lest, Zaterdag 31 Augustus 1918. 338le Jaargang N*. M%0, voor de Znidhollandüelie en Zeéowiche Eilanden. °ir appij r. Eerste Blad. BBiiifflaiMteeliifl. Antirevolutiofiair e Abdijsiroop IN HOC SIGNO VINCES elaar VEL. ,11 ET GOUDEN HERT", propriëtaïr R. C. F. i L LEE-Moom OP BEU UITKIJK. Ingezonden Mededeellngen Wapent U tegen de JP Spaansche Briep UNO- EN TUINBOUW. :zemest, die plantengroei er verbrui- e jaren ge- is zeer billijk van meer of en verstrekt. W. BOEKHOVEN Zonen, Alle stukken voor «Se Redactie bestemd, AdverteMflëei en verier© Administratie tfftnco toe te zenden n&n de Uitgevers SSCHELOO, 'ordt vervolgd Rotterdam. Het door ieder aanbevolen adres. 1 oor geluldwe- 2K. Verder alle intle. lAT - pmmelsdflk. 13043 n tijd. Deze Courant verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG. ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden franco per post 75 Cent bij vooruitbetaling. BUITENLAND bij vooruitbetaling f 5.50 per jaar, AFZONDERLIJKE NUMMERS 5 CENT. UITGEVERS: SOMMELSDIJK. Telefoon Intercommunaal No. 202. ADVERTENTIËN 12Vi Cent per regel, RECLAMES 25 Cent per regel. BOEKAANKONDIGING 5 Cent per regel. DIENSTAANVRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN 50 Cent per plaatsing. Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan. Advertentiën worden Ingewacht tot DINSDAG- en VRIJDAGMORGEN 10 UUR. dkoopste adres ;rootingen voor 14191 hebt en over- :1 vanaf teeg ssen enz. Kapokmatras, ersoons houten ijken vanaf 20 elang. teriaal. i oor gevestigd edert 1904. SO. 9. 13694 g etc. DEPOSITO sy* BANK. n 2—4 uur n.m ze voorzichtig de meid achter evelend. ja. lijk hier altijd als als er eenige huiselijke bezig- dhoorend, maar ren en is hier uis. e zeggen wou: flink zoo, m'n fa, die evenmin 5ók wel edocht I eid toe. eerMaak niet meer e liggen, 'k Zal ien ja, zet is er misschien De toestand der Nederlandsehe Schat kist was over de laatste maanden, ther mometer van den economischen toestand van ons Vaderland voor twee belang rijke takken van bestaan. Da cijfers n.l. vermelden een sterke daling der Invoerrechten en een groote stijging van de Rechten op den Waarborg voor beter doen kan, a's hoede laten, elegd?" vraagt r!" diepe gedachten jewezen patroon Coning der Ver velt, als ware't het stempel der irukt op 't reeds n gelaat, terkste zelfs I nietigheid, jen daarheen... gouden en zilveren voorwerpen. Wat beteekent dit De daling wijst op den stuk geslagen Handelde stijging op den grooten rijkdom van Landbouw en Veeteelt en op do enorme winsten door smokkelaars en Oweeërs gemaakt. Als de invoerrechten verminderen is er géén invoer meer; is er van uit 't Buiten land niets ontvangen door Boot of Spoorhadden de tolbeambten, douanen, kommiezen niets te registreeren en te verifieeren of na te gaan; dan is er rust op 't douanekantoor; rust op do rivierenrust in de havens-; rust langs de [grens; rust, doodelijke, onverkwik kende en op inzinking, wegsterving duidende rust, als bij een stervende, die na vele dagen tobbens op zjjn legerstede, eindelijk zijn voeten bij elkan- ^der voegt, zijn banden klam neerlegt fI laken en oitsluipen gaat. 