EN.
i
UiS-ES
SCHELDE
Tweede Blad,
De Oorlog,
bin
Mslifi'.
t
Twee Bladen.
It'll
GEL
IBRIEK
173175
jDirksland
Wil
[IEUI-HELVQEI
rAH HENNESSE
Ouddorp"
ALLEN,
'jfC
Zaterdag 27 April 1948. No. 2381
OFFICIËEL GEDEELTE.
BUITENLAND.
ÖÏT DE PERS.
GEMEENtERAAD.
PLAATSELIJK NIEUWS
lil
il
|tterüam.
lein 19.
tenbrugge.
aksteen.
ff
if
pt gelijkgezin-
gezien heeft,
Int gebiedende
tlaarin de Gro-
kunnen weten
idbouwers om
rale bond uit
boor hun geen
eping in deze,
jir. boeren- en
ig het vraagt;
en 's Heeren
)PMERKER.
wil geven als
A. Diepen-
OLIEDSTE
riGD
:htig de 3
ilialen.
p elke maat
'«neheUe,
Wi '»S9i«wrff-
W Slurry,
in zeer goe-
PIGHANDKL.
>0 RÖTTEB-
en te koop
irij Bedstee-
leres Schoor-
ilivers IJzer-
>tere binten,
>00 IJ» el en
de D»kpan-
Innen en meer
itbreclitskade
ortea Werk- en
pfd aanbevelend.
12920
iXWERKER.
'ATERLEID1NG.
HEDEN.
LOTTEEOAM.
Logies. 12567
gericht. Munt uit
<ette en zindelijke
[OGSTRAAT126
leden tegen 5
legen 3 's iaars
lljks worden aan-
van het bestuur.
;s nam. van 6—8
ihoek te Ouddorp.
\assier,
en in Goud-
Tafelzilver,
enz.
JRljK
baar adres te
artikelen in
illijke prijzen
>m stellen wij
GBAAR.
jekende meer
e firma
TEL. 3807.
OTTERDAM
f I
aan leden tegen
egen 3 °/0 laars,
;el|ks worden aan*
n van hef bestuur,
lag- en Zaterdag-
1342Q
UN, Dbrkslnnd,
IN HOC-SICrNO WSES
Dit nummer bestaat uit
MILITIE.
Opleiding tot verzorging bij den
Rjjkspostdnlvendlenst.
De Burgemeester van Sommelsdijk vestigt
de aandacht van liefhebbers van postduiven,
Ingeschreven voor de lichting 1919, op de
mogelijkheid om te worden opgeleid en aan
gesteld tot verzorger bij den Rijkspostdui-
vendienst.
Zij, die daarvoor in aanmerking wenschen
te komen moeten dit vóór 15 Mei a.s. schrif
telijk te kennen geven aan den Directeur van
den Rfjkspostdulvendienst te 's-Gravenhage.
Zij moeten zich daarbij bereid verklaren tet
het aangaan van een vrijwillige verbiutenis
als verzorger bij den Rijkspostduivendlenst.
Minderjarigen moeten voorts overleggen een
bewijs van toestemming tot het aangaan van
de verbintenis afgegeven door hem of haar
die de ouderlijke macht of de voogdij uit
oefent.
(Zie verder aanplakbord).
SOMMELSDIJK, 23 April 1918.
De Burgemeester,
BOUMAN.
MILITIE-LICHTING 1919.
Indeeling bij den Motordienst.
De Burgemeester van Sommelsdijk brengt
ter kennis van belanghebbenden, dat voor
een aantal dienstplichtigen van de lichting
1919 de gelegenheid bestaat te worden be
stemd voor den Motordienst.
Zij, die hiervoor in aanmerking wenschen
te komen, moeten hun verlangen daartoe vóór
15 Mei a.s. schriftelijk mededeelen aan den
Commandant der Depotafdeeling van den
Motordienst te Delft. Het schrijven behoeft
niet gezegeld te zijn.
ZIJ behooren daarbij op te geven
naam en voornamen
de gemeente waar zij voor de militie zijn
ingeschrevenen den datum van geboorte.
