Zaterdag 8 Augustus 1918.
38ste Jaargang N\ 2412.
S'li
wen.
Eerste Blad.
EEN EXTRA PREMIE
fflseflflM bb VelMli.
Antirevolutionair
Orgaan
m
IN HOC SIGNO VINCES
00.
jeree en
welke
[eurs be
fing van
voor «ie Knidhollandfiehe en Zeeawsche Eilanden.
d.
MAAS- EN SCHELDEBODE
BBDDTE HUURT VAM EUROPA
üf KANTOOR
EOLP
BIJ DE LES
W HUIS
VINl
TW KINDEREN.
Motel ISesfatirarat
„HET GOUDEN HEET",
ppriêtair R. C. F. v. t LEE-Moonen,
OP DEi UITKIJK.
1
14292
aan A.
ilast.
919
ïrs
ïn-
voor de lezers van
De Premie, die wij onzen lezers thans
'anbieden is ongeëvenaard en voor
dezen tijd iets werkelijk buitenge
woons. Wij zijn overtuigd, dat' wij
onzen lezers bepaald een grooten dienst
bewijzen, wanneer we tegen inlevering
van fichteretassnde BON voor «Eechts
ZESTIG CENT
aan ons Bureau afgehaald, aanbieden:
EEN GEMEEL NIEUWE, VOLLE
DIGE DUIDELIJKE
in PRACHTIGE, HELDERE KLEUREN
GEDRUKT en voorzien van een alfa
betisch regiater. Zoeken is niet noo-
dig. Het register wijst U den weg,
Deze Kaart van Europa van de zoo
gunstig bekende teekenaars P. Joh.
^jj ttink: en J. Krijgsman voldoet aan
strengste eiscben voor:
AFGEHAALD is de prijs 60 cent.
FBANCO PER POST alleen tegen
inzending van postzegels of post
wissel f 0,75.
Wie van deze Extra-Premie wil
profiteeren, haaste zich, daar de voor
raad niet soo groot is en bet aantal
liefhebbers voor deze Kaart van Europa
buitengewoon groot zal zijn.
MAAS- EN SCHELDEBODE.
Een keurig woord schreef prof. Fabius
in zijn Studiën en Schetsen, met welk
woord ieder zal instemmen. Tegen de
Staatsvergoding, den chaos der democratie
en het anticleriealisme heeft de strijd te
gaan". Gewis, mr. Fabius schreef dit
vóór de stembus; maar zijn program,
dit program, dit antirevolutionaire pro
gram geldt óók na de stembus.
Tegen de Staatsvergoding, den chaos
der democratie én bet anticleriealisme
heeft de strijd te gaan. Naar antire
volutionair beginsel hebben we op te
komen voor de vrijheid van 't leven
voor den invloed der zedelijke machten
tegen aanmatiging, zelfoverschatting,
zelfoverlasting van den Staattegen de
reglementeering van 't leven, tot de
politiereglementen voor 't familieleven
toe; tegen de staatscurateele der patri
archale voogdij; tegen, het verlicht despo
tisme tegen de uitwisseling van vrijheid
voor een dwangregime; onder denval-
schen schijn van vooruitgang, door zede
lijke plichten tot rechtsplichten te ver
heffen. In één woord tegen Staatsver
goding.
