Zaterdag 11 Mei 1918.
338te Jaargang N°, 2388
voor de Knidhollandiiehe en Zeenw§che Eilanden.
Eerste Blad.
Antirevolutionair
Orgaan
IN HOC SIGNO VINCES
„Voorzichtig gelijk de
slangen".
OP DEU UITKIJK.
Deze Courant verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG.
ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden franco per post 75 Cent bij vooruitbetaling.
BUITENLAND bij vooruitbetaling f 5.50 per jaar.
AFZONDERLIJKE NUMMERS 5 CENT.
UITGEVERS:
W. BOEKHOVEN Zonen,
SOMMELSD1JK.
Telefoon Intercommunaal No. 202.
ADVERTENTIËN 12»/i Cent per regel, RECLAMES 25 Cent per regel.
BOEKAANKONDIGING 5 Cent per regel.
DIENSTAANVRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN 50 Cent per plaatsing.
Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan.
Advertentiën worden ingewacht tot DINSDAG- en VRljDAGMORGFN 10 UUR.
Alle stnfckeo voer öe Redactie fee§teisa«f, Aatvertentlësi esi verdere Adsslflilstratle franc© toe te xendeit aasi de SJIt^evets
Onder de dieren is even als onder de
menschen verschil in aanleg, karakter,
aard, temperament, inzicht en verstand
in |vaardigheid en preciesheid, in vak
kennis en techniek. ^Een sluwe vos is
een ander dan de domme ezel't vurige
ros is een sieraad tegenover den tragen
olifantde trotsche adelaar hoeit 't oog
waar de krassende nachtuil u den schrik
om 't lijf doet slaan; kunstig is'tnest
van de zwaluw, plomp dat van de
kraai, snugger gebouwd dat van den
karokiet.
En onder die dieren wordt in 't° be
gin van Gods Woord genoemd de slang.
De slang nu was listiger dan al
't gedierte des velds, hetwelk de Heere
God gemaakt had.
Dese „listigheid" was een natuurlijke
ingeschapen gave Godsen Hij had ge
zien óók den slang, dat hij „zéér goed"
was, zóóals al 't geschapene goed en
zeer goed was, toen 't kwam uit de
hand des Scheppers. Maar daarbij komt
nog iets anders. Listig is 't zelfde woord,
dat in de Spreuken door kloekzinnig
wordt vertaald; in Spr. 12:16 staat:
De toorn ';des dwazen wordt ten-
zelfden dage bekendjjmaar die kloek
zinnig is, bedekt de schande.
En in vers 23
Een kloekzinnig menseh bedekt de
wetenschap, maar 't hart der zotten
roept dwaasheid uit.
Iu Spr. 13 16
Al die kloekzinnig is handelt met
wetenschap, maar een zot breidt
dwaasheid uit.
In Spr. 223
Een kloekzinnig menscb ziet 't
kwaad en verbergt zich, maar d®
slechten gaan heden door en-worden
gestraft.
In Matth. 1016 zegt da Heiland
Ziet, Ik zende u als schapen in
't midden der wolvenzijt dan voor
zichtig gelijk de slangen en oprecht
geJijk de duiven.
Als er dus in Genesis sprake is van
listig" is dit precies hetzelfde als wat
Salomo vertolkt door „kloekzinnig" en
de Heiland door .voorzichtig", 't Is de
Paradijstoestand der slang; 't is niet
het karakter der slang na den vloek,
toen hij op zijn buik kruipen zou en
eten 't stof der aarde. De Heiland be
doelde er dus een mooie eigenschap mee
die ieder dier en ieder mensch tooit.
Listig, voorzichtig, bedachtzaam, voor
uitziend, schrander, pienter, op alles
lettend, uit de oogen kijkend naar alle
kanten.
