nl LDE lekMerij Zaterdag 11 Mei 1918. 338le Jaargang N\ 2388 r EN voor die Kuidhollanduciie en Keenw§che Eilanden. Tweede Blad. Ito Odrlof. mm- m m Antirevolutionair Orgaan IN HOC SIGNO VINCES Twee Bladen. FEUILLETON. IEN, BUITEN LAND. iiharnis. rkdagen tot lönöevefeni/. Isteen. /AX OUDS IBRIELLE. PUTTENt |t een goede tandelen >n droog ischen. en. Franco 12770 Holvoet otterdam Lanbevelead )A.M. en. V/. BOEKHOVEN Zonen, Dit nummer bestaat mi LIEFDE EN STRIJD n Jf kerljen g or 1», 7R«. M iakkerljen door rfi», tr. 78a, conditiën ilbsetow. |n Goud- felzilver, adres te kelen in e prezen pellen wij LAR. Inde meer ma ïL. 3807. TERDAM i ie koopen voont, niemand |alde winkel te lijk schoenwerk bovengenoemd tiend, 'ERBRUGGE. 13203 E: <S Jr.; r «TENBERU JE: and. Deze Courant verschgnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG. ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden franco per post 75 Cent bij vooruitbetaling. BUITENLAND bij vooruitbetaling 5.50 per jaar. AFZONDERLIJKE NUMMERS 5 CENT. UITGEVERS: SOMMELSDUK. Telefoon Intercommunaal No. 202. ADVERTENTIËN 121/» Cent per regel, RECLAMES 25 Cent per regel. BOEKAANKONDIGING 5 cent per regel. DIENStAANVRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN 50 Cent per plaatsing. Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zq beslaan. Advertentiën werden ingewacht tot DINSDAG- en VRIJDAGMQRGEN 10 UUR. Alle itnlüLeB voor tfe Rcdaetle beatemd, AdrertentlCD eai verdere Admlnii^ratle franc® t«e te zenden mm» de Uitgevers. Dfc TOESTAND, Den 5den Maart werden te Buften de prae liminairen tot den vrede tusschen decentra- len en Roemenië onderteekend. En eerst nu, ruim twee maande» later, is het definitieve vredes-verdrag gesloten en geteekend kunnen worden. In de praeliminairen waren reeds de zware offers aangegeven, die Roemenië te brengen had, om met de centraler, weer tot vrede en vriendschap terug te keeren en door de or.der- teekening van de praeliminairen had Roemenië in het brengen van die offers berust. Een snelle afwikkeling van de vredes-onderhan- delingen ware dus te verwachten geweest. Het is dan ook zeer waarschijnlijk, dat de onderhandelingen zoo gerekt zijn niet door moeilijkheden met Roemenië, maar door ver wikkelingen onder de bendgenooten onder ling. Bij het verdeelen van den Roemeen- schen buit, de Dobroedsja werd immers aan de centralen en niet direct aan Bulgarije afgestaan, zijn vermoedelijk verschillende vraagstukken gerezen. En men zal er ten slette toe overgegaan zijn, om, in verband met den vrede met Roemenië, heel de netelige Balkan-kwestie te „regelen" en verschillende territoriale „schikkingen" te treffen, die een maal, wanneer tenminste de afloop van den oorlog zoodanig is, dat de centralen een beslissend woord te spreken zullen hebben, doorgevoerd zullen worden. In het jongste nummer van het „Berl. Tagebl." vertelt Theodor Wolff het een en ander van dat geheimzinnig bedrijf, dat zich te Cotroceni achter de schermen moet hebben afgespeeld. Volgens hem zou Turkije als „schadeloosstelling" voor het afstaan van de Dobroedsja aan Bulgarije niet alleen het Maritza-gebled hebben terHggeëischt, dat het in September 1915 aan Bulgarije had afge staan, om het. partij-kiezen van dat land aan den kant der centraien te „beloonen" maar 9 DOOR P. BROUWER. (Auteursrecht voorbehouden). 't Loopt nu tegen den laatsten Joost van der Kley vóélt de spanning om hem heen in de atmosfeer, 't Zijn kleinighe den, doch den man die meer dan dertig jaren niet slechts zijn zaak beheerde maar wiens ziel klopte ia 't motoïgetuf, wiens spieren zich met de drijfriemen meerekten en trokken, die oog en oor en hapd en den kend hoofd is geweest van 't bedrijf dat uit zijn hersens voortkwam en door zijn energie groot wsrdhem ontgaan die kleinigheden niet. 