EN. i UiS-ES SCHELDE Tweede Blad, De Oorlog, bin Mslifi'. t Twee Bladen. It'll GEL IBRIEK 173175 jDirksland Wil [IEUI-HELVQEI rAH HENNESSE Ouddorp" ALLEN, 'jfC Zaterdag 27 April 1948. No. 2381 OFFICIËEL GEDEELTE. BUITENLAND. ÖÏT DE PERS. GEMEENtERAAD. PLAATSELIJK NIEUWS lil il |tterüam. lein 19. tenbrugge. aksteen. ff if pt gelijkgezin- gezien heeft, Int gebiedende tlaarin de Gro- kunnen weten idbouwers om rale bond uit boor hun geen eping in deze, jir. boeren- en ig het vraagt; en 's Heeren )PMERKER. wil geven als A. Diepen- OLIEDSTE riGD :htig de 3 ilialen. p elke maat '«neheUe, Wi '»S9i«wrff- W Slurry, in zeer goe- PIGHANDKL. >0 RÖTTEB- en te koop irij Bedstee- leres Schoor- ilivers IJzer- >tere binten, >00 IJ» el en de D»kpan- Innen en meer itbreclitskade ortea Werk- en pfd aanbevelend. 12920 iXWERKER. 'ATERLEID1NG. HEDEN. LOTTEEOAM. Logies. 12567 gericht. Munt uit <ette en zindelijke [OGSTRAAT126 leden tegen 5 legen 3 's iaars lljks worden aan- van het bestuur. ;s nam. van 6—8 ihoek te Ouddorp. \assier, en in Goud- Tafelzilver, enz. JRljK baar adres te artikelen in illijke prijzen >m stellen wij GBAAR. jekende meer e firma TEL. 3807. OTTERDAM f I aan leden tegen egen 3 °/0 laars, ;el|ks worden aan* n van hef bestuur, lag- en Zaterdag- 1342Q UN, Dbrkslnnd, IN HOC-SICrNO WSES Dit nummer bestaat uit MILITIE. Opleiding tot verzorging bij den Rjjkspostdnlvendlenst. De Burgemeester van Sommelsdijk vestigt de aandacht van liefhebbers van postduiven, Ingeschreven voor de lichting 1919, op de mogelijkheid om te worden opgeleid en aan gesteld tot verzorger bij den Rijkspostdui- vendienst. Zij, die daarvoor in aanmerking wenschen te komen moeten dit vóór 15 Mei a.s. schrif telijk te kennen geven aan den Directeur van den Rfjkspostdulvendienst te 's-Gravenhage. Zij moeten zich daarbij bereid verklaren tet het aangaan van een vrijwillige verbiutenis als verzorger bij den Rijkspostduivendlenst. Minderjarigen moeten voorts overleggen een bewijs van toestemming tot het aangaan van de verbintenis afgegeven door hem of haar die de ouderlijke macht of de voogdij uit oefent. (Zie verder aanplakbord). SOMMELSDIJK, 23 April 1918. De Burgemeester, BOUMAN. MILITIE-LICHTING 1919. Indeeling bij den Motordienst. De Burgemeester van Sommelsdijk brengt ter kennis van belanghebbenden, dat voor een aantal dienstplichtigen van de lichting 1919 de gelegenheid bestaat te worden be stemd voor den Motordienst. Zij, die hiervoor in aanmerking wenschen te komen, moeten hun verlangen daartoe vóór 15 Mei a.s. schriftelijk mededeelen aan den Commandant der Depotafdeeling van den Motordienst te Delft. Het schrijven behoeft niet gezegeld te zijn. ZIJ behooren daarbij op te geven naam en voornamen de gemeente waar zij voor de militie zijn ingeschrevenen den datum van geboorte. Het is wenschelijk, dat zij bij hun schrij ven verklaringen overleggen, waaruit hun bekwaamheid als metorrijder ot in het chauf feursvak blijkt. Zij die voor den Motordienst worden be stemd, ontvangen daarvan bericht. Zij zullen te zijner tijd worden ingelijfd bij de Genie troepen en na deze inlijving bij de Depotaf deeling van den Motordienst worden over geplaatst. SOMMELSDIJK, 23 April 1918. De Burgemeester voornoemd, BOUMAN. WAARSCHUWING. Keuring van militie- en Landstorm- plichtigen. De Burgemeester van Sommelsdijk waar schuwt de militie- en