KAMEROVERZICHT.
LAND- EN TUiNSOUW.
GEMENQD NIEUWS.
vrachtjemaar we betaalden alevel 'n
stevigen prijs.
Wat sedert zoo gebleven is.
Als jongen nu, 'k herinner me dat zeer
goed, heb ik voor mijzelf uit die historie
drie zeer eenvoudige lessen geleerd, al ging
ik die nog niet in bepaalde zinnen formu
leeren
le. Een gezonde concurrentie is voor den
afnemer de beste waarborg tegen uitbuiting.
2e. Onzinnige concurrentie heeft in zichzelf
den drang om de concurrentie zelf uit te
schakelen. 3e. Verdwijning der concurrentie
dringt steeds in de richting om de exploitatie
eener zaak te drijven ten koste van 't geëx
ploiteerde publiek.
En nu, in dezen, onzen tijd:
Ook zonder de Crisis gingen we op ve
lerlei terrein uit het tijdvak der onzinnige
en der gezonde concurrentie over in een
concurrentieloos tijdperk.
De crisis schijnt dit proces nog te zullen
verhaasten.
Voor 'n deel ten koste van het publick.
Aan dat laatste feit wordt nog maar al
te weinig aandacht gewijd door wie 't toch
het méést aangaat, n.l. dat publiek zelf.
Wanneer ddt veranderen zal
UITKIJK.
Nog éénmaal, na de rumoerige vergadering,
waarop de distributie-wet Posthuma was
„gekelderd" kwam de Tweede Kamer bijeen
nog ééns né z'n echec kwam Min. Posthuma
in haar midden en dan zouden ze van
elkaar gaande Minister en de Kamerleden,
een ieder zijns weegs
Maar: „eind goed, al goed" heett de
„boerenminister" wellicht gedacht, toen hij
dien middag naar huis ging. Want inderdaad
het einde was voor hem goed. Met 48 tegen
slechts 8 stemmen (56 leden van de 100!)
zag hij z'n „scheurwet" aangenomen, zij het
dan ook niet ongewijzigd.
Dat hebben we in ons vorig overzicht
nog vermeld. Laten we nu even de wet en
de behandeling er van nader bezien.
Door deze wet zullen nu 100000 H.A.
weiland in bouwland moeten worden omge
zet, teneinde zooveel mogelijk door eigen
hulp te voorzien in den voedselnood van
ons volk. Een pogen, dat op-zich-zelf na
tuurlijk door iedereen werd en wordt toe
gejuicht.
Echter was men 't niet eens over de vraag,
of de Minister, ter bereiking van dit doel,
wel den juisten weg was ingeslagen.
De Sociaal-democraten vonden het na
tuurlijk ook nü weer: absoluut niet goed.
De regeering had liever moeten zeggenden
grond moet ik hebben, zoo noodig zónder
den boer, meende de heer Schaper. Volgens
dezen socialist zijn de boeren maar men-
schen, die nooit tevreden zijn en altijd maar
n:éér voor zichzélf willen hebben!
De vrijz. democr. heer Feeristra ging wel
niet zóó ver, maar ging toch 'n heel eind
met z'n rooderen collega mee.
Een ander uiterste werd verdedigd door
den Roomsch-Kath. afgevaardigde, den heer
De Wijckerslooth. Z.i. was heel dit omzetten
van weiland in bouwland verkeerd. Men
moest liever 'n 100.000 H.A. heide ontginnen,
meende hij. Maar de Minister, en ook ande
ren, voerden terecht hiertegen aan, dat dit
denkbeeld wel heel mooi was, maar in dezen
tjjd onuitvoerbaar. Voor die ontginning toch
is kunstmest noodig, en die is er niet. Er
ligt al heel wat ontgonnen heide op mest te
wachten. Een groenbemesting (met lupinen,
e.d., baat óók niet, want dan zou toch niet
vóór 1920 of '21 een oogst van voedings
artikelen voor den mensch te krijgen zijn.
De heer Monté Ver Loren (a.-r.) wees er
op, dat er meer overleg moest gepleegd
worden met de boeren-organisaties, hetgeen
bij de paarden- en rundervordering ook
zooveel goeds uitwerkt.
