KAMEROVERZICHT. LAND- EN TUiNSOUW. GEMENQD NIEUWS. vrachtjemaar we betaalden alevel 'n stevigen prijs. Wat sedert zoo gebleven is. Als jongen nu, 'k herinner me dat zeer goed, heb ik voor mijzelf uit die historie drie zeer eenvoudige lessen geleerd, al ging ik die nog niet in bepaalde zinnen formu leeren le. Een gezonde concurrentie is voor den afnemer de beste waarborg tegen uitbuiting. 2e. Onzinnige concurrentie heeft in zichzelf den drang om de concurrentie zelf uit te schakelen. 3e. Verdwijning der concurrentie dringt steeds in de richting om de exploitatie eener zaak te drijven ten koste van 't geëx ploiteerde publiek. En nu, in dezen, onzen tijd: Ook zonder de Crisis gingen we op ve lerlei terrein uit het tijdvak der onzinnige en der gezonde concurrentie over in een concurrentieloos tijdperk. De crisis schijnt dit proces nog te zullen verhaasten. Voor 'n deel ten koste van het publick. Aan dat laatste feit wordt nog maar al te weinig aandacht gewijd door wie 't toch het méést aangaat, n.l. dat publiek zelf. Wanneer ddt veranderen zal UITKIJK. Nog éénmaal, na de rumoerige vergadering, waarop de distributie-wet Posthuma was „gekelderd" kwam de Tweede Kamer bijeen nog ééns né z'n echec kwam Min. Posthuma in haar midden en dan zouden ze van elkaar gaande Minister en de Kamerleden, een ieder zijns weegs Maar: „eind goed, al goed" heett de „boerenminister" wellicht gedacht, toen hij dien middag naar huis ging. Want inderdaad het einde was voor hem goed. Met 48 tegen slechts 8 stemmen (56 leden van de 100!) zag hij z'n „scheurwet" aangenomen, zij het dan ook niet ongewijzigd. Dat hebben we in ons vorig overzicht nog vermeld. Laten we nu even de wet en de behandeling er van nader bezien. Door deze wet zullen nu 100000 H.A. weiland in bouwland moeten worden omge zet, teneinde zooveel mogelijk door eigen hulp te voorzien in den voedselnood van ons volk. Een pogen, dat op-zich-zelf na tuurlijk door iedereen werd en wordt toe gejuicht. Echter was men 't niet eens over de vraag, of de Minister, ter bereiking van dit doel, wel den juisten weg was ingeslagen. De Sociaal-democraten vonden het na tuurlijk ook nü weer: absoluut niet goed. De regeering had liever moeten zeggenden grond moet ik hebben, zoo noodig zónder den boer, meende de heer Schaper. Volgens dezen socialist zijn de boeren maar men- schen, die nooit tevreden zijn en altijd maar n:éér voor zichzélf willen hebben! De vrijz. democr. heer Feeristra ging wel niet zóó ver, maar ging toch 'n heel eind met z'n rooderen collega mee. Een ander uiterste werd verdedigd door den Roomsch-Kath. afgevaardigde, den heer De Wijckerslooth. Z.i. was heel dit omzetten van weiland in bouwland verkeerd. Men moest liever 'n 100.000 H.A. heide ontginnen, meende hij. Maar de Minister, en ook ande ren, voerden terecht hiertegen aan, dat dit denkbeeld wel heel mooi was, maar in dezen tjjd onuitvoerbaar. Voor die ontginning toch is kunstmest noodig, en die is er niet. Er ligt al heel wat ontgonnen heide op mest te wachten. Een groenbemesting (met lupinen, e.d., baat óók niet, want dan zou toch niet vóór 1920 of '21 een oogst van voedings artikelen voor den mensch te krijgen zijn. De heer Monté Ver Loren (a.