Tweede Blad,
He Horloge
ingezonden.
mm' a. w. f; idenburg
laud- er tuinbouw.
bmitehusd.
binnenland.
plaatselijk nieuws
Zaterdag 29 Juni 1918. No. 2402
Twee Bladen.
officieel gedeelte.
KLEEDING NAA»
INH0C6M0WSES»
Dit nummer bestaat uit
Zomer costuums, voor
Onze af deeling CONFECTIE munt '8 't geval. Niemand vermoedde zoolange
tnnmS; in diverse kleuren, Deze stol) hst geval. De boer die de bui heef*, zien
verkrijgbaar. Alsmede prachtige collecti^omen, gelukkig niet alle, trachte zoo spoe-
circa 800 Cosluums in blauw en zwatë mogelijk binnen te komen. Door hun
kwaliteiten tot zeer lage prijzen. suikerbieten, niet meer te controleeren
Uen zie onze etalage en lette op ós. We kregen dus boeren dis groote
Door onze zeer lage exploitatiekosten kuinsten ma.akten ®n daar tegenover de een
aanbieden. Men vergelijke onze prijzig
muni
VerkrijgbaarstelHng van koffie.
De BURGEMEESTER van Sommelsdijk
brengt ter kennis van houders van thee- en
koffiedistributiekaarten, dat volgens bepaling
van den Minister van Landbouw, Nijverheid
en Handel zal mogen worden verkocht en
afgeleverdv
gedurende het tijdvak, aanvangende op 1
Juli 1918 en eindigende op 15 Juli 1918,
op bon No. 32 van een thee- en koffiekaart
0,05 K.G. koffie
gedurende het tijdvak, aanvangende op 16
Juli 1918 en eindigende op 31 Juli 1918,
op bon No. 33 van een thee- en koffiekaart
0,05 K.G. koffie.
Verkoop en aflevering van koffie aan
verbruikers is slechts geoorloofd tegen
inontvangstneming van een bon, voor dien
verkoop en aflevering geldig verklaard. Over
treding zal tijdelijk of voorgoed tot uitsluiting
van de distributie of intrekking der kaart
kunnen leiden.
Sommelsdijk, 28 Juni 1918.
De Burgemeester voornoemd,
BOUMAN.
De Schoolstrijd.
(IV.)
Waarom stemmen op lijst 20 no 1
Waarom stemmen op de lijst der antuevo
lutionaire partij? Omdat de anti revol.partij
voor vrijheid en recht opkomt. Voor vrijheid
en recht met betrekking tot het onderwijs.
Een eeuw van onrecht hebben de voorstan
ders der Vrije School doorleefd en nu het
aankomt op de verwezenlijking van dé belofte
in 't nieuwe artikel 192 der Grondwet neer
gelegd, roeren zich de frontmakers die van
geen vrede willen weten zoo duchtig, dat wij
beven bij de gedachte aan een oppermachtige
linkerzijde, die hier de beslissing van de
schoolstrijd in handen zal hebben.
De anti revol. partg verlangt geen bevoor
rechting van de Vrije School maar zij vraagt
voor haar de vrijheid om zich met die van
andere geestesrichting in edelen wedstrijd te
meten. Inplaats van stuitende bevoorrechting
eischt zij gelijkheid, voor dwang vrijheid
voor oorlog vrede. Zij vraagt recht voor allen,
recht ook voor' de voorstanders der Vrije
School.
WaaroitP stemmen op de lijst der anti
revolutionaire partij? Omdat de anti revol.
partij ijvert voor een rechtvaardige be
hartiging der stoffelijke belangen. Vandaar
haar opkomen voor de uitbreiding der sociale
verzekering. Vandaar haar toornen tegen
socialisten en vrijzinnigen die vijf (5) kostbare
jaren lieten verloopen zonder één hand voor
de uitvoering van Talma's wetten uit te ste
ken. Had de linkerzijde gedaan wat recht en
rede van haar vorderden dan zouden bij het
overlijden van een arbeider die vast werk
had en dus geregeld premie betaalde nu
reeds zijn weezen een rente ontvangen die
als het loon f 18 of meer bedroeg f 3,80 zou
zün, als 't loon f 12 of meer was f 3 en als
't loon liep tusschen f 8 en f 12, f 2,40. Bij
invaliditeit zou de arbeider dezelfde rente
ontvangen en ook ingeval van ziekte zou hij
een wettelijke uitkeering ontvangen. Door de
schuldige nalatigheid van de linkerzijde is
van dit alles niets gekomen.
