Zaterdag 29 uni 1918. 3B8te Jaargang N\ 2402 Antirevo luionair Orgaan IN HOC SIGNO VINCES voor de Ziidhollandichf en Keeowichc Hflanden. Eerste Blad. IDENBURG. IDENBURG. IDENBURG, „Ons klein getal". OP OEN UITKIJK. W. BOEKHOVEN Zonen, Alle slHStfeeia voor de Redactie Gesteund, AdverteraSIëm ess verdere AdsssfesfatratSe irasae® See te s&enden de Uitgever». Motel Restaurant DINERS Ir- au hoogttr. Gedeaapt DINERS 1,— cu hoojï LOGIES MET QHTBIÏT f UB, f 1.60 en f UB Tel. Ho. 1532. Aanbevelend, Bet door ieder aanbevolen aflree. anHnaHuranBHMHHHHBara Deze Courant verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDig, ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden franco per post 5 Gent bij vooruitbetaling. BUITENLAND bij vooruitbetaling 5.50 per jaar. AFZONDERLIJKE NUMMERS 5 CENT. UITGEVERS: SOMMELSDJJK. Telefoon Intercommunaal No. 202. ADVERTENTIËN 12»/i Cent per regel, RECLAMES 25 Cent per regel. BOEKAANKONDIGING 5 cent per regel. DIENSTAANVRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN 50 Cent per plaatsing. Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan. Advertentiën worden ingewacht tot DINSDAG- en VRIJDAGMORGEN 10 UUR. I Mysterie des Leven DatWaarom* Waarom* Waarom valt Abel onder de hand van Kain, maar waarom belet God dezen aanrander niet «zijn broeder te treffen, van wien de Apostel toch ge tuigen moest: «Door 't geloof heeft Abel een meerdere offerande geofferd dan Kain, waardoor hij getuigenis be komen heeft dat hij rechtvaardig was.* Moet dan de rechtvaardige doodgesla gen en de goddelooze gespaard? Waarom wordt Jubal in Gods alge- meene genade gerqepen om tenten te maken; en Jubal om instrumenten te vervaardigen en Tubal-Kaïn om smids- werk te leveren, opdat zij, de mannen, maar niet uit de heilige linie Setks, de wereld zouden gaan cultiveeren en van kunst en industrie, van muziek en zang en techniek de pioniers en weg bereiders zouden zijn, terwijl vanSeth niet, anders staat opgeteekend, aller simpelst zelf, na de tamelijk breedvoe rige verzen 18-26 over de wereldlingen der kriekende eeuwen: «En den zeiven Seth werd ook een zoon geboren en hij noemde zijn naam Enostoen begon men den naam des Heeren aan te roe pen.* Plaats dat Simpele nieuws van Enos' geboorte en van oproeping Godes tegenover 't wereldomvormend werk van de drie oorspronkelijke kunstenaars, die met hun vindingrijken geest wonin gen gaan bouwen; ze hecht en sterk gaan formeeren met ijzerwerk en in de kamers met muziek en snarenspel 't leven gaan vereffenen. Waarom dat groote werk van nieuwe cultuur en beschaving en levensverrijking niet op gedragen aan Seth en de zijnen, die den Naam des Heeren begonnen aan te roepen. Moest dan 't Geloof achter gesteld bij het Ongeloof Jubal geroemd en Jubal geprezen en Tubal de musicus bewierookt, doch Seth ter nauwernood geteld. Waarom aan Seth die wereld- vermooiing niet opgedragen Hij toch zou er Gods eere mee bedoeld hebben, maar wat die anderen? Mysterie des LevensDat «Waarom* «Waarom* Waarom moet 't volk Israels, toch het volk des Verbonds, honger lijden in het aan Abraham beloofde land; en Egypte, dat heidendom zit vol koren; en waarom moet Jacobs zaad daar 400 jaar onderdrukt worden waar ze ternauwernood in Gosén een plaats hadden voor 't hol van hun voet Waarom waarom Christus tot de misdagers gerekend maar Ka- jafas en Pilatus en Herodus in eere Op Golgatha vastgenageld, terwijl