landstormplichtigen, zich er wel voor te wachten zich met tus- schenpersonen in verbinding te stellen om voor den dienst afgekeurd te worden, omdat indien zij inderdaad ongeschikt zijn, de af keuring ook zonder de tusschenkomst van die personen zou plaats hebben. Nadrukkelijk wordt de aandacht gevestigd op artikel 206 van het Wetboek van Straf recht onder meer inhoudende: Met Gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren wordt gestraft: le. hij die zich opzettelijk voor den dienst bij de militie ongesohikt maakt of Iaat ma ken; 2e. hij die een ander op diens verzoek op zettelijk voor dien dienet ongeschikt maakt Indien in het laatste geval het feit den dood ten gevolge heeft, wordt gevangenis straf van ten hoogste zes jaren opgelegd. SOMMELSDIJK 24 April 1918. De Burgemeester voornoemd, BOUMAN. MILITIE. Zitting van den Keuringsraad. De Burgemeester van Sommelsdijk maakt bekend, dat de Keuringsraad voor ae inge schrevenen voor de militie, lichting 1919, de zer gemeente zitting zal houden te Middel- bamis in de Bewaarschool op Dinsdag, den 21 Mei 1918, des voormiddags te 9 uur. (Zie verder aanplakbord). SOMMELSDIJK, 24 April 1918. De Burgemeester voornoemd, BOUMAN. DE TOESTAND. Op het Westelijk front heeft het geschut het signaal reeds doen hooren van een nieuw bedrijf, het roffelvuur, blijkens de legerberichten, is het gisteren weer met kracht ingezet, en heeft het als waarschu- wingsteeken geklonken. Het nieuwe offensief-bedrijf is dan ook begonnen. Uit de bijzonderheden, 'in de Fransche en Engelsche legerberichten gegeven, blijkt dat de, tegenstand van de geallieerden een ver woed karakter gehad heeft, en dat zij er in slaagden om den hernieuwden druk van de Duitschers ever het grootste gedeelte van het front te weerstaan. De nieuwe iDuitsche aanval is vooral los gekomen ten Zuiden van de Somme. De Engelschen erkennen in hun avond-commu niqué, dat de Duitschers vasten voet kregen in het dorp Villers Brettonneux, maar dat voor het overige de aanval werd afgeslagen. De Franschen geven toe, dat de Dultsche troepen vasten voet kregen in de bosschen ten Noorden van Hangard, alsmede in den Oostelijken rand van dat dorp, dat door de Franschen met groote hardnekkigheid ver dedigd werd, maar melden tevens dat aan den aanval overigens weerstand geboden werd. Het resultaat tot dusver met het nieuwe Duitsche offensief behaald, zou du3 van een beperkt plaatselijke karakter slechts geble ven zijn en niet op de mogelijkheid van een omvangrijk en ingrijpend succes duiden. Van Duitsche zijde worden geen bijzon derheden nog gemeld. In het Beriijnsche avond-communiqué heet het, dat er „geen nieuws" van de fronton was. Onmogelijk is het niet, dat van Duitsehen kant de gevechten ten zuiden van de Somme ge heel ais plaatselijke ondernemingen zullen worden voorgesteld, die tot het gewenschte resultaat leidden en die in het minst geen hervatting van het offensief op groote schaal beoogden. Ten Noorden van de Somme en op het front bfl Amiens begint zich eveneens een grootere levendigheid af te teekenen. Ook daar zal het bei-signaal voor een nieuw be drijf zich beginnen te doen hooren. Er is rouw over den dood van Duitsch- land's grootsten vlieger, vor. Richthofen, die, na zijn 80ste overwinning in de lucht, ver moedelijk door een kogel van den grond af, gesneuveld is. De Engelschen hebben hem eervol begraven. Eigenaardig