missei Zaterdag October 1018'. voor de Znidhollaiidiebe en Zeenwsclie Eilanden* W - IN HOC SIGMO VINCES itten I Eerste Blad. HET VREDESPALEIS. \HET 60UDSK HEET", OP DEU UITKIJK, LAID- Ei TUINBOUW. I ve van inhoud 14518 [SB AAR 'IJK(Z.H) W. BOEKHOVEN Zonen It. roegat bt Uwen jï xp Holmen tal J. H. ICINGS, vau 888ie Jaargang N". 3483' ii mmm ATEN voor geluldwe- MASTIEK. Verder alle der garantie. NESTRAAT - - MTE, Sommetedjlk. oupons A E Deze Courant verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG. ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden franco per post 75 Cent bij vooruitbetaling. BUITENLAND by vooruitbetaling f 5.50 per jaar. AFZONDERLIJKE NUMMERS 5 CENT. UITGEVERS SOftlMELSDUK. Telefoon intercommunaal No. 202. ADVERTENTÏËN 121/, Cent per regel, RECLAMES «25 Cent per regel. BOEKAANKONDIGING 5 Cent per regel. DIENSTAANVRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN 50 Cent per plaatsing. Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan. Advertentiën worden ingewacht tot DJNSDAG- en VRIjBAGMQRGEN 10 UUR. opzeggen tentevoet lens zijn, obliga- ig daar- Iden. it. 3t. foens- Iff BttlU, 14562 jres, hoor, moeder. Neen, 't wel en voornamijk dan Ir ze is niet zóó poëtisch verzen maakt," had hij Be foto weer opbergend. op z'n schouder gelegd, ;n en gezegd: „Ik hoop te, dat je er geen berouw Hetman, maar ik zie de ekust op beide wangen: onweerswolken, moeder, nog zoo helder en strak". .ankeren maakte niet veel n zoon zei, dat hij zich penschte te verloven. dat het resultaat van je ld el Herman, onaangenaam vraag. n t Je hadt beter een vrouw trouwen. Is ze nog thuis gestorven mmer. Waar leeft ze dan och niet besmet met die eeën van iet wil noemen, ja, dan Is (Wordt vervolgd.) Alle «tiftSisköifi ai<e Hcüactiis öw vctdc#© Adnfnfs 't Was een dag of tien geleden dat Oostenrijk Hongarije met zijn smeek schrift aan onze Koningin kwam om een conferentie saam te roepen en de hoofd- en hofstad Den Haag daarvoor beschikbaar te stellendat de aandacht weer eens gevestigd is op 't Vredespa leis. 'In de oorlogsjaren Ang 1914 tot heden was en is 't voor een kwartje intree te zien. Maar meerdere belang stelling dan om eens een kijkje van binnen te nemen had 't niet. De volken hebben 't te druk in ft elkaar uitmoor- den, dan dat ze nqg verder van een "FraZespaleis zouden notitie nemen. Door de smeekbede van Oostenrijk is de aan dacht er weer eenigermate op gevestigd. Waarvoor dient 't? 't Is de zetel van 't Hof van Arbitrage, zetel van een tamelijk mislukte poging om dé inter nationale geschillen in politieken zin op te ruimen, 't Begon al zoo mooi in dat hoop wekkende jaar 1899. Graaf Mouravieff had het befaamde Tsaren- manifest in elkaar gezet met dien moeien, veólbelovenden regei er in dat de Mogendheden maar eens bij elkaar moesten komen „om een einde te maken aan de voortdurende krijgstoerustingen en 't middel op te sporen om de rampen te voorkomen, die de wereld bedreigen, want dat was de verheven plicht die tegenwoordig (in 1898) aan alle staten wordt opgelegd". Een mooie zin met een edele ge dachte En nog geen jaar na dat Tsaren- manifest, dat verschoen op 12 Aug. 1898, kwam op 18 Mei 1899 de Eerste Vre desconferentie tot 'stand en werd" die toen roemruchte bijeenkomst geopend in 't Huis ten Bosch te's Gravenhage Maar de teieursteilingen kwamen al spoedig. Bij elkaar zittende werd men al spoedig gewaar dat Mouravieff en de Czaar te #hoog hadden gemikt om te vragen in hun manifest om „een eind te maken" aan de voortdurende krijgstoerustingen. Een eind maken er aan immers neenmen wilde slecht stellen „een grens aan de pro gressieve toename", Wat een teleur stelling, niet waar. Neen, de krijgstoe rustingen, zoo kostbaar, zoo