Woensdag 16 October 1918.
338te Jaargang 2433,
wmw de 25®iMIi®IIaiifti§i©Iie en SKeeuwscli® Eilanden.
lie Oorlog.
Antirevolutionair
Orgaan
IN HOC SIGNO VINCES
Aite etuRlLeii voor de Redactie bestemd, Advertentie» e« verdere AdmlialstratM© £?ft»e® t®e te aeade» smmb de ïllifrevejr*.
KAMEROVERZICHT.
BUITENLAND.
RECHTZAKEN.
W. BOEKHOVEN Zonen,
i ;db toestand.
Pe Pultsehe regeering aan
vaardt de ontrnlmings voor
stellen van WHson.
Deze Courant verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG.
ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden franco per post 75 Cent bij vooruitbetaling.
BUITENLAND bij vooruitbetaling 5.50 per jaar,
AFZONDERLIJKE NUMMERS 5 CENT.
UITGEVERS
SOMMELSDUK.
Telefoon Intercommunaal No. 202.
ADVERTENTIËN 127i Cent per regel, RECLAMES 25 Cent per regel.
BOEKAANKONDIGING 5 cent per regel.
DIENSTAANVRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN 50 Cent per plaatsing.
Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan.
Advertentiën worden ingewacht tot DINSDAG- en VRIJDAGMORGEN 10 UUR.
Ommekeer In Duitschland.
In de drie dagen onzer werkzaamheid, zei
Ertzberger, Roomsch Staatssecretaris in
Duitschland, hebben wij in de eerste plaats
de noodige stappen gedaan om het militaire
gezag op politiek gebied voor goed en geheel
en al aan 't burgerlijk gezag ondergeschikt
te maken. Daarom moest Von Stein, minister
van Oorlog, van de baan, omdat hij eiken
vrede door vergeiijk heeft bestreden. Twee
kommandeerendë generaals zijn van hun post
ontheven, die steeds op 't gebied der bur
gerlijke Overheid hebben ingegrepen en in
hun actie belichaamden wat meu militarisme
noemt. Voorts is beslist, dat het militair ge
zag ook gedurende den oorlog voortdurend
onder 't burgerlijk gezag d.i. van den Rijks
kanselier blijven, zal. Alle beslissingen der
bevelvoerende generaals In de generale kom
mando's moeten door de betrokken opper-
presidenten worden goedgekeurd. Bij hooger
beroep moeten ze zich wenden tot den
Minister van Oorlog en deze mag niets doen
dan met toestemming van den Rijkskanselier,
die de verantwoordelijkheid van alles draagt.
Het jhoofd van 't keizerlijk kabinet is ontslagen
omdat hij zich in de nieuwe samenstelling
van 't Kabinet zich gemengd heeft op een
wjjze, die den onwil der Duitsche volksver
tegenwoordiging heeft gewekt. In 't nieuwe
bewind zijn zeven socialistische functionaris
sen opgenomen en daarmee de doodsklok
geluld over veel wat in Duitschland nog als
militarisme wordt aangemerkt. Het militair
gezag gekortwiekt; 't burgerlijk gezag d.i.
't Volk; d.i. de Volksverwoordiging met
grootere macht bekleed, 't Kiesrecht ruimer,
ook in de Bondstaten. De invloed der Al-
Duitschers geducht afgenomen, 't Conserva
tisme en Militarisme in den wortel geknakt.
Regeeringsposten aanvaard door Socialisten,
en door alle partijen een regeeringsprograrn
mi aanvaard, dat elke idee van rjeactie den kop
J|inknjpt, maar in geen anderen grondtoon
staat dan van den Nieuwen Democratischen
Tijd, waarin het Volk, en met 't sabelgekietter
zich zal doen hooren.
Ja, waarlijk, in enkele weken, onder den
Indruk der Duitsche verliezen op 't oorlogs
terrein, is daar in 't Land der Krachtmen-
sche'n veel ouds neergeworpen en veel hoops
voor de toekomst levendig geworden. En
blijvend I
Wapenstilstand.