dat „helden" in dezen grootsten van alle oorlogen alleen nog maar bij het vijfde wapen, bij den vlieg- dienst niet voorkomen maar bekend worden. Hoe talrijk zün niet de naamlooze helden, die gestorven zijn naast hun kanonnen, of tijdens een stormloop met de bajonet, wiens daden wellicht even geweldig en bewonde renswaardig zijn als «die, waarmee in de middeleeuwen ridders zich de onsterfelijkheid hebben verworven. Thans sterven deze helden roemloos, er zijn er te veel, het individu gaat in de massa te loor. Als de vliegers, in plaats van bij tientallen of honderdtallen, bij millioenen werden ge teld, zou men wellicht van Richthofen nooit hebben gehoord. De zand- en grintquaestie. De Minister van Buitenlandsche Zaken heeft heden in de Eerste Kamer ten aanzien van de zand- en grint-quaeslie verklaard, dat hij de Kamer niet kan en mag verhelen, dat de qaestie zeer ernstig is. Meer kon ZExc. daar van niet zeggen. Niet alleen de zand- en grintkwestie is het, maar ook nog andere. De hoefijzercorrespondent van het Hbl. vertelt wat hij vernomen heeft: Er is eigenlijk een zekere opeenhooping van Duitsche grieven tegen ons ontstaan en wij hebben, van particulieren die voor zaken geruimen tijd in Berlijn zijn geweest en daarvan dezer dagen zijn teruggekeerd, ver nomen dat zij een geprikkelde stemming te onzen aanzien hebben waargenomen niet alleen in officieele milieus, maar ook in han delskringen (de gewone burger blijft erbui ten). De grieven nu uiten zich in politiek opzicht daarnaast staat de economische quaestie van de handelsovereenkomst, waar over wij thans niet spreken omdat ze een ganseh ander terrein raakt nog slechts in den vorm van wenschen. En wel op drieërlei punt. Ten eerste verlangt men van Duitsche zijde een minder vexatoire behandeling van per sonen en goederen door de douanebeambten. Aangezien deze klachten tot zekere hoogte juist bleken, is toegezegd dat daaraan zoo veel mogelijk zou worden tegemoet gekomen. Ten tweede is de oude zand- en grint quaestie herleefd. Men zal zich herinneren, dat Duitschland laatstelijk voorloopig deze zaak had laten rusten om het ons tegenover Engeland niet moeilijk te maken. Principieel had de Duitsche regeering echter niets van haar opvatting prijs gegeven evenmin als wij van de onze. En op dat punt ontmoet men elkaar nu weer. Er wordt opnieuw door voer van zand en grint gevraagd en wij weigeren opnieuw dat toe te staan tenzij te onzen genoege blijke, dat dit materiaal niet wordt gebezigd voor militaire doeleinden. En het komt ons voor, dat het toezicht op het niet-militaire gebruik nu zeker wel streng mag zijn daar de Geallieerden thans allicht zullen onderstellen, dat het zand en grint noodig is voor nieuwe stellingen in de nieuwe frontlinie. Deze zaak, die van het zand en grint, is op 't oogenblik de beheerschende in den toestand. Maar er is nog een derde quaestie gerezen die van nóg meer belang kan werden dan de vorige. Duitschland vraagt namelijk hervatting van het, sedert den oorlog gestaakte, vervoer over den spoorweg Gladbach—Roermond—Weert Hamart—Heerenthals—Antwerpen. Dat ver voer was in 't begin van den oorlog door Duitschland zelf gestaakt. Voor ons is deze lijn, die indertijd (wij meenen in 1874) door de Belgische maatschappij was aangelegd en later door onze Staatspoorwegmaatschappij is overgenomen, van weinig of geen belang. Ze is