't Is gedaan. Maar de Stijging van de Rechten op 't Goud wijst op de grootere koopkracht der Gouddragers, die ge niet in de eerste plaats moet zoeken onder de Stedelijke bevolking, die kwijnt als Handel en Industrie kwijnen, maar die ge zoeken moet op 't Platteland, waar de Landbouw tiert en de Veeteelt be oefend wordt. Waar men Goud draagt en zilver zich aanschaffen kan; waar men Goud koopt en er zich mee tooien kandaar stijgen de Rechten op den Waarborg, hetzij bij goudsmeden van de dorpen, hetzij bij die der steden Ja, waarlijk de dalende Invoerrech ten (en de daling was bij vroeger ver geleken zeer, zeer groot) wijzen op een kapotgeslagen Handel en een ingezon ken Nijverheid, die nu baar materiaal mist tot fabricage, eertijds met schepen vol aangevoerd uit alle Landen der Wereld; maar de stijgende Waarborg- rechten (en de stijging is zeer groot) duiden op welvaart van een anderen tak van volksbestaandie nu door milde oogsten en hoogere prijzen, in staat is, rijkere inkoepente doen, waarbij we echter ook rekening wenschen te houden met Smokkelaars, die volop verdienen, met Sjacheraars, O-weeërs, Hamsteraars en Kettinghandelaars, wier finantiën er ganscheiijk niet door lijden als duizenden tobben moeten in den Burgerstand. Maar zóó lezen we in Zacharias4e hoofdstuk, vers 12: En andermaal antwoordende, zoo zeide ik tot hemWat zijn die twee takskens der olijfboomen, welke in de twee gouden kruiken zijn, die goud van zich gieten? Zie 't voorwerp staan. Zacharias ziet een gouden kandelaar, beeld van de Gemeente van Christus. Die kandelaar had zeven armen, 't heilige getal der volmaaktheid en der volkomenheid. Elke arm had op den punt een schaaltje, een luchter, die een gouden vlam gaf. Elk schaaltje kreeg zijn gouden olijf olie uit twee gouden kruiken, en die kruiken kregen 't weer van de twee takskens der olijfboomen. Beginnende dus bij 't begin, zag Zacherias een Olijfboom, beeld des Heiligen Geestes. Die Boom heeft tak ken, d.i de H. Geest werkt in zijn Kerk èn hier èn elders, ja overal. Die takken druipen olie af in twee gouden kruiken d.i. de H. Geest schenkt Zijn krachten en gaven aan twee reser voirs, aan twee vaten, aan de In en Buiten 't Ambt staande leden Zijner Kerk Elke kruik geeft olie aan den luchter di. de Kerk zooals ze zich openbaart naar huiten, zooals ze er als instituut van binnen uitziet met Ambten, Ambtsdragers, Prediking des Goddelijken Woords, Bediening der heilige Sacramenten en Toepassing der Tuchtmiddelen van Liefde en Genade, die Kerk en zóódanige Kerk verspreidt en bevordert 't Licht des Evangelies en 't Werk der Genade en der Waar heid, die in Christus, Haar Bron, aan wezig is. Of om de geheele gedachte te omvatten: De krachten des H. G. zijn in de Kerk, en als schitterend goud van de hoogste waarde en 't hoogste karaat aan te merken. Zoo dus de Antithese, 't Stoffelijk goud en 't geestelijke, 't Stoffelijke, dat door den Heere den menschenkinderen wordt aangeboden om er rentmeester over te zijn. 't Stoffelijke, overal in de H. S. aangeprezen, en 't den volkeren der wereld voorgehouden als schitterend van innerlijke en uiterlijke uitnemend heid. In 't Paradijs was goud en 't goud van dit land was goed, staat er in Genesis. En in de Openharing van Joh. lezen we van't Nieuwe Jeruzalem van een rietstok van gouden van de straat der stad van goud. En tusschen Genesis en de Openharing van Joh. ligt 't Rijk van Salomo met zijn goud, toen 't zilver niet in tel was. Zoo dan goudr in 't begingoud in 't land van Salomo, dat de Toekomst der heerlijk heid typeerde en er schaduw van was en in dat Toekomstland der Eeuwig heid weer ,'goud. Kronen van goud en strepen van goud, en ketenen van goud en zegelringen van goud en verlovings ringen van goud; de gouden dracht van Macht en Gezag; de gouden dracht van Liefde en Trouw; maar ook de gouden dracht van 't zich opsmukkende schepsel, dat om zijn verlies van gouden hart en gouden karakter in den Staat der Rechtheid te vergoeden, nu zijn uiterlijk, zijn borst en hoofd