Gelukkig betoonde de Minister zich hier
van niet afkeerig, zoodat de heer De Monté
Ver Loren tenslotte wel zijn stem aan de
wet kon geven, nadat ook door de aanne
ming van enkele amendementen de rechten
zoowel van de gebruikers als van de eigenaars
der gronden wat beter waren vastgelegd,
o.a.le Een gewijzigd amendement Feenstra,
waardoor nu bepaala is, dat belanghebbenden
binnen 14 dagen in beroep kunpen komen
van beschikkingen des Ministers betreffende
gronden, die voor scheuring in aanmerking
komen. Dit beroep zal geschieden bij een
provinciale Commissie.
2e Ben amendement Wijckerslooth, om
ook den eigenaar der gronden (dus niet alleen
den pachter), die van de scheuring nadeel
ondervindt, schadeloos te stellen.
3e Een amendement Van Veen, om ook
schadevergoeding te geven aan hem, die
aansprakelijk i3 voor de scheuring en daarvan
nadeelen ondervindt.
Nadat het ontwerp, waaruit te voren reeds
het productie-gebod was gelicht, aldus was
gewijzigd en aangevuld, werd het, gelijk
we reeds zeiden, met 48—8 stemmen aan
genomen.
En toen, om 5 uur ongeveer, werd de
Kamer zélf gescheurd.
Min. Posthuma scharrelde z'n paperassen
bij mekaar en keek rond, of-ie wilde zeggen
„Ziezoo hier zle-je mij voorloopig niet weer".
We denken, dat-ie wel een hartgrondige
zucht van verlichting heeft geslaakt! Want
als .iemand het „heeft moeten kunnen", dan
is het Min. Posthuma geweest.
Den Min. keert dan nog eens even rond,
handdrukken werden gewisseld, hier met een
„tot weerziens!" dédr ten afscheid en de
oude; Kamer ging heen tenzij zeer
bijzondere omstandigheden haar bijeenroe
ping nóg eens mochten eischen, om niet
weer terug te keeren, althans niet om te
„werken". Want nog éénmaal moet ze weer
opkomen, wanneer in September haar zitting
officieel wordt gesloten.
Aan
Zijne Excellentie den heer Minister
van Landbouw, Nijverheid en Handel,
's-Gravenhage.
Excellentie,
Geeft met verschuldlgden eerbied te ken
nen, de Vereeniging van Nederlandsche
Akkerbouwers, dat zij als antwoord op Uwe
missieve van 50 Juni 1918, betreffende het
houden ,van broodgraan, beleefd de vrijheid
neemt het volgende onder Uwe aandacht te
brengen
a. dat aan landbouwers en vaste arbei
ders broodgraan gelaten moet worden, ter
wijl dan aan hen geen broodkaart dient uit
gereikt te worden. Voor losse arbeiders, zoo
genaamde seizoenarbeiders, wordt door de
plaatselijke commissie's bepaald, wanneer en
voor hoelang deze geen broodkaart ontvan
gen, maar wel broodgraan van den land
bouwer, bij wien zij werkzaam zijn
dat de V.N.A. onverzwalkt op het stand
punt blijft staan, dat de akkerbouwer het
recht heeft van zijn eigen verbouwd graan
te eten
b. dat de V. N. A. over geen voldoende
gegevens beschikt om het juiste aantal per
sonen te bepalen, die onder deze categoriën
vallen, maar dat het aantal van l.OOO.OOÓ door
Uwe excellentie genoemd, door de V.N.A.
wordt aanvaard;
c. dat het de Vereeniging van Nederland
sche Akkerbouwers niet bekend is, dat door
haar of door een andere landbouworganisatie
ooit gevraagd is om 400 giam brood per dag
en per hoofd voor de landbouwers en hun
vaste arbeiders te mogen houden, dat niet
een hoeveelheid van 1V» H.L. per hoofd
wordt gevraagd, maar wel 100 K G.
d. dat deze berekening absoluut in strijd
is met de praktijk en dat in 1917 voor de
niet landbouwende bevolking beschikbaar
zou geweest zijn, als aan de landbouwers
en hun arbeiders, geen broodkaart was ver
strekt, de volle 250.000 000 K.G. vermeerderd
met 20 000.000 K.G., die anders gesmokkeld
werd, plus 100.000.000 K.G. van over zee,
alzoo te zamen 370,000.000 K.G, d.i. dus
ongeveer driemaal zooveel, als door Uwe
Excellentie wordt berekend, waardoor voor
de niet landbouwende bevolking ook pl.m.