Waarom stemmen op de lijst der anti
revolutionaire partij? Omdat de anti revol.
partij recht wil doen op het terrein van den
arbeid. Dringend heeft geklonken haareisch,
al jaren her, dat de Overheid haar schild ter
beveiliging en ter bescherming zou opheffen,
wetgeving in ons land die tegen overma
De
tigen arbeidsduur is gericht kwam schier
zonder uitzondering onder een ministerie der
rechterzijde onder hartelijke gulle medewer
king der antirevolutionaire partij tot stand.
Waarom stemmen op de lijst der anti
revolutionaire partij Omdat de anti revol.
partij waarachtig sociaal is, niet het eenzijdig
arbeidersbelang wii dienen maar aan alle
maatschappelijke geledingen recht wil doen
wedervaren. Ook aan den middenstander.
Vandaar haar overtuiging dat zoodra dit
doenlijk is de bestaande staatsoverheersching
en ambtelijke dwingelandij dient te worden
beëindigd en aan nering, handel en bedrijf
haar vrijheid en eere moet worden hergeven.
Waarom stemmen op de Ijst der anti
revolutionaire party? Omdat de anti revol.
partij zoo kloek opkomt voor de heerschappij
der heilige ordinantiën in't menschetijkeleven,
zoo kloek opkomt voor de eere Gods in Kerk
Staat en maatschappij. Zij weten dat het
gaat om dt heerschappij der ordinantiën Gods
in 't menschelijk leven, het gaat om de er
kenning van Gods souvereiniteit op 't gebied
van de school, van den arbeid en van de
maatschappij.
Waarom stemmen op no 1 van de lijst der
antirevolutionaire partij? Omdat zoo en zoo
alleen het harmonische verband met de anti
revolutionaire lijst in andere kieskringen blijft
bewaard, omdat zoo en zoo alleen de anti
revol. partij In haar beste mannen en ver
schillende geledingen vertegenwoordiging zal
vinden, omdat zoo en zoo alleen duurzame
bevrediging zal warden verkregen.
Daarom en om zooveel andere redenen ge
stemd op no 1 van lijst 20, op onzen staats-
en in hem op alle eandidaten der antirevol.
lijst.
Den Bommel, 20-6-'18.
C. KOOIMAN.
VERSLAG van het verhandelde in de
vergadering van de 20ste Jaarverga-
gadering van den „FLAKKEESCHEN
BOERENBOND" in het Hotel Spee
te Sommelsdijk.
De groote zaal was tot in de hoeken ge
vuld, toen de heer Overdorp de vergadering
opende met het volgende openingswoord:
Mijne heeren
Ik heet u welkom op onze jaarvergade
ring. Wij mogen thans voor de tweede keer
hier vergaderen. In 1897 werd deze Centrale
Bond opgericht, en or.ze eerste jaarverga
dering werd In 1898 alhier gehouden. Welk
een verschil, kwamen toen hoogstens eea
twintig man bijeen, thans is de groote zaal
geaeei gevuld, wal een bewijs dat het ver-
eenigisgsleven een behoefte geworden en
noodig is in den strijd om het bestaan.
