Zaterdag 13 April 1918. 838le Jaargang N\ 2380 Eerste Blad. Achtste Ouitscli! Drlogslmiiig «a Antirevolutionair w' ipF "5*? 1 IN HOC SIGNO VINCES „HIT 00UDEN HEET". GEN. tooi* de %ut<IIiollaiHl«che en Zeeuwsche Eilanden. „Wachter, wat is ar van OP DEI UITKIJK. Reclames Mededeellngsn. 5 Buitsche RQksIeening. 4,/2 °/o Oïiitsefsi Schatkistbiljetten Vordt vervolgd,i W. BOEKHOVEN Zonen, En komt zeis 't dan dag Of komt Üoers van Uitgifte 98 pCI. Moers van Uitgifte 98 pCt. De termijn van inschrijving1 sluit op Itonderdag den f 8en April, des nam. ten 1 ure. 13759 ril 1918, afslag te Dirk3land, in' van een Woon- grond, te Dirks- kad. Sectie B. n, bewoond door eke van den Heer ^te Sommelsdijk. 1 1918, 's avonds nabij Dirksland isfabriek van een igd lepenhout, ten S. 1918 bij afslag, 'ge van G.Smits a. 3.30.00 Heet. e maat) bouwland d gemeente Mid- oischoof 1921 aan 3.26.00 Heet. (7 msat) bouwland n Oestmoer, ge huurd tot bloot- er Kz. 1918 bij Inzet en, il 1918 bij Afslag n het Hotel Meijer ïitale Heerenhuis, te en 3 k'elne ka- stbodenkamer be- s, bergplaats en de Voorstraat te 161, groot 7 aren WelEd.Heer C. de hand te koop. 1918 's voorin. 10 :-t Dorp, publieke waarvan een met ruins en een mer- vare koe, 9 vaar- 3hokke!ingen, be ploegen, eggen, !e, diverse tuigen i! gereedschappen, chap van den heer veiling en, 8 afslag; telkens ffiehuize van Gez. 27-36-80 Hectaren der Geervliet, Sl- len in 10 percee laren weiland aan en 25Novembw^ ingen 5 Juni 1918. 18 's avonds 6 30 ter herberge van 18 's avonds 6.30 ter herberge van en woon- en win- ng, erf en grond, ijk en uitkomende Sectie B. No. 91 )ond door Petrus n perceel, erf en grond, te jk, en uitkomend S-ctie B. Nr. 1762 :n bewoond door ;te. In twee per- S. 318 des voormid- l te Middelharnis n, boerenwagens, aimachine, kuns^g^ 5, rosmolen, git*lf en, kiaverrulters, en gereedschap- ittij mest en wat aangeboden. Ten 3. van der Koogh latums, Inzet en r te Ooitgensplaat zeer gunstig ge land, nabjj het te Ooitgensplaat, 3,1004,1033,1037, blootschoof 1920. baar land in den splaat, bad. Sectie en 184, verhuurd IJK te 's-Graven- Middeiharnis. ge harten, rp tot dorp, over of door de jongste door de vrije vel- hemelze zitten :boomte, laven en Net overvloedig n lekker uit in de de koele veranda den In een groen uren In den om- goede keuken en voort omen g met eikaar. Ze tienmaal in 't uur te bezegelen, al itieme momenten, oe niet verbleekt, tsnellend, zijn ze zich voor elkaar elf tot elkaar ge- onheid des velds. ge liefde, veidenhet echoot er; 't gaat als de naar boven, hen heen. evens; hun liefde egoud zien ze de tien ze samen door ce, rijke, zonnige doet Deze Courant verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG. ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden franco per post 75 Cent bij vooruitbetaling. BUITENLAND bij vooruitbetaling f 5.50 per jaar. AFZONDERLIJKE NUMMERS 5 CENT. UITGEVERS S O M M E L S D IJ K. Telefoon Intercommunaal No. 202. ADVERTENTIËN 121/» Cent per regel, RECLAMES 25 Cent per regel. BOEKAANKONDIGING 5 Cent per regel. DIENSTAANVRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN 50 Cent per plaatsing. Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan. Advertentiën worden ingewacht tot DINSDAG- en VRIjDAGMORGFN 10 UUR. 4lle Mukkeo voor de RedacUe bestemd, Advertrinien c» wersSrre »mm»co tor te '«enden «ar den naoiit?" 