-r.) wees er op, dat er meer overleg moest gepleegd worden met de boeren-organisaties, hetgeen bij de paarden- en rundervordering ook zooveel goeds uitwerkt. Gelukkig betoonde de Minister zich hier van niet afkeerig, zoodat de heer De Monté Ver Loren tenslotte wel zijn stem aan de wet kon geven, nadat ook door de aanne ming van enkele amendementen de rechten zoowel van de gebruikers als van de eigenaars der gronden wat beter waren vastgelegd, o.a.le Een gewijzigd amendement Feenstra, waardoor nu bepaala is, dat belanghebbenden binnen 14 dagen in beroep kunpen komen van beschikkingen des Ministers betreffende gronden, die voor scheuring in aanmerking komen. Dit beroep zal geschieden bij een provinciale Commissie. 2e Ben amendement Wijckerslooth, om ook den eigenaar der gronden (dus niet alleen den pachter), die van de scheuring nadeel ondervindt, schadeloos te stellen. 3e Een amendement Van Veen, om ook schadevergoeding te geven aan hem, die aansprakelijk i3 voor de scheuring en daarvan nadeelen ondervindt. Nadat het ontwerp, waaruit te voren reeds het productie-gebod was gelicht, aldus was gewijzigd en aangevuld, werd het, gelijk we reeds zeiden, met 48—8 stemmen aan genomen. En toen, om 5 uur ongeveer, werd de Kamer zélf gescheurd. Min. Posthuma scharrelde z'n paperassen bij mekaar en keek rond, of-ie wilde zeggen „Ziezoo hier zle-je mij voorloopig niet weer". We denken, dat-ie wel een hartgrondige zucht van verlichting heeft geslaakt! Want als .iemand het „heeft moeten kunnen", dan is het Min. Posthuma geweest. Den Min. keert dan nog eens even rond, handdrukken werden gewisseld, hier met een „tot weerziens!" dédr ten afscheid en de oude; Kamer ging heen tenzij zeer bijzondere omstandigheden haar bijeenroe ping nóg eens mochten eischen, om niet weer terug te keeren, althans niet om te „werken". Want nog éénmaal moet ze weer opkomen, wanneer in September haar zitting officieel wordt gesloten. Aan Zijne Excellentie den heer Minister van Landbouw, Nijverheid en Handel, 's-Gravenhage. Excellentie, Geeft met verschuldlgden eerbied te ken nen, de Vereeniging van Nederlandsche Akkerbouwers, dat zij als antwoord op Uwe missieve van 50 Juni 1918, betreffende het houden ,van broodgraan, beleefd de vrijheid neemt het volgende onder Uwe aandacht te brengen a. dat aan landbouwers en vaste arbei ders broodgraan gelaten moet worden, ter wijl dan aan hen geen broodkaart dient uit gereikt te worden. Voor losse arbeiders, zoo genaamde seizoenarbeiders, wordt door de plaatselijke commissie's bepaald, wanneer en voor hoelang deze geen broodkaart ontvan gen, maar wel broodgraan van den land bouwer, bij wien zij werkzaam zijn dat de V.N.A. onverzwalkt op het stand punt blijft staan, dat de akkerbouwer het recht heeft van zijn eigen verbouwd graan te eten b. dat de V. N. A. over geen voldoende gegevens beschikt om het juiste aantal per sonen te bepalen, die onder deze categoriën vallen, maar dat het aantal van l.OOO.OOÓ door Uwe excellentie genoemd, door de V.N.A. wordt aanvaard; c. dat het de Vereeniging van Nederland sche Akkerbouwers niet bekend is, dat door haar of door een andere landbouworganisatie ooit gevraagd is om 400 giam brood per dag en per hoofd voor de landbouwers en hun vaste arbeiders te mogen houden, dat niet een hoeveelheid van 1V» H.L. per hoofd wordt gevraagd, maar wel 100 K G. d. dat deze berekening absoluut in strijd is met de praktijk en dat in 1917 voor de niet landbouwende bevolking beschikbaar zou geweest zijn, als aan de landbouwers en hun arbeiders, geen broodkaart was ver strekt, de volle 250.000 000 K.G. vermeerderd met 20 000.000 K.G., die anders gesmokkeld