ES.
K.EN,
«g.
Woensdag 25 September 1018
33ste Jaargang N#. 2427.
toof de KuidhoIIandselie en Keenwiche Eilanden.
island
.DEN.
briek
iter
ater
ddel
81e Ömrtof*
1
Antirevolutionair
Orgaan
>.r
IN HOG SIGNO VINCES
Rotterdam
DERSTIM
„DE DUIF'
li]. R.V.S.
"Jut
nsplaat.
LAND- EN TUINBOUW.
UIT DE PERS.
BINNENLAND.
BUITENLAND.
I
W. BOEKHOVEN Zonen,
%tïe «tuitnen «ie s&edacste tsesiesssxa Advertenties? verdere Adii»Iiitsfir®tSe firasucd t©e te lenden aan die Uitgeven.
BOTTERDAM
TO, Tel. 5121
Tollenstr. 50
'el. Int. No. 21.
chtiging de
ons BAKE-
plekken) oi
en.
ïouwerij
efooo No. 1948.
Deze Courant verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG.
ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden franco per post 75 Cent bij vooruitbetaling.
BUITENLAND bij vooruitbetaling f 5.50 per jaar.
AFZONDERLIJKE NUMMERS 5 CENT.
UITGEVERS:
SOMMELSDIJK.
Telefoon Intercommunaal No. 202.
ADVERTENTIËN 12"/, Cent per regel, RECLAMES 25 Cent per regel.
BOEKAANKONDIGING 5 cent per regel.
DIENSTAANVRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN 50 Cent per plaatsing.
Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zg beslaan.
Advertentlën worden ingewacht tot DINSDAG- en VRIJDAGMORGEN 10 UUR.
naar het ADRES en
naam, doch wat daar
IND kan er koopen
!t)k 359.
ïocht boeken van
ren genoemd adres,
M0. en der Ned.
erenbedrflf, handel
30ES, en In Zaal- v x
rraad Rioolbuizen,
en van Regen- en
aad Dakpannen, in
Vloer- en Wand-
inde mnren, plafon
Efiisiers aan
brengt.
sliitis,
en.
Nieuwe wegen na den oorlog.
Het zal er na den oorlog anders uit gaan
zien dan nu. Is dit een voorspelling van
profeten, die brood eten of is de huidige toe
stand reeds profetie van wat te komen staat.
Welnu dan; de Engelsche arbeiders hebben
eenparig gezworen, dat ze de fabrieken en
mijnen niet meer zullen ingaan zonder ont
vangen medezeggenschap over die fabrieken.
Welnu dande Nederlandsche arbeiders, door
de Regeering opgeroepen in distributiecom
missies; opgeroepen uit allerlei coöperaties
om adviseerend en helpend op te treden;
opgeroepen uit vakbonden en vakorganisaties:
ze kunnen niet meer teruggeduwd worden
naar eenvoudiger werkkring In Duitsch'and,
waar de werkers en werksters uit de arbei-
j'C-' derswereld den Keizer van steenkool en am
munitie^ voorzien om den oorlog reeds yier
jaar vol te houdenze kunnen niet meer ter
zijde worden gesteld bij de regeling van 't
arbeids- en fabrieksleven; ze hebben veel
gepresteerd in den ooi log; ze zullen ook hun
nieuwe jrgchten elschen na den oorlog. En
in Amerika zijn reeds aan de arbeiders be
loften gegeven van invloed op fabrieken en
werkplaatsen in publieken en particulieren
dienst.
De arbeid heeft veel gepresteerd in deze
bange jaren en hij zal vragen om meer loon,
meer Invloed, meer zeggingschap op allerlei
gebied. De nieuwe arbeidscontracten, die na
den oorlog zullen worden afgesloten met de
werkgevers zullen er anders uitzien da» nu
aan 't kapitaal zullen tischen gesteld worden,
die we nu wel eens hooren bespreken op
vergaderingen, maar die dan werkelijkheid
'zullen zijn. Of daaruit dan niet zware strijd
kan geboren worden tusschen kapitaal en
arbeid? Gewis. Alle voorteekenen zijn er.