Nu gaan we er verder niet opin, hoe
de Satan juist die aangeboren voorzich
tigheid van den slang misbruikt; hoe
de slang spraken hoe er vijand-
Schap gezet" werd tusschen „slang" en
»menschelijk geslacht* en hoe eenmaal
de Tijd zal aanbreken, wanneer op de
Nieuwe Aarde, volgens Jes. 11:8.
een zoogkind zich zal vermaken
over 't hol van een adder en een
gespeend kind zijn hand zal uitsteken
ia den kuil van den basilisk
maar vast staat, dat de Heiland zijn
j ongeren aanmaant om te midden der wol
ven,, voorzichtig" beleidvol, kloekzinnig,
schrander, vooruitziende te wezen. En
de Tijd, waarin de Heere dit zei, was
voor zoo'a waarschuwing wel gunstig.
Want 't was de Tijd, waarin Romein
en Israëliet beiden met en zonder kunst
middelen; met spot of met vleierij,
de argelooze visschers van Galilea in
hun net lokten.
En ook voor onze Tijd geldt 't voor
don ChristenZijt dan voorzichtig gelijk
de slangen 1 Allerlei geesten varen rond
op allerlei gebied,. Op politiek terrein
staan er partijen op, en vermeerderen
ze dat partijleven, hetwelk slechts in
de aanbidding van 't materieele heil
zoekt en 't van deze Aarde allèèn ver
wacht. alsof er geen Namaals komen
zal. Een partijleven, dat dag in dag uit
op gaat iu de dingen des dagelijkschen
levens, alsof er geen Eeuwigheid ware,
waarin ziel en lichaam door de herin
nering aan t verleden zullen gemar
teld worden met nooit eindigend zelf
verwijt.
Voor de partijen, die 't voor 't Lichaam
alléén opnemenKerk en Religie gram
zijnin dezen oorlog 't durven uitspre
ken .Waar ia God, dien gij verwacht*
't durven uitspreken: Wij zullen den
vrede brengen waar der Christenen
God 't niet kan* voor zulke heb
ben we .voorzichtig* te zijnen vooruit
te zien. wat er van zoo'n optreden
komen moot; en met kloekzinnigheid
ons af te keeren van zulke leiders en
verleiders, die ons steenen geven voor
.brood*, ons hart verkillen en ons
hoofd op den hol brengen.
Voorzichtig of kloekzinnig en schran
der, beleidvol hebben onze Christelijke
arbeiders en werklieden op te treden,
staand® tussehen revolutionaire onrust
stokers samenzweerders legen 't Gezag
en de Overheidstraatbetoogers en
onrustzaaiers; die deu treurigen toe
stand wel kunnen verergeren, maar
niet langs dien weg verbeteren, staande
rendom stakers, die lust hebban in 't
staken zelf, omdat er dan door de ver
warring en onrust en nog grootere
broodeloosheid muiterij zou ontstaan,
oploop, brandstichting, bloedtooneelen,
waarin die rampzaligen zich zoo thuis
gevoelen, tartende en tergende de Over
heid, wier gemaakte fouten ia distri
butie zij niet kunnen verbeteren, zonder
zelf in nieuwe fouten te vervallen,
maar aan wier vermaningen om als
rustige en ordentelijke burgers te zamen
't lijden te dragen zij zich gansch niet
storen, omdat j't hun niet om de ver
betering der toestanden te doen is,
maar om de verbittering; als de zwij
nen woelen ze 't liefste daar waar 't
meeste vuil ligt
Voorzichtig of kloekzinnig hebben
onze Christen-werklieden zich te ver
zetten tegen dien aanwas van muiterij
en wrevel; en pal te staan, waar de
verlokking komt om door algemeene
werkstakingen 't Land èa de productie
in de grootste moeite te brengen. Maar
niet minder voorzichtig om ook kloek
en flink te getuigen bij de Overheid,
wat er aan haar werk ontbreekt,
mits mits haar tevens den weg
Motel He$fsiiF©wai
WSJLJiXJL JSJLÜULCA
Gedeagf te U®sr®ïss4®lg9ï %BA,
12451 Steals fiSsSij Haöfti.iasg,
BIMERS f 1,— hoogm»
LOGIES MET OMTBUT
f IJS, 1,50 sa f 1.76
Tel. Mo, 1532,. Aaafeevéiend,
Miltai! B. 0. F. f. i LEE-lMS,
Hei (So®r ieder «assbevol*® «dree.
wijzend, hoe 't dan zou moeten,
mits bedenkend de ontzaglijke moeilik-
heden, waarin onze Neutraliteit ons
brengt; mits verzekerd dat de nieuwe
middelen ook betere uitkomst geven.