Mocht verleden jaar Z Ex. den Minister van
Landbouw of de Regeeringscemmissaris de
Flakkeesche Landbouw nóg te onbeduidend
achten, om als bond een uitnosdiging te
ontvangen, thans r.ochtea ook wij een
brief ostvaagen, waarin osze meening werd
gevraagd omtrent het laten van granen san
de landbouwers en welke garantie wij kun
nen geven omtrent de teelt voor het vol
gend jaar, en dat het alles zal worden uit
geleverd. Mijne heeren, deze brief verheugd
mij, omdat ze toont dat Zijne Excellentie
moet zwichten voor oh8 aller aandrang ea
moet verlaten het standpunt door ons op
verschillende wijze gedurende hetafgeloo-
pea jaar betreden, daartoe hebben ook wij
een steentje bijgedragen ee wij zullen
voortgaan rusteloos en onverpoosd in de
overtuiging van ons goed recht, met pro
testeeren, tot uit het crisispaleis is verdwe
nen de laatste man die ons wil maken
Staatsboer en Stadskoelia.
Ik zal niet vooruitloopen op het antwoord
dat wij zullen geven; in de 14 dagen die
ons daarvoor resten zullen de afdedingen
in de gelegenheid gesteld worden hierover
te besluiten, doch alleen wil ik wijzen dat
Zy'ne Excellentie ééne vraag vergeten heeft,
waar moet ik met mijn vrienden de con
troleurs blijven, en daar durf ik direct op
antwoordenBehoudt ze, benzine en petro
leum zijn schaarsch, doch geeft ze een
ty y jf) rif* hanri riaa Iriinnftti zg
nagezien en in orde bevonden, door de Peiir
ningmeester voorgelezen. Er bleek ontvangen
te zijn f 1662,185 en uitgegeven f 858,53- wat
een batig saldo opleverde van f 793,65.
Besloten werd het Secretariaat met f 100
meer te beloonen en te brengen op f 250
per jaar.
De volgende zomervergadering wederom
te Sommelsdijk te houden.
Daarna deed de Secretaris voorlezing van
het verslag over de toestand der vereeniging
over 1917-1918.
Hiermede de huishoudelijke zaken afgehan
deld zijnde gaf de Voorz. het woord aan de
heer A. Colijn, die voor de vergadering
optrad met het onderwerp „Regeering en
Landbouw".
De heer Cclqn begon met te zeggen dat
ket hem een genoegen deed voor deze ver
gadering op te treden, temeer een genoegen
omdat hij voor een oogenblik het politieke
stof, dat hem nu reeds 4 weken om de ooren
waait, niet te zien, maar als boer met de
boeren kan spreken over hun zaak.
We leven in een land van vrijheid. Denk
3lechts aan onze vaderen dis er om leden
en streden. Wat is van al dit schoone over
gebleven? Geen enkel iets, geen schaduw,
neen sterker, geen enkel bedrijf staat meer
vrij, en van die allen iigt het meeste de
boer aan banden. Er is maar één boer meer,
maar één koopman, maar één handelaar
Posthuma. Wij allen zijn zijne knechten in
optima forma, 't Is thans als vroeger in
Jesaja's dagen, „gebod op gebod, regel op
regel". Onze vrijheid is gewoonweg totaal
naar de maan. Vandaag neemt de Minister
wat, morgen geeft hij wat, overmorgen neemt
hij wat meer, en de daarop volgende dag
krijg je weer een weinigje terug, maar tot
slot is dat hij alles in de wacht sleept.
Spreker herinnerde nog een voorval uit zijn
jeugd van twee jongens die geen levertraan
wilden nuttigen, die één weigerde halsstarrig,
terwijl de ander innam voor 3 ct. per lepel.