Gewis, er is een Volkseenheid. En in
dagen van druk en moeite voelt ieder
die eenheid. Geen moeilijkheid, ons door
de Entente of door de Centralen aan
gedaan, kan rijzen en door de Pers
verkondigd worden, of de gansche Nati9
van Schelde tot Dollard voelt aanstonds
een schok, een prikkeling in hart en
nieren, een pijnlijk gevoel, dat er mach
ten aan 't werk zijn om onze Natie te
dupeeren. Een trilling van woede vaart
door aller ledeneen plots opbruisen
van 't bloed geeft bittere woorden, die
geslingerd worden naar het vermetele
hoofd van den indringer in onze rechten
en belager onzer vrijheden. Burger en
militair voelen zich dan gedragen door
één geheimzinnige kracht, die de hand
naar 't zwaard doet slaan of de tanden
knersen doet. Die geheimzinnige kracht
is Goddelijke inblazing van historische
saamhoorigheidvan de onverbreekbare
Volkseenheid, die hij 't barnen van
't gevaar de gansche Natie bezielt. Die
geest van Volkseenheid is een inge
schapen kracht, die zeer zeker sluimeren
kan, als er geen gevaren zijn, die kan
schijnen ontvloden te zijn, zooals bij een
ernstig patiënt de adem nauwelijks te
hespeuren is. Maar zooals een genees
heer om dien adem te constateeren een
spiegeltje houdt voor den mond van den
amechtigen lijder, op 't vlakke glas een
verdoffing ontwaart, die, hoe klein ook,
waarborg is van nog-Ieven en nog-
harteklop, zoo is ook de sluimerende
Volkseenheid in rustigen, stillen tijd
van vrede en voorspoed nochtans aan
stonds te bespeuren, als maar eens door
een ongewone gebeurtenis, hetzij natio
naal of internationaal dat stille leven
wordt gerimpeld en de effen stroom van
't volksleven aan 't deinen gaat. Wat
kan een logge stoomboot het vredige
haven- en kanaalwater tegen de kanten
op doen bruisen, zoo dat een zwemmer
haast onder de golven aan den oever
bedolven wordt.
GewisVolkseenheid is ernationaal
zelfbewustzijningeschapen gevoel van
saamleven en saamlijden en saamsne
ven; van saamopgaan en saamverzin-
ken. maar die Volkseenheid in tijden
van nood en smart, mag daarom nog
niet door den Staat uitgebuit worden.
De Staat mag op de Volkseenheid niet
en nooit speculeeren om nu maar alle
Burgerrechten en Burgervrijheden den
leden der Maatschappij te ontfutselen.
In tijden van vrede, maar ook in tijden
van druk blijft aan 't Staatsgezag nog
steeds een grens, die 't niet mag over
schrijden. Er is een vrijheid des indi
vidu's, des gezins, der zedelijke machten
van kerk en school, van wetenschap en
kunst, van wijsheid en gezond verstand,
van geloof en kundigheden, van geweten
en belijdenis, die, al wordt ook 't staats
leven nog zoo geschud, ongerept moeten
blijven, en als de staatsnood dringend
eischt een beperking, een infooming van
vrijheideen aansnoering van 't koord
van onvrijheid, dan zij dit maar tijde
lijk, zoolang de noodtoestand duurt, om
zoo gauw mogelijk die pijnlijke worg-
koorde los te maken, opdat alles en
allen weer leven kan in die atmospheer,
waarin hij, naar zijn aard en natuur,
naar zijn geboorte, wording en ont
wikkeling, naar zijn milieu, zijn gaven
en talenten, vroeger geleefd heeft.
Aanmatiging, zelfoverschatting, zelf-
overlading van den Staat, reglementee-
r-ing van 't leven hlijve zoo lang moge-
Gedempte Boereasteiger 63A, 63B
12451 Direct nabij de Hoofdsteeg,
itotterdajaa.
DINERS f 1,-7- en hooger.
LOGIES MET ONTBIJT
Het door ieder aanbevolen adres.
lijk van onze erve. Maar boven alles en
zoo lang mogelijk handhave de Staat
de Volksvrijheid.
Geen leven met de worgkoorde om
den hals, en daarom ook de valsche
democratie vernietigd, die, zooals de
prof. dit zoo juist uitdrukt, niets anders
bedoelt dan oppermacht over, vertre
ding en verwoesting zelfs van het volks
leven gepaard met wegneming van
gezag om zich op de kosten daarvan
meester te maken van de rechten en
vrijheden des gewonen burgers. Valsche
democratie, die karren met brood de
vaart in rijdtde stijfselwinkel plundert
alsof stijfsel 't brood kon vervangen;
brood? wegkaapt uit schoenma
kerswinkels, alsof schoenen de maag
konden vullen; de politie aanvalt en
molesteert, zelfs waar de broodvraag
niet gesteld wordt noch voor vader of
moeder, noch voor kinderen de
valsche democratie, die der opgeruide,
der ongeorganiseerde, op buit beluste
massa, die meer in plundering, dan in
maagvulling behagen scheptde
valsche democratie met onverantwoor
delijke massahelden, die van af puien
de menigte ophitsen, maar zelf zich
buiten schot houden, als de Justitie
dreigt.
Volkseenheid moetgehandhaafd, maar
de volksvrijheid niet vermorzeld worden.