Een wapenstilstand is een overeenkomst
tusschen oorlogvoerende partijen om de vij
andelijkheden voor een zekeren, meest lan-
geren tijd, onder bepaalde voorwaarden en
onder vaststelling eener demarcatielijn te
staken, Zoo'n Wapenstilstand kan zijn alge
meen dan wel beperkt. Geldt de overéénkomst
slechts voor enkele uren en voor troepen
gedeelten dan spreekt men van wapen
schorsing;
In deze dagen is 't geen wapenschorsing,
maar een echte wapenstilstand, waarbij de
voorwaarde is gesteld, dat Duitschland zijn
troepen zal terugtrekken uit België en Frank
rijk. Naar de laatste berichten te oordeelen
heeft Duitschland in die voorwaarden be
willigd; zal dus België ontruimd worden,
Frankrijk evenzoo, en als dan de troepen weg
zijn, en de laatste Duitscher staat aan deze
en gene zijde van den Rijn, op eigen grond
gebied, dan kan de wapenstilstand intreden.
En op dien "stilstand volgt de vrede
't Is mogelijk. Maar in onze strijd met Spanje
was er oorlog van 1568- 1609; toen van
1609—1621 wapenstilstand; daarna van 1621
—1648 weer oorlog. Toch zijn de toestanden
nu anders. De volken en de Regeeringen rijn
allen den oorlog moe. Er is overal inzinken
en benauwing. Dat was in 1621 in on3 Va
derland niet, integendeel Maar nu is er zien-
derhand toenemende ellende en kwijning. En
dat maakt tot vrede zeer gewillig.
Laten we hopen dat de Kerstklokken 't
Vrede in waarheid mogen doen klinken. En
vermenigvuldigen de kerken en de personen
hun ernstige gebeden, opdat de vredesduif
weer haar zegenrijke vlucht over de inge
zonken Landen beginne als voorheen.
Vrede in Europa I Vrede in de harten der
menschenkinderen I Vrede met God en Vrede
met elkaar. Vrede op de Tronen en Vrede
in de Kabinetten I Vrede en daarna noeste
vljjt om de mililarden scha weer in te halen
maar die arme menschenlevens die
doodenrijen wie geeft die terug? Die
gesneuvelde zonen, die gevallen mannen en
vaders; en die invalieden en wéduwen en
weezen, en die moreel vermoorde mannen
vrouwen en meisjeshoe moet dat hersteld
O, Vredezon i hoeveel treurigs zult ge be
stralen
Kunnen ze gemist?
De twee Vredesconferenties van 1897 en
1907 hebben niet gebracht wat er gehoopt
was. Hoogstens kan men zeggen, dat ze 't
beginsel van Verplichte Arbitrage een klei
nen stap hebben vooruit gebracht; ook kan"1
men zeggen, dat ze over 't oorlogsrecht en
de humaniseering van den oorlog meer dan
vroeger gedacht en gesproken hebben, en 't
is naar dat oorlogsrecht dat men gevraagd
heeft, of de Beige® in, dezen oorlog de Dult-
schers mochten tegenwerken, die reeds in hun
steden waren als overwinnaars of inbrekers;
hoe de Duiischers de Belgen mochten behan
delen; of en welke steden gebombardeerd
mochten wordenof er bommen mochten ge
worpen worden op steden en op welke; of
de oorlogsschatting op Brussel gelegd wel
rechtvaardig was, of er wel mijnen mochten
gestrooid in de Noordzee; hoe de verplich
tingen zijn van Neutrale Staten, hoe 't moet
met den doorvoerhandel, inet inbeslagname
van en aanhouding van neutrale handelsvaar
tuigen, hoe 't gaan moet met vliegeniers wier
machines op neutrale landen défect raken en
dus eigenlijk geinterneerd moeten worden.
We ontkennen dus niet, dat, ai hebben de
Vredesconferenties haar oorspronkelijk doel
gemist, en er in de plaats gekomen is een
soort Codificatie, een samenvoegsel van be
palingen, wat men in den oorlog doen en
laten mag; we ontkennen niet, dat er toch
nog iets goeds uit geboren is n.l. een moge
lijk beroep op dat vastgestelde oorlogsrecht
en de scherpe afkeuring over die oorlogvoe
rende partij, welke dat in 1907 vastgestelde
recht vertrad.