Op de vraag san de knaap hoeveel heb je
als de flesch leeg is? gaf hij ten antwoord
„Een gulden". En wat doet ge dan daarmee
Daar koop moeder levertraan voor
Er zijn echter zeide spreker redenen tot
klachten, er zijn gegronde grieven. Voorop
zij gesteld, dat wij in een abnormale
tijd leven, we mogen dan niet eischen of
kunnen niet eischen, zooals vroeger. Het
gaat nu eenmaal niet aan om te leven als
voorheen, de tegenwoordige tijd trekt eok
zjjn voren door ons leven. Ook wij worden
beperkingen opgelegd, en plichten uit de
nood der tijden geboren, waartegen wij ons
niet mogen verzetten. Dat. de Regeering maat
regelen neemt, dat we dingen moeten doen,
dien we vroeger nimmer deden, we laten
het ons welgevallen. Op ons rustten nu een
maal verplichtingen. Het spook van den
honger bedreigt onze erve. Op ons de ver
plichting, om ons volk voor ondergang te
behoeden. We mogen daaraan ens niet ont
trekken, maar moeten gewillig dragen. Niet
vragen wat het meeste geld geeft, al leven
we in nog zoo'n materiaiistischen tijd. Ook
in dit opzicht is de moraliteit zoo ver ge
zonken, dat we de belangen van onzen tijd
uit het oog verliezen, althans bij velen. Laten
we niet vergeten, dat, hoe het wereldgebeu
ren ook ingrijpt, wij, boeren, hebben het
minst te rijden van het geheele volk.
ut
Maar tegenover plichten, waaraan ik niet
tornen wil, staan ook rechten, Rechten, die
men heeft te eerbiedigen. Maar daaraan
hapert nog wel wat. 't Is maar zóó zóó.
Rechmatige en gegronde grieven zijn er.
Ie. De teeltregeling zooals zij door den
"Jjisister van Oorlog is vastgesteld.
oen die ontworpen was, moest alles
joveel mogelijk worden intact gehouden en
'laten zooals het was. Dat was goed. Maar
en decreliike ntoffen Onlr hieden wii ft<ur der 0018 en daar ble«k die utre
en aegeiijKe stonen. uok oieaen wij teen Hlet tegen be8tand. En wat i3
7 wart e «doffen worden niet meer Detfd °P£egeven wat aan speculatieve ge
zwarte si i en woraen niet meer gei1JMH jn 1914 was verbouwd, wat, behalve
dftfc te;
trtan
Jrze
•atieuse boer
rstoken bleef.
die van de groote winsten
Dit wekte ontstemming en
v ,A9lDiLCII UlCCli L/ll nCAlC fvnlolClilIIUng Cll
schepen Verbittering in het geheele land. Daardoor
nvooi weigert gij uit te doen i«' de teeltregeling gekomen zooals we die
men, het convooi
varen, maar wij zullen zorgen dat met Gods
hulp Nederland geen honger lijdt, weg
Minister met uw kitin gepeuter, ik zal uwe
grieven niet opsommen, gij kent ze allen
en hebt ze aan den lijve gevoeld, temeer
waar de heer Colijn straks voor uw optreedt
met het onderwerpde Regeering en de
landbouwers, en ze waarschijnlijk ter sprake
komen. Onze seeretaris zal u straks eeu
verslag van onze werkzaamheden geven.
Mogen wij bewust van onze macht, iets
van onze verantwoordelijkheid gevoelen,
dan kan ook van deze vergadering nog
heil uitgaan voor land en volk.
Voorlezing werd daarna gedaan van de
notulen van de vorige vergadering welke
zonder op of aanmerking werden goedge
keurd en geteekend.
Aan de orde Ingekomen Stukben.
Ie. Een schrijven van het Ministerie van
landbouw als antwoord op een desbetreffend
verzoek, luidende
„Terugkomend op nevenvermeld schrij
ven, heb ik de eer U te berichten dat geen
petroleum en slechts bij uiterste noodzaak
gasolie., voor dorschersdoeleinden kan
worden beschikbaar gesteld, aanbevolen
wordt daarom gebruik te maken van auto
Spirit, hetwelk in ruime mate aanwezig is.
Voor ruwolie motoren der poldergemalen
geef ik U in overweging proeven met
teerolie te nemen, welke in de meeste
gevallen na het aanbrengen van een filter
toestel zeer goed voldoet.
Mocht het onmogelijk blijken teerolie te
te ♦token, dan kunt U zich alsnog recht
streeks in verbinding stellen met de toe
wijzingscommissie voor gasolle, Parkstraat
103 's-Gravenhage, die dan zal trachten
U bij uitzondering eenige gasolie toe te
wijzen".