De toebereidselen zijn er zelfs in Nederland
in den Economlschen Bond. De aanleidingen
en 't eerste begin is erdus komt het. Wat
natuurlijk is, "houdt men nooit tegen. De ar
beiders elsch om meer invloed na den oorlog,
die hen opriep tot verdediging des lands,
tot bescherming van eigen en anderer leven
en bezittingen met opoffering van eigen leven
en gezondheid, met verlating van vrouw en
kind in ontbering en drukdie eisch
om meer recht na meer prestatie is
biliijk. Daarom zullen er nieuwe wegen moe
ten ingeslagen door Landbouw en Industrie,
bij Handel en Zeevaart. Het kapitaal zal
veeren moeten laten, al wordt de kip nog
niet gepluimd.
Ten onrechte.
Door meer dan een Blad is de opmerking
gemaakt, dat de Troonrede nog al vaag was
geen houvast aanbood voor de aanstaande
politieke gedragslijn-in-fijten en daden, van
dit Kabinet. Onzes inziens is die opmerking
ongegrond. Elke Troonrede geeft slechts grove
lijnen aan; opent slechts perspectief; noemt
slechts de hoofdzaken en laat de détails
rusten, die aan 't toekomstig beleid overblij
ven ze dan en dan in den vorm van een
Wetsontwerp aan te bieden. Hoe ware 't bv.
mogtlijk geweest, dat Mr. De Vries, Minister
van Financiën, in de de acht dagen vóór de
Troonrede, pas geroepen tot Minister, dat hg
in die acht dagen een heel financiëel program
klaar heeft. De Troonrede was dan ook zeer
voorzichtig en moest "dat zijn in zake die
financiëele paragraafer was geldgebrek en
er zouden middelen gevonden moeten wor
den om de schatkist te sterkenmaar hoe I
die gesterkt zal worden door Mr. De Vries,
zal hij zelf nog niet doorzien in zijn voile
lengte en breedte. En zoo is't met de andere
punten ook! Men heeft gevraagd: hoe zal
't met de distributie gaankomt er nu ver
andering van stelseler stond niets van in
de Troonrede. Welke veranderingen zulien
er komen in de Talma's wettener stond
niets van. Wat zal de Indische vloot of de
Iadlsche militie presteeren moeten; er stond
niets van. Alleen bij 't Onderwgsvraagstuk
was 't Staatsstuk iets duidelijker, inzake de
herinnering aan de eendrachtige en vriend-
schappeigke samenwerking in de Staatscom
missie, die Art. 192 een nieuwen inhoud gaf.
En te meerwaar de crisis een paar maan
den geduurd heeft; de tijden onzeker zgn
en in samenwerking zooveel mogeigk moet
worden geregeerd, kan 't niet anders of de
Troonrede moest alleen in breede trekken
eenige aan wijzigingen geven, waaruit leder
natuurigk zgn eigen conclusies moet trekken
maar te eischen, dat de Troonrede in bgzon-
derheden zou afgedaald zijn over distributie,
Financiën, Koloniale vraagstuk, Verzekerings
wetten enz., 'tis wel te veel geëischt. Zelfs
in normale jaren zijn eertijds Troonreden
verschenen van de Linkerzijde, die ook aan
leiding gaven tot onophoudeigk vragen en
gissen.
Openbaarheid.
De voorlaatste alinea der Troonrede wa3
deze: „Bij 't toenemen der binnen-en buiten-
landsche moeilijkheden vertrouw Ik des te
vaster op Uwe onverdeelde medewerking."
En onwillekeurig denkt men by deze „on
verdeelde medewerking" aan de bekende mo
tie, die na de debatten der 2e Kamer over 't
buitenlandsch beleid, 8 tot 10 Mei '17, is in
gediend, n.l.
De Kamer,
van oordeel, dat 't algemeen belang ver
langd, dat regelmatig overleg wordt.ge
pleegd tusschen de Regeering en de Staten-
Generaal over de zaken van buitenlandsch
beleid,
spreekt als haar meening uit, dat wijzi
ging van 't Reglement van orde tot stand
behoort te komen, teneinde door de in
stelling van een vaste commissie voor de
buiteniandsche aangelegenheden, tot het
plegen van zoodanig overleg te geraken,
en gaat over tot de orde van den dag.