't Kan niet verkeerd zijn, dat in bange, zorgzame dagen 66n Christ-ge- loovige Zijn Woord opent, om er troost in te vinden, om er kracht en lafenis uit te putten voor Heden en Toekomst em een stenn en stut te krijgen voor 't geslingerde leven en 't al maar he viger geschokt gemoed, om een rustpunt te erlangen, waarop hij van deze moeite barende wereld, als een tranen- en jammerdal, als een woestijn met weinig oasen, blikken kan in !t Heiligdom waar de Almachtige troont en van dien hoogen zetel de tengels van 't wereld bestuur in handen houdt en de Aarde ment met al haar woeste, ontketende razernijen. Zoo'n troostwoord is Jesaja 21 Lees maar die wereldberoemde verzen, door dichters in poëtische taal vertolktop krank en sterfbedden gelispeld, door staatslieden en daglooners op de lippen genomen als de nood prangde. De last van Duma. Men roept tot mij uit Seïr: Wach ter, wat, is er van den nachtwach ter, wat is er van den nacht De wachter zei: De morgenstond is ge komen en het is nog nachtwilt gijlieden vragen vraagt, keert weder, komt. Berst dus de korte tekstverklaring. Jesaja heeft wat te zeggen tot Duma d.i. tot Edom, de nakomelingen van Ezau, die op 't gebergte Seïr, aan gene zijde van Kanaan, woonden. Hij heeft, op zijn wachttoren staande te Jeruza lem, heel heel in de verte, Duma's volk op de bergen van Seïr zien staan, hij hoort die Edomieten reepen, dat hij 't in Jeruzalem, op Sions muren, zelfs hoo ren kanhij hoort dat Jakobs geslacht, maar vervreemd van Jacobs God,'los des Verbonds, hij hoort ze, gedrukt als ze worden door den Assyrischen Monarch hij hoort ze op zijn wachttoren 't uit schreeuwen van tyrannie en dwinglandij „O, Jesaja! O, Jesaja! aanschouw on zen druk en onze ellende, O, Jesaja, wachter op Sions murenzeg ons toch wanneer houdt de nacht onzes lijdens en onzer verdrukking op O, antwoord ons! antwoord ons!" En Jesaja geeft antwoord, Een droef antwoord én een blijde boodschap. Een droef antwoord: De morgenstond is ge komen en het is nog nacht. En een blijde boodschap: Kom, Edom, vraag mij niets meer, doch vraag Uwen Verbondsgod dien ge als Uws vaders Jakobs God zoo aehteloos verlaten hebt Keert tot Hem weder, komt weer als Abram, Izaak en Uw vader, voor zijn aange zicht in beronw en schulderkenning dan zal 't eind van Uw onderdrukking aanstaande zijn. Jesaja ziet dus wel de morgen dagen, 't licht der verlossing doorbreken, de redding in aantocht, maar slechts voor zeer korten tijd. De Assyrische macht zal ondergaan, ja! maar daar is Edom, Duma, niet mee gered en verlost als 't zich niet bekeert; want nd die ont- spanning komt dan toch de Babylonier, en na dezen de Perzier, en na hem de Griek, en na dezen de Romeinsche heerschappij, waarna Seïrs volk onder gaat, dan zal waarachtiglijk, indien Edom God niet wil zoeken, dan zal Edom waarlijk een Dutna worden. Duma d.w.z. stilte Dan zal er op Edoms ber gen Duma, doodelijke rust zijn, waarin geen handel en verkeer meer wezen zal. buit der roofdieren, prooi derwoestijn- dieren, dan zal Edoms volk zijn ver dwenen van den aardbodem ea hun naam op Seïr en in Kanaan nooit meer worden gehoord en uitgesproken Daarom: „keert weder, komt", o Edom tot Uw God, wie weet, hoe na uw te rugkeer, de booze machten zich zullen keeren tegen een ander, maar tegen U niet meer. Maar Edom vroeg wel aan den wach ter naar de toekomst, doch betrachte zijn vermaning niet om eerst te »komen* en »weer te keeren* en zich te ver zoenen met zijn Vaders Verbondsgod. Edom liet zijn God nog meer los; en de ontzettendste gevolgen sleepte dit na zich, want zoo spreekt Ezeehiel, na 200 jaar, in den naam des Heeren (Ez. 35). Menschenkind, zet uw aangezicht tegen 't gebergte Seïr en profiteer tegen hetzelve en zeg tot hetzelve: Alzoe zegt de Heere Heere: Zie, Ik wil aan u, o gebergte Seïr, en Ik zal Mijne hand tegen U uitstrekken en zal U stellen tot een verwoestingen tot een schrik, Ik zal uw steden stel len tot eenzaamheid en ze zullen niet bewoond worden; alzoo zult ge weten, dat Ik de Heere hen. Toen was Edom do