We erkennen zelfs, dat, juist door 't ge
brekkige in de twee Vredesconferenties, de
aandrang naar de derde geboren is, die dan
in 1915 had moeten gehouden worden. Maar
overigens was 't één en al teleurstelling En
ware 't niet, dat de Amerlkaansche President
Taft; daarna Wilson met zijn Minister van
Buitenlandsche zaken, Bryan, onverpoosd op
middelen gepeinsd hebben om den Wereld
vrede beter te verzekeren dan door wat op
de officieele Vredesconferenties was bepraat
en verzwegen; voorzeker, 't huidige geslacht
zou van 1899 en 1907 totaal geen notitie ne
men. Maar de Amerikaansche stemmen ver
stomden niet en 't is, zelfs in de „14 punten"
van Wlison, waarin in 't 4de punt gerept
wordt over de Nationale Bewapening n.l. dat
door de Staten waarborgen zullen gegeven
worden, dat de Nationale Bewapening terug
gebracht zal worden tot het uiterste mini
mum, noodig voor de handhaving van de
Binennlandsche veiligheid. Wie hoort in dat
4e punt der 14 niet de echo uit 1898, toen
de Tsaar en Mouralieff de Europeesche Sta
ten opriepen om een eind te maken aan de
voortdurende krijgstoerustingen en 't middel
op te sporen om de rampen te voorkomen,
die de wereld bedreigen.
Wilson geeft in punt 4 een uitweg, dien
Mouralieff zocht n.l. beperk uw bewapening
tot den inlandscheu vrede; 't uiterste mini
mum mag niet grooter zijn dan om binnen-*
landsche onlusten en oproeren te dempen.
En als de volken dat doenals ze geen
gootere militie hebben dan net om de bin-
nenlandsche staatkunde te kunnen handhaven,
dan is 't altijd Vrede. Dan kunnen de Vre
desconferenties worden gemist. Maar
Nog waarde?
De Vredesconferenties hebben in 1897 en
in 19G7 niet dien invloed uitgeoefend, dien
Europa er zich van had voorgesteld. Zelfs
de Arbitrage, die in 1899 een kans had ge
kregen om zich van een vrije tot een ver
plichte Arbitrage te ontwikkeien, bleef vrij.
Op de tweede Vredesconferentie in 1907
deed men alle moeite om er die verplichting
door te krijgen, krachtig verdedigd door
Amerika; flink gesteund door Engeland en
Portugalmaar door Duitschland van de baan
geknikkerd. De verplichting kwam er niet,
omdat 'top de Vredesconferentie in 1899en
In 1907 een vaststaand feit was, dat verdra
gen met eenstemmigheid moesten gesloten
worden. En waar nu Duitschland met nog
eenige Staten de verplichting niet wilden,
dus tegenstemden, kwam er van heel de her
ziening van 't vrije tot 't verplichte Arbitra
geverdrag niets.
Teleurgesteld was toen ieder Vaderlander
heel de tweede Vredesconferentie had voor
ieder patriot haar" bekoorlijkheid verloren.
Want dat voelt en voelde iederais bij een
Internationaal geschil toch die vrijheid bleef
om niet tot Arbitrage over te gaan, was dat
natuurlijk de kiem vooroorlog. Of Arbitrage
óf oorlogeen andere, uitweg is er niet, als
twee parijen ruzie hebben. Maar men had
in 1907 gehoopt, dat de Vredesconferentie
nu eens de verplichting zou vaststellen, om
bj onderling geschil de betrokken zaak aan
'tHof van Arbitrage voor te dragen. Helaas I
tevergeefs. En zóó gevoelde de Conferentie
den slag, aan haar prestige toegebracht, dat
op 18 October 1907 de Italiaansche afge
vaardigde Tornielli de verklaring aan de
Conferentie ontlokte, om 't beginsel der ver
plichte Arbitrage dau toch in elk geval te
erkennen, dat er dan toch twistgedingen
tusschen de volken konden ontstaan, die een
verplichting tot Arbitrage noodzakelijk kon
den maken.