werd, plus 100.000.000 K.G. van over zee, alzoo te zamen 370,000.000 K.G, d.i. dus ongeveer driemaal zooveel, als door Uwe Excellentie wordt berekend, waardoor voor de niet landbouwende bevolking ook pl.m. 3 X 86 gr. 258 Gr. broodgraan per hoofd en per dag beschikbaar blijft, waarvan on geveer 3'/i H.G. brood gebakken kan worden, welk gewicht hooger kan worden opgevoerd door. gebruik te maken van bijmengsels, indien dit noodig mocht blijken om het leger te kunnen voorzien en aanvulllngsbrooakaar- ten,dat de oogst 1918 van tarwe en rogge, ge zien den beteren stand vooral in de eerste graansoort, zeker niet minder zal bedragen dan dien van 1917. e. dat de V.N.A. Uwe Excellentie, wat betreft de berekeningen, verwijst naar het request, indertijd door onze vereeniging aan Uwe Excellentie gezonden, terwijl de V.N.A. onveranderd op het standpunt blijft staan, dat genoeg broodkoren in ons land verbouwd kan worden bij goede prijsregeling en bij een middelmatigen oogst dat de V.N.A. met alle kracht blijft aan dringen op het laten van eigen verbouwd graan voor den landbouwer, zijn gezin en zijn vaste arbeiders, overtuigd als zij is, dat dit de volksvoeding ten goede zal komen dat de V.N.A. uiteraard geen garantie kan geven, dat voor den oogst 1919 een voldoend aantal H.A. met broodkoren zal worden be zaaid, maar wel, dat zij Uwe Excellentie de oprechte verzekering geeft, "dat zij alle hulp zal verleenen om hiertoe te geraken en dit kan doen, omdat velen der grootste akker bouwers in Nederland, leden harer vereeni ging, zich bereid verklaard hebben. 't Welk doende, Het Hoofdbestuur der V.N.A.: De Sec. Penn., De Voorzitter, L. B. v. d. Slikke. A. Colijn. Rotterdam, 15 Juli 1918. Haringvliet 100, OFFICIEEL. BOND VAN FLAKKEESCHE LANDBOUW VEREENiOINGEN. Melissant 17 Juli 1918. Aan Zijne Excellentie den Minister van Landbouw, Nijverheid en Handel 's Gravenhage. Geeft met verschuldigden eerbied te ken nen den Flakkeeschen Boerenbond, dat zij als antwoord op uw schrijven van 20 Juni 1918 No. 65919/36 betreffende broodgraan het volgende onder Uw aandacht! wenscht te brengen: dat de hoeveelheid graan die Uwe Exellentie aftrekt voor het aan landbouwers en arbeiders te laten graan onzes inziens niet juist is: reeds van den oogst 1917 is dit graan zij het langs 'omwegen voor de overige bevolking verloren gegaan, zoodat bij ons systeem ruim 1000000 personen geen broodkaart behoefd te worden verstrekt, hetwelk aan de .overige bevolking van Ne derland ten goede komt, aan welks arbeiders graan gelaten behoord te worden, is zeer eenvoudig omdat voor hen, die geen graan in nature ontvangen, toch eenzelfde rantsoen op kaarten kunnen (ontvangen) betrekken zoodat het op den weg ligt van Uwe Excellentie om in het belang van de volks voeding in het algemeen aan da landbou wers en arbeiders per hoofd 100 K.G. graan voor brood vrij te geven en er nauwkeu rig op te letten, dat aan diegenen welke graan ontvangen geen broodkaarten worden verstrektdat al het overblijvende graan tot den laatsten korrel zal worden ingeleverd kan moeilijk worden gegarandeerd, doch dat de misbruiken zullen worden beperkt is onze vaste overtuiging, terwijl onzerzijds gaarne de verzekering wordt gegeven dat door de besturen onzer organisatie alles zal worden aangewend wat mogelijk is om een eerlijke levering te bevorderen. Het Dagelijks Bestuur van den Flakkeeschen Boerenbond, Voorzitter, Secretaris, (w.g.) J. overdorp. (w.g.) A. W. keijzer. Ministerie van Landbouw, Nijverheid en Handel, No. 14948. Afdeeling Crisiszaken. Bureau Landbouw. Bericht op 5 Juli 1918 betreffende verhoo ging der voedselproductie. 