Kloekzinnig te zijn in ons Partijleven,
om van on3 af te houden de leiders en
verleiders, die ons leven in 't stoffelijke
zouden willen doen opgaanvoorzichtig
ia ons Religieus leven, om van ons af
te houden, die zich voordoen als enge
len des lichtsvoorzichtig in ons Sociaal
leven om geen gehoor te verleenen aan
trappen op da Overheid en te verfoeien
't Gezag, van Gods wege ons opgelegd,
maar dat Gezag te schragen als 'tzijn
fouten herstelt.
Kloekzinnig en voorzichtig waren onze
Vaderen pp alle markten waren ze thuis
in alle landen waren ze doorgedrongen
hun vlag woei op allo zeeën; hun
industrie was beroemdhun vloot tastte
den vijand overal aanen hun koop
mansgeest triomfeerde over alle moei
lijkheden te water en te land. Onze
vlootvoogden hadden eere en onze
Staatslieden een heerlijken naamonze
afgezanten laadden roem en onze am
bassadeurs spraken en onderhandelden
met vorsten. Zoo waren onze Vaderen
in tijden van nood en rampspoeder
vóór en er na
Die geest der Vaderen moet ons nog
bezielen. Klein onder God, maar groot
in 't vervullen van zijn burgerplichten.
Voorzichtig en schrander en vooruit
ziend om zich te wapenen tegen een
dreigende toekomst; doende wat de
hand vindt om te doenmet °t Ora et
labora, 't Ik bid en Ik werk op de
lippen, zoolang 't mogelijk is te werken,
waar 't bidden nimmer mag versagen
Geen bedrog, geen sluwheid, maar
kloekzinnigheid in deze bange dagen
zij ons aller deell Woekeren met de
talenten, die ons zijn gegeven; als
christenen .uitgeslapen* om door den
kwaden tijd .heen te komen; krachtig
in .genade*, maar ook krachtig in
.natuur* om de grootste moeilijkheden
op den schouder te nemen, en als chris
ten en saam de maatschappelijke wan
gedrochten onder de oogen te zien. Tot
de Tijd des vredes komt
Het oorlogsgevaar voorbij.
De Minister beeft verklaard dat de span
ning, die een tijdlang bestaan heeft in de
verhouding tusschen Nederland en Duitsch-
iand voorbij is. Duitschland verlangde
van Nederland hervatting van den
sinds 15 November 1917 .gestaakten door
voer van Dnitsehland naar België langs de
Nederlandsche waterwegen van zand, grint
en steenslag; verlangde ookonbelemmerden
uitvoer van grint uit Nederland naar Belgia
tot een maximum van 250000 ton per maand
verlangde ook herstel van het bij den aan
vang van den oorlog door de Duitsche Re
geering gestaakt goederenvervoer per spoor
weg tusschen Duitschland en Belgie over
Roermond; verlangde ook vereenvoudiging
en bespoediging der maatregelen door de
Ned. Regeering genomen tot wering van den
frauduleuzen uitvoer aan boord van de door-
en uitvarende Rijnschepen.
Deze vier Duitsche grieven waren het, die
spanning brachten; maar gelukkig is alles
ten goede gekeerd. Totdat er wellicht weer
een tijd aanbreekt, waarin men onze neutra
liteit zal pogen te schenden. Wie de eerste
zal zijn, die ons andermaal 't mes op de keel
zal zetten ie onbekend; maar we zjji een
klein Land, en zitten tasechen machtige vol
ken; en 't woord „volkerenrechten 't woord
„vrijheid" voor de kleine Staten, ie uit 't
woordenbeek geschrapt. We moeten er dut
maar op rekenen, dat au wel tijdelijk de
spanning geweken is, maar dat 't oorlogs
gevaar niet minder groot is hoe langer de
Vrede wegblijft. Vrede is voor Nederland
de eerste en eenige kwestie van zijn bestaan,
en zoolang die er niet is, i3 er steeds dag
in dag uit, gevaar te duchten, dat de een
of andere Mogendheid ons eischen stelt,
waaraan we niet kunnen voldoen en
dan is de oorlogstoestand vlak nabij.