Op 't punt van Arbitrage is de tweede
Conferentie mislukt, zooaïs de eerste is mis
lukt om „een eind te maken" aan de krjgs-
toerustingen. Oorlogsrecht t Oorlogsrechten
vaststellen, ja, dat deden ze I Maar vrede
En nu zullen er in de toekomst nog meer
dere Conferenties komen. Gewis. Maar heb
ben ze waarde, ziende op wat na 1899 en na
1907 in Europa is afgespeeld? Waar is de
reuzenhand, die bj onwil tot vrede een
Staat dwingen kan
Tweede Kamer. Het wordt zoo langzamer
hand een manier om interpeilatiën aan te
vragen I Den eersten dag der T weede Kamer
zitting werden er reeds drie aangekondigd,
waarvan nu twee zjn behandeld. Maar in-
tusschen zjn er weer drie nieuwe bijgeko
men i Het wordt wel wat kras. Er bestaat
immers een vragenrecht? Waarvan dan niet
langs dien weg om inlichtingen verzocht.
Nu is het een verspillen van den nationalen
t jd, gel jk de heer De Savornin-Lohman (C H.)
terecht opmerkte. Wel mocht de voorzitter
der Kamer bj den aanvang van dit parle
mentaire jaar de hoop uitspreken, dat de
debatten beperkt mochten kijven. Het lijkt
er nog niet veel op! Want interpeilatiën
houden i3. niets, maar bij de behandeling
van de verschillende hoofdstukken der be-
grooting wordt over hetzelfde weer lustig
geredeneerd, voornamelijk door de socialisten
van allerlei schakeering. Daarin moet ver-,
andering komen zei de heer Lohman, tot*
heden is de Kamer gewoon de gevraagde
interpeilatiën uit beleefdheid toe ta staan,
maar zoodra er weer een wofdt aangevraagd,
zal ik stemming verzoeken. Zoo verspillen
we onzen nationaien tjd, die we hard noo
dig hebben.
Natuurl jk vond de heer Troelstra (S.D.A.P.)
die dolgraag wilde interpelleeren over het
buitenlaudsch beleid, waarover de Troon-'
rede zi. zeer onvolledig geweest was, dit
niet. Integendeel, juist dat redeneeren van
den heer Lohman was verspilling van den
nationalen tijd, altjd volgens den heer
Troelstra.
De Interpellatie-Troelstra werd daarna
gehouden. De leider der S.D.A.P. wilde In
lichtingen omtrent den invoer van levens
middelen en brandstoffen, over den stand
der onderhandelingen met het buitenland en
welke maatregelen de regeering denkt te
nemen, om den invoer te bevorderen.
Ia zijn antwoord verklaarde Minister Van
Karnebeek, dat de onderhandelingen met
Duitschland weer begonnen zjn en die met
Engeland spoedig zuilen hervat worden,
waaneer de plaats van onderhandelen is
vastgesteld. Het buitenlandsch beleid van
«de regeering zal zjnnationaal en neutraal.
Onze natie zeide de min. moet
leven in een sfeer van vertrouwen, ook bj de
vreemde mogendheden.
De heeren Troelsta en Van Ravesteh'n,
(S.D.P.), welke laatste ook had geïnterpel
leerd, waren niet tevreden. De min. had niets
gezegd, meenden zij. Waarop min. Van Kar
nebeek zeide, niet meer te kunnen meedee-
len, alvorens de onderhandelingen begonnen
waren.
Ia zjn eerste rede zeide de Min. ook nog,
dat het beleid der Regeering moet wortelen
In het vertrouwen van het parlement. Wan
neer dan ook eventueel een commissie word t
ingesteld, die niet in strjd is met den con-
stitutioneelen regeerlngsvorra, om mel de
Regeering samen te werken, dan wilde hj
graag zjn medewerking daartoe verleenen.
Tenslotte werd nog aangenomen een motie
van den heer Van Ravestejn, waarin werd
uitgedrukt, dat de kamer verlangt, dat de
regeering direct alle maatregelen treft om
den invoer van overzee mogelijk te maken.