Het is wenschelijk, dat zij bij hun schrij
ven verklaringen overleggen, waaruit hun
bekwaamheid als metorrijder ot in het chauf
feursvak blijkt.
Zij die voor den Motordienst worden be
stemd, ontvangen daarvan bericht. Zij zullen
te zijner tijd worden ingelijfd bij de Genie
troepen en na deze inlijving bij de Depotaf
deeling van den Motordienst worden over
geplaatst.
SOMMELSDIJK, 23 April 1918.
De Burgemeester voornoemd,
BOUMAN.
WAARSCHUWING.
Keuring van militie- en Landstorm-
plichtigen.
De Burgemeester van Sommelsdijk waar
schuwt de militie- en landstormplichtigen,
zich er wel voor te wachten zich met tus-
schenpersonen in verbinding te stellen om
voor den dienst afgekeurd te worden, omdat
indien zij inderdaad ongeschikt zijn, de af
keuring ook zonder de tusschenkomst van
die personen zou plaats hebben.
Nadrukkelijk wordt de aandacht gevestigd
op artikel 206 van het Wetboek van Straf
recht onder meer inhoudende:
Met Gevangenisstraf van ten hoogste twee
jaren wordt gestraft:
le. hij die zich opzettelijk voor den dienst
bij de militie ongesohikt maakt of Iaat ma
ken;
2e. hij die een ander op diens verzoek op
zettelijk voor dien dienet ongeschikt maakt
Indien in het laatste geval het feit den
dood ten gevolge heeft, wordt gevangenis
straf van ten hoogste zes jaren opgelegd.
SOMMELSDIJK 24 April 1918.
De Burgemeester voornoemd,
BOUMAN.
MILITIE.
Zitting van den Keuringsraad.
De Burgemeester van Sommelsdijk maakt
bekend, dat de Keuringsraad voor ae inge
schrevenen voor de militie, lichting 1919, de
zer gemeente zitting zal houden te Middel-
bamis in de Bewaarschool op Dinsdag, den
21 Mei 1918, des voormiddags te 9 uur.
(Zie verder aanplakbord).
SOMMELSDIJK, 24 April 1918.
De Burgemeester voornoemd,
BOUMAN.
DE TOESTAND.
Op het Westelijk front heeft het geschut
het signaal reeds doen hooren van een
nieuw bedrijf, het roffelvuur, blijkens de
legerberichten, is het gisteren weer met
kracht ingezet, en heeft het als waarschu-
wingsteeken geklonken.
Het nieuwe offensief-bedrijf is dan ook
begonnen.
Uit de bijzonderheden, 'in de Fransche en
Engelsche legerberichten gegeven, blijkt dat
de, tegenstand van de geallieerden een ver
woed karakter gehad heeft, en dat zij er in
slaagden om den hernieuwden druk van de
Duitschers ever het grootste gedeelte van
het front te weerstaan.
De nieuwe iDuitsche aanval is vooral los
gekomen ten Zuiden van de Somme. De
Engelschen erkennen in hun avond-commu
niqué, dat de Duitschers vasten voet kregen
in het dorp Villers Brettonneux, maar dat
voor het overige de aanval werd afgeslagen.
De Franschen geven toe, dat de Dultsche
troepen vasten voet kregen in de bosschen
ten Noorden van Hangard, alsmede in den
Oostelijken rand van dat dorp, dat door de
Franschen met groote hardnekkigheid ver
dedigd werd, maar melden tevens dat aan
den aanval overigens weerstand geboden
werd.
Het resultaat tot dusver met het nieuwe
Duitsche offensief behaald, zou du3 van een
beperkt plaatselijke karakter slechts geble
ven zijn en niet op de mogelijkheid van een
omvangrijk en ingrijpend succes duiden.
Van Duitsche zijde worden geen bijzon
derheden nog gemeld. In het Beriijnsche
avond-communiqué heet het, dat er „geen
nieuws" van de fronton was. Onmogelijk is
het niet, dat van Duitsehen kant de
gevechten ten zuiden van de Somme ge
heel ais plaatselijke ondernemingen zullen
worden voorgesteld, die tot het gewenschte
resultaat leidden en die in het minst geen
hervatting van het offensief op groote schaal
beoogden.
