankrijk, die zich
voor hem interesseerde, de roomschen ten
onzent een verdwijnende minderheid, die in
een of twee geslachten geheel zou uitgestor
ven zijn een voorspelling trouwens,
waarin de overigens zoo schrandere staats
man zich deerlijk heeft vergist.
Wat een verschil met 15841
tmm mmmssmmmmwmÊammwm
Hotel ücstaurant
Gedempte EoereosteSger 63A, 63B
14739 Direct nabij de Hoofdsteeg,
-Botterditm,
DINERS f 1,— en hooger.
LOGIES MET ONTBIJT
f 1.25, f 1.50, en f 1.75
Tel. no. 15É2. Aanbevelend,
Pïriëtair r. c. f. t. i. LEE-Moonan.
Het door ieder aanbevolen adres.
«SM»
Ia die kwarteeuw, waarin de opkomst ligt
van de Republiek der vereenigde Nederlan
den, is dus veel gebeurd.
Had een massa-overgang plaats.
Wat ook zielkundig verklaarbaar is.
Al wat eerst om allerlei reden nog twijfelde
en weifelde, dat trad tot de kerk toe, toen
deze bleek de gevestigde en heerschende
kerk te zijn.
„Roomsch", dat riekte naar „Spaansch".
Dus alle elementen, die zonder liefde voor
de gereformeerde waarheid, toch een afkeer
hadden van Rome's dwangstelsel, en nog veel
meer alle degenen, die wars waren van het
Spaansch geweld en van Filips absolutesti-
sche regeersysteem, zij voegden zich bij de
Republiek en om aan die zijde ook maar
éénige vooruitzichten te hebben voor zich
en de hunnen, móésten ze wel professie doen
van den gereformeerde godsdienst.
Roomsen bleven alleen de ultra's.
De „gematigde elementen" deden tusschen
1584 en 1609 den overgang.
Die werd hun niet te moeielijk gemaakt I
Ochen ook daarvoor waren redenen.
De gereformeerde kerk, jzooals zij uit de
eerste fase van den vrijheidsstrijd te voor
schijn kwam, trad al gauw op als „staats
kerk", in de plaats van de „gemeente onder
't kruis", die ze vroeger was geweest.
Staatskerk wilde zij zijn, en volkskerk.
„Heel de kerk en heel het volk", was
haar leus.
Doch dan komt men er onwillekeurig toe,
om de deuren van de Kerk wijder open te
zetten, dau de belijdenis eigenlijk wel toelaat.
Velen kwamen aldus binnen.
Maar, om het zacht te zeggen, hetgeeste-
lljk gewicht was niet altijd evenredig aan
't groote getal van hen, die de ledenlijst
deden aanwassen.
De besten gevoelden dit ook wel.
Voelden ook 't gevaar, dat hier school.
Maar ze konden er weinig aan veranderen
en zochten nu hun kracht door zich te con-
centreeren op een achterwaartsche stelling,
als ik 't zoo zeggen mag.
Ze hielden stand bij de tucht.
Konden ze daar moeilijk allerlei min-geeste-
lijke elementen van het lidmaatschap weren,
ze zouden ze dan, door scherpe,prediking en
als 't moest door directe tucht tenminste van
de Tafel des Heeren trachten af te houden.
Dit veroorzaakte menig conflict.
En meer dan eens is toen het onstichtelijk
en kerkverwoèstend ingrijpen der Overheid
gezien, die door haar gemachtigden, op den
kerkeraad of de classis, eenvoudig verbood
met een of andere tuchtzaak voort te gaan
of ook direct gebood een of meer bepaalde
personen van de kerkelijke tucht te ontheffen.
Meer redenen waren er, die den overgang
in massa bevorderden.
Ook de predikanten bleven .menschen.
En zoowel „de christelijke overheid" als
ook vele eenvoudige belijders zagen gaarne,
dat de gemeente zich uitbreidde, terwijl de
predikant die de meeste nieuwelingen ter
openbare belijdenis aanbracht, vaak om zijn
ijver geprezen werd, zelfs ver buiten zijn
woonplaats.
Terwijl dan tenslotte, waar de predikant
der „Neder-Duitsche" kerk soms wat al te
nauwgezet was, naar sommiger mcening, niet
zelden zijn ambtgenoot uit de „Waalsche"
kerk inschikkelijker was en met name de
hoogere standen, toch al verzot op al wat
Fransch klonk, door zijn hulp in de kerk
kwamen.
Er kwam dus een groote vermeerdering.
Veel „gemengd volk", dat mee optrok.
Dat „volksken" had in den regel slechts
een zeer oppervlakkige kennis van de be
lijdenis der kerk en wist zich slechts in zeer
algemeene termen rekenschap te geven van
de kenmerkende stukken der gereformeerde
leerof wist het heelemaal niet.