De heer Rutgers (A.R.) vond de motie
overbodig, want natuurlijk is ledereen daar
voor. Alleen mocht de motie niet den indruk
wekken, dat de Regeering de maatregelen,
er in genoemd, heeft achterwege gelaten.
De motie werd aangenomen met 54 tegen
9 stemmen (Katholieken en de heer Monté
Verloren (A RDe vergadering werd daarop
verdaagd tot morgen.
BERLIJN, 12 October. Het Duitsche ant
woord op de Amerikaansche nota is Zaterdag
12 October 's middags om twaalf uur afge
zonden. Het iuidt
Ter beantwoording van de vragen van den
president der Vereenigde Staten verklaart de
Duitsche regeering, dat zj dc punten heeft
aanvaard, die Wilson in zjn toespraak van
8 Januari en in zjn latere uitingen als grond
slag voor een duurzamen rechtvaardigen
vrede heeft neergelegd.
Het doel der in te leiden besprekingen zou
dus alleen zjn, zich over de praktische
bizonderheden der toepassing daarvan te
verstaan.
De Duitsche regeering neemt aan, dat ook
de regeeringen der met de Vereenigde Staten
verbonden mogendheden zich stellen op de
basis der uitingen van president Wilson.
De Duitsche regeering verklaart zich in
overeenstemming met de Oostenrjksch-
Hongaarsche regeering bereid, zich ter ver-
krjging van een wapenstilstand overeen;
komstig de voorstellen van den president te
gedragen.
Zj laat het den president over, een ge
mengde commissie te doen samenkomen, die
tot taak zou hebben, de voor de ontruiming
noodige regelingen te treffen.
De tegenwoordige Duitsche regeering, die
de verantwoordeljkheid voor den vredesstap
draagt, is gevormd door bespreking en in
overeenstemming met de groote meerderheid
van den Rjksdag. Bij elk zjner daden uit
gaande van den wil dezer meerderheid,
spreekt de rjkskanseiier uit naam der Duit
sche regeering en van het Duitsche volk.
Berlijn, 12 October 1918.
w. g. SOLF,
Staatssecretaris van buitenlandsche zaken,*-
Zaterdagavond is het bovenstaande ant
woord van Duitschland „per draadlooze" te
Washington ontvangen, terwjl het via den
Haag aan de Engelsche Regeeriog is mede
gedeeld.
De diplomatieke Napoleon, die op het Witte
Huis zetelt, heeft reeds gelegenheid gehad
al zjn aandacht aan het historische docu
ment te wjden en overleg te plegen met de
leiders van de bondgenootschappelijke lan
den. Echter wordt alleen nog maar een kort
telegram gegeven over den eersten indruk,
dien het antwoord te Washington gemaakt
zou hebben. En die indruk is zeer voorzich
tig aldus samen gevat: op het eerste gezicht
schijnt het antwoord een volkomen aanvaar
ding van de voorwaarden van den president
te wezen.
Ten opzichte van hetgeen Reuter verder
over den indruk in andere geallieerde landen
seint valt het grootste voorbehoud in acht
te nemen.
Een typische aanwijzing hoe volkomen-
onbetrouwbaar de weergave is van de stem
mingen en gevoelens door het Duitsche ant
woord gewekt is het volgendeIn het eene
Reuter-telegram wordt gemeld, dat het be
kend wotfièn van het antwoord met „ont-
zagljke geestdrift" werd ontvangen dat in
schouwburgen en bioscopen te Londen de
voorstellingen gestaakt moesten worden, we
gens het zingen van de volksliederen. En in
een ander telegram wordt melding gemaakt
van de „gereserveerde wjze", waarop het
antwoord door het groote publiek werd ont
vangen, en wordt gezegd, dat het geen ge
voelens van vreugde verwekte, maar veel
eer angst, dat iets gedaan zou kunnen wor
den, waardoor de vruchten van de overwin
ning verloren zouden gaan.
De voortreffelijke „vooilichtings" dienst
van het Reuter-agentschap heeft hier even
leeljk gehaperd en een „steek" laten vallen.