Ten Noorden van de Somme en op het
front bfl Amiens begint zich eveneens een
grootere levendigheid af te teekenen. Ook
daar zal het bei-signaal voor een nieuw be
drijf zich beginnen te doen hooren.
Er is rouw over den dood van Duitsch-
land's grootsten vlieger, vor. Richthofen, die,
na zijn 80ste overwinning in de lucht, ver
moedelijk door een kogel van den grond af,
gesneuveld is. De Engelschen hebben hem
eervol begraven. Eigenaardig dat „helden"
in dezen grootsten van alle oorlogen alleen
nog maar bij het vijfde wapen, bij den vlieg-
dienst niet voorkomen maar bekend
worden.
Hoe talrijk zün niet de naamlooze helden,
die gestorven zijn naast hun kanonnen, of
tijdens een stormloop met de bajonet, wiens
daden wellicht even geweldig en bewonde
renswaardig zijn als «die, waarmee in de
middeleeuwen ridders zich de onsterfelijkheid
hebben verworven. Thans sterven deze helden
roemloos, er zijn er te veel, het individu gaat
in de massa te loor.
Als de vliegers, in plaats van bij tientallen
of honderdtallen, bij millioenen werden ge
teld, zou men wellicht van Richthofen nooit
hebben gehoord.
De zand- en grintquaestie.
De Minister van Buitenlandsche Zaken heeft
heden in de Eerste Kamer ten aanzien van
de zand- en grint-quaeslie verklaard, dat hij
de Kamer niet kan en mag verhelen, dat de
qaestie zeer ernstig is. Meer kon ZExc. daar
van niet zeggen.
Niet alleen de zand- en grintkwestie is
het, maar ook nog andere.
De hoefijzercorrespondent van het Hbl.
vertelt wat hij vernomen heeft:
Er is eigenlijk een zekere opeenhooping
van Duitsche grieven tegen ons ontstaan en
wij hebben, van particulieren die voor zaken
geruimen tijd in Berlijn zijn geweest en
daarvan dezer dagen zijn teruggekeerd, ver
nomen dat zij een geprikkelde stemming te
onzen aanzien hebben waargenomen niet
alleen in officieele milieus, maar ook in han
delskringen (de gewone burger blijft erbui
ten). De grieven nu uiten zich in politiek
opzicht daarnaast staat de economische
quaestie van de handelsovereenkomst, waar
over wij thans niet spreken omdat ze een
ganseh ander terrein raakt nog slechts in
den vorm van wenschen. En wel op drieërlei
punt.
Ten eerste verlangt men van Duitsche zijde
een minder vexatoire behandeling van per
sonen en goederen door de douanebeambten.
Aangezien deze klachten tot zekere hoogte
juist bleken, is toegezegd dat daaraan zoo
veel mogelijk zou worden tegemoet gekomen.
Ten tweede is de oude zand- en grint
quaestie herleefd. Men zal zich herinneren,
dat Duitschland laatstelijk voorloopig deze
zaak had laten rusten om het ons tegenover
Engeland niet moeilijk te maken. Principieel
had de Duitsche regeering echter niets van
haar opvatting prijs gegeven evenmin als
wij van de onze. En op dat punt ontmoet
men elkaar nu weer. Er wordt opnieuw door
voer van zand en grint gevraagd en wij
weigeren opnieuw dat toe te staan tenzij te
onzen genoege blijke, dat dit materiaal niet
wordt gebezigd voor militaire doeleinden.
En het komt ons voor, dat het toezicht op
het niet-militaire gebruik nu zeker wel streng
mag zijn daar de Geallieerden thans allicht
zullen onderstellen, dat het zand en grint
noodig is voor nieuwe stellingen in de nieuwe
frontlinie. Deze zaak, die van het zand en
grint, is op 't oogenblik de beheerschende
in den toestand.
Maar er is nog een derde quaestie gerezen
die van nóg meer belang kan werden dan
de vorige.