En 't toekomstig Kabinet heeft al zijn
vermogens daarop te spitsen, hoe 't
Volkseenheid met Volksvrijheid kan
doen samengaan. Dat is juist 't staat
kundig probleem, dat zoolang er oorlog
is, aan de orde is gesteld; en zeer
waarschijnlijk ook nog wel eenige jaren
Da den oorlog aan de orde zal blijven
gesteld. Regeeringsmaatregelen kunnen
ook met opzet de Volkseenheid schen
den de saamhoorigheid vernietigen en
't ieder doen uitroepen„Ben ik mijns
broeder hoeder?" of: „'k zorg eerst
voor me zelf". Regeeringsmaatregelen
kunnen van dien ruwen aard worden,
dat ze onverschillig maken omtrent 't
lot en 't leven van zijn medeburgers,
maar slechts bedacht doen zijn op eigen
behoud. Dan wordt de Volkseenheid
geschaad, omdat men de Volksvrijheid
belaagt.
Daarin nu den gulden middelweg te
vinden, dat is Staatsmanskunst en
Staatsmansbeleid. Handhaven, vastma
ken nog meer dan immer de eenheid
des volksde overtuiging dat we zonen
en dochteren zijn eener groote familie,
die allen moeten leven en bestaan en
't hoofd recht op moeten houden in den
zwaren strijd om 't bestaan; maar ook
zooveel mogelijk handhaven elks burger
recht in handel en wandel, in leven en
bedrijf, nering eü handteering.
Zoo'n Kabinet begeeren we!
Maar zwaar is zijn taakLoffelijk
zijn ideaal! En alleen de kenners der
Maatschappij kunnen in zoo'n Kabinet
zitting nemen. Zoo niet, dan mislukt
hun werk, En de Volkseenheid wordt
geschaad. Maar ook de reputatie van de
vooraanstaande mannen, die zich voor
die zware taak gaven.
Wijsheid van Boven diene hier in te
treden 1
I
Deze Courant verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG.
ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden franco per post 75 Cent bij vooruitbetaling.
BUITENLAND bij vooruitbetaling f 5.50 per jaar.
AFZONDERLIJKE NUMMERS 5 CENT.
UITGEVERS
W. BOEKHOVEN Zonen,
SOMMELSDIJK.
Telefoon Intercommunaal No. 202.
ADVERTENTIËN 121/» Cent per regel, RECLAMES 25 Cent per regel.
BOEKAANKONDIGING 5 Cent per regel.
DIENST AANVRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN 50 Cent per plaatsing.
Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan.
Advertentiën worden ingewacht tot DINSDAG- en VRIJDAGMORGEN 10 UUR.
Alle stokken voor de Redsaetfi© bestemd, Adverteratltëra ©ra verdere A«tateS®fr«tSe franc© toe te aseisdesi aan «Ie Uitgevers
bi.
idkoopste adres
grootïngen voor
14191
fl boos,
een domheid!
of liever met de
deman in den re-
tras, zèg Joost hoe
rken moest onder
de burgemeester
maar zóó dat ook
im.
rondom de pomp
d over de perfieden
ant" in kerknachtig
julum" van wijlen
iar-ie die gemeene
helt geklad, uit z'n
ste ze doen! zoo'n
'n
niet
temming zooals zij
king weerómsloeg,
die wisten wat
voor den arbeider
zich dat de man
er sinds Nero geen
eefd.
herzagen hun oor-
Van der Kiey, met
schijnbaar kleine ge
had gezien en dat
vederstaan.
als hun kampioen
>en 't socialisme, dat
't masker afwierp en
staan.
Ier:
onder de stakers bó-
zich schuw, achterin,
iden de afkeuring der
hiin bedrijf, de „broe-
1.
Wordt vervolgd
He Administratie van
f 1.25, f 1.50, en f 1.75
Tel. no. 1532. Aanbevelend,
V" 1 Augs. '14-1 Augs. '18.
De oorlog Is 't vijfde jaar ingetreden. En
geen tijdstip is in de verloopen vier jaar
belangrijker dan nu, nu Amerika zijn .hon
derdmaal duizendtallen op ,'t Westersche
front heeft getransporteerd, 't Treurspel,
reeds zoo schokkend voor hee! Europa, krijgt
nu zoo'n spannend dramatisch karakter, dat
heel de Oude en Nieuwe Wereld, waar de
Centralen aan 't terugwijken zijn, haar volle
ziels energie op dat slagveld vestigt en met
Argusoogen de strijdende gadeslaat.