Bij 't toenemen der Buiteniandsche moei-
ïgkheden (de motie gaat alleen daarover, en
laat den Binnnenlanüschen toestand natuur
lek aan de Ministers enz. over) zou 't dus
gewenscht zyn, om de „onverdeelde mede
werking" die de Koningin vroeg aan haar
getrouwe Stalen-Generaal, in de richting van
die Motie te zoeken.
Het kan niet anders om zoo'n vaste Com
missie van ernstige en degelijke Kamerleden,
zou aan de medewerking des Voiks inzake
Buiteniandsche Zaken een hoog karakter ver-
leenen; zou vertrouwend en geruststellend
kunnen werken; zou door de openbaarheid
van wat nu soms onder den dekmantel wordt
bewaard aanleiding geven tot mindere ver
dachtmaking van personen en zaken. De ge-
heimdoenerq zou wel voor een groot deel
verdwgnen en 't meeleven van Kamer en
Volk er dcor versterkt.
V Te iaat.
In de Troonrede staat één passage, die in
veel woorden wonder weinig zegt. Er staat „De
voorziening in het uit de tgasomstandighe-
den voortvloeiend gebrek aan de noodzake
lijke levensbehoeften blijft het onderwerp van
Myne toekomende zorg. Ik ben er op bedacht
de daartoe strekkende maatregelen zoo wei
nig drukkend mogeigk te doen zgn en te stre
ven naar zekerheid van de rechten naast de
plichten der ingezetenen. „Er is dus een ge
brek aan levensbehoeften, en er komen maat
regelen daartegen, en die maatregelen zullen
streven naar zekerheid van de rechten en
plichten der ingezeten. Die maatregelen kuh-
dus nergens anders op doelen dan op „pro
ductie" en de „distributie" of verdeeling"
dierzelve; of m. a. w. hier wordt 't woord
gericht tot Landbouw en Veeteelt, en
Tuinbouw, want dat zyn de takken waar
van thans vruchten te oogsten zijndie de
noodzakeig'ke levensbehoeften van Brood en
Vet kunnen aanbrengen. Er zyn nog wel an
dere noodzakelijke levensbehoeften, zooals
Kleeren van wol linnen, en katoen, maar die
kan de Koningin niet bedoeld hebben, om
dat wol en katoen uit overzee komen en de
Koninkigke „maatregelen" hebben in dit over-
zeescbe product niets te beduiden, 't Loopt
dus in de Troonrede over Graan en Vet en
alle fabrikatie, die daarmee in verband staaf.
En nu zal de Koningin streven naar zeker
heid van rechten en naast plichten der inge
zetenen. Maar die ingezetenen zijn drieërlei
er zijn producentener zgn consumenten
en daartusschen in de Handelswereld van
groote kooplui, grossiers, kleine kooplui, com
missionairs, kettinghandelaars, smokkelaars,
groote dieven en kleine, woekeraars, sjache
raars, enz. Nu zal de Koningin af die inge
zetenen van Boeren, o! producenten, Burgers
of Consumenten, en Handelaars met eikander
verzoenen en dat in dezen tijd, waarin
alle Stelsel mislukt; alle man naar zich zelve
toe krauwt; alle rust uit de gemoederen is
gewekenallerlei vertrouwen is verloren ge
gaan nu er gebrek is In de steden, relletjes
overal nu, na 4 jaar tobben zal aan alle
Ingezetenen geschonken worden „zekerheid
van rechten" en geëischt: „vervulling van
plichten". In den chaos wil men nu orde
Nu Te laat.
De Eiectriciteit op het Platteland.
De in letterigken zin donkere tijd, dien
we tegemoet gaan, doet niet het minst op
het platteland het verlangen ontstaan naar
electrisch lich1, en men leest dan ook uit on
derscheidene deelen van bet land berichten,
dat men zich velerwege beij /ert om zoo mo-
gelyk, nog in den a s. winter van het nieuwe
licht te profiteeren. 't Zou speciaal voorden
veehouder een genot een zegen zgn. Hg kan
althans niet buiten licht in den stalin den
avond en in den vroegen morgen, als het
vee wordt verzorgd en gemolkenbg het
kalven, of als er ongemak is met een of an
der beest, vaak ook in den nacht.
Was de aanleg er eenmaal, dan zou het
wel tot verdere toepassing komen, tot groot
gerief en voordeel.