2e. Een schrijven van de N. V. A., aan de
Minister van Landbouw, Nijverheid en Han
del, waarin het verschillende aanhangige
ernstige en minder ernstige grieven aan den
Minister ter kennis bracht.
Beide stukken voor kennisgeving aange
nomen.
Daarna werd de Rekening over 1917-'18
door de heeren Timmerman en Timmers,
nu hebben, die echter nog meer verbittering
wekte en noodig herzien moet worden.
2e. Grief is de Bureaucratie en de ambte
naarswereld, die laatste dien de lakens bqna
gaan uitdeelen. Vóór den oorlog was 'tsems
iemand die ja, wei de kost kon verdienen, onder
ging, ef misschien onder geweest, en thans
als man de heeren ziet gaan gekleed als
dandy's en men spreekt hun onwillekeurig
toe„Het gaat je goed geloof ik dan hoort
men het al heel spoedig„Ja, ik ben bij de
distributie 1"
Ons land wordt daardoor geregeerd. Men-
schen die geen verstand hebben van het
geheele boerenbedrijf.
3e. Grief die men hoord is ée zonderlinge
prijsregeling die de Regeering er op na
hsudt. De vraag is thans „hoe komt ons
volk aan brood" en het antwoord is hoog3t
eenvoudig „wel dan moet er meer koren ge
zaaid worden". Terecht. Maar juist dit koren
wordt het minst van alle gewassen betaald.
En dan oordeelt men in^den Haag wel„Wat
z(n die boeren toch ondienstig en egoïstisch".
Doch ze schijnen daar in den Haag niet te
begrijpen of willen ze niet begrijpen. Dit
alles is onbillijk, en zal zonder regeling ten
goede, nooit leiden tot het beoogde doel.
Wil de Min. dien weg niet, er komt geen
graan.
De 4e grief raakt ons alien. De late be
taling. In N.-Holland deed spr. daaromtrent
treurige ondervindingen op: Een 3 of 4
maanden geleden vervoegde zich bij hen op
het secretarie iemand uit zijne gemeente die
hem vroeg, of hij ais Kamerlid de minister
een3 spreken wou over de betaling van een
partij geleverd graan, tóen ongeveer 1 jaar
geleden. Hq' heeft dit toen gedaan, en blijk
baar heeft de Min. zich direct tot de des
betreffende Commissie gewend, want na een
3 ,tal dagen ontving de landbouwer de som
f 3000 met de verklaring er bij, dat er nog
geen tijd was geweest het alles nauwkeurig
uit te rekenen. De rest zou wei volgen.
Daarop verliep 2 maanden. De boer heeft
zich daarop weer rechtstreeks, op raad van
Spreker, schriftelijk naar de Min. gewend,
en deze laatste blijkbaar weer naar het
kantoor, want de landbouwer ontving een
schrijvenwaarin hem werd medegedeeld
„dat hij nooit graan had geleverd, dat zij
het nooit hadden ontvangen en dat hem
nog nooit f 3000 was uitbetaald .(groote
hilariteit). Zoo gaat het er nu in den Haag
naar toe.
Grof ontactisch is geweest, dat de boer
geen graan mocht behouden van eigen ge
teelde tarwe, 't Is, volgeus spreker, in strijd
met het natuurrecht van iedere landbouwer.
Een bierbrouwer, drinkt vrü bier, een zuivei-
boer eet vrij kaas en boter, een sigarenma
ker rookt sigaren, maar juist de landbouwer
moet alles inleveren en krijgt brood terug
waar van alles in zitbehalve tarwe.
Doch het is niet alleen een natuurrecht,
het is ook een Bijbelsch recht, een Godde
lijk recht. De Spreukendichter zeide het
reeds: „Die zijn land bebouwd, zal van brood
verzadigd worden". En daarom wanneer we
niet de verzekering hebben dat we graan
krijgen, dan zal ons land daarvan de scha
delijke ondervinding ontvangen.