en vingers gaat tooien, zooals de heidenwereld haar neus en lippen. Goud heeft groote waarde en 't is de H. Schrift, die 't erkent, er mee rekent, 't aanprijst, 't den menschen kinderen aanbeveelt om 't te bewaren en er vruchtbaar mee te arbeiden. Tenzij men 't hart er opzet. Er dorst is naar goud. Eeredienst van goud. Maar hooger dan 't aardsche goud staat dat in de gouden kruiken van Zacharias, wat in wendig verrijkt, én 't individu maar ook 't Gezin, ook de Maatschappij. De rijke Landbouw is arm zonder »die gouden kruiken met goud". Een hartvangoud is meer waard dan een schat in de posito hier en daar op de Bank gebracht. Motel ae§t&ur&nt Gedampte Boereïaste?«er 63A, 63B 12451 Direct nabij de Hoofdsteeg, DINERS f 1,— en hooger. LOGIES MET ONTBIJT f 1.25, f 1.50, en f 1.75 Tel. no. 1532. Aanbevelend, Adel van ziel, adel van geest, een hoog ideaal, een heilig doel, een leven van geloof, hoop, en liefde, vol barmhartig heid en toewijding; een schat in den hemel, die mot noch roest verteren; goud voor den Landbouw maar uit de kruiken van Zacharias is dat niet nog hooger te waardeeren dan brandkasten vol goud. 't Aardsche goud wordt omgehangen't zit er maar op. 't Geestelijke goud wordt ingegoten want 't werd bij Zacharias kruiken uit gegoten op de luchters. Goud heeft groote waarde. De H. Schrift waardeert 't. Nergens noemt de Schrift 't»'t slijk" 't aardsche slijk", 'tls geen slijk; 't is een dankbare gave Godes om Hem er in te erkennen. En met dat aardsche Goud sticht God de Heere zich, 't zij met eer bied gesproken,zijn Kerk en zijn School, zijn werken der Barmhartigheid enz. Hem ter eere en sterfelijken zielen tot zegen. Maar hooger staat 't Goud des Gees tes. Men verzamele Goudmen gebruike 'tmaar tooiende er mee Christus Kerk (en niet zich zelf in de eerste plaats!) en alles wat daar mee samenhangt, zoeke men toch in de eerste plaats 't Geestelijk Goud. In dezen rijken tijd voor den land bouw, waarin de rechten op den Waar borg toenemen, vermindere men de rechten Gods niet. Waar 't goud toe vloeit, vergete men de olijfstakskens en de kruiken van Zacharias niet! Da Koning teekende de Wet I In 1878de befaamde Schoolwet van Kap- peijne, al spoedig onder ons volk als „de scherpe Resolutie" bekend. Wij staan nu achter die zaak. En ons oordeel, onder eerbiedig opzien tot den Heere der heirscharen, die alle dingen sliert naar den Raad zijn willens, k&n geen ander zijn dan dat Hij, 'n keer te meer, wat de menschen hadden ten kwade heeft gedacht, ten goede heeft gekeerd. Dat wil ik laten opmerken. 't Kdn wellicht nog dienen, om ons geioo- vig berusten in het Godsbestuur, een weinig te sterken, en wie zal beweren dat dit óóit, dat het met name in ónzen tijd over bodig is? Wat de mensch ten kwade dacht. Daarvan neem Ik niets terug. Achter de Wet-van-Kappeijne stak toch wel degelijk de bedoeling, om de hegemonie, ja de alleenheerschappij van de Openbare School voorgoed te vestigen en de Bizondere, kon ze al niet gehéél worden uitgeroeid, dan toch zóó te knotten, dat zij de antiquarische uitzondering werd op den regelEén volk, één school. Met de Kerk was 't mislukt. Oldenbarneveldt in zijn dagen had reeds den liberalistischen eenheidsdroom gedroomd en nog wérkelijk in aller, ernst, dat hij roomsch en protestantsch in één „geloof" vereenigen zou, als de gereformeerde kerk vooral ver draagzaam was en uitersten meed maar mèt hem verging die droom op 't schavot. Die scheiding blééf bestaan. En r.