echter van des te meer belang voor het verkeer tusschen Duitschland en België en is er destijds dan ook bij tractaat door ons gewaarborgd, dat wij dit verkeer zouden vrijlaten (men heeft hier dus te doen met een soort Rijnvaartakte te land). Nu de Duit sche Regeering hervatting vroeg van het verkeer, heeft onze Regeering daartegen dan ook niet het minste bezwaar gemaakt maar ais vanzelf sprekend beperking vastgesteld, dat de lijn voor geenerlei militair vervoer mocht dienen. Waarop, tot nu toe, van Duit sche zijde geen capiie is gemaakt. Alles hangt in deze questie (die eigenlijk nog geen „questie" is) zoowel als in die van zand en grint, af van de vraag, welke be doelingen men te Berlijn heeft met het aan pakken van deze zaken. Gaat het, in het eene zoowel als in het andere geval, alleen om de zaak zelve, dan kan dat meer tot lastige en moeilijke onderhandelingen leiden, tot wrij ving misschien en ontstemming, tot econo misch nadeel voor ons, maar tot niets er- gers. Doch heeft men te Berlijn verdere plan nen, wil men het liever laten aankomen op een oorlog met Nederland, dan af te zien van eenig voordeel, hoe gering ook, in den vorm van het vervoeren van militaire benoodigd- heden door ons land heen, dan kunnen deze beide punten en dkn vooral dat van den genoemden spoorweg uitgangspunten zijn voor een Duitsche actie in de richting van het ergste. De bedoelingen van Duitschland zullen eerlang wel duidelijk moeten worden. Wij voor ons gelooven niet dat, zoo lang de heer Von Kühltnann zijn handteekening zou moe ten geven, een tegenhanger ten aanzien van Nederland is te vreezen van het onrecht waartoe de heêr Von Bethmann-Hollweg zijn medewerking ten aanzien van België heeft verleend. Maar de positie van den heer Von Kiihlmann wordt minder sterk naar mate die van de militaire partij witit aan kracht. Ook zelfs al zou hij aftreden, dan nog is de toe stand niet hopeloos. Want men behoeit zelfs van de militaire partij niet noodzakelijk het allerergste te wachten. Maar een ernstige verergering van de gevaarlijke mogelijkheden zou het aftreden van dien bewindsman voor ons toch zeker zijn. Openbare vergadering van den Raad der gemeente SOMMELSDIJK op Woensdag 24 April 1918 des n.m. ten 37s ure. Voorz. den EdelAchtb. heer Burgemeester. Afwezig dhr. Mijs. Een vacature wegens vertrek van dhr. K. Doornbos. De voorz. opent de vergadering op de gebruikelijke wijze met gebed. Daarna werden de notulen der vorige openbare vergadering gelezen en onveranderd vastgesteld. 1. Ingekomen stukken. a. Missive is van H.H. Ged. Staten onder goedkeuring terugontvangen. Kohier Hondenbelasting 1918. De vastgestelde jaarwedden voor het Per soneel der Openbare Lagere School. Twee wijzigingen in de Begrooting Dienst 1917. b. Brief van H.H. Ged. Staten waarin me- dedeeling volgt, dat door de Raad de beloo ning van het Herhalingsonderwijs is vastge steld op 60 cent per lesuur. dat zij voormeld besluit ten zeerste be treuren, gelet op de tegenwoordige tijdsom standigheden en de daaronder gestegen en nog steeds stijgende levensstandaard. dut de financieele lasten daaraan verbonden geen beletsel kunnen zijn. Waarom zij adviseeren een zoodanige ver hooging aan te brengen boven het minimum, en gelijk in de circulairen van 5 Nov. 1.1. werd aangedrongen thans de vergoeding per lesuur voor het Herhalingsonderwijs vast te siellen op