een Godvergeten schare Hem, redder en menschenzoon, nóg hoont en bespot. Waarom keizer Augustus op een troon om de geheele wereld te besturen en de Heiland op stroo geboren en voorts levende van genadebrood Waarom die wreede foltertuigen en die onmensche- lijke martelingen juist voor de leden van Christus Kerk, waar juist den afgodischen beulen de handen hadden moeten gekapt; verlamd door Hoogere Macht op 't zelfde oogenblik toen ze hun schenni;® vuisten deden neerplof fen op die onschuldige en geloovige en Godaanbiddeide discipelen Wie ver diende den lood méér dan die vijan dige beulen en zèj bleven leven waar de distipelen en martelaressen ineenkrompen van pijn toen hare ton gen, die Hen beleden, werden uitge brand. Waarom neg in onze dagen de we reld zoo grotesk, zoo rijk, zoo veelbe duidend, zoo ontwikkeld, zoo vol kracht en levenswelvaart en de Kerke Christi met zoo weinig wijzen, met zoo weinig edelen, zoo weinig rijkdommen, zóó veel zorgen en achteruitzettingen en minachting. Altijd en altijd is de Geloovige van Abel af tot heden 't onbeduidenst geweest, waar 't uiterlijke aanzijn in deze wereld betrof Geniën en talenten, gaven en krachtenhoofd zakelijk waren ze in dienst van 't wereldsche en stoffelijke levenen de grooten der aarde, de wegbereiders, de pioniers der nieuve gedachten en nieuwe productie, ze zip aan de zijde van 't Geloof luttelmet nog 't groote gevaar dat de zonen Seths zich gaan vermen gen met de zonen Kains en Lamechs, wiens geestesrichting zoo veel van de hunne verschilt. Terwille van zijn naam en eer, om ook groot te schijnen en ook te deelen in den roem van wereldhervormer en be schaving aanbrengerproducent ook van wijsheid en vooruitgang, die der Wereld is, maar 't Godsrijk zoo luttel bevor dert en aan 't Koninkrijk der hemelen zoo weinig vrucht bij draagtter wille van naam en eer en positie och hoe schaamt men zich om met 'tVolk van God verdrukking te lijden als Mozes in Egipte en laat men zijn geloofsgenooten in den steek; meehel pend om 't zwakke te verstooten en 't kleine nog kleiner te maken, in plaats van 't op te heffen en met zijn sterken arm- te steunen. Mysterie des Levens!Dat - Waarom", Waarom"! En er zijn zoovele Waaroms? Zie 't leven en zie 't sterfbed van innig ge liefden, die u te vroeg ontvielen, die uw ziel nacht en dag afmatten door de herinnering aan hun lijden en levensstrijd; terwijl dronkaards,levens ellendelingen, dieven en moordenaars, inbrekers en brandstichters tot hun 80ste jaar blijven leven. Twee, die elkaar innig minnen een Hoogere Macht scheurt ze van één voor immer en een zielepijn onuitstaanbaar brengt oplaaien van smart, van voortdurende kwelling op 't gelaat; terwijl twee anderen aan elkaar geklonken blijven voor wie 't beter ware geweest, als ze elkaar nooit hadden gekend. En zoo is 't op alle terrein. Tegen over de Wereld is de Kerk nog klein. In de Staatkunde wordt het Geloof contrabande geacht en men bestrijdt 't te vuur en te zwaard. In de Maat schappij is de Chr Vakbeweging nog onbeduidend. Op Schoolterrein weigert men 't Christendom een gelijken kans van ontwikkeling fmet 't Staatsonder wijs en werkt 't met kracht tegen. Maar ondanks al dien tegenspoedal dat getob tegen den stroom inondanks al die Waaroms in strijden en streven, lijden en verliezenondanks dat klein getal van volgelingen en medebelijders van Christelijke palstaanders en front' 