oorlogs zuchtig, zoo prikkelend voor de weder zijdsche Staten mochten geen »einde< nemenmochten integendeel toenemen er mocht progressie zijn, toename in de oorlogsuitgaven en 't menschelijk oor logsmateriaal en iri 't uitvinden van de meest moderne vliegtuig- en artillerie moordtuigen, er mocht progressie zijn in de toerustingen tot verdelging en verwoesting, mits die toename maar een grens hadde! Maar waar was die grens? Wie kon op de Vredesconfe rentie aan eenige Mogendheid ook maar de kleinste grens stellen, waar die progressie op moest houden, 't Was wel een teleurstelling, dat 't mooie doel der Vredesconferentie om de oor logen te verminderen, om er .„een. eind" aan te maken 't niet verder kon bren gen dan in 't uitspreken van de wen- schelijkheid, dat er een grens zou zijn aan de progressieve toename maar een grens, die niemand der 26 Vertegenwoordigde. Regeeringen aan een ander nu eens precieselijk stelde. En wel is 't opmerkelijk, dat heel de hoofd schotel van de Eerste Vredesconferentie bestond in, neen! niet in „einde-maken" en ook niet in 't „arbitteeren" of be rechten van internationale geschillen, maar in de regeling van 't Oorlogsrecht. Is 't niet of de Vredesengel een slag in 't aangezicht werd gegeven in die dagen van 18 Mei tot 29 Juli 1899. Bij elkaar komen op een Tsaren-Vredes- manifest, en 't met zijn allen niet ver der kunnen brengen dan regeling van 't Oorlogsrecht, die regeling van wat in den oorlog geoorloofd is tegenover zijn vijand, welke kogels men niet mag gebruiken, welke huizen men niet mag beschieten en hoe men de verpleging der vijanden zou inrichten enz. Het heeje Vredesrecht, 't gansche Bewape ningsvraagstuk, waarvoor' men uit Amerika en Azie, uit Europa en Afrika was bijeengekomen werd naar den achtergrond gedrongen en kon nauwe lijks nog een zuiver platonische resolutie verkrijgen, een koude verklaring, dat de Vredesconferentie de beperking van de militaire lasten grootelijks wensche- lijk achtte voor de vermeerdering van 't materieel en moreel welzijn van de menschheid .- en dat men 't vraagstuk der bewapening verder bestudeeren zóu Een einde maken aan de voortdu rende krijgstoerustingen 't werd een grensstellen aan de progressieve toename 't eindigde op de Conferentie met een pas gaan bestudeeren van dit vraagstuk. Gelukkiglijk, dat 't met 't zijdoel dor Conferentie beter liep, n.i hoe do oorlog te voorkomen nl. door arbitrage. .Maar ach't bleef weer in de geboorte st?ken want men eindigde met uit te spreken de «wenschelijkheidi vau een beslissing van geschillen tusschen. Staten door een internationaal scheidsgerecht en beslo ten werd tot instelling van een Hof van Arbitrage, dat te 's I-lage zou wor den gevestigd en is gevestigd in 1913 in 't Vredespaleis. Maar eilieve, was, is, is geweest dit Hof van Arbitrage een middel om »een eind te maken aan de rampen, die de wereld bedreigen* 't Lijkt nergens naar. De Eerste Vre desconferentie is in haar oorspronke- lijken opzet mislukt. Ze was een druk fout op de eindbladzij der 19 eeuwsche historie. En we denken aan den Zuid- Afrikaanschen oorlog in 1901 En we denken aan den Russisch-Japanschen oorlog'in 1904. en aan den Tsaar, d:e in 1899 die Vredesconferentie uit schreef en aan dien zelfden Tsaar, die tengevolge van dezen huiiigen Europeeschen oorlog is doodgeschoten door de Bolsjewieki en wiens vrouw en kinderen in ba'lingschap zijn. Tra gisch is 't Leven! Tragisch in 'tNood lot. Tragisch wispelturig is Fortuna, die in 1899 aan deze Tsaar zoo'n gelukkige gedachte ingaf. Zijn we dan onbekend met 't nut der Arbitrage Is 't Hof noodeloos ge sticht? Staat sinds 1913 't Vredes paleis daar waardeloos? 