Vrede I als die maar eens komen woul
'k Ben ook in Tivoli geweest.
Een goed antirevolutionair weet dati wel,
hoe laat het is, en begrijpt, dat ik deDepu-
tatenve gadering, heb bijgewoond.
Dat Is al ruim 'n week geleden
Maarik krijg maar eenmaal 's weeks
de gelegenheid mijn duit in 't zakje te doen
Ik wil daar toch nog een en ander over
zeggen.
Het was géén opwekkende reis.
Wie niet reizen móét tegenwoordig, blijft
thuis.
'k Heb gezien, hoe heeren-éérste-klas,
d.w.z. dat ze eerste-klas-kéértjes hadden,
want ook in de „derde" heb ik meermalen
éérste-klas-ménschen aangetroffen, 'k heb
gezien, hoe ze als haringen gepakt in de zij
gang stonden, tasch en j&3 in de hand en
over den arm en blij mochten zijn,
dat ze nog mee mochten.
En dan de maag-kwestie onderweg.
'k Ben in een restaurant geweest, waar ze
me als éénige maagversterking en eetbare
hartversterking geven konden een dikke
plak kéés
Neen, 't reizen is nü geen pretje.
En dan 't is en blijft oorlogstijd.
De gansche wereld is in beroering.
Ons eigen vaderland raakt steeds meer in
de klemmen gaat in vrede van huis
en vraagt zich onwillekeurig af, wat het zijn.
zal als men wederkeert.
Op reis zoekt men 't laatste nieuws.
Leest het nieuwsgierig van de lippen der
medereizigers, die misschien hier of daar een
laatste telegram gelezen hebben; tracht het
bij 't schaareche kunstlicht des avonds te
ontcijferen uit een, nog haastig den jongen
op de loopplank van den reeds rijdenden trein
afgekocht avondblad of gaat het afloeren
alom waar 'n klompje menichen voor een
winkelraam staan.
De gedachten zijn verstrooid en verdeeld.
Qe gaat v-an huis en de sombere gedachte,
als ge n naar 't station spoedt isHoe zal
het met 't vaderland staan, als ik mjjn huis-
genooten weervind?
Tech was ook nü weer Tivoli vol.
Er zijn er weieens 'n paar honderd méér
geweest, maar in zoo groote zaal geeft dit
nog nergens 'n leege plek; alleen achteraan
op 't podium bleven een paar rijen stoelen
onbezetniet tot schade van wie er
hadden kénnen zitten, want men hoort daar
géén zinnen of woordea, slechts klanken.
Alle rangen en standen wéren er.
Ik zag er, die naar de laatste mode waren
gebottiend, gehoed, gsdemied en gerottingd...
maar 'k heb er nog één Zeeuw in costuum
geziea, dat 'm mooi stond, en tal van platte
landers in géén costuam, maar in 'n samen-
voegsel van kleedingstukken, die 't „Zon-
dagsche pak" uitmaken, maar mij doen ver
kiezen den werkbroek met 't reode baai of
de blauwe boezeroen.
En dan voorts veel „heeren".
Maar ook vele „gewone burgers".
Die vormden de kern der vergadering.
Eerzame bakkers, kruideniers, timmerlieden,
schoolmeesters enz. enz.en allen zongen
ze, vóór den aanvang, als 't orgel aangaf,
't Wilhelmns en „De Heer zal opstaan tot
den strijd" en spontaan toen Idenburg bin
nenkwam „Dat 's Heeren zegen op u daal".
En dr. Kuyper was er niet.
'tGaf een schaduw over den dag.
De gansche week had hij nog gehoopt,
dat het géén zoudat in elk geval hij er bij
tegenwoordig zou kunnen zijn, *t moet voor
hem een zeer groote teleurstelling zijn geweest,
dat de toestand van zijn gezondheid het
hem in 'teind onmogelijk maakte.
Of hij nog eens in 't midden der broederen
zal staan?