f 1. Een daartoe strekkend Raad besluit zou gaarne door Ged. Staten ter goedkeuring worden tegemoet gezien. Voorz. Zooals de heeren weten is ook over de belooning voor het Herhalingson derwijs reeds een vorige keer gesproken.' Redenen waarom B. en W. niet voorge steld hebben om de belooning te verhoogen, is niet omdat zij tegenspreekt, dat de tegen woordige levensstandaard niet hoog is, maar wel meende zij de oorzaak hierin gevonden te hebben, dat hier zoo uiterst weinig ge bruik gemaakt wordt van het Herhalings onderwijs, zoodat het dan voor de Onder wijzer geen bizondere inspanning kost tot het geven van Onderwijs, en omdat de animo zoo gering was, hebben we gemeend dat een belooning van 60 cent per lesuur voldoende was, waarom wij U ook voorstellen niet op voormeld schrijven in te gaan. Op een vraag van den heer M. Joppe of dan het bezoek van het Herhalingsonderwijs zoo schraal was, antwoordde de Voorz. dat het is voorgekomen dat er bij een onder wijzer slechts één jongen was, en dat beiden bovendien aog voor zichzelf zaten te werken, zoodat een onderwijzer er dan nog 60 cent bijverdiend, wordt deze belooning voldoende geacht. Overeenkomstig het voorstel van B. en W. werd besloten. c. Bericht van dhr. K. Doornbos met ver zoek om eervol ontslag als lid van den ge meenteraad wegens vertrek naar Middelhar- nis, met de wensch dat wijl door de Raad dezer Gemeente bij den aanvang van iedere vergadering wijsheid en voorzichtigheid van God wordt afgesmeekt, dat dit haar voor namelijk in deze zorgvolien tijd mag worden geschonken. Vaorz. Ik meen namens den Raad te mogen spreken, als we dhr. Doornbos dankzegge* voor alles wat hij in het belang der gemeente heeft gedaan, en hem toewenschen dat het hem in zijn nieuwe woonplaats in alle op zichten wel moge gnan. 2. Wijziging Begrooting 1917 en 1918. 3. Mededeeling van dhr. A. Verbruggedat hij ontslag neemt als lid van de Schattings commissie voor de Rijks-Inkomstenbelasting. Dankbetuiging van het Hoofd der Bewaar school voor de verhooging van haar salaris. Dankbetuiging van Jacoba van Broeke veor de haar toegekende duurtetoeslag. 4. Verzoek van de bouwvereeniging „Som melsdijk" om een voorschot van f 32625 voor den bouw van 10 arbeiderswoningen en een van f 17000 voor den bouw van 3 woningen. Voorz. De vorige maal is hierover reeds gesproken en intusschen is het advies der Gezondheids-Commissie ingekomen, waarin bericht wordt dat zij tegen het eerstgenoemde plan geen bezwaren heeft, en wat het tweede aangaat sleehts kleine opmerkingen heeft te maken. dat zij eveawel een aanvraag om voorschot gaarne ondersteunen. Om de gemaakte opmerkingen te verdui delijken, werd door den Voorz. de beschik bare teekeningen voorgelegd, en besloten om het plan om te werken, zooals het advies der Gezondheids-Commissie luidde, doch niet in te gaan op haar advies, om het emmerstelsel der Privaten wat eenmaal bij de Verordening geoorloofd is te vervangen door beerputten aansluitend op de rioleering. Die woningen zullen dan zonder de grond komen op f 3100. Zonder hoofdelijke stem ming wordt besloten de gevraagde voorschot ten toe te staan. Eveneens werd in pricipe besloten de grond der gemeente gelegen aan den Dorpsweg, en benoodigd voor den bouw der woningen, zooals in voormeld plan is omschreven aan de Bouwvereeniging in erfpacht uit te geven. Deze is voor vooraan 8 cent, 'waarop dan de drie eerstgenoemde woningen komen, voor het tweede blokje, wat meer achteruit komt is 7 cent per M5. Aldus besloten. 