's-GRAVENHAGE, 12 Juli 1918. Naar aanleiding van Uw terzijde aange haald schrijven, heb ik de eer U te verzoe ken, mij nauwkeuriger te willen inlichten ten aanzien van de ligging, het beheer enz. van de door U bedoelde polders en riet gorzen. De Minister van Landbouw, Nijverheid en Handel, Voor den Minister, De Directeur Generaal der Afdeeling Crisiszaken. VAN DER LOEFF. Aan den Bond van Flakkeesche Landbouw- vereenigingen, Secretaris A. W. Keijzer te Melissant, Aan Zijne Excellentie den heer Minister van Landbouw, Nijverheid en Handel, 's-Gravenhage. Naar aanleiding het schrijven No. 14948, Afdeeling Crisiszaken van Uwe Excellentie Departement in dato 12 Juli 1918, hebben wij de eer Uwe Excellentie te berichten dat a. De „Kroningspolder" gelegen is in de gemeente Slellendam en beheerd wordt door het Domeinbestuur. De ontvanger der Regis- stratie en Domeinen te Sommelsdljk is daar van in deze streek de vertegenwoordiger ze beeft de volgende kadastrale Nummers met daar achter de oppervlakte. Sectie D no. 570, 2,61,90 H.A. 271, 2,47,90 272, 2,54,10 274, 2,07,80 Kade. 275, 2,78,60 276, 2,48,50 - 277, 3,37,40 278, 3,45,20 279, 3,86,20 280, 29,20 281, 62,50 282, 1,32,80 283, 4,64,80 Kade. 287, 3,69,20 288, 2,97,00 289, 3.31,60 290, 3,13,00 291, 3,14,90 y 292, 3,32,50 293, 3,36,90 294, 2,29,10 295, 2,16,10 267, 2,07,80 Kade. en alzoo binnendijks gelegen laud 53,24,60 H.A. groot. b. Het „rietgors" wordt genoemd de „Noordpolder" is gelegen in de gemeente Ooltgensplaat en behoort in eigendom 'aan Mej. D. C. Goedkoop te 's-Gravenhage, in de Beschrijving van het eiland Goedereede en Overflakkee door B. Boers (1848) wordt vermeld dat bü de doorbraken die Ooltgens plaat teisterden op 26 Januari 1682 de Noord polder ook trof, terwij! bij soortgelpe be schrijving door J. v. d. Waal en F. O. Ver voorn (1895) meer uitvoerig bij de Noord polder wordt stilgestaan (pag. 447) daar blijkt dat ze in 1682, op 12 Januari 1713, 3 Maart 1715 en op 4 Januari 1717 invloeid'de en voorts „De Ingelanden van dezen polder waren zoo ontmoedigd door deze telkens wederkeerende inbraken, of zoo geheel mach teloos geworden om de schaden te herstellen dat zij den polder en hunne eigendommen verlieten in 't begia van 1718". 't Welk doende, Het Dagelijksch Bestuur van den Flakkeeschen Boerenbond. De Secretaris, De Voorzitter, (w.g.) A. W. Keijzer. (w.g.) J. Overdorp. Nieuwe Tonge i Melissant 17 191 Voor Zuivelbere!ders. In het Jaarverslag van den heer Hylkema, Zuivelconsulent voor Gelderland, komt een en ander voor, dat de aandacht verdient van alle zuivelbereiders en we daarom in ruimer kring bekend wilden maken. Centrifugemelk. De centrifugemelk, welke van de boter- fabrleken op de boerderijen terugontvangen werd, leverde op verschillende plaatsen moei lijkheden op. Vooral in een tfc'd der melk productie, in Mei en Juni, was dit het geval. De oorzaak hiervan moet worden gezocht in den belangrijken achteruitgang der varkenshou derij. Er werd toen zooveel mogelijk den raad gegeven, de resteerendecentrifugemelk te voeren aan paarden en koeien, Vooral paarden drinken deze melk heel graag. De centrifugemelk heeft in den loop der jaren in de rij van de voedermiddelen een zeer voorname