Velen hunner bekommerden zich daar
niet over.
Maar anderen, nader met de belijdenis in
aanraking komende; of ook opgaande onder
de prediking, vonden de eene zoowel als de
andere veel te streng.
In hun hart vonden zij elke belijdenis een
band, die hen knelde.
Maar dat zeiden ze zoo niet.
De kern der gemeente zou niet hebben
geduld, dat zij die belijdenis, waarvoor de
vaderen hun leven hadden gewaagd en ook
menigmaal ten offer gebracht, maar zoo zon
der meer overboord wierpen.
Toen pasten zij de knaag-methode toe.
Die „belijdenis" was measchenwerk.
Waar ze volkomen gelijk in hadden
Doch nu begonnen zij hun aanval met het
bestrijden juist van dat punt, 't weik meer
dan andere een „verborgenheid" heeten mag,
in zoovere geopenbaard dat de ware ge-
loovige er den heerlijken troost van geniet,
doch aan den tegenstander gelegenheid ge
vende om veel volks achter zich afvallig te
maken.
Het punt van de Praedestinatie.
Van Gods genadige verkiezing.
Een punt, zeide men, geheel aan den omtrek
der christelijke belijdenis gelegen dat aan
leiding gaf tot allerlei misverstand, ja, tot
lastering van Gods Naam en dat dus zeer
goed gemist kon worden.
Daartegen kwam de kern in verzet.
En met steeds meer kloekheid, hield zij
staande, dat in dit punt de Kerk in haar
levensader getroffen werd.
UITKIJK.
De Electriciteitsvoorziening van het
Platteland.
De electromotor is de „beste vriend van
den boer".
Wij schreven hierover al eerder. De zaak
is echter van zeer groot belang en we weten,
dat het platteland conservatief is, dat men
daar niet spoedig oude toestanden vaarwel
zegt en tot nieuwe, ingrijpende maatregelen
overgaat. De lichtnood werkt mee in de goede
richting; hier en daar gaat men zich meer
van het „nieuwe licht" voorzien en zal men
het leeren waardeeren. Waar het zijn intrede
gedaan heeft, blijft het en breidt het zich
verder uit. En van het lichtgebruik kan het
komen tot krachfgebruik. Maar daartoe zal
nog een herhaalde en krachtige opwekking
noodig zijn; op overtuigende wijze moet
men üe landbouwers tot het inzicht trachten
te brengen, dat veelzijdige toepassing van
de electricitelt in hun bedrijf van groot nut
en voordeel zal zijn, en dit te meer, naar
mate zij die toepassing van den aanvang af
krachtiger doorvoeren.
Wij meenen daarom goed te doen bepaal
delijk nog eens in het licht te stellen, waar
om snelheid van electrificatie gewenscht is.
Wij zijn zoo vrij dit te doen door een en
ander over te nemen uit een beschouwing
en betoog van den heer F. A. Smit Kleine,
die een serie belangwekkende artikelen over
het onderwerp fschreef in het „Weekblad
voor Zuivelbereiding en Veeteelt", staande
onder redactie van den heer T. J. Swierstra.
Er kunnen vier redenen genoemd worden,
waarom snelheid gewenscht en noodig is,
en niet slechts met een sukkeldrafje of zeer
geleidelijk op den ingeslagen weg moet wor
den voortgegaan. Deze redenen zijn: lo. De
bevolking heeft groote behoefte aan lichten
kracht. 2o. De financieele resultaten zijn voor
gewest en gemeenten beter bij een snei door
tasten, dan bij een langzaam voortsukkelen.
3 a. Na den oorlog zal er op 't platteland
zeker een klimmend gebrek aan arbeids
krachten zijn, en4o. De financieele resultaten
van het boerenbedrijf zelf zullen in hooge
mate afhankelijk zijn van het gebruik van
„electriciteit".
Wat punt 1 betreft, mag allereerst worden
opgemerkt, dat beter licht in de huiskamer
niet alleen, de gezelligheid en de huiselijkheid
zal verhoogen, dus zal bijdragen tot veraan
genaming van het familieleven, maar ook
meer licht in figuurlijken zin, d.w.z. meer
ontwikkeling tengevolge zal hebben. Zoowel
de jongeren als de ouderen, zoowel de vrou
welijke als de mannelijke leden van het ge
zin, zullen meer gaan lezennieuws- en vak
blad, boek en tijdschrift, en dus gebracht
worden tot zelfontwikkeling en beschaving.
Dat het peil van beschaving ten plattelande
door algemeene toepassing van het eleetrisch
licht hooger zal worden opgevoerd, achten
wij allerminst denkbeeldig, maar buiten allen
twijfel.