3 X 86 gr. 258 Gr. broodgraan per hoofd
en per dag beschikbaar blijft, waarvan on
geveer 3'/i H.G. brood gebakken kan worden,
welk gewicht hooger kan worden opgevoerd
door. gebruik te maken van bijmengsels,
indien dit noodig mocht blijken om het leger
te kunnen voorzien en aanvulllngsbrooakaar-
ten,dat de oogst 1918 van tarwe en rogge, ge
zien den beteren stand vooral in de eerste
graansoort, zeker niet minder zal bedragen
dan dien van 1917.
e. dat de V.N.A. Uwe Excellentie, wat
betreft de berekeningen, verwijst naar het
request, indertijd door onze vereeniging aan
Uwe Excellentie gezonden, terwijl de V.N.A.
onveranderd op het standpunt blijft staan,
dat genoeg broodkoren in ons land verbouwd
kan worden bij goede prijsregeling en bij
een middelmatigen oogst
dat de V.N.A. met alle kracht blijft aan
dringen op het laten van eigen verbouwd
graan voor den landbouwer, zijn gezin en
zijn vaste arbeiders, overtuigd als zij is, dat
dit de volksvoeding ten goede zal komen
dat de V.N.A. uiteraard geen garantie kan
geven, dat voor den oogst 1919 een voldoend
aantal H.A. met broodkoren zal worden be
zaaid, maar wel, dat zij Uwe Excellentie de
oprechte verzekering geeft, "dat zij alle hulp
zal verleenen om hiertoe te geraken en dit
kan doen, omdat velen der grootste akker
bouwers in Nederland, leden harer vereeni
ging, zich bereid verklaard hebben.
't Welk doende,
Het Hoofdbestuur der V.N.A.:
De Sec. Penn., De Voorzitter,
L. B. v. d. Slikke. A. Colijn.
Rotterdam, 15 Juli 1918.
Haringvliet 100,
OFFICIEEL.
BOND VAN FLAKKEESCHE LANDBOUW
VEREENiOINGEN.
Melissant 17 Juli 1918.
Aan Zijne Excellentie den Minister van
Landbouw, Nijverheid en Handel
's Gravenhage.
Geeft met verschuldigden eerbied te ken
nen den Flakkeeschen Boerenbond, dat zij
als antwoord op uw schrijven van 20 Juni
1918 No. 65919/36 betreffende broodgraan het
volgende onder Uw aandacht! wenscht te
brengen: dat de hoeveelheid graan die Uwe
Exellentie aftrekt voor het aan landbouwers
en arbeiders te laten graan onzes inziens
niet juist is: reeds van den oogst 1917 is
dit graan zij het langs 'omwegen voor de
overige bevolking verloren gegaan, zoodat
bij ons systeem ruim 1000000 personen geen
broodkaart behoefd te worden verstrekt,
hetwelk aan de .overige bevolking van Ne
derland ten goede komt, aan welks arbeiders
graan gelaten behoord te worden, is zeer
eenvoudig omdat voor hen, die geen graan
in nature ontvangen, toch eenzelfde rantsoen
op kaarten kunnen (ontvangen) betrekken
zoodat het op den weg ligt van Uwe
Excellentie om in het belang van de volks
voeding in het algemeen aan da landbou
wers en arbeiders per hoofd 100 K.G. graan
voor brood vrij te geven en er nauwkeu
rig op te letten, dat aan diegenen welke
graan ontvangen geen broodkaarten worden
verstrektdat al het overblijvende graan tot
den laatsten korrel zal worden ingeleverd
kan moeilijk worden gegarandeerd, doch
dat de misbruiken zullen worden beperkt
is onze vaste overtuiging, terwijl onzerzijds
gaarne de verzekering wordt gegeven dat
door de besturen onzer organisatie alles zal
worden aangewend wat mogelijk is om een
eerlijke levering te bevorderen.