't Is ons niet onbekend, dat er een Doggersbankincidentis geweest tusschen Engeland en Rusland over't beschieten der Engelsche visschersbooten, en dat dit geschil is opgelost, 't Is niet onbe kend, dat Denemarken en Nederland een Verdrag tot Arbitrage hebben ge sloten; dat ook Frankrijk en Engeland Ëfotel tlrsféiirant Qedempte Boerenst«tg«r 63A63S 12451 Direct nabg de Koofdsteeg, -i§>w8t«r«t4e©a. DINERS ƒ1,en honger. LOGIES MET ONTBIJT f 1.25, 1 59, en f 1.75 Tel, no. 1532. Aanbevelend, ppriëtafr R, C F. l i. LEE-Möom Het do,o? ieder aanbevolen adres. zoo'n verdrag hebben gesloten, maar en nog eens maar dat dit laatste verdrag de groote beperking bevat dat bij 't verschil niet mag letrjlclcen zijn 't levensbelang, de eer en de onafhanke lijkheid oi van Frankrijk of van Enge land! De Eer mag niet er bij betrok ken zijn! Maar dat is zoo'n rekbaar begrip. Wat is Eer, wat is Oneer voor een Land. 't Vredespaleis't Hof van Arbitrage En wie denkt er nu, na de stichting, in 1913 van die mooie woning voor 't Hof van Arbitrage niet aan Augs. '14. De Eerste Vredesconferentie was in 1899de tweede in 1907 de Derde had moeten plaats hebben in 1915 IJdelheid der ijdelheden, 't alles ijdel- heid. Want in 1915 stond Europa in vuur en vlamwas 't Hof van Arbitrage een ruïaewas 't Vredespaleis een Europeesche bespotting. Is aan 't Volkerenrecht voldaan? Heeft 't Oorlogsrecht gegolden'? De Transvaalsche JJoncentratio kampen weenden van smart. En de nu strijdende M )gendheden beschuldigen elkaar '1 Oorlogsrecht met voeten te treden. Wanneer gaat 't Vredespaleis weer open voor ge Gevolmachtigden der Wereld-Beroerders Na 't plassen in bloed en 't vertreden der Welvaart 't ls nu dagelijks te" zien voor 25 centen intréa. Zijn er liefhebbers? t Kost maar 1 kwartje of 2 sigaren! O, gave God, dat bij den gevraagden wapenstilstand 't Vredespaleis nu eens waarde kreeg! Wat mij zeer bizonder verbaast Dat er in deze dagen'in dézen tijd nog -menschen, prinsen te vinden zijn, die happig blijken op een k oon - Me dunktde aardigheid is er af Ik kan me nog voorstellen, dat iemand er onder zucht kroonprins geboren te zijn, maar geen vrijmoedigheid heeft, omvanzdn kroonprinselijke waardigheid afstmd te doen; dat hij met schrik in 't vooruitzicht heeft, zélf eenmaal te moeten regeeren, de kroon te moeten dragen maar dat hij tegen over zijn land en zijn geslacht begrijpt, dat het nu eenmaal niet anders kin. Dat het zijn lot is. Zelfs zou ik ma kunnen voorstellatf, dat zulk een vorstentelg, h ;e zelden dit ook voorkomt, vroeg den H:c-e vreesde en van oordeel was, dat hij niet mócht wegloopen van de plaats, waar God hem heeft gezet, sterkte puttend uit de geloofsoverweging, dat het Isrel's God is, die krachten geefi. Gods volk ként zulk een „ligging". Hoe menigmaal gebeurt het niet, dat we op een post s'aan, voor een arbeid werden gezet, In een positie verkeeren, waaronder we zuchten maar dat we toch b 1 ij- ven, omdat we voor onszelf overtuigd zijn, dat Góds hand ons daar plaatste en we niet weg mógen, voor Hij kennel^k door de om standigheden ons losmaakt. Zoo zou 't met 'n kroonprins 't geval kun nen zijn. Hoewel,ik heb altijd zekere sympathie gevoeld voor die jonge prinsen uit 't huis Halsburg vooral onder Frans Jozef kwam dat vaak voor t die z'ch van hun aartsherto gelijke .waardigheid ontdeden, om 't genot te hebben, zich als simpele burgers te gaan generen met wat zij het liefst deden en te kunnen huwen met. de vrouw, die |zij 't liefst in hun huis binnenleiden. Ze deden afstand vati hun rang. Van alle eer en glorie en invloed daaraan verbonden, benevens voor zich en hün zaad van elk kansje op den keizerstroon maar ze wónnen er nipt zelden het geluk bij voorzoover daarvan Iver op aarde sprake kan zijn. Ik kan zoo iets b e g r ij p e n. Zooais ik het ook begrijpen kan van dien 25-jarigen Roemeensche kroonprins, die met vreugde alle, aanspraak op zijns vaders troon wil laten varen, om rustig en gelukkig te kunnen leven aan de zijde van de niet-vor- stelijke Roemeensche, waarmee hij zich stil- lekens to Odessa in den echt verbenden heeft Let welik keur dat niet goed. Vooral niet uit moreel oogpunt. 