't Zijn 'n paar half afgebeten woorden, 't Is een jachterig gesprek, haastig tus schen 't werk door, en dat plotseling stokt ais „de baas" om 'n hoek te voorschijn komt. Het is de ietwat zenuwachtige groet, én- ders dan het rustig en vertrouwelijk woord, waarmee baas eu gezellen voorheen elkaar ontmoetten, 't Is het korte, haast schuwe antwoord, wanneer hij, gelijk steeds, naar'n huiselijk evenement vraagt: kort ea schuw, als vreesde men zich aan zijn vriendelijkheid ta branden of met zijn geraeenzamen omgang te besmetten. 't Is een vragende blik hier. 'n Flitsend ooglichten ginds. 't Is het onbestemde gevoel, dat het on- weder voorafgaat; dat ons loom maakt en vermoeit, enze levensblijheid dempt Het zijn honderd kleinigheden, voor den oningewijde niet melkbaar, doch die Joost van der Kley voelen doen, dat 'a onzicht- zou [het ook de teruggaye van Dedeagatsch en Gumuldschina, weike plaatsen Turkije na den Balkan-oorlog aan Bulgarije moest af staan, geëischt hebben. De Bulgaren waren echter alleen maar bereid om 't Station van Adrianopél en een smalle strook Westelijk van de Mariiza-pas terug te geven. Verdere moeilijkheden bracht de kweslie over de Noord-Dobroedsja en Konstanza en de mogelijkheid, die, door een onvoorwaar delijk afstaan van dat gebied aan Turkije, in het leven geroepen zou kunnen worden van een totale afsnijding van het Turksche verkeer met Oostenrijk en Duitschland. Ter wijl ook verder de zucht van Bulgarije naar verdere uitbreiding van zijn bezit aan de Aegeische Zee, door het behoud van de reeds bezette Grieksche steden Kavalla, Drama en Serres de noodige wrijvingen aanleiding ge geven zal hebben. Al die dilicate kwesties en al die verwik kelde vraagstukken, die uit de overeenkomst met Roemenië moesten voortvloeien, zal men nu geregeld en geschikt hebben in de hoop die regeling en schikking eens definitief te kunnen maken. Zoo heeft vermoedelijk de „vrede van Boekarest" van 7 Mei een veel ve:dere strekking dan uit het vredes-verdrag met Roemenië alleen blijken zal Daaromtrent zullen vooreerst echter wel geen mededee- üngen werden verstrekt.; V Van de oorlogsterreinen geen nieuws. De Turken brengen enkele nadere bijzon derheden omtrent hun succe3 in het Oost- Jordaansche behaald, een succes, dat door de En gelachen reeds is toegegeven. De En- gelsche troepen zijn, naar uit de Turksche bijzonderheden op te maken valt, weer ge heel over de Jordaan teruggeworpen; aileen „enkele zwakke elementen" handhaven zich nog in een bruggenhoofdstelling op den WestelSken oever. VERSPREIDE BERICHTEN. Naar wij in de' „Germania" van 29 April lezen, blijkt uit brieven, die de Duitsche troe pen bij gevangen genomen Franschen von den hoe groot de ontsteltenis en de angst is in het gebied dat thans ieder oogenblik door de Fransche en Engelsche troepen kan moe ten worden ontruimd en dat door den ioop der gebeurtenissen reeds in de corlogszóne is gekomen. In een brief uit eene stad, die steeds dichter bij het front komt te liggen leest het bladDe Franschen zijn aangeko men, bij ons ligt alles vol troepen en, op het oogenblik heeft niamand brood, aangezien er geen gist maer is. Er is veel artillerie om bare hand 'n seheidsmuar opgemetseld heeft tusschen hem en zijn „volk". Nooit is dat zoo geweest. Hij heeft altijd maar één partij gekend in in 't bedrijf: de fabriek. Voor hiér was zijn aardsche leven. Zijn „goddelijk beroep" was 't, die fabriek te leiden en tot steeds hooger bloei te bren gen; daar had hg het talent voor gekregaa, waarvan ham eens rekenschap zou worden gevraagd. En zóó was 't ook het „goddelijk beroep" van zijn volk, in die fabriek te arbeiden, elk op de plaats, waar hij naar aanleg en talent behoort. En samen moeten zij er van levenhg en zijn vclk. Hij het best, omdat ze er zonder hem, r.aar den rnensch gesproken, niet zou zgn. Maar ook het „voik" mag niet te kort komen. En ais er een ziek wordt behoort na tuurlijk I zijn loftn door te gaan, al wordt dat nog zoo'n schadepost, het is recht. Ais tie man gezond was, zou immers de fabriek hém hebben. Welnudan is 't niet meer dan biiiijk, dat hg ziek zqnd van de fabriek leeft. Met elkaar moeten ze de wereld door. En moeten za er góéd door ook. 