Het Dagelijks Bestuur van den Flakkeeschen
Boerenbond,
Voorzitter, Secretaris,
(w.g.) J. overdorp. (w.g.) A. W. keijzer.
Ministerie van Landbouw, Nijverheid en
Handel,
No. 14948.
Afdeeling Crisiszaken. Bureau Landbouw.
Bericht op 5 Juli 1918 betreffende verhoo
ging der voedselproductie.
's-GRAVENHAGE, 12 Juli 1918.
Naar aanleiding van Uw terzijde aange
haald schrijven, heb ik de eer U te verzoe
ken, mij nauwkeuriger te willen inlichten
ten aanzien van de ligging, het beheer enz.
van de door U bedoelde polders en riet
gorzen.
De Minister van Landbouw, Nijverheid en
Handel,
Voor den Minister,
De Directeur Generaal der Afdeeling
Crisiszaken.
VAN DER LOEFF.
Aan den Bond van Flakkeesche Landbouw-
vereenigingen, Secretaris A. W. Keijzer
te Melissant,
Aan
Zijne Excellentie den heer Minister
van Landbouw, Nijverheid en Handel,
's-Gravenhage.
Naar aanleiding het schrijven No. 14948,
Afdeeling Crisiszaken van Uwe Excellentie
Departement in dato 12 Juli 1918, hebben
wij de eer Uwe Excellentie te berichten dat
a. De „Kroningspolder" gelegen is in de
gemeente Slellendam en beheerd wordt door
het Domeinbestuur. De ontvanger der Regis-
stratie en Domeinen te Sommelsdljk is daar
van in deze streek de vertegenwoordiger
ze beeft de volgende kadastrale Nummers
met daar achter de oppervlakte.
Sectie D no. 570, 2,61,90 H.A.
271, 2,47,90
272, 2,54,10
274, 2,07,80 Kade.
275, 2,78,60
276, 2,48,50 -
277, 3,37,40
278, 3,45,20
279, 3,86,20
280, 29,20
281, 62,50
282, 1,32,80
283, 4,64,80 Kade.
287, 3,69,20
288, 2,97,00
289, 3.31,60
290, 3,13,00
291, 3,14,90 y
292, 3,32,50
293, 3,36,90
294, 2,29,10
295, 2,16,10
267, 2,07,80 Kade.
en alzoo binnendijks gelegen laud 53,24,60
H.A. groot.
b. Het „rietgors" wordt genoemd de
„Noordpolder" is gelegen in de gemeente
Ooltgensplaat en behoort in eigendom 'aan
Mej. D. C. Goedkoop te 's-Gravenhage, in
de Beschrijving van het eiland Goedereede
en Overflakkee door B. Boers (1848) wordt
vermeld dat bü de doorbraken die Ooltgens
plaat teisterden op 26 Januari 1682 de Noord
polder ook trof, terwij! bij soortgelpe be
schrijving door J. v. d. Waal en F. O. Ver
voorn (1895) meer uitvoerig bij de Noord
polder wordt stilgestaan (pag. 447) daar
blijkt dat ze in 1682, op 12 Januari 1713,
3 Maart 1715 en op 4 Januari 1717 invloeid'de
en voorts „De Ingelanden van dezen polder
waren zoo ontmoedigd door deze telkens
wederkeerende inbraken, of zoo geheel mach
teloos geworden om de schaden te herstellen
dat zij den polder en hunne eigendommen
verlieten in 't begia van 1718".
't Welk doende,
Het Dagelijksch Bestuur van den
Flakkeeschen Boerenbond.
De Secretaris, De Voorzitter,
(w.g.) A. W. Keijzer. (w.g.) J. Overdorp.
Nieuwe Tonge i
Melissant 17 191
Voor Zuivelbere!ders.
In het Jaarverslag van den heer Hylkema,
Zuivelconsulent voor Gelderland, komt een
en ander voor, dat de aandacht verdient van
alle zuivelbereiders en we daarom in ruimer
kring bekend wilden maken.
Centrifugemelk.