Amerikaen wie dien naam uitspreekt
voelt in zich een verachting voor dót
Land dat den Vrede tegenhoudt, naar
wien ieder smacht, behalve de biddende
dollarheld, die God aanroept op zijn natic-
nalen Biddag, of 't Hem behagen moge 't
Recht te doen zegevieren, waarvan hij, bid
dende dollarschranser, precies 't tegentype is.
De Oude Wereld ziet 't niet; wil 't niet
zien, hoe Japan en Amerika 't er op zetten,
om haar te doen doodbloeden. Hoe de
Nieuwe Wereld met Azie bezig zijn aan
Europa 't hartebloed af te tappen. Want of
de Centralen dan wel de Geallieerden 't
winnen Europa als Werelddeel is toch van
een groot stuk kracht beroofd; economisch
in fabriekwezen, handel en scheepvaart, land
bouw en veeteelt is 't achteruitgegaan;
milliarden oorlogskosten moeten opgebracht
ontelbare menschenlevens zijn vernietigd of
in hun kracht gebroken. Zoo is 't in Duitsch-
land, maar ook in Engeland, in Servie, in
Rusland (en deze Beer was 't verstandigst
van allen 1), in Oostenrijk, in Italië, overal.
En Amerika stookt 't vuur maar opElke
maand nieuwe troepen, nieuwe ammunitie,
nieuwe brandstof. Altijd maar weer nieuwe
olie op 't vuur. En Amerika kan toch zoo
bidden op zijn Denkdag,terwijl'tzoodoende
is om alle oorlogshartstocht dag in dag uit
te ontketenen. Amerika bidt en heeft in zijn
gevouwen vingeren een beurs met dollars
als verdiend op ammunitleaanmaak.
In 't Vijfde Oorlogsjaar 1 Maar hoe staat
't Nederlandsche Volk daar nu tegenover?
Is er inkeer? Terugkeer? Harteverteede-
ring? Oot- en deemoed? Schulderkenning
en nationaal geroep om schuldvergeving?
Steke ieder de hand eens in den boezem,
vrage ieder persoonlijk eens, hoe 't na deze
4 jareu met zijn geweten staat Zal een
geestelijke opbloei bij leder te bespeuren
zijn Door den druk tot dieper buigen voor
God?
't Was een heel net arbeidersgezin,
'n Kennis van me die me ook 't geval
vertelde had met den vader af en toe
zaken te besprekenkwam er daardoor soms
aan huis, meest 's avonds, wijl dan belden
't best den tijd hadden.
Er waren nogal kinderen.
De beide oudsten, jongens, de een bijna
zestien, de ander ruim veertien, waren al
aan 't verdienen eia dat hiélp in dezen tijd 1
De tweede ging burger-avondschool.
De oudste was op een handelsavondcur
sus en ze deden beiden hun best.
't Speet den ouders, dat zij de jongens
na hun twaalfde jaar geen dag-onderwijs
meer konden laten geven, maar 'tnééptoen,
nóg meer dan nu, en elke gulden, dien
ze konden thuisbrengen, was er één.
Trouwens, 's avonds werd zooveel moge
lijk nog nógeleerd, als ik zooeven reeds
opmerkte.
Daar waren de ouders vóór I
Hij had indertijd, na 't vierde leerjaar
alleen maar 's winters onderwijs genotenen
zij had zoo'n beetje lezen en schrijven ge
leerd, meer niet! maar juist daarom zouden
ze méér doen dan mogelijk was, om toch
hun kinderen maar te laten Ieeren, zoolang
als 't kon.
M'n kennis had de zaken besproken.
Dronk nog 'n slappe kop koffie na.
't Was vóór de jongste thee-uïtdeeling
alleen wie 8 10 gld. 't pond geven wou
en ze Jdan clandestein wou koopen, tégen
de Overheid in, die zei: Gij zult niét 1 die
kon nog 'n kop thee zetten, tenzij hij in den
vóórdistributietijd, toen 't nog mócht, met
ver voorui f zienden blik ettelijke ponden ge
hamsterd had.
Maar ook 'n kop slappe koffie smóókt...
met dankzegging in 't hart genoten zijnde,
bg Noordenwind zittende naast een kachel
die niét-clandestein nog heerlijk warmte
geeft.