Ook ten opzichte van de pers-uitlatingen,
die de Reutertelegrammen overbrengen neme
men de noodige omzichtigheid in acht. Vol
gens die telegrammen zou in de geallieerde
bladen algemeen een sterk wantrouwen te
gen Duitschland tot uiting komen en een
twjfel ten opzichte van de oprechtheid van
dat land.
Maar indien deze weergave van de pers
stemmen ai juist en niet te eenzjdig is,
dan zou op te merken vallen, dat die ver-
wjten en die uitingen van wantrouwen zich
niet tegen Duitschland maar tegen Wilson
te richten hebben. De Amerikaansche presi
dent heeft de voorwaarden gedicteerd, uit
de vervuiliag waarvan zou moeten bijken,
of het Duitschland ernst was met zjn ver
zoek om vrede en wapenstilstand. Duitsch-
Iand heeft die voorwaarden volkomen en on
voorwaardelijk aangenomen. Bestaat er dus
nog reden tot wantrouwen, dan is Wilson
daar schuld van omdat hj de voorwaarden
niet beter heeft aangegeven.
Op het oorlogsterrein hebben de gebeur
tenissen een verloop gehad, dat in andere
omstandigheden, een groote belangstelling
gewekt zou heboen,
In de nu in het leven geroepen verhou
dingen, bepalen wj ons tot enkele korte
aanwijzingen. De Duitschers hebben einde
lijk den ciitieken hoek bj La Fère en Laon
ontruimd. De Franschen zjn deze belang-
rjke plaatsen binnengetrokken en hebben
hun opmarsch nog verder voortgezet. Ook
in Champagne hebben de Franschen aan-
merkeljk terrein gewonnen. Naar het Noor
den toe rukken de Engelschen Oostelijk van
Kamerijk op Solemes aan en staan zj voor
de poorten van Douai.
De „ontruiming" van Frankrjk is dus een
belangrijk stuk gevorderd. Maar op een wj
ze, die de geweldige offers, welke dezen
oorlog rèèds aan bloed en aan verlies van
menschelijk bezit gekost heeft, aanmerkelijk
vergroot.
Op de Balkan zjn de Serviërs de oude
hoofdstad Ni3j binnengerukt.
KANTONGERECHT TE SOMMELSDUK.
Zitting van II October 1918.
A. v. d. V. 33 jaar arb. te Stellendam had
op 14 Sept. koeien laten loopen op klaver-
giond van het Molengors aldaar van en in
gebruik bij C A. Vogel te Goedereede. Elsch
f 25 boete of 25 dagen hechtenis.
P. M. K. 31 jaar, landbouwer te Ooltgens-
plaat had op 4 Sept. 19 i 8 koeien laten loo
pen onder dan Bommel op klaveriand van
den heer A, Jongeling aldaar. Bj gebrek aan
voldoend bewijs is beklaagde vrijgesproken.
C. V, 43 jaar arbeider te Nieuwe Tonge
had in Juli 1918 op bouwland in den Batte-
noordschen polder 7 aren zaajjiien en 3 aren
koepeen verbouwd zonder vergunning, Be
klaagde bekende.
Get. M. van Tol Controleur Cultuur-com
missie te Sassenheim had de opbrengst
geschat in totaal op een winst van f 80.
Eisch f 100 böete of 50 dagen hechtenis.
J. A. R 31 jaar timmerman Nieuwe Tonge
had in juli in den Duivenwaardschenpolder
aldaar 10 are koepeen verbouwd zonder ver
gunning. Beklaagde beweerde de grond in
April te hebben gekocht en kon dus niet
zorgen in Dec. voor een zaaibewijs.
Get. H. T. Controleur der Cultuurcommis
sie te Haarlemmermeer verklaarde het feit
en schatte de opbrengst op hoogsten 15 kiio.
Eisch f 300 boete subs. 1 maand hechtenis.
S. B. 53 jaar landb. te Dirksland had in
Juli in den polder „Dirksland" aldaar zon
der vergunning 17 aren koepeen gezaaid.
Get. J. Tos Controleur der Cult, eomm