ógmaals is die eenheidsgedachte op genomen in de revolutie-jaren van ons vader land, maar met even weinig succes. Tóén hebben conservatieven en liberalen nogeens beproefd, in de eerste helft der 19e eeuw, om dan tenminste de protestantsche eenheid te bewaren, desnoods door de ver volging der eenheidsbrekende dissenters, zooals de „gescheidenen" Maar ook die poging liep mis. En toen is het, eerst in 1857 en met méér energie nogeens in 1878, met de School be preekt. De bizondere school verbiéden, ging niet, sinds de Grondwet haar bestaan uitdrukkelijk waarborgde en bovendien men droeg toch ook den eernaam van „liberaal" en moest 'als zoodanig, dan toch ook z'n naam en reputatie ophouden! Als daar hier of ginds enkele rijke zonder lingen waren, die er hun eigenaardig plezier in vonden, om een school te onderhouden, zooals 'n ander een renstal en een derde een hertenkamp of vogelpark onderhield, welnu dan moest hun dit mogelijk blijven Maar de volksschool zij één De neutrale, openbare school! En de gaiische schoolwet was er op inge richt, om" het de bizondere school zoo moei lijk mogelijk te maken en haar langzaam te worgen en te smoren in een proces van onhoudbare concurrentie. Dat was de opzet der Wet. Al stond het zóó natuurlijk niet met zoo veel woorden uitgedrukt in den considerans De voorstanders der bizondere school ongeveer driehonderd waren er destijds in het land, méést scholen met den Bijbel vóélden het wel. Waar zij vertrouwelijk bij elkander kwamen, spraken ze het zonder omwegen uit, dat naar menschelijke bereke ning menige school zou moeten verdwijnen, maar dat God machtig was en uitkomst geven kon. Hier kwam nog iets bij. De uitvoering der Wet was goeddeels ge geven in handen der gemeentebesturen, onder leiding en goedkeuring der Gedeputeerde Staten. Nu, men wéét het van dien tqd Onder die gemeentelijke en gewestelijke potentaten was haast alles liberaal, wat de klok sloeg en die duizend-en-een kleine Kappeijnetjes, met de alom liberale burge meesters en provinciale gouverneurs aan 't hoofd; vingen met waren Kaatsershartstocht den bal op, die hun uit Den Haag toegesla gen werd en zorgden voor een „mooi spel". Een ware bouwwoede brak los. 't Was een gulden tijd voor de aannemers, de architecten, de leveranciers van schocl- meubelen en leermiddelen, alles moest nu Ineens in de puntjes zijn en 't gerorga- niseerde lager onderwijs in Nederland moest een voorbeeld worden voor geheel Europa. En de Kroon op dit alles: Dit model-onderwijs, door model-meesters in model-scholen te geven, moest alom kosteloos, óf tegen méér dan uitverkoop- spotprijs gegeven worden dédr had de bizondere school dan toch zéker niet van terug. Zoo werd er „ten kwade" gedacht. Waarmee ik niet zeggen wil. dat dit alles nu voortkwam uit boosheid des harten;och neener waren zeker tal van liberalen, per soonlijk nobele menschen, maar die er nu eenmaal in hun ziel van overtuigd waren, dat zij hun laad en volk een grooten dienst bewezen, waarvoor vele geslachten hen dank baar zouden zijn, als zij de bizondere school wisten te doen verdwijnen en de eenheid van onderwijs konden vestigen. Maar God heeft alles ten goede gekeerd. Dat vergete ons volk niet! In den weg der middelen ja Maar Hij, die in zijn Raad de uitkomst heeft vastgelegd, Hij is het óók, die de middelen heeft gepraedestineerd, welke tot die uitkomst leidenHQ is hpt óók, die mid delen en wegen doet sainenloopen. Hier is stoffe te over Een boek kan er over geschreven worden wie gordt zich aan, om het te dóén 1 Op één punt wil ik wijzen. De Wet-Kappeijne, met als gevolg de nationale beweging van het volkspetitione- ment, heeft met één geweldigen stoot; de zaak der