Duma, 't Werd er volle nacht. .Op Seïr werd 't stil Edom verdween. »Duma« bleef 't tot op dezen dag: volkeren der.stilte en der kaalheid en der verwoestingen, WachterWat is er van den nacht En slel eens, dat in 't jaar 1918 de morgenstond komtStel eens, dat de Vrede in dit jaar kwatneStel vrede u voor in heel Europa, in heel deze Wereld, ja, de morgenstond was dan gekomen, maar was 't dan »dag« En de wachter op den wachttoren roept 't ook ons, zonen en dochteren des Ver honds, zonen en dochteren eener ge doopte Nederlandsche Natie toe; de morgenstond kan komen, maar 't wordt toch weer nacht indien gijlieden niet vraagt naar den Heere èn niet wederkeert, èn niet komt. Als de bergbewoners van Seïr, zoo schreeuwt óók 't volk onzer Lage Lan den om redding en uitkomst; want de moderne Assyriers belagen 't of kunnen een aangedane heleediging en lastering en benadeeling in niets beletten en tegenwerken. Wij staan amechtig en hulpbehoe vend en stonden we nog maar doch wij liggen geboeid en kun nen ons niet verweren angst van binnen onvrede en onrust en plun- deringszucht en anarchistische aansla gen en revolutionaire openbaringen in de groote steden en beduchtheid voor wat een Buitenlander ook daaren boven nog, ons in voedsel en in onze kinderen kan aandoen. Wachter! wat is er van den nacht? De morgenstond is zelfs nog niet ge komen fltote l HessSaurauS Seieaeft* B«s®rgsi»telger S3A, 6SS 12431 ïïlreoi nabil d* Hoaföttees, DIMEMS f 1,m hoojgor, LOGIES MET OMTBJ f 1,15, f JLS0 es f Vit Tel. Mo. 1582. Aafitevetefid, PfitaiF E. 0. F. Y. i LEE-SOOÏÏII Hst d&*>r teller &&»kevoten asürsss de Nieuwe Nacht van somberheid en neerdruk nogmaals over ons Vaderland? Gij zegt: Als 't vast maar vrede is! Als de Assyrier ons maar niet langer krenkt. Daarna: Wie dan leeft, dan zorgt. 't Zal niet waar zijn De Nederland sche Natie moge, zonder berouw en schuld belijden dan toch uit grondelooze ontferming vrede erlangen 't is maar voor één tijdvak totdat de maat weer vol is en Neorlands Volk weer wegkwijnt, zoo niet verdwijnt on der en uit de rij der voiken. Wachter! wat is er van den nacht? Zelfs na den Vrede onvrede, on rust, onheil, tekort, gebrek, achteraan- komen in 's werelds wedloop, nog meer materieele inzinking, nog meerfinanti- eei en economisch tobben en kruipen bij sociale ongerechthedentenzij 't Ver bond wordt vernieuwd tusschen de ge- loovigen on den Heere; tenzij de Edo mieten de kinderen des Verbonds, maar dit versmaad hebbende en met 't merk en veldteeken Chriati op hun voorhoofd Hem 't aangezicht toekeeren en weer bukken en buigen voor't Heilig Woord dat hun gids en richtsnoer behoort te zijn. En zoo nietEdom zal Duma wor den. Jakobs geslacht komt in „rust" en doode'ijke stilte.* Edom gaat onder, 't Zal zich zelf in ontrouw aan zijn God onmogelijk maken. In de historie zijn reeds zooveel Stieten ondergegaan Wachter wat is er van den dag? 't Is nog Nacht. Nog nacht Driehonderd jaren geleden Hier en daar kijken verbaasde oogen op, wat vreempje daar in ónzen felbewogen tijd, nu aller aandacht zich concentreert op het heden, ineens spreken gaat over drie eeuwen her En alevel300 jaren terug In durf het wagen, er een oogenblik de aandacht voor te vragen, want het is dan toch dit jaar het eeuwgetijde der roemruchte Synode van Dordrecht; wij mógen niet ver geten noch het verbergen voor onze kinde ren, wat goede en groote dingen God gedaan heeft, drie eeuwen terug. „Laten rusten I" meecen sommigen. Zij mompelen van „oud zeer". Zij zijn bang, dat dit oud zeer zich zal zetten tot een nieuwe zweer en dat een nieuw element van twist bij da vele, die ons volk reeds verdeelen, zal worden gevoegd. Zulke menschen vergissen zich. Zij kennen onze historie