plaatsingenomen. Vermengd met meelsoorten (rogge, mals) of aardap pelen, vormt zij een uitnemend voedermid del voor varkens, speciaal bij den opfokt Onderzoekingen naar den invloed van voe dermiddelen bij dieren hebben doen zien, vroeger reeds, maar in de laatste jaren nog duidelijker: dat er stoffen zijn, die, hoewel ze in geringe hoeveelheden voorkomen, voor den groei onmisbaar zijn. Die stoffen zijn zoowel in melk als in centrifugemelk aanwezig. Het laat zich aanzien, dat de varkenshou derij weer in ruime mate toepassing zal vin den, zoodra de tijdsomstandigheden zich wij zigen. Voor al in de zandstreken met het specifieke kleinbedrijf is dat te verwachten. De noodige productieve arbeid voor deze kleinbedrijven moet gezocht worden in de richting van nevenbedrijven. Als zoodanig zijn de varkensfokkerij en varkensmesterij bijzonder geschikt. Als deze toekomst juist gezien is, wordt later de centrifugemelk weer nagenoeg geheel op de boerderij terugver langd. Dit vooruitzicht zal niet 'weinig gewicht in de schaal leggen bij de overweging of de zuivelfabriek al of niet voorzien moet wor den van een inrichting voor de verwerking van centrifugemelk tot het een of ander product (melkpoeder, gecondenseerde melk, quark, caseïne). Zoo'n nevendrijf brengt mee, dat de veehouder minder afhankelijk van de centrifugemelk is. Waar van de zijde der zuivelfabriek dit nevenbedrijf liefst rendabel moet wezen, is het gevaar niet denkbeeldig, dat juist door gebrek aan centrifugemelk op de boerderij de vrije ont- wikdeling van het landbouwbedrijf wordt belemmerd. Het laat zich aanzien, dat in de naaste toe komst niet meer zoo'n overvloed van centri fugemelk zal komen als de laatste tijden het geval was en wel om de volgende rede nen: le per bedrijf zal er minder centrifugemelk beschikbaar zijn zoowel door het verminder de aantal stuks melk vee al s door de te verwach ten geringe melkproductie per koe. De terug gang wordt geschat op ,/3 deel der melkopbrengst in de laatste jaren vóór den oorlog. 2e verschillende bedrijven zullen zich extra gaan toeleggen op het aanhouden van kal veren tengevolge van de groote opruiming, welke vooral onder het jong vee heeft plaats gehad 3e wellcht zal er ook weer meer gedaan worden aan de varkenshouderij vooral aan opfokken en mesten van jonge varkens nu de Nederlandsche „varkensstapel* zoo enorm verminderd is. Kan de centrifugemelk in het landbouw bedrijf een nuttige aanwending vinden, dan komt dit de voedselvermeerderlng niet wei nig ten goede. Dit zou niet het geval zijn wanneer éde centrifugemelk bestemd moet worden voor de bereiding van quark en caseïne. Betaling der boter naar kwaliteit. In zijn vorige jaarverslagen wee3 de heer Hylkema op de wenschelijkheid hiervan. Die toestand is nu aanstaande. Als waarnemend- secretaris van de G-O. Bond van Coöp. Zuivelfabrieken bevorderde de Zuivelconsu lent de oprichting van de Coöp. Zuivelver- koopvereeniging Gelderland Overijsel. Bijna alle coöp. stoomzuivelfabrieken in zijn ambts gebied hebben zich hierbij aangesloten. De grondslagen zijn de volgende: le. verplichte levering van alle geprodu ceerde boter der deelnemende fabrieken met uitzondering van de boter, die voor den kleln-verkeop in het binnenland verkocht kan worden 2e. betaling naar kwaliteit 8e. indeeling van de boter daartoe in de klassen best, goed, afwijkend en slecht; 4. bü betaling worden de prijzen als volgt geregeld voor best 2 