'k Zal niet de stelling verdedigen, dat de meerderjarige 'man en vrouw zich nooit ofte nimmer in het huwelijk begeven mogen, tenzij met toestemming en bewilliging der wederzijdsche ouders. Ais regel moet die er zijn. Maar ook die oud.er3 zijn zondaren. Zij kunnen een verkeerden kijk gekregen hebben op eeh pretendent-schoonzoon of dito dochter; zij kunnen koppig bij hun eenmaal opgevat voo'oordeel volhardenzij kun nen dom zijn als een os en geen rede ver staan ja I is wel gebeurd, dat zij hun toe stemming weigerden om vuil gewlns wille. Dan kïn dit zoo niet blijven. Aan 't zondig „veto" van ontaarde ouders mag tenslotte niet het geluk van een jong menschenpaar hangen en in zulke gevallen móét er een uitweg gevonden worden, die zoowel de Overheid als de Kerk billijken kunnen. Maar de Roemeensche kroonpring ging „stlekusn" te werk Hij praatte er niet eerst over. Hij „ontstal" z ch aan z'n ouders En -die fcreg o me daar op 'n goeden dag een- telegrammetje thins van den Roemeen- schen consul te Odessa, dat m'neer en me vrouw zus-en-zoode kroonprins die met z'n echtgenootebij hem geweest waren en hem hadden gevraagd, of hy pa er. ma maar es telegrafisch op de hoogte stellen wilde en dat er niets meer aan te doen was, omdat zij-en-hij voor altijd waren man-en-vrouw. Zie, zoo moet het dunkt me, toch niet, Moge .al in sommige landen, denk aan En- gelana en Amerika, een dergelijke huwelijks sluiting door de wetgeving zeer gemakkelijk wórden gemaakt, voor Gods heilige Wet staat zij streng veroordeeld D.'ch cfaa- stap ik nu af. Begrijpelijk noemde is alleen, dat deze kroonprins het absoluut niet erg vindt, om ais straf op zijn booze daad, te worden uit gesloten van de erfopvolging in, 't Roemeen sche koninkrijk. En hij wist goed, wat hij deed 'n Onbesuisd jongeling is hij niet. Hij is vqf-en-twintig jaar! Dan kan men in Nederland reeds ki zer en in de meeste landen al zeven jaar koning zijn op dien let f tijd is men 'n er»ntfest bur gervan den Staat en geen opgewonden standje meer Kroondragen is vaak kruisdrager zijn En wie meende dat de tijden ver achter ons liggen, waaritf de uiterste revotuti-par tijen dobbelden mei een koningshoofd, die heeft het aan 't lot, dat dm tsaar van Rusland trof, wel anders kunnen zien. De „risico vau-'t-vak" is groot. Koning Konstantijn van G iekenlatid mag nog van geluk spreken, dat hij juist bij tijds zijn vriendelijk vaderland verlaten heeft, want als de bijl van den scherprechter hem niet getroff n had, dan zou toch denkelijk wel de dolk of de bom van den aanslagple ger hem gevonden hebben Vorstenbloed wordt gauw vergot.-n Denk aan den Oostenriikschen kroonprins en zijn gade, wier geweldadige dood te Se- rajew.) het voorspel was van dezen wereld- krijg Onder 'n troon is 't nomt rustig. Daar werken vulkanische krachten. Wee I als de uitbarsting komt Koning-zijn, hóé ook, lijkt me nooit be geerlijk en hoe hooger iemands barakter staat, hoe genialer geest hij ls, hoe moeilijker 't hem vait koning te zjjn. Neem het absolutistisch koningschap. De vorst regeert onbeperkt van zijn wü hangt het lot van vijf, van tien, misschien van vijftig millioen menschen afhij ver klaart in den meesten volstrekte!) zin oorlog en hij sluit vrede; zijn wil is wet. Och, 'n „roi faineant", 'n koning-niets-doe- ner, heeft het hierbij wel gemakkelijk. Hij kiest 'n eersten staatsdienaar. 