niet. En begrijpen ook niet datgene, wat nog heden ten dage om hen heen gebeurt; heb ben er niet de minste notie van, dat: de worsteling der geesten, waarin 300 jaren terug een beslissing viel, nooit is gestaakt, maar zij het ook in anderen vorm nog heden ten dage wordt voortgezet. Waar ging het om in de 17e eeuw Er waren verschillende kwestiën, die door elkaar heen gestrengeld lagen, die met elkaar verband hielden en die tenslotte alle door de godsdienstgeschillen werden beheerscht. De voornaamste van die kwestiën bestaan nóg en zijn zeer wel aanwijsbaar, ook in den geestelijken, principieelen strijd, die in onze dagen wordt gevoerd. De voornaamste, niet alle. Zon was drie eeuwen geleden b.v. ook in geding da vraag, of de zeven geüniëerde gewesten zouden vormen een „eenheidsstaat" al werd dit woord niet gebruikt, óf een vrij los aaneengeregen snoer van zeven parelenzeven soerelne staatjes, die bond genootschappelijk met elkaar in zeker ver band getreden waren. Barnevelt leerde het laatst®. Maurits zag er de gevaren van in, die de praktijk meebracht en handhaafde de eenheid bóven het provincialisme, hierbij krachtig gesteund door alle gereformeerden. Dat laatste was geen wonder! Zij waren de ruggegraat van 't verzet tegen Spanjezij hadden reeds in 't sluiten van het Bestand in 1609 een begin van verraad gezien en Maarlts krachtig gesteund, die er zich zooiang mogelijk tegen had gekant, zij waren er van overtuigd, dat slechts staats- eenheid leiden kon tot den krachtlgsten strijd tegen Spaansch en Roomsch geweld. Zij waren voorstanders eener gezonde cen tralisatie en van een krachtig „centraal ge zag". Ook hun kerkbegrip en kerkinrichting leidde hen in die richting. De Gereformeerden kennen feitelijk geen andere grenzen dan die de woonplaats aan geven. De plaatselijke kerk is hun eenheid. Provinciale of landskerken kennen zij niet. De plaatselijke kerken hebben voigens gere formeerd beginsel te zoeken, classicaal, pro vinciaal, nationaal en internationaal rapport en gemeenschap, maar zij laten zich nooit opsmelten in esa „hoogere eenheid". Voor provinciale scheidingsmuren, zooais Oidenbarnevelt die wilde, voelden zij dus niets en hun eenheidsdrang werd hei krach tigst en zuiverst vertolkt in den eisch, jaren lang altijd weer opnieuw met geuzen-stand vastigheid naar voren geschovenGeef ons een nationale synode I De synode van 1618/19 was dan ook de logische nitkomst van den gevoerden strijd. Triomf óók der eenheids-gedachte. En 't blijft te bejammeren, dat prins Mau rits den ommekeer van '18 niet mêa benuttigd heeft, om met forsche hand nu óók de staat kundige eenheid van on3 volk tot stand te brengen. Veel jammer ware allicht voorkomen. De uitwassen en de corruptie van een verstard provincialisme, dat in de 18e eeuw onze staatsmachine onherroepelijk vastloopen deed, zouden dèa allicht niet in die mate onze politieke atmosfeer bedorven hebben. 't Was in 1618 het gunstige moment. Dat, helaas I ongebruikt voorbijging, zoo dat het provincialisme sehier onmiddelijk het verloren terrein weer bezette, wat wel 't sterkst dtórln uitkwam, dat er na 1619 in eeuwen geen „nationale synode" meer bijeenkwam, 25 cent per Regel. WW*': - Het Rijk mag de obligaties op «Snvreegst tegen den fitte» ttoteber opzeggenen kan, in verband daarmede, ook den rentevoet daarvan niet van te voren verlagen. Moeht het Rijk na dien datum voornemens zijn, den rentevoet te verlagen, dan moet het de obligaties opzeggen en de houders de terugbetaling daarvan tegen de volle nominale waarde aanbieden. Uitlootbaar tegen 110 pCt. tot 120 pOt, Wendt D voor verdere inlichtingen tot Uwen Bankier.

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1918 | | pagina 1