cent per K.G. meer dan voor goed, voor goed 2 cent per K.G. meer dan voor afwijkend, voor afwijkend minstens 4 ct. per K.G. meer dan voor slecht; Se. korting bij onvoldoende verpakking en bij onderwicht. Het prijsverschil naar de kwaliteiten is nog al van een i ge beteekenis. Een verschil van 2 ct. per K.G. beteekent een verschil van ongeveer f700. in opbrengst per l mil- lioen K.G. volle melk. Deze wijze van afzet van de boter brengt dus met met zich mede, dat de kwaliteit der boter een belangrijke rol zal gaan spelen bij de geldelijke uitkomsten van de zuivel fabriek. Naast het rijksbotermerk zal de toe passing van „betaling naar kwaliteit" een belangrijk middel worden tot verheffing van dit nationaal product. Aan de kwaliteitsverbetering van de boter zal nu voortaan alle zorg besteed moeten worden. Een gelukkige omstandigheid hierbij is, dat de directeuren van de bij de ver- koopvereeniging aangesloten fabrieken, ont last worden van den veel tijd vragenden handel, waardoor zij in nog meerdere mate hun aandacht op de boterproductie kunnen concentreeren. De kwaliteit van de melk, die aan de fabriek komt, zal de bijzondere aandacht van de directeuren verdienen. Nog meer dan ooit zal vastgehouden worden aan den elsch, de melk versch, zindelijk en afgekoeld te leveren. Wat naar de meening van den Zuivelcon sulent in deze het allermeest zal helpen, is iemand aan de fabriek te verbinden, die goed op de hoogte is van de practijk van het melken en van de melkbehandeling op de boerderij. Deze persoon krijgt tot taak de verschillende bedrijven achtereenvolgens te bezoeken. Hij wijst ter plaatse op de ver beteringen, die aangebracht kunnen worden bij de melkwlnning en de melkbehandeling, terwijl het daarnevens wellicht mogelijk is, dót hfj cursussen in het melken houdt. Na tuurlijk is het niet de bedoeling een soort „politieagent in hem te zien, maar veeleer iemand van wien wat te leeren valt. Het nader in contact brengen van de leden en vooral ook van hun vrouwen met „de fabriek" bl^kt meestal een gunstige gelegen heid de belangstelling voor alles wat de melk en hare verwerking betreft in nog meerdere mate gaande te maken bij de veehouders. Er is een geschikte aanleiding sommige ge durig voorkomende fouten aan te wijzen en duidelijk te maken hoe het voorkomen hier van kan leiden tot kwaliteitsverbetering. Een enkele vereeniging paste dit-middel weer toe naar aanleiding van de „verbouwing" van de fabriek. De leden en de vrouwen ontvangen een speciale ultnoodiging voor een bepaalden dag. De fabriek wordt dan in werking ge steld, terwijl de bezoekers zoo goed mogelijk uiteengezet wordt de wijze van verwerking en het onderzoek en gehalte en kwaltcit der melk. Dit onderzoek geniet gewoonlijk bij zonder veei belangstelling, vooral de bepa ling van het vet- en vuilgehalte. Bovendien werkt deze nadere kennismaking met de fabriek het wederzijdsch vertrouwen In de hand.C. B. Een avontuurlijke arrestatie. De soldaat De W., van het 21e Reg., 3e Bat. L. W. I., liggend te Huisduinen, nabij Den Helder, was den dienst moe. Ergo deed hij wat soldaten die den dienst moe zijn, in dergelijk geval plegen te doenhij deserteerde. Echter werd hij in zijn woonplaats R. op gevangen en Woensdag naar zijn garnizoen teruggebracht. Daar ging hij evenwel weer op de loop. Wetende dat hij in uniform niet uit de stelling zou komen, trok hij een bur gerpakje aan. Zoo marcheerde hij naar het