De centrifugemelk, welke van de boter-
fabrleken op de boerderijen terugontvangen
werd, leverde op verschillende plaatsen moei
lijkheden op. Vooral in een tfc'd der melk
productie, in Mei en Juni, was dit het geval. De
oorzaak hiervan moet worden gezocht in den
belangrijken achteruitgang der varkenshou
derij. Er werd toen zooveel mogelijk den
raad gegeven, de resteerendecentrifugemelk
te voeren aan paarden en koeien, Vooral
paarden drinken deze melk heel graag.
De centrifugemelk heeft in den loop der
jaren in de rij van de voedermiddelen een
zeer voorname plaatsingenomen. Vermengd
met meelsoorten (rogge, mals) of aardap
pelen, vormt zij een uitnemend voedermid
del voor varkens, speciaal bij den opfokt
Onderzoekingen naar den invloed van voe
dermiddelen bij dieren hebben doen zien,
vroeger reeds, maar in de laatste jaren nog
duidelijker: dat er stoffen zijn, die, hoewel
ze in geringe hoeveelheden voorkomen, voor
den groei onmisbaar zijn.
Die stoffen zijn zoowel in melk als in
centrifugemelk aanwezig.
Het laat zich aanzien, dat de varkenshou
derij weer in ruime mate toepassing zal vin
den, zoodra de tijdsomstandigheden zich wij
zigen. Voor al in de zandstreken met het
specifieke kleinbedrijf is dat te verwachten.
De noodige productieve arbeid voor deze
kleinbedrijven moet gezocht worden in de
richting van nevenbedrijven. Als zoodanig
zijn de varkensfokkerij en varkensmesterij
bijzonder geschikt. Als deze toekomst juist
gezien is, wordt later de centrifugemelk weer
nagenoeg geheel op de boerderij terugver
langd.
Dit vooruitzicht zal niet 'weinig gewicht in
de schaal leggen bij de overweging of de
zuivelfabriek al of niet voorzien moet wor
den van een inrichting voor de verwerking
van centrifugemelk tot het een of ander
product (melkpoeder, gecondenseerde melk,
quark, caseïne). Zoo'n nevendrijf brengt
mee, dat de veehouder minder afhankelijk
van de centrifugemelk is. Waar van de
zijde der zuivelfabriek dit nevenbedrijf
liefst rendabel moet wezen, is het gevaar
niet denkbeeldig, dat juist door gebrek aan
centrifugemelk op de boerderij de vrije ont-
wikdeling van het landbouwbedrijf wordt
belemmerd.
Het laat zich aanzien, dat in de naaste toe
komst niet meer zoo'n overvloed van centri
fugemelk zal komen als de laatste tijden het
geval was en wel om de volgende rede
nen:
le per bedrijf zal er minder centrifugemelk
beschikbaar zijn zoowel door het verminder
de aantal stuks melk vee al s door de te verwach
ten geringe melkproductie per koe. De terug
gang wordt geschat op ,/3 deel der
melkopbrengst in de laatste jaren vóór den
oorlog.
2e verschillende bedrijven zullen zich extra
gaan toeleggen op het aanhouden van kal
veren tengevolge van de groote opruiming,
welke vooral onder het jong vee heeft plaats
gehad
3e wellcht zal er ook weer meer gedaan
worden aan de varkenshouderij vooral aan
opfokken en mesten van jonge varkens
nu de Nederlandsche „varkensstapel* zoo
enorm verminderd is.
Kan de centrifugemelk in het landbouw
bedrijf een nuttige aanwending vinden, dan
komt dit de voedselvermeerderlng niet wei
nig ten goede. Dit zou niet het geval zijn
wanneer éde centrifugemelk bestemd moet
worden voor de bereiding van quark en
caseïne.
Betaling der boter naar kwaliteit.
In zijn vorige jaarverslagen wee3 de heer
Hylkema op de wenschelijkheid hiervan. Die
toestand is nu aanstaande. Als waarnemend-
secretaris van de G-O. Bond van Coöp.