Dit heeft de heer J. M. Sttffelaar, electro-
technisch en werktuigkundig ingenieur te
's Gravenhage, dezer dagen aangetoond in een
voordracht, welke hij hield een voordracht
met lichtbeelden voor de Zeeuwsche Landb.
Mij.
Aan de hand van een serie lichtbeelden
werden de toepassingen aangetoond van den
electromotor voor het aandrijven van dorsch-
machines, maaimolens, water- en glerpompen,
stroosngders, bietensnijders, lijnkoekbrekers,
waschmachines, de werktuigen voor het zui
velbedrijf de werktuigen voor het klelnbe-
drgf te piattelande, voor smidsvuren, draai
banken, circ 1- en lintzagen, boormachines,
enz.
Een der belangrijkste toepassingen van de
eiectriciteit was volgens spreker, die voor
het aandryven van de pompen voor de water
voorziening. In een brochure van de N. V.
Zuid-Bevelandsche Waterleidingmaatschappij
wordt op de groote beteeker.is van zuiver
water voor de veeteelt en het zulvelbediijf
de aandacht gevestigd. Aan die brochure die
spr. ten zeerste in belangstelling van zijn
gehoor aanbeval, waren een paar lantaarn
plaatjes ontleend. Een electrische pomp-in-
stallatie is door de weinige rui r.'te, die zij
inneemt, in aanschaffing goedkoop en in be
diening zeer eenvoudig. Ze kan oj) elk ge
wenscht oogenblik worden aan gezet* De elec-
iriciteitsvoorziening kan dus de watervoor
ziening krachtig bevorderen. Het omgekeerde
is echter ook waar.
De waterpompen vormen een zeer ge wensch-
te "belasting voor de elecirische centrale, en
met een dergelyke afnemer er bg wordt de
kans grooter, dat het electrlciteitsbedrgf ren
dabel wordt. Beide bedrijven hebben elkaar
noodig.
In Noord-Holland heeft de energieke di
recteur van het Prov. Eleciriciteltsbedrijf, de
heer Smit Kleine, den stoot gegeven tot de
instelling van een commissie, die in opdracht
voor de provincie de watervoorziening van
heel Noord-Holland ia studie heeft genomen,
en op dat voorbeeld wenscht spr. in het bg-
zonder de aandacht te vestigen.
Niet alleen de electrleiteits- en watervoor
ziening was provinciaal goed te regelen, ook
de gasvoorziening kwam daarvoor in aan
merking. 0">k op dat probleem was in Noord-
Holiand door den heer Smit Kleine de aan
dacht gevestigd en reeds bij een commissie
in studie, In L< iden, waar spreker zelf eenige
jare" by de Stedeiyke Fabrieken van Gas
en Eiectriciteit werkzaam was, voorzag men
reeds lang tal van dorpen uit den omtrek
van gas dat onder verhoogden druk er heen
werd gebracht. Do >r dergelijke centrailseering
wordt veel geld gespaard.
Een andere belangrgke toepassing van de
eiectriciteit was de aandrgving der pompen
voor de polderbcmaling. Vooral een nieuw
type pomp de vgzelpomp, waar spreker eenige
lantaarnplaatjes van toonde, schijnt voorbe
stemd om een belangryke rol in de bema
lingen van onze polders te gaan spelen.
Deze pomp is bgzonder geschikt voor lage
opvoerhoogten. De groote bedrijfszekerheid,
die een electrische bemalingsinstallatie bezit,
de gelegenheid om op elk gewenscht oogen
blik de installatie in werking te stellen, zon
der dat het noodig is eerst de ketel op te
stoken, enz., zyn de groote voordeelen van
een electrische installatie boven de stoom-
bemalingsinrichtingen. Omgekeerd vragen de
polderbemaiingen een belangrgke afname aan
eiectriciteit wat de rentabiliteit ten goede
komt. De toepassing der electrische bema
ling neemt dan ook, vooral in Noord-Holland
sterk toe.
De electrische kracht kan men gelyk we
boven zagen, op de boerderg gebruiken voor
het in beweging brengen van machines om
te dosschen, voor de voederbereiding, voor
het pompen voor het naar boven brengen
van het hooi, enz.
Ook voor andere machinale bewerkingen
zooals b. v. schapen scheren, het in bewe
ging brengen van de waschmachine, enz.