60ÜDM HEET'. ■pt« BosranMgw 63A, ölwat nsbSS da Koofdctacg, Rotterdam. „HIT IM91 nriMr C. F. t. i. LEE-Ioonei. makers van 't Pro Rege, vóór den Christuskoning toch houdt de Christen vast als ziende den Onzienlijke en al ontlokken de omstandigheden hem vaak de vraag: Waarom triumfeertde Christen niet in alles en altijd om zijn Naam en de zaak zijns Gods uit te dragen, en de Wereld aan Hem te onder werpen waarom is de Christen in 't groote wereldorganisme niet de bezielen de macht en kracht, toegerust met de grootste wetenschap en geheiligdbe kwaam tot de grootste en meest groot- sche daden van wereldcultuur en maatschappijreformatie, Gode tot eere en den Engelen des hemels tot on- eindigen jubel over 't prachtwerk dat een Christen-schepsel hier op aarde formeert om er Zijn God mee te ver heerlijken en er de Schepping mee te versieren tot jalousie der Wereldgezin- den; al komen zulke gedachten vaak op de Christen heft 't oog omhoog en berust in het Welbehagen, in de Souvereiniteit Gods, Die 't zoo besliste, en met „zijn klein getal" heft hij 't hoofd op en aanschouwt hemel en aarde; Staat en Maatschappij, Kerken School, leven en dood, en hij sluit zich nauwer aan bij al degenen, die 't Goede zoeken voor Volk en Vaderlanden werkt voort tot de ure komt, de nacht, waarin hij zijn moede hoofd neerlegt en zijn Geest aanbeveelt in de handen zijns vaders. Ons klein getal door Uwe kracht bevrijdenzoo vraagt Ps. 79. a* Ons klein getal! Zoo gaan we den politieken strijd in Voorwaarts! Voor waarts danEn we schamen ons zijns Naams en Evangelie niet. De eere Gods in den Staatde eere Gods in 't sociale levende eere Gods in School en Kerk een ander beginsel kennen we nieter is geen beter, al zijn 't maar eenvoudige kiezers, die 't uitdragen en belijden. God de Heere 't middelpunt, wij een klein punt aan den omtrek; maar al die kleine punten vormen toch den boog; toch den cirkel, waarbuiten ook de wereld niet gaan kanook haar werk heeft grenzen de geestelijke kracht van 't „klein getal'' dat onverzettelijk is. Die geestelijke kracht en moed temt en tempert de actie des ongeloofs. En die actie te belemmeren is airede winst voor aard en hemel. Daarom O, klein getalStem den Christen Staatsman Een treffend stnkje uit Den Bommel.. Ongetwijfeld zal de worstelstrijd op het politieke erf dezen zomer heviger zijn dan ooit. Met slaande trom en vliegende vaan dels trekken weldra de revolutionaire groepen op tot de bestorming van het Regeerings- kasteel. De leuze„Weg met het Kabinet", zal weer klinken van Dollard tot Schelde, en allen samen roepen, die ondanks verschil van politieke nuance, zich één gevoelen ge- meenskhappelijk afkeer van het huidig chris telijk régime. Of deze poging zal gelukken? Alle man van christelijken huize bidt voor Volk en Vaderland van zijn God dezen zegen af, dat dit dreigend gevaar worde afgewend, en doet, hetzij in enger, hetzij in ruimer kring, zijn bezielend woord uitgaan, opdat behouden worde, wat bij den aanvang dezer eeuw met zoo ongeloofelijke inspanning werd verkregen. Als wij het slagveld overzien, staan de kansen ongelijk. Immers, wat staat aan de zijde der wereld, wat aan die der gemeente Gods? Wij kunnen haar dan ook niet anders ver klaren, dan uit de vijandschap tegen het Evangelie. En dan komen ze nog zoo uit den hoek, dan zeggen ze noggij zijt niet de eenige die aan een God, ja aan een Drleëenig God