Duitschland vraagt namelijk hervatting van
het, sedert den oorlog gestaakte, vervoer over
den spoorweg Gladbach—Roermond—Weert
Hamart—Heerenthals—Antwerpen. Dat ver
voer was in 't begin van den oorlog door
Duitschland zelf gestaakt. Voor ons is deze
lijn, die indertijd (wij meenen in 1874) door
de Belgische maatschappij was aangelegd
en later door onze Staatspoorwegmaatschappij
is overgenomen, van weinig of geen belang.
Ze is echter van des te meer belang voor
het verkeer tusschen Duitschland en België
en is er destijds dan ook bij tractaat door
ons gewaarborgd, dat wij dit verkeer zouden
vrijlaten (men heeft hier dus te doen met
een soort Rijnvaartakte te land). Nu de Duit
sche Regeering hervatting vroeg van het
verkeer, heeft onze Regeering daartegen dan
ook niet het minste bezwaar gemaakt maar
ais vanzelf sprekend beperking vastgesteld,
dat de lijn voor geenerlei militair vervoer
mocht dienen. Waarop, tot nu toe, van Duit
sche zijde geen capiie is gemaakt.
Alles hangt in deze questie (die eigenlijk
nog geen „questie" is) zoowel als in die van
zand en grint, af van de vraag, welke be
doelingen men te Berlijn heeft met het aan
pakken van deze zaken. Gaat het, in het eene
zoowel als in het andere geval, alleen om de
zaak zelve, dan kan dat meer tot lastige en
moeilijke onderhandelingen leiden, tot wrij
ving misschien en ontstemming, tot econo
misch nadeel voor ons, maar tot niets er-
gers. Doch heeft men te Berlijn verdere plan
nen, wil men het liever laten aankomen op
een oorlog met Nederland, dan af te zien van
eenig voordeel, hoe gering ook, in den vorm
van het vervoeren van militaire benoodigd-
heden door ons land heen, dan kunnen deze
beide punten en dkn vooral dat van den
genoemden spoorweg uitgangspunten zijn
voor een Duitsche actie in de richting van
het ergste.
De bedoelingen van Duitschland zullen
eerlang wel duidelijk moeten worden. Wij
voor ons gelooven niet dat, zoo lang de heer
Von Kühltnann zijn handteekening zou moe
ten geven, een tegenhanger ten aanzien van
Nederland is te vreezen van het onrecht
waartoe de heêr Von Bethmann-Hollweg zijn
medewerking ten aanzien van België heeft
verleend. Maar de positie van den heer Von
Kiihlmann wordt minder sterk naar mate die
van de militaire partij witit aan kracht. Ook
zelfs al zou hij aftreden, dan nog is de toe
stand niet hopeloos. Want men behoeit zelfs
van de militaire partij niet noodzakelijk het
allerergste te wachten. Maar een ernstige
verergering van de gevaarlijke mogelijkheden
zou het aftreden van dien bewindsman voor
ons toch zeker zijn.
Openbare vergadering van den Raad
der gemeente SOMMELSDIJK op
Woensdag 24 April 1918 des n.m.
ten 37s ure.
Voorz. den EdelAchtb. heer Burgemeester.
Afwezig dhr. Mijs. Een vacature wegens
vertrek van dhr. K. Doornbos.
De voorz. opent de vergadering op de
gebruikelijke wijze met gebed.
Daarna werden de notulen der vorige
openbare vergadering gelezen en onveranderd
vastgesteld.
1. Ingekomen stukken.
a. Missive is van H.H. Ged. Staten onder
goedkeuring terugontvangen.
Kohier Hondenbelasting 1918.
De vastgestelde jaarwedden voor het Per
soneel der Openbare Lagere School.
Twee wijzigingen in de Begrooting Dienst
1917.
b. Brief van H.H. Ged. Staten waarin me-
dedeeling volgt, dat door de Raad de beloo
ning van het Herhalingsonderwijs is vastge
steld op 60 cent per lesuur.
dat zij voormeld besluit ten zeerste be
treuren, gelet op de tegenwoordige tijdsom
standigheden en de daaronder gestegen en
nog steeds stijgende levensstandaard.
dut de financieele lasten daaraan verbonden
geen beletsel kunnen zijn.