't Was 'n heele tweestrijd geweest voor Van der Kley, dat hg voor die laaiste groote bestelling zoo „uiterst civiel" heeft moeten prqsrekenen. Het kén eigenlflk zoo niet. Bg 't begin van 't jaar bad hg 't volk al 50 ct. tot 'n gulden opslag willen geven: Wim weet er alles van; ze hebben',heel wat nagerekend toen de balans van verleden jaar wes opgemaakt. fcnfin, hij wou toen nog éven wachten. 't Was zulk een bedroefd slappe tijd en vooruitzichten waren er niet. Nü was er werk, maarde prijs de Engelschen te helpen, aangezien dezen anders de Duitschers niet zouden kunnen tegenhouden. Wij zij» allen in groote angst, want men spreekt er van dat de stad zal moeten worden ontruimd. Alles i3 reeds klaar voor het geval het bevel komt, om in den trein te stappen. De zieken zouden hier moe ten, blijven, aangezien men die niet kan mee nemen. Een andere brief uit eene stad die reeds ontruimd is, luidt: Hier is alles ont ruimd, het was te gevaarlijk. Welk eene pa niek ander de arme menschenzonder iets van hunne meubelen te kunnen meenemen, alleen met een pakje linnengoed gingen zij een onzekere toekomst tegemoat. Welk eene catastrophe 1 Ten slotte geeft het blad nog een schrgven weer uit eene stad, die achter de oorlogszone gelegen is, waar de vluchte lingen echter reeds groote onrust hebben ge wekt. Het is vreeseigk, om al die arme man- schen te zien voorbijtrekken, wordt daarin ge- gezegd. Vandaag slapen wij nog in ons bed maar hoe zal het morgen gaan Voor de paniekachtige vrees der gegoede Londensche bevolking voor deDuitsche lucht aanvallen is kenschetsend het volgende be richt van de „Nieuwe Rotterdamsche Cou rast" „Het wetsontwerp, dat door de Engelsche regeering uitgewerkt was om te verhinderen dat measchen, die bang zijn voor luchtbom bardementen (bombodgers) buitenhuisjes koo pen en de huurders er uit zetten, is bg het parlement ingediend en zal zoo spoedig mo gelijk afgedaan worden". Deze maatregelen is moeilijk te rijmen met de Engelsche grootspraak over de onver schilligheid der Engelsche bevolking voor de luchtaanvallen. Volgens de „Köln. Ztg" schrq'ft Markel Cachin ia de „Humanité": „Was een jaar geleden een eervolle vrede mogelijk? Zoo ja, dan moeten de politici, die door hunne onwetendheid, hunne voor deden of hunne aanmoedigingen die plech tige ure voorbij lieten gaan, het onverbidde lijke oordeel des lands ondergaan, aan het welk zij rekenschap verschuldigd zqn. De feiten zijn onrustbarend en mosten tot klaar heid komen. Voor de Volksvertegenwoordi ging komt het oogenblik hare verantwoording te aanvaarden. Dat is geen inhoudlooze par lementaire formaliteit. Wordt bewezen, dat het iand door de fouten van zekere lieden of hun gebrek aan inzicht aan den rand des afgronds gebracht werd, dan moet voor hen, die den ongelukkigen toestand van het va derland verergende boete volgen. Deze man- Tócb had Van der Kley er ernstig over gedacht, om ondanks alles tenminste de ge trouwden wat te verhoogen teen die actie vas den „Bond" er tusschen kwam met het „vaste minimum-tarief" wat plotseling aite voornemens van de zijde des patroons stop zette: 't zou net zqn, of hg 't deed uit vréés Eerst moet déze zaak uit den weg zgn, din zal hg zien wat hg doet. Maar die „zaak" knauwt de fabriek I Zoo heeft hg nog nooit geleefd er was vroeger werkeiijk bg hem soms sprake van bedrijfsvresgde er klonk soms spontaan 'n lied op bij den arb: id jaren geleden eindigden zij zelfs met elkaar de week onder psalmgezang, baas en knechten, maar dat is allang uit: hij moest wei volk aannemen van allerlei kleur en hg kon en mocht van den godsdienst geen twist appel maken gaan op de fabriek Toch bleef er altüd goede harmonie. Tot dan nu, onlangs, die „Bond" zich met zijn zaken had bemoeid en hem, naar hij 't zichzelf bitter zei, 't vertrouwen zijner ar beiders diefelqk ontstolen had. Hij was in een nieuwe wereld overge bracht, waar geen licht was, waar zqn hand onzeker