gelooft, wij gelooven ook in een God. .Ja, dat kan wei zijn, maar waarom zijn er dan nog zoo vele dingen die er tegen ge tuigen Ziet alleen maar eens bij de lijkver branding en de schoolkwestie, daar hebben we al genoeg aan. Gij leest in de gansche Heilige Schrift niet dat men de lijken mag verbranden, maar we! van begraven. Maar van uit het Paradijs is de strijd en brand, en die zal niet gauw gestild zijn. Het Kruis is het middelpunt. Het is een onvermijdelijke strijdeen strijd op leven en dood; een strijd aan alle plaat sen waar maar leven Gods is; een strijd altijd feller, altijd grooter in afmetingeneen strijd om een eeuwig beginsel, van geslachte tot geslachte. Veldslagen kunnen verloren worden, maar de oorlog wordt gewonnen. Het laatste woord zal niet aan Satan maar aan ChristHS, en daarom niet aan de wereld, maar aan de gemeente des Heeren zijn. Wat de uitslag van de stembus injulia.s. zal zijn, weten wij niet. Zien wij ook nu op de menigte kiezers, die tot eiken prijs den val van het Christendom willen en uit wier kamp het leugens regent. Maar wij hebben hope, niet slechts dat deserteurende broeders, wier kerkisme hun parten speelt, tot naden ken zullen komendat anderen zullen op houden zich blind te staren op een kwalijk begrepen coalitie; dat derden zullen ontwa ken uit den slaap, waarin zij door vrees voor „de politiek, die de beste krachten bederft", zijn gezonken en zich hun kiezersplicht be wust zullen worden. Maar ook dat vele liberale, nobele mannen, die, ofschoon helaas niet met ons staande op den bodem der Schrift, het wel meenen met ons Vaderland. Tot Hem zien we op. Hij schenke de zege praal aan de beginselen van waarheid en recht, en daarom stemmen wij ook allen op onzen getrouwen Christen-Staatsman Laat Hij toe, dat de tegenstanders triom feeren, dan fzullen wij ons daarin schikken. Maar geen zelfverwijt moet ons dan kunnen kwellen. En daarom mannen van rechfs, vereenigd u, laat alle onderlinge geschillen varen; staat schouder aan schouder, en de God van oud-Nederland verblijde ons door Zijne daden Wat is dus de roeping van elk, ja de hei Iige roeping van elk Christen tegenover Land en Volk? Deze, om niet traag, niet onverschillig te zijn, wat betreft zijne verplichting om mede te werken dat het aantal Godvruchtige raads leden vermeerdere. De dag der verkiezing is een dag van strijd, van arbeid; een dag van hoop en van vrees. Er is geen enkel belang in het maatschap pelijk leven dat niet door de Regeering wordt gediend. Maar stemt niet elk burger, ook hij, die zich van de stembus terughoudt? Immers ja 1 De man die zegt naar God en Zijn gebod te vragen, maar die bij de stemming zich alleen maar vertoont en niet stemt, brengt zijn stem uit voor de tegenstanders; hij steunt Liberalisme, Socialisme en Anarchisme. Laat ons, Christenen, bedenken, dat Libé' ralisme en Socialisme op Staatkundig en Ker kelijk gebied elkander steeds de hand reiken om Gods werk te verwoesten. De Socialistische woordvoerders spreken alsof zij alleen voor de aibeiders opkomen of zij de arbeiderspartij uitmaken. Arbeiders, laat u niet vangen door deze mannen; u niet medevoeren door die schoon klinkende woorden, of hunne holle phrasen. Zij beloven veel, maar geven doen zij niets, 'tls zooals het spreekwoord zegt: „Veelbe loven en weinig geven, doet een gek in vreugde leven." Neen, kiezers, hoort naar hen niet, maar leent uw oor aan het