5. Voorz. In opdracht der vorige vergade ring heb ik gecorrespondeerd met den Inspec teur der Posterijen en Telefonie en den In specteur der Telegrafie. Resultaat is geweest dat zij bereid zijn het Postkantoor in huur te nemen voor den tijd van 5 jaar en dan voor f 800. Goedgekeurd. 6. In verband met de verhooging der sa larissen, werd door B. en W. voorgesteld de Pensioengrondslagen van de volgende per sonen aldus vast te stellenJ. Uijl f 710, Juffrouw van den Adel f 550, Keetje Paling- dood en J, van der Bij op f 40 besloten. 7. Request van den Raad der gemeente Krommenie om adhaeiie te betuigen aan een adres gericht aan H. M. de Koningin, waarin vermeid wordt dat de kveiismidJelenvoor- ziening voornamelijk voor de mindere klasse zooveel te wenschen overlaat, en dat Indien niet zeer ingrijpende maatregelen worden genomen, een hongersnood op handen is. dat dien noodtoestand waarin ons Neder- landsche volk verkeert zeer ernstige zorg baat. Waarom adressante aan H. M. de Koningin willen verzoeken om voor de 100,000 ton broodgraan die beschikbaar is voor onze Regeering, af te halen, omdat de hongers nood die dreigt steeds nader komt. Overeenkomstig het voorstel van B. en W. werd besloten om dit Request \oor kennis geving aan te nemen. 8. Benoeming van een lid der Schattings commissie vacuture A. Verbrugge. Na stemming verkregen P. Kievit Dz. 7 stemmen, G. Joppe Dz. en G. v. d. Meide Ieder 1 stem, zoodat eerstgenoemde geko zen is. 9. Benoeming van 3 leden voor het stem bureau voor een eventueele verkiezing van een lid van den gemeenteraad in de vacature Doornbos. Deze verkiezing moet alsdan plaats hebben onder de oude Wet. Benoemd de H.H. G. Joppe Dz. en M. Joppe Jz. 10. Benoeming van drie leden van het stembuieau voor de verkiezing op 3Julie.k. Benoemd de H.H. van Beek, van der Meide en Slis. 11. Voorstel van B. en W. om de veror dening van de H. Omslag waarvan nu 3 jaren aaneen het maximum verhoogd isheelemaal te laten vervallen en de tegenwoordige re geling te aanvaarden met het oog op de ieder jaar wederkeerde moeilijkheden. Werd aangenomen. Bij de rondvraag zeide dhr. Slis dat het bevreemdde dat wijl nu de Langeweg vanaf de Harmonie tot aan de R. K. Pastorie was afgesloten, dat daar nu 's avonds geen ver lichting is. Dit voornamelijk met het oog op eventueel vreemdelingenverkeer in het donker per as, wat z.i. zeer gevaarlijk was. De Voora. antwoordde dat gewoonlijk de lantaarns in de onmiddelijke nabijheid bran den, maar dat dit toen oogenschijrlljk het geval niet is geweest. Nadat toezegging gedaan was, dat daarin zooveel mogelijk tegemoet gekomen zou worden was dhr. Slis voldaan. Niets meer te verhandelen zijnde sloot de Voorz. de Openbare vergadering. Vergadering van den Raad der gemeente OOLTGENSPLAAT op Woensdag 24 April ten 3 uur. Voorzitter Edelachtbare Heer J. G. van Putte*. Present alle leden. De Voorzitter «pend de vergadering. De notulen der vorige vergadering worden gelezen en onveranderd vastgesteld. Ingekomen stukken. Missieve van H. H. Ged. Staten waarbij goedgekeurd het Kohier Hondenbelasting 1918 Missieve van H. H. Ged. Staten waarbij goedgekeurd het Supletoir Kohier van den Hoofdelijken Omslag 1917. Missieve' van H. H. Ged. Staten waarbij de