Koegras, een halte een half uur buiten Den Helder. De militaire autoriteiten hadden ech ter gerekend op en dergelijk plan. De ser geant Ott trok naar het Koegras. In het wacht lokaal zag hij den weglooper zitten. Hem zijn spoorkaartje af te nemen was gauw geschied, en daar de trein, die te 4.10 van Den Helder was vertrokken, bereids in zicht kwam, posteerde hij zich in de deur opening teneinde zijn arrestant den doortocht te beletten totdat de trein zou zijn gepasseerd. De laatste wagen van den trein zal onge veer 20 M. van de halte verwijderd zijn ge weest, toen Ott een duw in zijn rug kreeg. Vóór hij zich rekenschap kon geven van het geen gebeuren zou kroop de man onderzijn armen door en holde den vertrekkenden trein na. De halte Koegras ligt onmiddelijk aan de spoorbrug over het Noord Hollandsch Ka naal. De soldaat rende de spoorbrug op en wist op den nog weinig vaart hebbenden trein de treeplank van den laatsten wagon te bereiken. Sergeant Ott holde hem achterna en be sprong, tegelijk de treeplank. Op den inmid dels volle vaart krijgende trein ontstond nu tusschen beide mannen eene worsteling op de treeplank waarbij de deserteur zich wist los te wringen. De man klom nu boven op den wagen, steeds gevolgd door den ser geant. Nu volgde een fantastische vlucht over de wagons van den in volle vaart voortstoomen- den trein. De ontsnapte arrestant wist naar beneden te komen en bleef op een der buf fers zitten. In grenzelooze verbazing hadden de reizi gers het schouwspel dezer wilde jacht aan schouwd. Sergeant Ott, die den machinist te vergeefs seinen gegeven had om testoppen, kreeg nu hulp in een der reizigers, die van uit de couperaampjes dit alles had gezien, en die den man aan de eene zijde in het oog hield, terwijl de sergeant de andere zijde voor zijne rekening nam. Ongeveer 250 M. van halte Breezand ver wijderd, sprong de man van den trein, al weder onmiddelijk gevolgd door zijn ver volger. Wonderlijk genoeg kregen geen van beiden eenig letsel, en opnieuw werd thans door de vreedzame polderlanden, de vervol ging voortgezet De vluchteling had een voor sprong een meter of vijftig, en wist zich in den tuin van een boerderij te verschuilen. Hier werd hij tenslotte gepakt. Op den teruchtocht trachte de man zelfmoord te plegen doordat hij poogde zich onder een passeerende goederentrein te werpen, doch weer wist de sergeant hem baas te blijven. Zeer vermoeid kwamen beiden op de halte Koegras aan, opgewachtdoor de in .deomge- ving wonende bevolking die met ontzetting de gebeurtenis jvan af den dijk hadden gade geslagen. Met den trein jvan 5.35 arriveerde de sergeant met zijn arrestant te Den Helder. Spaansche griep. De Spaansche griep heeft in het garnizoen te Assen reeds grooten om vang aangenomen. Het hospitaal en kanton- nements ziekenverblijf zijn overvol; allen kunnen niet eens geplaatst worden, zoodat een nood verblijf moet worden ingericht. Men schrijfr ons uit Lonneker. De Spaansche griep eischt onder de arbei ders uit deze gemeente, die te Essen werken, nog al slachtoffers. De vorige week waren er twee sterfgevallen, terwijl gisteren de 18- jarige N. bezweek, die deze ziekte te Essen had opgedaan. Van de grensHet zoo in hevige mate heerschen van de Spaansche ziekte in Duitschiand is oorzaak, dat honderden Neder landsche arbeiders, werkzaam in Duitschiand, uit vrees voor besmetting naar hun woon plaatsen terugkeeren. Bij Krupp in Essen zijn niet