Zuivelfabrieken bevorderde de Zuivelconsu
lent de oprichting van de Coöp. Zuivelver-
koopvereeniging Gelderland Overijsel. Bijna
alle coöp. stoomzuivelfabrieken in zijn ambts
gebied hebben zich hierbij aangesloten. De
grondslagen zijn de volgende:
le. verplichte levering van alle geprodu
ceerde boter der deelnemende fabrieken met
uitzondering van de boter, die voor den
kleln-verkeop in het binnenland verkocht kan
worden
2e. betaling naar kwaliteit
8e. indeeling van de boter daartoe in de
klassen
best, goed, afwijkend en slecht;
4. bü betaling worden de prijzen als volgt
geregeld
voor best 2 cent per K.G. meer dan voor
goed,
voor goed 2 cent per K.G. meer dan voor
afwijkend,
voor afwijkend minstens 4 ct. per K.G.
meer dan voor slecht;
Se. korting bij onvoldoende verpakking
en bij onderwicht.
Het prijsverschil naar de kwaliteiten is nog
al van een i ge beteekenis. Een verschil van
2 ct. per K.G. beteekent een verschil van
ongeveer f700. in opbrengst per l mil-
lioen K.G. volle melk.
Deze wijze van afzet van de boter brengt
dus met met zich mede, dat de kwaliteit der
boter een belangrijke rol zal gaan spelen
bij de geldelijke uitkomsten van de zuivel
fabriek. Naast het rijksbotermerk zal de toe
passing van „betaling naar kwaliteit" een
belangrijk middel worden tot verheffing van
dit nationaal product.
Aan de kwaliteitsverbetering van de boter
zal nu voortaan alle zorg besteed moeten
worden. Een gelukkige omstandigheid hierbij
is, dat de directeuren van de bij de ver-
koopvereeniging aangesloten fabrieken, ont
last worden van den veel tijd vragenden
handel, waardoor zij in nog meerdere mate
hun aandacht op de boterproductie kunnen
concentreeren.
De kwaliteit van de melk, die aan de fabriek
komt, zal de bijzondere aandacht van de
directeuren verdienen. Nog meer dan ooit
zal vastgehouden worden aan den elsch, de
melk versch, zindelijk en afgekoeld te leveren.
Wat naar de meening van den Zuivelcon
sulent in deze het allermeest zal helpen, is
iemand aan de fabriek te verbinden, die goed
op de hoogte is van de practijk van het
melken en van de melkbehandeling op de
boerderij. Deze persoon krijgt tot taak de
verschillende bedrijven achtereenvolgens te
bezoeken. Hij wijst ter plaatse op de ver
beteringen, die aangebracht kunnen worden
bij de melkwlnning en de melkbehandeling,
terwijl het daarnevens wellicht mogelijk is,
dót hfj cursussen in het melken houdt. Na
tuurlijk is het niet de bedoeling een soort
„politieagent in hem te zien, maar veeleer
iemand van wien wat te leeren valt.
Het nader in contact brengen van de leden
en vooral ook van hun vrouwen met „de
fabriek" bl^kt meestal een gunstige gelegen
heid de belangstelling voor alles wat de melk
en hare verwerking betreft in nog meerdere
mate gaande te maken bij de veehouders.
Er is een geschikte aanleiding sommige ge
durig voorkomende fouten aan te wijzen en
duidelijk te maken hoe het voorkomen hier
van kan leiden tot kwaliteitsverbetering. Een
enkele vereeniging paste dit-middel weer toe
naar aanleiding van de „verbouwing" van de
fabriek. De leden en de vrouwen ontvangen
een speciale ultnoodiging voor een bepaalden
dag. De fabriek wordt dan in werking ge
steld, terwijl de bezoekers zoo goed mogelijk
uiteengezet wordt de wijze van verwerking
en het onderzoek en gehalte en kwaltcit der
melk. Dit onderzoek geniet gewoonlijk bij
zonder veei belangstelling, vooral de bepa
ling van het vet- en vuilgehalte. Bovendien
werkt deze nadere kennismaking met de
fabriek het wederzijdsch vertrouwen In de
hand.C. B.
Een avontuurlijke arrestatie. De soldaat
De W., van het 21e Reg., 3e Bat. L. W. I.,
liggend te Huisduinen, nabij Den Helder, was
den dienst moe. Ergo deed hij wat soldaten
die den dienst moe zijn, in dergelijk geval
plegen te doenhij deserteerde.