Sprekende over de produclie zeide spreker
dat die tot heden alle hebben gefaald. Dit
ware met de noodige cijfers aan te toonen.
Om kort te gaan 't is met onze Rechten
gewoonweg treurig gesteld. Denk aan de
huiszoekingen, waar de militairen, de kleinste
hoeveelheid mede namen. Ik zie, aldus spre
ker, in mijn midden de verslaggever, en ik
weet dat mijn woord nog al eens gehoord
wordt door geheel Nederland, maar juist
daarom zeg ik het U te meer en met nadruk:
Alles wat de Minister deed was in strijd met
onze burgerlijke rechten.
Veel heeft ook gelegen aan de burgemees
ters met bewijzen werd dit gestaafd, maar
dit neemt niet weg, alle maatregelen hebben
onder ons een geest gewekt die schadelijk
werkt. Wil de Minister slagen dan moet hij
algeheele medewerking hebben en dat heeft
bij nooit gezocht.
Doch niet alles ligt aan de Minister. Denk
slechts aan de uiterste linkerzijde in de Twee
de Kamer. Schaper zeide wel: „We hebben
de boeren niet noodig we hebben de grond
noodig". Wordt dit zóó, dan worden we allen
ambtenaren. Er was ook voor de Minister,
een verzachtende omstandigheid. Geen enkele
was ooit dien weg opgeweest, en zonder
voorbeeld, zonder leering moest hij dit werk
doen. We moeten billijk zijn, al hebben we
grieven die we hem kwalijk nemen.
Het geheele stelsel moest herzien worden
het kan zoo niet langer blijven. Hoe het dan
zou moeten? Spreker zou zeggen. Debehan-
defing der boeren beter. Ze moeten in den
Haag begrijpen dat de boer ook eenmensch
is en de boer beter leeren kennen zoowel
naar ziel al3 leven, beter dan alle 10e rangs
ambtenaren ooit kunnen doen. Daaruit zou
voortvloeien dat er overleg gepleegd wordt,
met de landbouworganisatie'!. We hebben
ook onze vertrouwensmannen en diemoeten
naar voren worden gebracht. Dan kunnen
alle ambtenaren worden uitgeschakeld en
kunnen wij verlost zijn van het geheele amb
tenaartjes-dom. Het zou een verluchting zijn
als alle dien rommel weg ging.
Spreker wekte daarna op, dat, nog eens
ieder zijn plicht doe. Begin met de voedsel
voorziening zooveel als in uw vermogen is,
doch daartegenover, het Recht niet loslaten.
Houd vast zoo lang ge kunt. Het Kabinet zal
dan zeker met u rekening houden.
Na deze gloedvolle rede werden de spre
ker enkele vragen gesteld door de heeren
Donkersloot van Ooltgensplaat, v. d. Heuvel
van Nieuwe Tonge en Joppe van SommelsdJjk
welke door hem werden behandeld. Ook dt
Voorzitter lichte een en ander toe, waarna
de vergadering te circa half zeven onder
dankzegging aan spreker en vergadering door
den Voorzitter gesloten werd.
Kunstmest.
De Kunstmest-Commissie verzoekt ons
dringend de aandacht te vestigen op de in
het nummer van heden voorkomende adver
tentie, betreffende de gelegenheid tot het doen
van bestellingen op kunstmeststoffen voor
den oogst 1919.
Er wordt speciaal op gewezen dat THANS
de gelegenheid voor IEDEREEN tot het doen
van bestellingen is opengesteld en latere
aanvragen niet In behandeling zullen worden
genomen.
DE TOESTAND.
Ia Duitschland, met name de Rijksdag
liepen ook gisteren, evenals de geheele week
de debatten over de Rede van Von Kuhlmann,
welke nog danig scheen na te we.-k'en, en
voor den Staatssecretaris een politiek onweer
dreigt te worden.