Er is echter meer. Komt er goed licht in
den stal, dan ziet men onmiddellijk als deze
vuil en wanordelijk is, het valt meer op. De
arbeid, bij goed licht verricht, wordt zorg
vuldiger uitgevoerd, en geeft minder aanlei
ding tot ongelukken.
Het brandgevaar voor hooizolders enz. ver
mindert tot op een heel kleine beteekenis.
Wat de kracht betreft, is eleetrisch ploegen,
vervoer van de producten van het veld naar
de stapelplaatsen van groot belang. Voorts
is eleetrisch dorsch'en, malen, water oppom
pen, lijnkoeken breken, haksel en bieten sne
den, van niet te onderschatten beteekenis.
De electromotor jjis dan ook „de beste
vriend van den boer".
Van de allerhoogste beteekenis in polder
streken is de „electrische bemaling". Steeds
gereed, kan ze onmiddellijk ingrijpen zonder
tijdverlies voor sfoomopstoken, enz. De hoe
veelheid en hoedanigheid der bodemproducten
is in hooge mate afhankelijk van een goede
beheersching van den waterstand en veelal
zal ook met vrucht bij droge tijden des zo
mers ingemalen, ;ln stede van uitgemalen
moeten worden. Ook hier kan de „electrici
teit" een uitkomst zijn.
Men zal 't even noodig krijgen op't platte
land ais „brood".
2e. De gemeentelijke en gewestelijke net
ten moeten veelal op groote capaciteit wor
den gelegd met 't oog op de toekomst. Rente
en aflossing der kapitalen daarin vastgelegd,
is men dus toch kwijt, ongeacht of er veel
of weinig aansluitingen zijn. De zelfkosten
per K.W.U. dalen dan ook in beide gevallen
snel met 't debiet. Ziekeneurt men nn lang
over de aansluitingen, dan heeft men uit den
aard jaren met dalende verliezen, die dan
pas langzamerhand in winsten overgaan.
Dit is dus de kritieke bedrljfsperiode. Men
kan niet beter doen dar. deze periode niet
door te jsukkelen maar door te stormen, de
verliesperlodes zijn dan zooveel korter, dan
anders het geval zou zijn. Alle gemeenten
moeten dus in 't belang van het gewest
zooveel mogelijk gelijk komen, hetgeen te
vens centralen inkoop van materialen moge
lijk maakt. En aiie ingezetenen moeten in 't
belang van de betreffende „gemeente", ook
zooveel mogelijk zich aansluiten. Dus niet
de kat uit den boom zien, een zoo specifiek
Hollandsche eigenschap.
3e. Gebrek aan arbeidskracht na den oorlog.
Er zijn helaas vele kostbare mannenlevens
vernietigd, dan zijn er vele mannenlevens
lamgeslagen naar lichaam en ziel, en dan
zijn er nog eens vele vrouwenlevens voor
goed geknakt. Wat dit zeggen wil, laat zich
beter denken dan beschrijven. Er zal veel
zijn op te richten, te herstellen, op te bouwen
en er zullen vele zeer hongerige magen en
lichamen weer moeten worden aangesterkt
en opgekweekt tot nieuw leven. Menschelijke
arbeid zal dus in waarde stijgen, dat i|jdt
geen twijfel. Speciaal uit ons land zal een
„exodus" plaats hebben naar andere landen
met hoogere loonstandaard, voorts zal jde
droogmaking van de Zuiderzee vele arbeids
krachten vorderen. We zulien dus noodge
dwongen machinale kracht moeten gebruiken,
om den strijd om 't bestaan te kunnen vol
houden. Ook de trekkracht der paarden zal
veelal vervangen dienen te worden door den
motorlastwagen of ook wel „de automobiel";
tevens zal het vervoer van producten van
het land met electrische transportinrichtingen
een goede toekomst tegemoet gaan.
De grootste doelmatigheid dient in alies
betracht; we zullen ons niet langer de weelde
kunnen veroorloven, zooveel handenarbeid
te verrichten.
Ten 4e. De financieele resultaten van het
boerenbedrijf hangen uit den aard der zaak
af van een menigte factoren, doch één dier
factoren, en zeker niet de minst belangrijke,
is de post „arbeidsloonen".
Door deze te besparen in den goeden zin,
eene besparing die wellicht gepaard zal gaan
met niet onaanzienlijke stijging van het loon
van den enkeling, zullen de bedrijfsresultaten
verbeteren.
De waarde van den geschoolden arbeider
zal stijgen en wel le omdat die nogschaar-
scher zal zijn dan vóór den oorlog en ten
2e. Omdat alleen goede kennis en ge
schooldheid hem in staat stellen de machines
op de juiste en meest doeltreffende w><ze te
gebruiken en te onderhouden.
De oorlog is ook hier weer de groote
leermeester, die indirect en zonder dat men