Alle mogelijke landbouwmachines kunnen
dus met electrische kracht in beweging wor
den gebracht. De stroom brengt een electro
motor, en deze motor brengt het gewenschte
werktuig in beweging. Voor werktuigen en
machines welke dan hier, dan daar in wer
king moeten zgn, gebruikt men verplaatsbare
electromotoren, welke zoo eenvoudig zijn,
dat een ieder ze kan bedienen.
De heer Steffelaar gaf geen kostenbereke
ningen, hiervoor had hem de tijd ontbroken.
Daarover deelde „N. L. W." laatst een en
ander mee. De kracht, welke door de ver
schillende machines gevorderd wordt, is
afhankelyk van de grootte van den te leveren
arbeid.
Een dorschmachine zonder stroopers bijv.
vordert van 5 tot 20 P.Keen hakselmachine
van 2 tot 5 P.K., een bietensngder 05 tot 1
P.K., een koekenbreker 0 5 tot 1 P.K.
Doordat dezen arbeid gedurende den dag
wordt uitgevoerd en vele electrische centra-
Ien overdag goedkooper leveren, komt het
P.K. uur niet zoo duur dan het door het
trekdier geleverde P.K. uur.
De eiectriciteilsmeter teekent de gebruikte
eiectriciteit in kilowatt-uur op. Wanneer door
den meter gedurende 1 uur 1 kilowatt of
1000 watt gestroomd is, is 1 kilowatt uur
verbruikt. Een kilo-watt staat ongeveer gelyk
met V/3 PK.1 P.K. is ongeveer 850 watt
en 1 P.K. uur bedraagt ongeveer 0.85 kilo
watt uur.
De stroomprgs op het platteland is veelal
op 25 cent per kilowatt-uur voor verlichting
en op 10 tot 12 cent per kilowatt-uur voor
krachtstroom gesteld.
De kosten van de electrische verlichting
hangen af van het aantal en het gebruik der
aangebrachte lampen. Met eiectriciteit wordt
dezelfde lichtsterkte goedkooper verkregen
dan met petroleum. Door de invoering van
electrisch licht verkrygt men een verbetering
van de verlichting; de uitgaven voor elec
trische verlichting zullen echter in vele ge
vallen hooger zyn dan die voor de vroegere
onvoldoende verlichting met petroleum.
De stroomkosten voor het afdorschen van
100 K.G. graan bedragen ongeveer f0.06.
Het stroomverbruik van een hakselmachine
hangt af van het meer of minder scherp zyn
van de messen. Men kan gemiddeld 0.1 tot
0 2 kilowatt-uur per 100 K G. haksel van 7
tot 8 mM lengte rekenen d.i. pl.m. 1.8 cent.
Voor een t.oekenbreker is het stroomver
bruik per 100 K.G. circa 0.1 kilowatt-uur,
d.i. 1 cent aan stroomkosten.
Voor net oppompen van 1000 liter water
op 10 M. hoogte is circa 0.1 kilowatt-uur
noodig, d.i. aan stroomkosten pl.m. 1 cent.
Het vullen van een gierbak van 800 liter
duurt met een kettingpomp met handkracht
ongeveer 10 tot 15 minuten, met electrische
kracht circa 2'/» minuut met stroomkosten,
berekent naar het 10 cent-tarief, van pl.m.
7j cent.
Het afsteken en het opbrengen met een
elevator van één voer hooi op 10 M. hoogte
duuit 20 minuten en kost aan stroomver
bruik circa 2'/i cent.
Bovenstaande cyfers zgn als globaal te
beschouwen, zg zijn ook afhankelijk van de
wijze van aandrgving der werktuigen.
De Btreomkosten zullen op zichzelf geen
groot bedrag vormen, ook niet indien zij hier
iets hooger mochten uitvallen.
Het is het belang van den landbouw zelf
om het stroomverbruik ook voor andere
doeleinden te bevorderen, omdat men daar
mede bg de electriciteitsvoorziening op het
platteland rekening zal moeten houden.
C. B.
Wat ingevoerd moet worden.
Te weinig wordt bedacht, dat Nederland
behoefte heeft aan alles lei artikelen, die van
uit de Centrale Rgken Ingevoerd moeten
worden.
Zoo bijv. landbouwwerktuigen en machines
om de productiviteit van onzen bodem zoo
hoog mogelijk op te voeren.