Kuhlmann had het geloof in het Duitsche
zwaard geschonden en volgens deAll-Duit-
schers, de nationaal-liberalen en anderen was
dat voor een staatsman een zeer ernstig ver
grijp, hetwelk zoo maar niet ongestraft kon
later, passeeren.
In Engeiand zijn de socialisten weer aar
dig aan 't roeren.
Het failliet van Stockholm schrikt hen
blijkbaar niet af en ook de mislukking van
Troelstra's uitstap naar Londen i3 voor de
vergaderden nog geen voldoende aanwijzing,
dat een tweede poging in de Stockholmsche
richting een nieuw echec brengen zal.
Na de opzegging van den politieken Gods
vrede, was de gewichtigste gebeurtenis der
conferentie wel de verschijning van Kerenski,
den Russischen vertegenwoordiger. Hij sprak
in hemelhooge woorden over de Russische
demoeratie, die strijdt tegen de tyrannle,
maar vergat te vertellen hoe heerlijk en vrij
men thans in Rusland leefde, hoe ordelijk
het er was en hoezeer de ongelukkige be
woners van de zegeningen van 't nieuwe
regime genooten. In dezen hiaat van zijn
rede stopte hij de verzekering, dat het Rus
sische volk binnenkort weer aan de zijde
der entente zou strijden voor de groote zaak
der vrijheid, een verklaring die de Engelsche
socialisten natuurlijk ook wel liever hoorden,
dan een soort zelfbeschuldiging.
Een hevig rumoer ontstond na de rede
van Kerenski. Een der afgevaardigden vroeg
wlen Kerenski vertegenwoordigde en voegde
er aan tae„indien Kerenski wordt toege
laten, waarom dan Troelstra niet?" De voor
zitter noemde deze woorden niet alleen een
beleedlging van een man als Kerenski,
maar zelfs een misdaad en onder een vree-
seüjke wanorde werd de brutale afgevaar
digde buiten gesmeten.
Deze scène alsmede de debatten wijzen er
op, dat er allesbehalve eenheid en eendracht
heerschen onder de labours. Reeds nu wordt
er, ook naar aanleiding van de verbreking
van den Godsvrede, gesproken over een
scheuring in de partij, weike volgens som
migen zelfs voor de deur zou staan.
Zachte zeep.
Het Nederl. Corre3pondentiebureau in den
Haag meldt:
Naar wij vernemen, is de beschikking ver
kregen over een hoeveelheid afval vetzuur
voor de vervaardiging van zachle zeep, zoo
dat er gegronde hoop bestaat, dat met een
viertal weken weer zal kunnen worden be
gonnen met de distributie van zachte zeep,
zij het ook van eenigszins andere samen-
stelling dan gewoonlijk.
SOMMELSDIJK. Aan belanghebbenden
wordt bekend gemaakt dat op 3 Juli as.
wegens de verkiezingen het distributiekantoor
voor het publiek den gtheelen dag gesloten
zal zijn.
De in de woningen B 113a en 182
heerschende besmettelijke ziekte óiphtheritis
is geweken.
Het zoontje van J. M. had het ongeluk
onder een fiets te vallen, waardoor hij zijn
been zoo bezeerde, dat geneeskundige hulp
noodzakelijk was.
Dinsdag 2 Juli a.s., n m. 2—4 ure zuilen
ten gemeentehuize bons voor kaarsen ver
krijgbaar worden gesteld aan z.g. lichtlooze
gezinnen.
Blijkens achterstaande advertentie, be
staat het voornemen, de volgende week de
buitenuleeddeuren van de schutsluis teMid-
delharnis te verwisselen en de binnenebdeu-
ren uit te nemen voor het gewone onderzoek,
waardoor van 1 tot 14 Jnli a.s. niet geregeld
geschut zal kunnen worden.
Adres-beweging der Rijksambtenaren
te Middelharnis.