Echter werd hij in zijn woonplaats R. op
gevangen en Woensdag naar zijn garnizoen
teruggebracht. Daar ging hij evenwel weer
op de loop. Wetende dat hij in uniform niet
uit de stelling zou komen, trok hij een bur
gerpakje aan. Zoo marcheerde hij naar het
Koegras, een halte een half uur buiten Den
Helder. De militaire autoriteiten hadden ech
ter gerekend op en dergelijk plan. De ser
geant Ott trok naar het Koegras. In het wacht
lokaal zag hij den weglooper zitten.
Hem zijn spoorkaartje af te nemen was
gauw geschied, en daar de trein, die te 4.10
van Den Helder was vertrokken, bereids in
zicht kwam, posteerde hij zich in de deur
opening teneinde zijn arrestant den doortocht
te beletten totdat de trein zou zijn gepasseerd.
De laatste wagen van den trein zal onge
veer 20 M. van de halte verwijderd zijn ge
weest, toen Ott een duw in zijn rug kreeg.
Vóór hij zich rekenschap kon geven van het
geen gebeuren zou kroop de man onderzijn
armen door en holde den vertrekkenden
trein na.
De halte Koegras ligt onmiddelijk aan de
spoorbrug over het Noord Hollandsch Ka
naal. De soldaat rende de spoorbrug op en
wist op den nog weinig vaart hebbenden
trein de treeplank van den laatsten wagon
te bereiken.
Sergeant Ott holde hem achterna en be
sprong, tegelijk de treeplank. Op den inmid
dels volle vaart krijgende trein ontstond nu
tusschen beide mannen eene worsteling op
de treeplank waarbij de deserteur zich wist
los te wringen. De man klom nu boven op
den wagen, steeds gevolgd door den ser
geant.
Nu volgde een fantastische vlucht over de
wagons van den in volle vaart voortstoomen-
den trein. De ontsnapte arrestant wist naar
beneden te komen en bleef op een der buf
fers zitten.
In grenzelooze verbazing hadden de reizi
gers het schouwspel dezer wilde jacht aan
schouwd. Sergeant Ott, die den machinist te
vergeefs seinen gegeven had om testoppen,
kreeg nu hulp in een der reizigers, die van
uit de couperaampjes dit alles had gezien,
en die den man aan de eene zijde in het oog
hield, terwijl de sergeant de andere zijde
voor zijne rekening nam.
Ongeveer 250 M. van halte Breezand ver
wijderd, sprong de man van den trein, al
weder onmiddelijk gevolgd door zijn ver
volger. Wonderlijk genoeg kregen geen van
beiden eenig letsel, en opnieuw werd thans
door de vreedzame polderlanden, de vervol
ging voortgezet De vluchteling had een voor
sprong een meter of vijftig, en wist zich in
den tuin van een boerderij te verschuilen.
Hier werd hij tenslotte gepakt.
Op den teruchtocht trachte de man zelfmoord
te plegen doordat hij poogde zich onder een
passeerende goederentrein te werpen, doch
weer wist de sergeant hem baas te blijven.
Zeer vermoeid kwamen beiden op de halte
Koegras aan, opgewachtdoor de in .deomge-
ving wonende bevolking die met ontzetting
de gebeurtenis jvan af den dijk hadden gade
geslagen. Met den trein jvan 5.35 arriveerde
de sergeant met zijn arrestant te Den Helder.
Spaansche griep. De Spaansche griep heeft
in het garnizoen te Assen reeds grooten om
vang aangenomen. Het hospitaal en kanton-
nements ziekenverblijf zijn overvol; allen
kunnen niet eens geplaatst worden, zoodat
een nood verblijf moet worden ingericht.
Men schrijfr ons uit Lonneker.
De Spaansche griep eischt onder de arbei
ders uit deze gemeente, die te Essen werken,
nog al slachtoffers. De vorige week waren
er twee sterfgevallen, terwijl gisteren de 18-
jarige N. bezweek, die deze ziekte te Essen
had opgedaan.
Van de grensHet zoo in hevige mate
heerschen van de Spaansche ziekte in
Duitschiand is oorzaak, dat honderden Neder
landsche arbeiders, werkzaam in Duitschiand,
uit vrees voor besmetting naar hun woon
plaatsen terugkeeren.