Evangelie, want dat geeft rust, vrede en zaligheid. En daarom allen in het vuur op 3 Juli a.s. Een ding is er wat we in den komenden strijd vooral niet mogen vergeten. Het is: Ps. 127: l, 2: „Zoo de Heere het huis niet bouwt, te vergeefs arbeiden deszelfs bouw lieden daaraan. Zoo de Heere de stad niet bewaart, te vergeefs waakt de wachter." Laat ens Hem dan aanloopen, opdat Hij ons huls bouweLaat ons Hem dan smeeken, opdat Hij onze stad beware I Als in den slaap zal Hij ons dan de overwinning geven. Voor den strijd: „Onze hulpe Is in den Naam des Heeren, die hemel en aarde gemaakt heeft" In den strijd: „Mozes' handen biddend ten hemel geheven"! Na den strijd: „Maar d' overwinnaar in het stof gebogen, bidt", ofeen geioovig „Uw wil geschiede". Dar is wat een Christen betaamt, op te ko men voor de eere Gods, en daarom brenge ieder Christen zijn stem op 3 Juli a.s. op onzen Christen-Staatsman IDENBURG, bo venste blokje van lijst 20. Stemt Den Bommel. H. L. FLORIJP. „Indië bq de stembus" Er wordt haast niet over gesprokenach we hebben immers met ons zelf en niet ons eigen land in deze benarde tijden zooveel te stellen, wat zullen we ons dan nog ©ver het verre Indië veel bekommeren I We hebben er geen tijd toe. We voelen er geen lust veor. En staan daarmee diep schuldig voor God wij mogen Indië bij de stembus niet verge ten En daarbij denken we nu eens niet in de eerste plaats aan 't geen Indië in stoffelijk opzicht voor Nederland is. Al hebben we ook déar oog voor. In directen zin megen er reeds sedert lang geen baten meer uit Indië in de Nederland- sche schatkist vloeien, toch zou het er met ons volk raar uitzien, als we eensklaps ons indisch eilandenrijk moesten missen Wij willen niet eenzijdig-geestelijk zijn. Dat er tal van belangrijke kwesties zijn op stoffelijk gebied, die men met elkaar zou kunnen brengen onder de rubriek „welvaarts- politiek voor Ned.-lndië", stemmen we grif toe, gelijk we ook erkennen, dat deze vraag stukken van hooge bcteekenis zijn, zoo voor Indië als Nederland. Ja, we kunnen méér zeggen. Onze partij spreekt in deze kwestiën krach tig haar woord mee, al van den tijd af lang geleden I toen ze toonde tegen de politiek van het batig-slot en een Keuchenius dorst opkomen tegen de hebzucht van het grootkapitaal, dat Indië tot zijn speciaal jachtveld maken wilde. Maar onze partij dient ook inzake Indië een eigen standpunt in te nemen. Anders is haar bestaanreden weg I Ook voor Indië dient de gulden regel toe passing te vinden, dat de geestelijke belan gen in beteekenis hooger staan dan de stof felijke en dat het speciaal onze roeping is, om voor die geestelijke belangen het pleit te voeren. Weet men, wat dit zeggen wil Thans iu dezen, geweldigen tijd Neenl de groote massa onzer geestver wanten is daarvan niet doordrongen ach 1 dat Indië ligt ook zoo ver, zoo heel ver weg. Toch zqn we er op geroepen. De oud-gouverneur-generaal van Indië, thans de tweede voorzitter onzer partij, de heer Idenburg, heeft niet nagelaten in zijn stembus-redevoeringen er telkens weer na druk op te leggen. En hij heeft recht van spreken Dat gedenken we vooral thans. Immers, bij de stembus van 1918 gaan onze gedachten vanzelf terug naar 1913. Wat is er toen afgespeeld. De heer Duymaer van Twist zei het dezer dagen aldus: Zekere mijnheer Pleyte hield ergens een

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1918 | | pagina 6