Maar er is meer. Op dit oogenblik zijn wy
wat het zout betreft, nog niet geheel onaf
hankelijk van het buitenland. Er is evenwel
hope dat wij binnenkort onafhankeiyk zullen
worden.
Voorts hebben wg behoefte aan kalizout,
aan cement, kalk, tras, gips, hout, chemica
liën, kleurstoffen, Thomassiakkenraeel,
scheepsbouwyzer, ander gzer, kolen, benzine,
petroleum, smeerolie, parafine, coustie soda,
potasch, kaliloog, looistoffen, enz.
Staat de invoer van al deze goederen stil,
dan loopt ons bedryfsleven ernstig gevaar en
wordt ook schade aan onze voedselvoorzie
ning toegebracht.
Men oordeele toch niet oppervlakkig over
den uitvoer ter compensatie van invoer.
Helaas, er valt weinig meer te exporteeren.
Wg komen zooveel te kort.
Maar dat zal ook voor den invoer weer
nadeelige gevolgen hebben
Wq raken al meer in de knel.
(Merweb.)
EIEREN.
De minister van landbouw, nijverheid en
handel, gelet op een beschikking van
a. 18 Juni 1918, houdenden o. m. vaststel
ling van den maximum-groot-, tusschen- en
kleinhandelprgs voor kippen- en eendeneieren
zoowel versche als geconserveerde;
b. 17 Juni 1918, houdende verbod tot ver
voer van kippen- en eendeneieren
c. 6 Juli 1918, houdende verbod tot ver
voer van eiwit en eigeel,
heeft, te rekenen van 27 dezer ingetrokken
1. de in voormelde beschikking sub a be
doelde maxlmumprg'zen
2 voormelde beschikkingen sub b. voor
zoover betreft versche eieren, en beschikking
sub. c. (St. ct.)
De distributie.
Volgens de Telegr. zou minister Van IJs-
selstein voornemens zijn, de distributie naar
het Engelsche systeem te organiseeren. In
elke provincie zal een commissaris de dis
tributie regelen en daarvoor een centraal
bureau hebben in te richten. Iedere provincie
heeft in haar behoeften te voorzien uit de
eigen voortbrengselen. Wat daarna overblyft,
wo/dt overgedaan aan de provincie, die deze
artikelen noodig heeft.
Deze reorganisatie zou binnen driemaan-
den voltrokken zijn.
DE TOESTAND.
Ook in Palestina zyn de Engelschen tot
den aanval overgegaan en met een niet on
belangrijk succes. Welk een omvang de
operalies daar hebben aangenomen wordt
het beste belicht door een enkele bgzonder-,
held, die in een van de Londensche berich
ten wordt medegedeeld.
Naast verschillende andere plaatsen die
door de Engelsche troepen bij hun opmarsch
genomen zgn, wordt ook Nazareth genoemd.
Nu zgn de meeste plaatsnamen, waarvan
melding wordt gemaakt, door het gebruik
van de Turksche namen in plaats van de
oud-Bqbelsche, zooals Nablus in plaats van
Sichem en door binnengeloopen seinfouten
enz. op de meest-gedetailleerde kaarten on
vindbaar, zoodat een overzicht van de
operaties zeer moeilijk wordt.
Omtrent de ligging van Nazareth bestaat
echter geen twgfel. Het is een goede 100
kilometer ten Noorden van Jeruzalem ge
legen. En door het vermelden van den naam
van die plaats, die wel geen strategisch-be-
langrijk punt zal uitmaken, maar die een
wereld-bekendheid heeft, lichten de Engel
schen een verrassend-snelle ontwikkeling van
hun groote operatie het duldelykste toe.
Het schijnt, alsof de Engelschen in het
H. Land eer. van de weinige waarigk strate
gische successen in dezen oorlog behaald
hebben, een succes waarby de tegenstander
niet alteen wordt teruggedrongen en een
min of meer belangrijk gebied hem wordt
ontnomen, maar waarbg ook een aanzienigk
deel van zgn levende stiydkrachten „in de
pan wordt gehakt", om deze meer aan vroe
gere strijdwgzen herinnerde uitdrukking te
gebruiken
De Engelschen hebben het Turksche front
„doorbroken", in den meest, eigelijken zin
-ffl