Waarom zij adviseeren een zoodanige ver
hooging aan te brengen boven het minimum,
en gelijk in de circulairen van 5 Nov. 1.1.
werd aangedrongen thans de vergoeding per
lesuur voor het Herhalingsonderwijs vast te
siellen op f 1.
Een daartoe strekkend Raad besluit zou
gaarne door Ged. Staten ter goedkeuring
worden tegemoet gezien.
Voorz. Zooals de heeren weten is ook
over de belooning voor het Herhalingson
derwijs reeds een vorige keer gesproken.'
Redenen waarom B. en W. niet voorge
steld hebben om de belooning te verhoogen,
is niet omdat zij tegenspreekt, dat de tegen
woordige levensstandaard niet hoog is, maar
wel meende zij de oorzaak hierin gevonden
te hebben, dat hier zoo uiterst weinig ge
bruik gemaakt wordt van het Herhalings
onderwijs, zoodat het dan voor de Onder
wijzer geen bizondere inspanning kost tot
het geven van Onderwijs, en omdat de animo
zoo gering was, hebben we gemeend dat een
belooning van 60 cent per lesuur voldoende
was, waarom wij U ook voorstellen niet op
voormeld schrijven in te gaan.
Op een vraag van den heer M. Joppe of
dan het bezoek van het Herhalingsonderwijs
zoo schraal was, antwoordde de Voorz. dat
het is voorgekomen dat er bij een onder
wijzer slechts één jongen was, en dat beiden
bovendien aog voor zichzelf zaten te werken,
zoodat een onderwijzer er dan nog 60 cent
bijverdiend, wordt deze belooning voldoende
geacht.
Overeenkomstig het voorstel van B. en W.
werd besloten.
c. Bericht van dhr. K. Doornbos met ver
zoek om eervol ontslag als lid van den ge
meenteraad wegens vertrek naar Middelhar-
nis, met de wensch dat wijl door de Raad
dezer Gemeente bij den aanvang van iedere
vergadering wijsheid en voorzichtigheid van
God wordt afgesmeekt, dat dit haar voor
namelijk in deze zorgvolien tijd mag worden
geschonken.
Vaorz. Ik meen namens den Raad te mogen
spreken, als we dhr. Doornbos dankzegge*
voor alles wat hij in het belang der gemeente
heeft gedaan, en hem toewenschen dat het
hem in zijn nieuwe woonplaats in alle op
zichten wel moge gnan.
2. Wijziging Begrooting 1917 en 1918.
3. Mededeeling van dhr. A. Verbruggedat
hij ontslag neemt als lid van de Schattings
commissie voor de Rijks-Inkomstenbelasting.
Dankbetuiging van het Hoofd der Bewaar
school voor de verhooging van haar salaris.
Dankbetuiging van Jacoba van Broeke
veor de haar toegekende duurtetoeslag.
4. Verzoek van de bouwvereeniging „Som
melsdijk" om een voorschot van f 32625 voor
den bouw van 10 arbeiderswoningen en een
van f 17000 voor den bouw van 3 woningen.
Voorz. De vorige maal is hierover reeds
gesproken en intusschen is het advies der
Gezondheids-Commissie ingekomen, waarin
bericht wordt
dat zij tegen het eerstgenoemde plan geen
bezwaren heeft, en wat het tweede aangaat
sleehts kleine opmerkingen heeft te maken.
dat zij eveawel een aanvraag om voorschot
gaarne ondersteunen.
Om de gemaakte opmerkingen te verdui
delijken, werd door den Voorz. de beschik
bare teekeningen voorgelegd, en besloten om
het plan om te werken, zooals het advies der
Gezondheids-Commissie luidde, doch niet in
te gaan op haar advies, om het emmerstelsel
der Privaten wat eenmaal bij de Verordening
geoorloofd is te vervangen door beerputten
aansluitend op de rioleering.
Die woningen zullen dan zonder de grond
komen op f 3100. Zonder hoofdelijke stem
ming wordt besloten de gevraagde voorschot
ten toe te staan.
Eveneens werd in pricipe besloten de grond
der gemeente gelegen aan den Dorpsweg, en
benoodigd voor den bouw der woningen,
zooals in voormeld plan is omschreven aan
de Bouwvereeniging in erfpacht uit te geven.