Bij Krupp in Essen zijn niet minder dan
1600 arbeiders door de ziekte aangetast.
Ruim 200 militairen te Roermond lijden
aan de Spaansche griep. Ook het aantal aan
getaste burgers is vrij groot. Een 18-jarlg
meisje is gisteren aan de gevolgen dezer
ziekte overleden.
In verschillende dorpen langs de Duitsct
grens is de ziekte overgebracht door inw.
ners, die in de kolenmijnen werken.
De „Daily Mail" van 8 Juli meldt, dat
te Huil honderden werfarbeiders aan de
Spaansche griep lijden. Te Leicester zijn er
geheele gezinnen door aangetast. In tal van
fabrieken heeft men de nachtploegen moeten
opgeven. Te Wigan is er één op iedere drie
mijnwerkers ziek. In Zuid-Wales woedt de
epideml onverminderd voort en te Ferndale
in de Rhondda Velly zijn reeds 30 personen
bezweken. Te Edenburgh zijn de scholen ge
sloten, omdat er van de 30 000 kinderen 10.000
door de griep zijn aangetast.
Ook te Lochem doen zich ziektegeval
len voor, waarvan de verschijnselen alle wij
zen op Spaansche ziekte.
Te Gorinchem doen zich enkele geval
len van Spaansche griep voor.
Te Delft komen een aantal gevallen
voor van Spaansche griep. In een huisgezin
zijn 7 personen aangetast.
Verdronken. In het Nijveensterdiep, bfl
Gasselte, is gisteren een zoontje van H. ve
dronken.
Hagelbui. Gisteravond ontlastte zich boven
Papekop een zeer zware hagelbui. Stukken
ijs ter groote van duiveneieren vielen in
dichte massa en vernielden alle tuinvruchten
en tal van glasruiten.
Veenbrand. In het Laaghalverveen in de
gemeente Beilen heeft een hevige veenbrand
gewoed. Door vereende krachten is men gis
teren het vuur, dat reeds de roggevelden ge
naderd was meester geworden.
Over de grens gekomen. Gisteren kwamen
te Winterswijk twee Rusissche krijgsgevan
genen over de grens. Zij werden echter op
last van de politie weder over de grens te
ruggebracht
Gevaarlijk zuur voor limonades. Het is
den Centralen Gezondheidsraad, die reeds
eerder heeft gewezen op het gevaar voorde
gezondheid, dat gelegen is in het gebruik
van limonades, bij de bereiding waarvan in-
stede van citroen- en wijnsteenzuur, andere
schadelijke zuren zijn gebezigd, gebleken
dat een handelaar te Leiden voortgaat met
het in den handel brengen van oxaalzuur
(zuringzuur), met het kennelijk doel, dat dit
zuur bij de bereiding van voedings- en ge
notmiddelen de plaats van citroenzuur zal
innemen.
De Centrale Gezondheidsraad acht zich
verplicht ten ernstigste tegen het gebruik
van oxaalzuur (zuringzuur) voor die berei
ding te waarschuwen, aangezien het een be
paald vergift voor het menschelijk lichaam is.
Verongelukt? In visscherijkringen maakt
men zich ongerust over het lange uitblijven
van den beiltrauwllogger IJM 251 Centrum
van de Maatschappij Shamrock te IJmulden,
welk vaartuig 28 Juni van daar ter vischvangst
uitvoer voor een reis van ten hoogste 14
dagen. Het laatst is het schip gezien 8 dagen
geleden door een logger, welke inmiddels
hier aangekomen is. Daar de logger aanmer
kelijk over tijd is, vreest men dat het een
ongeval op zee is overkomen, tenzij het naar
eene buitenlandsche haven moet zijn opge
bracht. (Scheepv.)
In beslag genomen. De politie te Lelden
heeft gisteren bij een particulier voor f 2500
aan guldens en rijksdaalders in beslag ge
nomen, op het oogenblik dat zij met 50 pet.
winst zouden worden verkocht.
Ernstig ongeluk. Dinsdagavond is te Mui
den een ernstig ongeluk gebeurd. In de zeer