Aan tafel was de 13-jarige dochter aller-
ijverigst bezig.
Had oor noch oog voor 't gezelschap.
Zat met de handen zijlings tegen 't hoofd
en 'n blos van inspanning op 't gelaat, te
turen op 'n atlas, 'n .boek en 'n schrift.
Mijn kennis kreeg erg in haar.
„Normaalschool vroeg-ie aan de vrouw
des huizes, die 'n overjarige kous voor de
voovee'.ste maal verstopteze moeten tegen
woordig mee, zoolang als 't kan
Ze schudde glimlachtend van neen.
En de vader gaf nadere toelichting tot
het geval.
„Ze zou wei graag willen, maar dat gaat
niet!" zei hij. "„Ze is het oudste meisje: 't
is in huis altijd druk en moeder is niet zoo
sterkwe kunnen haar zoo lang niet missen.
Maar ze zit nu in de zevende klas, begrijpt
u, en dan krijgen ze ook af en toe huiswerk
mee."
Hij zei het met zekeren trots.
En de bezoeker begreep dat volkomen.
Aan 't eind van 't zesde schooljaar, laat
de Wet het kind vrij en in een geval als dit,
was het een heele opoffering voor de ouders,
om van die vrflheid géén' gebruik te maken.
Tóch lieten ze het kind op school.
„Een jaar op dien leeftijd is evenveel waard
als twee jaren in vorige klassen", had mees
ter meermalen gezegd, en daar handelde ze
naar.
Na dit jaar moest 't uit zijn.
't Leven Het het niet anders toe.
Maar 't zou te wenschen zijn, dat alle ou
ders, die maar éven in de gelegenheid waren,
het voorbeeld volgden van dit arbeidersge
zin en niet alleen den jongen, maar ook het
meisje langer lieten ieeren, dan de Wet voor
schrijft.
Zes jaar Ieeren is te zuinig.
Zoo'n zevende leerjaar, goed gebruikt, is
een kostelijke gelegenheid om het lezen en
schrijven, het stellen en rekenen en wat er
méér is, dat het leven gedurig vraagt, nog
es goed te bevestigen en er de kinderen zóó
in te oefenen, dat ze er hun gansche leven
't genot van hebben.
Ik ben er een opperste voorstander van.
Wat nu evenwel niet zeggen wil, dat ik
mij maar zoo met alles kan vereenigen, wat
in de praktijk van ons schoolleven wordt
gezien.
Als nader blijken zal
Mijn kennis greep es even het schrift dat
op tafel lag en bladerde dit door: 'n korte
beschrijving, of liever 'n geraamte van een
beschrijving van zoowat alle landen der aar
de: gebergten, zeedeelen, eilanden, plaatsen
enz. enz.
„Moet je dat alles van buiten Ieeren vroeg
hij, terwijl hij het schrift aan 't kind overgaf.
't Meisje keek verward even op.
Strekte de hand uit naar 't schrift.
„Van de week hebben we repetitie-aard-
rijkskunde", zei ze. „En meester heeft een
paar mooie boeken beloofd voor wie er 't
meest van weet."
En weg was ze weer, in 'r werk.
Met den neus baast op den atlas, zat ze
maar te probeeren wat ze er nog van wist,
af en toe es haastig bladerend in boek of
schrift, als haar een naam ontging.
't Was 'n handige, pientere meid.
Men gaf haar 'n goede kans op 't zoo
vurig begeerde boek
Maar toen mijn kennis mij 't geval mede
deelde, 'n paar dagen later, raakten wij toch
in een druk gesprek over ons meisjes-on
derwijs en vroegen of dit nu zoo 't ideaal
heeten mocht.
Wat toch is het geval?
Ons onderwijs op de lagere school staat
toch al meer onder den invloed van wat
later de man noodig heeft, dan dat het
rekend met de behoeften der vrouw, let
maar eens op de stiefmoederlijke wijze, waar
op maar al te vaak, zelfs door de school
mannen het onderwijs in de Nuttige Hand
werken, dat voor de meisjes van driemaal
zooveel beteekenis is, als dat in aardrijks
kunde en natuurkennis saam wordt bedeeld.
In 't „zevende leerjaar" niet het minst.
Oók vanwege het feit, dat daar in den