bizondere school gemaakt tot volks zaak. En daardoor had zij reeds in beginsel de overwinning behaald. Zij wis het nog niet. Zij wis nog te veel de zaak van eenige leiders en voorgangers. Vóór '78 wilde een groot deel van ons christenvolk de eenheid van-school nog niet loslaten en bleef het zijn hoop stellen op een gereorganiseerde openbare school. De bizondere deed hulpdienst. Zooals een „evangelisatie" deed, daar waar de „kerk" de waarheid niet handhaafde. Nu werd het anders. Juist de overmoed van het liberalismehet ruw negeeren van den conscientiekreet des volks, gelijk die in het „Smeekschrift" tot uiting kwam, deed dat volk ontwaken en het kwam in één jaar verder dan Groen het in twintig jaar had kunnen krijgen 1 Een ontwaakt volk is sterk. Dat geidt op elk terrein. Dat ontwaakte volk begon met te hóuden wat het reeds h&d't ontbrandde in ijver om de School met den BQbel te brengen tot in het klejnste gehucht, en het wierp zich ook met élan op den politieken strijd, om den liberallst met zijn eigen wapen de nederlaag toe te brengen. En God van den hemel deed het deze „aemechiige Joden" gelukken. UITKIJK. 25 cent per Regel. Zij die boesten, die verkouden zijn, die keelpijn hebben zijn bij zonder vatbaar voor besmetting. Zorg daarom intijds Uw ontsto ken slijmvliezen te genezen met de De Celt. (Slot). Het doel der geitenfokkerij is de melk productie, niet vleesch. Goede melkgevende geiten te slachten, zooals in den laatsten tijd gebeurd is, moet sterk afgekeurd worden. En de melk heeft voor het gebruik een veel te groote waarde, om daarmee jonge dieren voor de siacht te fokken. Hoe nu goede dieren (bokken en geiten) te fokken In 't algemeen kan men tot ver betering onzer geiten komen door invoer van bokken en ook van eenige geiten uit de provincie Rhein-Hessen in Duitschland. Hier was ai sedert jaren de veredeling van het geitenslag ter hand genomen met invoer van foktnateriaal uit het Sahnendal in Zwit serland. Vandaar ook de naam Sahnengeiten. Het ligt voor de hand, dat de dieren daar gefokt, een heel verschillend resultaat zou den geven als ze op den hoogeren, drogeren grond met zachtere lucht in Gelderland en de andere zandstreken terecht kwamen, dan wanneer ze op lagere gronden met b.v. zware zeelucht hun verdere leven zouden slijten. Het verkrijgen van zeer verschillende resul taten moet dan ook niet worden toegeschre ven aan het soort van dieren, maar aan de omstandigheden waaronder de dieren gehou den werden. Deze omsfandigheden moeten dan ook bij de keuze van de soort van dieren welke men zal gaan fokken, n.l. sterk ver edeld of meer inlandsch slag, den doorslag geven. In Gelderland en het hoogere gedeelte van Utrecht is dan ook het resultaat met ingevoerde Sahnengeiten uitstekend, terwijl deze zooals uit de vaktijdschriften is te lezen in de zeeprovinciën vaak minder gunstig waren. De uit Hessen geïmporteerde zoogenaamde volbloed. Sahnen (Import) zijn eigenlijk ook geen volbloed Sahnen. De heer Swierstra meent, dat de geltenfokvereenigingen gerust als fokdeel kunnen schrijven„Het, Jókken van een witte, hoornlooze geit nrifr het Sahnentype". Geitenfokvereenigingen. Het is van groot belang, dat de geitenhouders zich vereenigen. Vele voordeeien zijn hieraan verbonden. Tezamen kan men gemakkelijker een besten bok koopen dan een particuliere bokken- houder. Ook al, omdat alleen aan vereeni- gingen van overheidswege steun wordt ver leend. Men heeft als vereeniging ook eerder kans, indien men een goeden bok heeft,

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1918 | | pagina 1