Wie onzer zou 't niet hopen I
En de Heere Is de maebtlge, om den avond
zijns levens nog weer te verhelderen en zijn
krachten nog te doen herleven.
Maar vergeten we niet, hij hééft den leef
tijd den 2éér-sterken bereikt; bet wordt ook
voor óns tijd, dat we ons 't meest gaan bezig
houden met de vraag, wat dr. Knyper voor
ons is gewéést èn dat we ons trach
ten te houden b| het spoor, dat hl] zulk een
lange reeks van jaren breed en diep voor
ons trok.
De heer Idenburg nam zijn plaats in.
Dét kan gezegd worden, zonder in iets te
kort te doen aan de uitnemende wijze,
waarop de heer Van der Voort van Zijp het
korte „interregnum" waarnam en de mor
genvergadering leidde.
Op den vtce-veorzitter van ons Centraal-
Comité rust thans een zware taak.
Toch heeft hij véél mee.
Hij heeft niet alleen het vertrouwen van
ons volk, dat hebben zoo vele onzer voor
mannen mét hem, aan wie we elk voor eigen
taak gaarne de verdediging onzer beginselen
everlatem 1maar hij heeft ook gewon
nen de liefde en de zielsaanhaakel|kheid
van ons volk.
Hij leeft niet slechts met ons uit de diepste
beginselen, waaruit onze partij haar kracht
en haar beginsel put, ook dat heeft hij
met vele andere voormannen gemeen I
maar h{j weet, als weinig anderen te spreken
uit dat beginsel, niet naar den mond, maar
naar het hart van ons volk.
Dat bleek wel uit zijn slotwoord.
Daar was geen woord „gezócht* bij.
Dat welde zóó op, als uit een overvloedige
fontein.
't Ging van hart tot hart.
Het was teerkost op den wegl
Immers, wét kan ons in deze dagen van
den vreeselijksten oorlógsjammer, van de
kommerlijkste vooruitzichten, van strijd aan
élle zijden zoo naar buiten als in eigen krin
gen, ja in eigen boezem I wat kan ons meer
en beter sterken dan op zielsaangrijpende
wijze te worden heengewezen naar de „Vol
einding", waarheen we op weg zijn; te wor
den aangespoord om te volgen als trouwe
discipelen Hem, die zit op het „witte paard"
te worden vertroost met de herinnering aaa
de eindelljke overwinning, die in Zijn hand
zéker is.
Er wés veel reden tot dank.
We móchten dan toch nog, ondanks oor
logen ea geruchten van oorlogen als vrien
den en broeders uit 't gansche land samen
komen; al was de voorzitter er niet, zijn
rede was er toch wei en we genoten van
•en veortreffelQk leiding.
Of alles ons aangenaam aandeed
Eerlijk gezegd, neen I
Ik juich het toe, dat onze christelijke vak-
vereenigingsmannen, in den weg der orga
nisatie, bij monde van den beer Kruithof,
opkwamen voor wat zfj meenen, dat als
minimum-wenschen door onze arbeiders moet
worden naar voren gebracht.
Maar de wijze waarop dit geschiedde was
nu minder sympathiek.
Hoe miste ik daarbij Taltna
Die zou waarschijnlijk in dezelfde richting
gesproken hebben, maar op een andere wijz».
Laat ik 't wat meer precies zeggen,
'k Acht het niet tegen onze beginselen, dat
ook voer den volwassen mannelpen arbei
der een maximum-werktijd worde vastgesteld
en „afbeulen" worde gekeerd.
Maar moet dat nu zoo, dat in een pro-
gram-van-actie, hetwelk ('t werd van de
bestuurstafel terecht opgemerkt I) tóch al te
lang is, noe'n maximum op 'n minuut af
wordt vastgesteld?
Zet het b.v. op 50 uren 's weeks.
Moet dan, wie vindt dat 52 óók nog kén,
in alle gewichtigheid bij 't Centraal Comité
komen en van die twee nurtjes een ernstig
gravamen maken, op poene dat hij ditmaal
geen candidaat kan zijn van de a r. partij
De „zedelijke band" móét stevig zijn.
Maar hij mag niet de vrijheid van ziens
wijze op nul komma zooveel vastleggen.