Deze is voor vooraan 8 cent, 'waarop dan
de drie eerstgenoemde woningen komen, voor
het tweede blokje, wat meer achteruit komt
is 7 cent per M5. Aldus besloten.
5. Voorz. In opdracht der vorige vergade
ring heb ik gecorrespondeerd met den Inspec
teur der Posterijen en Telefonie en den In
specteur der Telegrafie.
Resultaat is geweest dat zij bereid zijn het
Postkantoor in huur te nemen voor den tijd
van 5 jaar en dan voor f 800.
Goedgekeurd.
6. In verband met de verhooging der sa
larissen, werd door B. en W. voorgesteld de
Pensioengrondslagen van de volgende per
sonen aldus vast te stellenJ. Uijl f 710,
Juffrouw van den Adel f 550, Keetje Paling-
dood en J, van der Bij op f 40 besloten.
7. Request van den Raad der gemeente
Krommenie om adhaeiie te betuigen aan een
adres gericht aan H. M. de Koningin, waarin
vermeid wordt dat de kveiismidJelenvoor-
ziening voornamelijk voor de mindere klasse
zooveel te wenschen overlaat, en dat Indien
niet zeer ingrijpende maatregelen worden
genomen, een hongersnood op handen is.
dat dien noodtoestand waarin ons Neder-
landsche volk verkeert zeer ernstige zorg baat.
Waarom adressante aan H. M. de Koningin
willen verzoeken om voor de 100,000 ton
broodgraan die beschikbaar is voor onze
Regeering, af te halen, omdat de hongers
nood die dreigt steeds nader komt.
Overeenkomstig het voorstel van B. en W.
werd besloten om dit Request \oor kennis
geving aan te nemen.
8. Benoeming van een lid der Schattings
commissie vacuture A. Verbrugge.
Na stemming verkregen P. Kievit Dz.
7 stemmen, G. Joppe Dz. en G. v. d. Meide
Ieder 1 stem, zoodat eerstgenoemde geko
zen is.
9. Benoeming van 3 leden voor het stem
bureau voor een eventueele verkiezing van
een lid van den gemeenteraad in de vacature
Doornbos.
Deze verkiezing moet alsdan plaats hebben
onder de oude Wet.
Benoemd de H.H. G. Joppe Dz. en M.
Joppe Jz.
10. Benoeming van drie leden van het
stembuieau voor de verkiezing op 3Julie.k.
Benoemd de H.H. van Beek, van der Meide
en Slis.
11. Voorstel van B. en W. om de veror
dening van de H. Omslag waarvan nu 3 jaren
aaneen het maximum verhoogd isheelemaal
te laten vervallen en de tegenwoordige re
geling te aanvaarden met het oog op de
ieder jaar wederkeerde moeilijkheden. Werd
aangenomen.
Bij de rondvraag zeide dhr. Slis dat het
bevreemdde dat wijl nu de Langeweg vanaf
de Harmonie tot aan de R. K. Pastorie was
afgesloten, dat daar nu 's avonds geen ver
lichting is.
Dit voornamelijk met het oog op eventueel
vreemdelingenverkeer in het donker per as,
wat z.i. zeer gevaarlijk was.
De Voora. antwoordde dat gewoonlijk de
lantaarns in de onmiddelijke nabijheid bran
den, maar dat dit toen oogenschijrlljk het
geval niet is geweest.
Nadat toezegging gedaan was, dat daarin
zooveel mogelijk tegemoet gekomen zou
worden was dhr. Slis voldaan.
Niets meer te verhandelen zijnde sloot de
Voorz. de Openbare vergadering.
Vergadering van den Raad der gemeente
OOLTGENSPLAAT op Woensdag 24
April ten 3 uur.
Voorzitter Edelachtbare Heer J. G. van
Putte*. Present alle leden.
De Voorzitter «pend de vergadering.
De notulen der vorige vergadering worden
gelezen en onveranderd vastgesteld.
Ingekomen stukken.
Missieve van H. H. Ged. Staten waarbij
goedgekeurd het Kohier Hondenbelasting 1918
Missieve van H. H. Ged. Staten waarbij
goedgekeurd het Supletoir Kohier van den
Hoofdelijken Omslag 1917.