minder dan 1600 arbeiders door de ziekte aangetast. Ruim 200 militairen te Roermond lijden aan de Spaansche griep. Ook het aantal aan getaste burgers is vrij groot. Een 18-jarlg meisje is gisteren aan de gevolgen dezer ziekte overleden. In verschillende dorpen langs de Duitsct grens is de ziekte overgebracht door inw. ners, die in de kolenmijnen werken. De „Daily Mail" van 8 Juli meldt, dat te Huil honderden werfarbeiders aan de Spaansche griep lijden. Te Leicester zijn er geheele gezinnen door aangetast. In tal van fabrieken heeft men de nachtploegen moeten opgeven. Te Wigan is er één op iedere drie mijnwerkers ziek. In Zuid-Wales woedt de epideml onverminderd voort en te Ferndale in de Rhondda Velly zijn reeds 30 personen bezweken. Te Edenburgh zijn de scholen ge sloten, omdat er van de 30 000 kinderen 10.000 door de griep zijn aangetast. Ook te Lochem doen zich ziektegeval len voor, waarvan de verschijnselen alle wij zen op Spaansche ziekte. Te Gorinchem doen zich enkele geval len van Spaansche griep voor. Te Delft komen een aantal gevallen voor van Spaansche griep. In een huisgezin zijn 7 personen aangetast. Verdronken. In het Nijveensterdiep, bfl Gasselte, is gisteren een zoontje van H. ve dronken. Hagelbui. Gisteravond ontlastte zich boven Papekop een zeer zware hagelbui. Stukken ijs ter groote van duiveneieren vielen in dichte massa en vernielden alle tuinvruchten en tal van glasruiten. Veenbrand. In het Laaghalverveen in de gemeente Beilen heeft een hevige veenbrand gewoed. Door vereende krachten is men gis teren het vuur, dat reeds de roggevelden ge naderd was meester geworden. Over de grens gekomen. Gisteren kwamen te Winterswijk twee Rusissche krijgsgevan genen over de grens. Zij werden echter op last van de politie weder over de grens te ruggebracht Gevaarlijk zuur voor limonades. Het is den Centralen Gezondheidsraad, die reeds eerder heeft gewezen op het gevaar voorde gezondheid, dat gelegen is in het gebruik van limonades, bij de bereiding waarvan in- stede van citroen- en wijnsteenzuur, andere schadelijke zuren zijn gebezigd, gebleken dat een handelaar te Leiden voortgaat met het in den handel brengen van oxaalzuur (zuringzuur), met het kennelijk doel, dat dit zuur bij de bereiding van voedings- en ge notmiddelen de plaats van citroenzuur zal innemen. De Centrale Gezondheidsraad acht zich verplicht ten ernstigste tegen het gebruik van oxaalzuur (zuringzuur) voor die berei ding te waarschuwen, aangezien het een be paald vergift voor het menschelijk lichaam is. Verongelukt? In visscherijkringen maakt men zich ongerust over het lange uitblijven van den beiltrauwllogger IJM 251 Centrum van de Maatschappij Shamrock te IJmulden, welk vaartuig 28 Juni van daar ter vischvangst uitvoer voor een reis van ten hoogste 14 dagen. Het laatst is het schip gezien 8 dagen geleden door een logger, welke inmiddels hier aangekomen is. Daar de logger aanmer kelijk over tijd is, vreest men dat het een ongeval op zee is overkomen, tenzij het naar eene buitenlandsche haven moet zijn opge bracht. (Scheepv.) In beslag genomen. De politie te Lelden heeft gisteren bij een particulier voor f 2500 aan guldens en rijksdaalders in beslag ge nomen, op het oogenblik dat zij met 50 pet. winst zouden worden verkocht. Ernstig ongeluk. Dinsdagavond is te Mui den een ernstig ongeluk gebeurd. In de zeer

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1918 | | pagina 2