'n Man van kracht; misschien ook van staatsmans wijsheid, en hem laat hij feitelijk de regeering over. Voor dels koning dan de glans van de kroonvoor den andét het gewicht. Gaat het goed, dan is dit des konings heerlijk heid gaat het verkeerd, dart heeft het de dienaar gedaan. Maar een koning, die zélf een groot staats man is en een koninklijk karakter heeft, kan zich met zulk een afwentelen zjjner verant woordelijkheid niet tevreden stellen en' wij begrijpen het zoo van een Salomo, hoe hij bij den aanvang zijner regeering schier be zweek onder de zwaarte van zijn taak en in zeer bizondere mate wijsheid van God af smeekte, zou hij niet onder liggen. Neem nu een grondwettig vorst. Alweer, als hij een slappeling is, heeft hij het makkelijk. De weg is hem voorgeschreven. Hij heeft maar te zien, uit wat hoek op een gegeven oogenbükde poli ieke wind onder zijn volk waait en daarnaar hangt hij de huik. Maar alweer; voor 'n werkelijk „groot" man is die positie hoe schitterend ook, toch weinig begeerlijk en ik zou me kunnen be grijpen, dat een geniaal constitutioneel ké ning uitriep: „Ik wou dat ik geen kroon droeg, dan kon ik eerste minister zijn I" Minacht ik hiermee het koningschap? Dat is in 't minst men doel niet. Ik wijs er slechts de moeilijkheden van aan geheel afgezien nog van de persoonlijke g è- varen, die een gekroond hoofd méér be dreigen dan een vergeten burger. Ja, ik yoeg er onmiddeiijk aan toe, dat b! v, figuren als koning Albert van België en lot zekere hoogte ook Alfönst van Spanje toonen, hoe ook on der cte bedeeling van het parlementaire ko ningschap" nobele figuren best tot volle uit- leving hunner persoonlijkheid kunnen komen, M.ar bezwaarlijk blijft het koningzijn. Déar wou ik maar es op wijzen. Om mijn verwondering te motïeveeren, dat er voor de kroon van Finland, van Po» lèn, van Lifthauen en wie weet straks van welk land méér, altijd nog zooveel liefheb bers zijn, Zelden hoort men, dat een niet wil. Deze markt is aifyd willig. Het „artikel" trekt nog steeds. En dat niettegenstaande de verzuchting van Filips II op zun sterfbed menigmaal in een vorstelijk paleis is herhaald: „Ware ik slechts de armste schaapherder van mijn land geweest", 't Gebed voor degenen „die in hoogheid gezeten zijn", wege op onze ziel met dubbele bracht. UITKIJK. De Melkvoorzienlng en ons Vet-antsoen. Met onze melkvoorziening, waarmee in 't nauwste verband de Vetvoorziening staat, ziet het er alles behalve rooskleurig uit. De toes'and is inderdaad verbijsterend. In 1915 en '16 hadden we nog reusachtige boterover- schotten en kaasultvoercn, ook in '17 werd nog 25.0 0 ton bo'.er en 56 000 ton kaas uit gevoerd, en nu, in bet melkjaar '18, wordt de productie van boter en kaas respectieve lijk slechts 5000 ton hooger en zelfs 1000 ton lager geraamd dan de uitvoer in '17. Men staat hier ten deele voor een onoplos baar raadsel Dit verschijnsel is niet geheel te verklaren uit de afslachting in '17 van.300 a 350-duuend stuks (welke meest wrakke me kbeesten en jong vee waren), het minder produceeren van melk tengevolge van het ontbreken van krachtvoeder, en het meerder gebruik van melk, meent een schrijver in de Econ, Stat. Berichten. Hiertegenover stond toch de zeer gunst ge Aprilmaand. Worden de cijfers van den burgerlijken stand van den veestapel bekend, dan wordt de zaak ons misschien duidelijker. 't Is waar, dat er nog a' slachikalveren z3n opgefokt en gemest, dewijl dit zeer Ioo- nend was, en dat er van de fabrieken veei ondermelk is teruggeëischt ten behoeve van den varkens-aanfok, welke ondermelk anders tot magere kaas werd verwerkt. Een en an der heeft natuurlijk onze melkvoorziettlng ia v li I

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1918 | | pagina 1