Op uitnoadiging der Vereeniging van leeraren
aan R. H. B. S. en, afdceling Middelharnis,
vergaderden Vrijdag 21 Juni 1.1. in hotel
Zaaijer de gezamenlijke rijksambtenaren en
beambten, welke hun werkkring hebben en
(af) woonachtig zijn in die gemeente. Be
sproken werd de dezer dagen in de beide
Kamers der Staten-Qeneraal aangenomen
voorstellen tot herziening van de salarissen
der Rijksambtenaren en in 't bijzonder het
feit, dat deze gemeente in de 4e klasse ge
plaatst was, waardaor alle saiarissen 15 per
cent minder bedragen dan de officieel aan
gegeven som.
Na cenige discussie, waaruit ten duidelijkste
bleek, dat men dien aftrek niet gemotiveerd
vond, werd besloten, een adres te richten
aan den Ministerraad en aan de Staatscom
missie tot herziening der salarissen, verzoe
kende deze gemeente in een hoogere klasse
te plaatsen.
Een commissie van zes leden, namelijk de
heeren Kappeteia (leeraar H. B. S.), Otten
(postdirecteur), Koote (postbeambte), Dron-
kers (onderwijzer aan de normaallessen), Van
Es (Rijksveldw.) en Oostergetel (belasting
ambtenaar) werd opgedragen een adres met
memorie van toelichting te ontwerpen, welke
dezer dagen wordt verzonden.
Het adres luidt als volgt
Middelharnis, 24 Juni 1918.
Aan den Ministerraad; aan Zijne
Excellentie den Minister van Staat,
Minister van Binnenlandsche Zaken,
's-Gravenhage.
Geven met verschuldigde gevoelens te
kennen, de ondergeteekenden, zijnde de
gezamenlijke ambtenaren, beambten en
werklieden in 's Rijks dienst, welke hun
werkkring hebben of woonachtig zijn binnen
de gemeente Middelharnis en behoorende
tot de navolgende groepen:
le. directeur, leeraren en eonciërge der
Riiks Hoogere Burgerschool;
2e. directeur, commies-titulair, adjunct
commies, kantoorbediende, tijdelijk telefo
niste, brieven- en telegrambestellers en con
ducteurs der brievenmalen van het post
en telegraafkantoor;
3a. ontvanger, commiezen en klerk der
directe belastingen
4e. klerk der registratie es domeinen
5e. direotcur en onderwijzers aan de
Rijksnormaallessen en (of) aan de voor
bereidende klassen daarvan;
6e. havenmeester en arbeider aan het
havenhoofd
7e. rijksveldwachter;
dat zij allen met belangstelling hebben
kennis genomen van de dezer dagen in de
beide Kamers der Staten-Generaai aange
nomen voorstellen tot herziening van de
salarissen der Rijksambtenaren c.a;
dat zij, hoewei erkennend, dat de voor
stellen voor velen hunner eenige verbete
ring brengen ten zeerste teleurgesteld zijn
door de plaatsing dezer gemeente in de 4e
klasse, waardoor hun salaris 15 percent
minder zal bedragen, dan voor gelijke be
trekkingen in de groote steden;
dat zij vermeenen, dat dit versehll te
groot is, om overeen te stemmen met de
door de Staatscommissie aangegeven grond
slagen voor de klassen indeeling, daar noch
het verschil in loonstand van de lagere,
noch het verschil en levensstandaard van
de hoogere ambtenaren, vergeleken met
grootere plaatsen, zulk een aftrek wettigd,
gelijk op verschillende gronden en bijgaande
memorie van toelichting wordt aangetoond
een en ander reden, waarom zij Uwe Ex
cellenties met nadruk verzoeken, onder
verwijzing naar bijgaande memorie
te willen bevorderen, dat de gemeente
Middelharnis voor de salaris iadeelingder
ambtenaren zal worden geplaatst in een
hoogere klasse.
Gelijkluidend adres is mede gezonden
aan de Staatscommissie tot herziening van
de salarissen der Rijksambtenaren.
'tWelk doende, van Uwe Excellenties
de zeer gehoorzame dienaren
(Volgen omstreeks 35 hanateekeningen.)
Een lijvige memorie van toelichting is aan
het adres toegevoegd.