Missieve' van H. H. Ged. Staten waarbij
de goedkeuring dat de grond van W. van
der Welle wordt teruggekocht, omdat hfi
niet op tijd kan bouwen.
Schrijven van de Raad van Krommenie
adhaesle te willen betuigen aan het besluit
om H. M. de Koningin te verzoeken spoedig
in het levensmiddelenvraagstuk een betere
regeling te brengen. Daar er echter voor 12
April hierop antwoord werd ingewacht, is
zulks te laat, en wordt voor kennisgeving
aangenomen.
Verder is ingekomen een verzoek van de
Christelijke School en van het personeel der
schooi adhaesia te willen betuigen aan het
ontwerp van wet vaa Lehman c.a. (bedoe
lende om spoedig over te gaan, tot invoering
der gelijkstelling van Openbaar en Bizonder
Onderwqs, dus niet wachten op invoering
Art. 192.
B. en W. stellen voor hiermee mede te
gaan en er adhaesie aan betuigen, waartoe
met algemeene stemmen wordt besloten.
Schrijven van H. H. Ged. State*, waaruit
blijkt dat vóór 1 Januari 1919 moet worden
overgegaan om een nieuwe salarisregeling vast
te stellen.
Verzoek van den Directeur van het Levena-
mlddelenbedrijf om zijn salaris tot f 850 te
verhoogen, aangezien de werkzaamheden
dagelijks toenemen, en in de gewone uren
het niet meer gebeuren kan, doch steeds
moet werken vroeg en Iaat en dat de levens
standaard ook voor hem naar boven gaat,
reden waarom hij om genoemde verhooging
vraagt.
B. en W. stellen voor hier op in te gaan
en wel met 1 April j.l. Alle leden zijn het
hierover eens, ook thans komen klompen en
schoenendistributie da werkzaamheden weer
vermeerderen en daar hij ook zeer tot tevre
denheid z(jn werk verricht wordt met aige-
meene stemmen besloten op het voorstel
van B. in te gaan.
Voorstel van B. en W. de volontair J. L.
Bol met 1 Juli 1918 een salaris te verleenen
van f 300. De heer Jacobs vind dat het zoo
langzaam aan een heele uitgaaf wordt.
De Voorzitter zegt dat bedoelde volontair
b^na 18 jaar is, en de tijd voorbij is om
schooljongens voor niets te krijgen, de tijd
is a.s. dat op Secretarie jongens gevraagd
worden, die de H. B. S. doorloopen hebben
en die zullen meer kosten.
Schrijven van de Generaal Majoor Stel
lingcommandant in het Volkerak om de
politieverordening aan to vullen, wat
hier op neer komt dat niemand zonder
geleide de linie mag passeeren.
Verzoek van de gemeenteveldwachter om
de onkosten voor zijn rijwiel te mogen ont
vangen, daar het hoofdzakelijk in dienst van
de Distributie is gebruikt stelt W. J. Don
kersloot voor dat het dan maar door het
Distributiebedrijf betaald moet worden dan
betaald het Rijk en niet de Gemeenle.
Adres van verschillende ouders omtrent de
schoolgeldheffing, dit hoort echter bij B. en
W., doch de Voorzitter wil echter de Raad
in geheime zitting hierover adviseeren.
Voorstel van B. en W. tot verbetering der
Grint of Mestkade, welke reeds lang noodig
was, doch wegens duurte werd uitgesteld,
ze durven echter de verandering niet langer
dragen. De lengte is 28 M., de kosten vol
gens raming f 268 en de aanbesteding zou
dan plaats hebben 6 Mei a.s.
Nadat door de heer Waling eenige vragen
zijn gesteld alsmede eenige wenken omtrent
het spuien enz. wordt B. en W. hiervoor de
machtiging verleend.
De heer Slis verzoekt verbetering voor
den onderberm, op- en afrit, meer vloei-
palen aan de Sluische haven, benevens de
bestrating aan het eind van den Molendijk.
De Voorzitter zegt dat vele door den heer
Slis genoemde zaken reeds in de bedoeling
van B. en W. waren opgenomen.