goedkeuring dat de grond van W. van der Welle wordt teruggekocht, omdat hfi niet op tijd kan bouwen. Schrijven van de Raad van Krommenie adhaesle te willen betuigen aan het besluit om H. M. de Koningin te verzoeken spoedig in het levensmiddelenvraagstuk een betere regeling te brengen. Daar er echter voor 12 April hierop antwoord werd ingewacht, is zulks te laat, en wordt voor kennisgeving aangenomen. Verder is ingekomen een verzoek van de Christelijke School en van het personeel der schooi adhaesia te willen betuigen aan het ontwerp van wet vaa Lehman c.a. (bedoe lende om spoedig over te gaan, tot invoering der gelijkstelling van Openbaar en Bizonder Onderwqs, dus niet wachten op invoering Art. 192. B. en W. stellen voor hiermee mede te gaan en er adhaesie aan betuigen, waartoe met algemeene stemmen wordt besloten. Schrijven van H. H. Ged. State*, waaruit blijkt dat vóór 1 Januari 1919 moet worden overgegaan om een nieuwe salarisregeling vast te stellen. Verzoek van den Directeur van het Levena- mlddelenbedrijf om zijn salaris tot f 850 te verhoogen, aangezien de werkzaamheden dagelijks toenemen, en in de gewone uren het niet meer gebeuren kan, doch steeds moet werken vroeg en Iaat en dat de levens standaard ook voor hem naar boven gaat, reden waarom hij om genoemde verhooging vraagt. B. en W. stellen voor hier op in te gaan en wel met 1 April j.l. Alle leden zijn het hierover eens, ook thans komen klompen en schoenendistributie da werkzaamheden weer vermeerderen en daar hij ook zeer tot tevre denheid z(jn werk verricht wordt met aige- meene stemmen besloten op het voorstel van B. in te gaan. Voorstel van B. en W. de volontair J. L. Bol met 1 Juli 1918 een salaris te verleenen van f 300. De heer Jacobs vind dat het zoo langzaam aan een heele uitgaaf wordt. De Voorzitter zegt dat bedoelde volontair b^na 18 jaar is, en de tijd voorbij is om schooljongens voor niets te krijgen, de tijd is a.s. dat op Secretarie jongens gevraagd worden, die de H. B. S. doorloopen hebben en die zullen meer kosten. Schrijven van de Generaal Majoor Stel lingcommandant in het Volkerak om de politieverordening aan to vullen, wat hier op neer komt dat niemand zonder geleide de linie mag passeeren. Verzoek van de gemeenteveldwachter om de onkosten voor zijn rijwiel te mogen ont vangen, daar het hoofdzakelijk in dienst van de Distributie is gebruikt stelt W. J. Don kersloot voor dat het dan maar door het Distributiebedrijf betaald moet worden dan betaald het Rijk en niet de Gemeenle. Adres van verschillende ouders omtrent de schoolgeldheffing, dit hoort echter bij B. en W., doch de Voorzitter wil echter de Raad in geheime zitting hierover adviseeren. Voorstel van B. en W. tot verbetering der Grint of Mestkade, welke reeds lang noodig was, doch wegens duurte werd uitgesteld, ze durven echter de verandering niet langer dragen. De lengte is 28 M., de kosten vol gens raming f 268 en de aanbesteding zou dan plaats hebben 6 Mei a.s. Nadat door de heer Waling eenige vragen zijn gesteld alsmede eenige wenken omtrent het spuien enz. wordt B. en W. hiervoor de machtiging verleend. De heer Slis verzoekt verbetering voor den onderberm, op- en afrit, meer vloei- palen aan de Sluische haven, benevens de bestrating aan het eind van den Molendijk. De Voorzitter zegt dat vele door den heer Slis genoemde zaken reeds in de bedoeling van B. en