rondtastte en z#n voet schuifzoekend langs den groad ging. Van den aard der nieuwe arbeidsverhou dingen had hg niets gevat; dat maakt hem onzeker in zgn bewegingen thans, hém, den resoluten fabrikant. Zelfs beging hg 'n leeigken flater. Met de begte bedoelingen, voorzeker I maar toch zoo, dat Wim tegen Net zei: „Olie in 't vuur In den „Bond" zag Joost zqn vqand. Wim sprak wel over „samenwerking". „Praat er me niet vanl" antwoordde de fabrikant. „In mqn fabriek ben ik baasdaar lédt ik me door die vreemde snuiters uit nen moeten van de macht ontheven en de geest, die hen bezielde, voor immer verban nen worden, opdat men in de toekomst, wan neer in den naam van Frankrijk moet wor den gesproken niet meer inzeifde fouten ver valt." Te African World", het orgaan der Engelsch—Zuid—Afrikaansche mijnmagaton, schrijft „Onder geen omstandigheden willen wij ervan hooren dat welke kolonie dan ook ooit weder onder Duitsch beheer komt, want Duitschlaad heeft duizendvoudig bewezen, dat het nooit in staat is, ie koloniseeren. De „Deutsche Tageszeitung" waaraan wq het bovenstaande ontleenen, herrinnert er aan dat dezelfde „Afiican World" In 1913 een speciaal nummer een Duitsch-Oost-Afrlka wgdde, waarin het o. m. heette: „Het is ongeloofeigk, wat de Duitschers 1b de enkele jaren hunner koloniale werkzaam heid in Oost-Afrika aan cultureelen arbeid tot stand hebben gebracht en met hoe ge ringe middelen, in vergelijking met de na burige Engelsche, Belgische en Portugeesche koloniën." Naast de „Morning Post", doch in nog heviger mate, bevat nn ook de „Daily News" een scherpen aanval op Lloyd George en de Engelsche regeering van de hand van Arnold Bennet. Volgens een uittreksel, hetwelk de Köln. Ztg. van het artikel geeft, verklaart de schrijver In het Engelsche blad, dat de re geering het vertrouwen van geen enkele partij en van geen enkele klasse der bevol king meer bezit, wijl zg niat heeft volbracht, hetgeen zq beloofd heeft. In het bijzonder wordt haar verweten, dat zij reaar al te vaak voor de gewichtige posten niet de bekwaam ste mannen heeft benoemd, maar hem, die op het oogenblik het aanzien van Lloyd George konden verhoogen. De schrgver drukt het Lagerhuis op het hart, dat het zich mede schuloig maakt, wanneer het de regeering nog langer duidt. Lloyd George moet zoo spoed g mogelijk heengaan. Hq is al te'zeer een int: igant, zoo dat zich geen zijner collega's veilig gevoelt. Zqn aftreden is het eeróge middel de regee ring uit de klauwen van de Northcliffe-pers te bevrqden. Tenslutte eischt de schrijver den terug keer van Grey, in de regeering en een be- lengrqke uitbreiding van het oorlogskabinet. Duitsche bladen melden, dat de stand der graangewassen in Duitschland bijzonder Amsterdam de wet niet stellen, aPwaren ze nog driemaal zoo vlug met hun tong, want dat zqn ze". Wim trachtte uit te leggen. De fabrikant zqnerzgds meet ook niet op zichzelf blijven staan; zich met anderen, met de confraters uit 't gansche land vereenigen, ook 'n Bond oprichten door eendraeht sterk Maar Joost schudt wrevelig van neen. Die nieuwigheden zqn niets voor hem. „Confrator hr.i Idit ken ik. Eens of tweemaal In m'n leven heb ik me laten „nemen", dat overkomt me niet 'weer I 't Was collega voor en collega na vriendelijk en poes'ief 'n sigaar pre senteeren en 'n glas wijn glad pra ten en onderwgi probeeren of ze je de kunst afkijken of 'n klant afsnoepen kun nen Collega, dat is concurrent, dat wil zeggen: Pas op j« mand, op je papieren en op je zakken Dit ken ik I" En Wim had wederom gezwegen. Er was hier tweeërlei bedrijfsbeschouwing en de stoere, koppige selfmade-man, hoeveel deugden hg ook heeft, kin zich in de nieuwe verhoudingen niet indenken. „Wat mankeert jou toch vraagt Net. „'t Is haast of jg het volk gelqk geeft en je weet toch ook wel, dat ze nergens minder reden tot klagen hebben dan bg ons I Vader tobt er over. Hij is nog nooit zóó geweest I Zijn eten smaakt hem niet en 's nachts llgt-ie te woelen en zich om