De heer Jacobs zegt de Rijksveldwachter
van Den Bommel in Achthuizen wil wonen,
het Rijk wil aan de hoogere huursom van
het nieuwe huis bijpassen, indien nu de Ge
meente nog f 50 bijpast, dan zou dit ten
uitvoer gebracht kunnen worden. Wordt
toegestaan.
Dhr. Jacobs vraagt of al nader bericht over
het postkantoor is ingekomen.
De Voorz. weet nog van niet3.
Dhr. Jacobs geeft ook eenige inlichtingen
over de spreekpel in ©ude Tonge.
Dhr. Hobbel klaagt over de vuile toestand
bij de bewaarschool, ook de heer Wagner is
niet tevreden, beiden vinden den toestand op
de Achterweg treurig, en al zijn er verschil
lende omstandigheden die hier toe mede wer
ken, de sprekers gelooven toch dat een be
ter toezicht der politie, desnoods proces-ver
baal en het plaatsen van bakjes weiice op
tijd werden geledigd veel verbetering zou
brengen.
De Voorz. zegt dat de veldwachter iemand
is die steeds zijn plicht doet.
Dhr. Wagner zegt dat het de bedoeling is
dat de veldwachter te veel baantjes heeft.
De Voorz. zegt dat de Raad zelf in ver
schillende gevallen heeft medegewerkt.
Dhr. Wagner zegt nogmaals de veldwach
ter heeft te veel baantjes buiten de gemeen
tezaken om, en is dikwijls afwezig.
Dhr. Waling vraagt den Voorz. of het waar
is dat een schipper u gezegd heeft dat ik
met de tonnenmaat van mijn schip heb ge
knoeid, en ontzien wordt omdat 1k Raadslid
ben.
De Voorz. Ja.
Dhr. Waling zegt dat de havenmeesrer te
Rotterdam bet schip schat op 85 ton en zelf
niet verplicht is te zeggen het is te hoog of
te laag, doch is van meenitig zoo spoedig
mogelijk te laten meten, mocht het schip
grooter zijn, dan wil hij natuurlijk betalen,
maar da* is het niet zijn schuld.
Hierna geheime zitting.
De 47ste broodkaart.
De directeur van het Centraal Broodkan
toor maakt bekend, dat de broodkaart van
het 47ste tijdvak geldig is van 27 April tot
en met 3 Mei.
De bons der broodkaarten geven recht tot
koop en verkoop van de helft van het brood
gewicht, dat op de bons is aangegeven.
(St.ct.)
SOMMELSDIJK.* Maximumprijzen voor grint.
Op het door het Bestuur van den polder „De
Oostplaat Flakkee", aan den Minister van
Landbouw per telegram gedaan verzoek of
de geruchten waar zijn dat voor onderbouds-
grint voor de wegen maximumprijzen zullen
worden gesteld, is het volgende antwoord
ingekomen
's Gravenhage, 22 April 1918.
Ik bevestig de ontvangt van nevenvermeld
telegram en deel u mede dat op het oogen
blik nog geen mededeeling omtrent eventu
eele maximumprijzen voor grint kunnen wor
den gedaan.
Ik behoud mij echter voor zoo noodig op
den inhoud van U telegram nog nader terug
te komen.
De Minister van Landbouw, Nijverheid
en Handel.
Voor den Minister,
De Secretaris Generaal,
(w.g.) VERSTEEG.
Tot ontvanger der Registratie en do
meinen te IJselraonde, is benoemd dhr. L.
M. W. Ledeboer, in gelijke betrekking alhier.
Door de vereeniging tot bevordering
der Zaadteelt is aan de Minister van Land
bouw, Nijverheid en Handel, het volgende
telegram gezonden:
De vereeniging tot bevordering der Zaad
teelt en Zaadhandel, afdeeling Flakkee, in
vergadeting bijeen te Sommelsdijk;
oordeelende, dat het noodig is, dat zoo
spoedig mogelijk maatregelen worden geno
men tot vrijlating van de nog onder hare
leden berustende kwantnms uien-, flakkeesch
wortel- en andere zaden