W. waren opgenomen. De heer Jacobs zegt de Rijksveldwachter van Den Bommel in Achthuizen wil wonen, het Rijk wil aan de hoogere huursom van het nieuwe huis bijpassen, indien nu de Ge meente nog f 50 bijpast, dan zou dit ten uitvoer gebracht kunnen worden. Wordt toegestaan. Dhr. Jacobs vraagt of al nader bericht over het postkantoor is ingekomen. De Voorz. weet nog van niet3. Dhr. Jacobs geeft ook eenige inlichtingen over de spreekpel in ©ude Tonge. Dhr. Hobbel klaagt over de vuile toestand bij de bewaarschool, ook de heer Wagner is niet tevreden, beiden vinden den toestand op de Achterweg treurig, en al zijn er verschil lende omstandigheden die hier toe mede wer ken, de sprekers gelooven toch dat een be ter toezicht der politie, desnoods proces-ver baal en het plaatsen van bakjes weiice op tijd werden geledigd veel verbetering zou brengen. De Voorz. zegt dat de veldwachter iemand is die steeds zijn plicht doet. Dhr. Wagner zegt dat het de bedoeling is dat de veldwachter te veel baantjes heeft. De Voorz. zegt dat de Raad zelf in ver schillende gevallen heeft medegewerkt. Dhr. Wagner zegt nogmaals de veldwach ter heeft te veel baantjes buiten de gemeen tezaken om, en is dikwijls afwezig. Dhr. Waling vraagt den Voorz. of het waar is dat een schipper u gezegd heeft dat ik met de tonnenmaat van mijn schip heb ge knoeid, en ontzien wordt omdat 1k Raadslid ben. De Voorz. Ja. Dhr. Waling zegt dat de havenmeesrer te Rotterdam bet schip schat op 85 ton en zelf niet verplicht is te zeggen het is te hoog of te laag, doch is van meenitig zoo spoedig mogelijk te laten meten, mocht het schip grooter zijn, dan wil hij natuurlijk betalen, maar da* is het niet zijn schuld. Hierna geheime zitting. De 47ste broodkaart. De directeur van het Centraal Broodkan toor maakt bekend, dat de broodkaart van het 47ste tijdvak geldig is van 27 April tot en met 3 Mei. De bons der broodkaarten geven recht tot koop en verkoop van de helft van het brood gewicht, dat op de bons is aangegeven. (St.ct.) SOMMELSDIJK.* Maximumprijzen voor grint. Op het door het Bestuur van den polder „De Oostplaat Flakkee", aan den Minister van Landbouw per telegram gedaan verzoek of de geruchten waar zijn dat voor onderbouds- grint voor de wegen maximumprijzen zullen worden gesteld, is het volgende antwoord ingekomen 's Gravenhage, 22 April 1918. Ik bevestig de ontvangt van nevenvermeld telegram en deel u mede dat op het oogen blik nog geen mededeeling omtrent eventu eele maximumprijzen voor grint kunnen wor den gedaan. Ik behoud mij echter voor zoo noodig op den inhoud van U telegram nog nader terug te komen. De Minister van Landbouw, Nijverheid en Handel. Voor den Minister, De Secretaris Generaal, (w.g.) VERSTEEG. Tot ontvanger der Registratie en do meinen te IJselraonde, is benoemd dhr. L. M. W. Ledeboer, in gelijke betrekking alhier. Door de vereeniging tot bevordering der Zaadteelt is aan de Minister van Land bouw, Nijverheid en Handel, het volgende telegram gezonden: De vereeniging tot bevordering der Zaad teelt en Zaadhandel, afdeeling Flakkee, in vergadeting bijeen te Sommelsdijk; oordeelende, dat het noodig is, dat zoo spoedig mogelijk maatregelen worden geno men tot vrijlating van de nog onder hare leden berustende kwantnms uien-, flakkeesch wortel- en andere zaden

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1918 | | pagina 3