te gooien op bed; van morgen om vier uur hoorde ik hem al door huls heen dwalen! Jq moest 'm liever w«t opbeuren, in piaats dat je gedurig tegen 'm ingaat I". c 'n Week vóór de maand afliep, had Van dec Kley 'n drietal van z'n oudste knechts in zijn kantoor geroepen. Hij had hun vaderigk toegesproken. Op hun gemoed gewerkt, hen aan vorige bevredigend Is. Zoowel winter- als zomer- tarwe doen veel goeds verwachten. Men seint ons uit Kopenhagen De strenge bepalingen, die Engeland zoo wel als Frankrijk hebben genomen ten op zichte van de bemanningen van neutrale sche pen, die tusschen Engeland en Frankiijk va ren, hebben kortelings geleid tot muiterijen aan boord van een Deensch schip, daar de bemanning gedurende een vol half jaar ner gens van boord mocht. Tenslotte werd den opvarenden toegestaan, streng militair toezicht in Fransche havens aan wal te gaan. Naar den 27en April uit Wasa aan „Svenska Dagbladet" geseind wordt, deeit set officieele Finsche persbureau mede, dat de betrekking van Translateur voor de Rus sische taal bg het provinciaal bestuur der provincie Wasa is afgeschaft als zgne vol komen overbodig onder de tegenwoordige omstandigheden. Naar van de Zwitsersche grens aan Duitsche bladen gemeid wordt, de Nouvel le Correspondance mede, dat de Fransche mi nister voor de levensmiddelenvoorziening in een officieele mededeeling bekend gemaakt heeft, dat het aantal vleeschiooze dagen in Frankrijk, met het Gog op de voeding van het leger tot drie zal worden uitgebreid. Volgens de „Corriere della Sera" is men in Milaan begonnen, alle gebouwen, die voor den oorlog het eigendom van Duitschers of Oostenrgkers waren, in beslag te nemen. Het blad noemt het bedroevend, dat er nog steeds Ilaiianen zijn, die weigeren, hun mede werking tot dit doel te veileenen door de namén der eigenaren dezer huizen te ver- zwgger,. De „Temps" verneemt uit de provincie, dat een ieder, die op het oogenblik eene reis door Frankrijk maakt, kan merke», dat er nog minder brood is dan roodharige vrouwen. Zelfs in de vruchtbaarste gedeelten is geen dorp, waar men het dagelijks kan krijgen. Het is al heel mooi, wanneer men drie- of viermaal in de week brood kan krggen. In enkele streken heeft men sedert drie weken geen meel meer gezien. Ook aan petroleum bestaat groot gebrek. Naar wij in de „Koelnische Volkszri- tung" van 1 Mei lezen, is de hoeveelheid brood, die wekelqks op de broodkaarten kan worden verkregen vanaf den 2en Mei voor de stad Keulen op 2000 gram vastgesteld. jaren herinnerd, hun op den man af gevraagd of ie niet steeds een góéd patroon voor hen was geweesthq had hun 'n mooi aan bod van loon sverhooging gedaan .alléén, dan moest hg ook in elk geval op hen kun nen rekenen en vóór alle dingen moesten ze bedanken voor den Bond. Het drietal had toen geaarzeld. Inderdaad, zq persoonlijk hadden geen enkele grief tegen Joost van der Klry. Hun loon was op peilsteeds had hB hen in alles humaan behandeld als 'n vriend had hq met hen omgegaan. Alleen de algemeerie zuiging had ook hén in den stroom der organisatie gebracht. Maar nu ze er zóó voor gezet werden nü weifelden zij Zq zullen er over denken „Best I" zei Joost, „maar zwqg er dan over legen de rest Doch die „rest" was niet van gister. Inzonderheid niet het bestuur der plaafse- lqke afdeeling van den „Bond", waarvan een der Rotterdammers voorzitter was. 't Lekte uit, dat zq bij den patroon ge roepen waren zij drieën. Ze werden geperst om te spreken de huisgezinnen werden uitgehoord 't kon niet verborgen blij ven En toen ging er één wraakkreet opl Op laaghartige wijze had de fabrikant ge tracht dsor omkooplrg zijn arbeiders te brengen tot ontrouw aan hun gegeven woord voor 'n judasloon zouden zij hun kameraden verraden Dus werd de zaak voorgesteld. De drie durfden niet aannemen. En Van der Kley vóélde de vqandschap groeien om hem heen. Zóó naderde „de laatste". (Wordt vervolgd.) 7 JL.

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1918 | | pagina 3