Toor de KaldhoIIandüeiie en Zeeuwsehe Eilanden. Woensdag 21 Maart 1918. Antirevolutionair Orgaan IN HOC SIGNO VINCES 33ste Jaargang Nw. 2375. O 't Wordt vervelend, Brieven uit ii@t Centrum. BUITEN HUP. Hie Hnrl©^. W. BOEKHOVEN Zonen, %ite st.uJMi.eiii wmtr flr Rrtiactle bestemd, <%dver* ntien «-«* verdere V Deze Courant verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG. ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden franco per post 75 Cent bij vooruitbetaling. BUITENLAND bij vooruitbetaling f 5.50 per jaar. AFZONDERLIJKE NUMMERS 5 CENT. UITGEVERS SOMMELSD1JK. Telefoon Intercommunaal No. 202. ADVERTENTIËN 12'/i Cent per regel, RECLAMES 25 Cent per regel. BOEKAANKONDIGING 5 Cent per regel. DIENSTAANVRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN 50 Cent per plaatsing. Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan. Advertentiën worden Ingewacht tot DINSDAG- en VRIjDAGMORGEN 10 UUR. Jll i JU' -i- r i— ■-i j Ui ra nn»—j iiinTH iii—wimuwiiiw i ■«■iirnrnini urn 1rmin mi mii tii n i i Hwwr Ia de Linksche Pers wordt er nog al eens de aandacht op gevestigd, dat de Linkerzijde dan toch maar één der steunpilaren van 't Bijzonder Onderwijs is geweest. En dan brengt ze in her-, innering, wat er op 8 Dec. 18 b9 is gebeurd èn wat er bij deze Grondwets wijziging is geschied, afgedacht dan nog de steun hij de Leèrphchtkwestie aan de Bijzondere Scholen verleend Hoe is de historie? 't Is waar, dat, in 1889 enkele Vrijz. leden der Tweede Kamer en nog groo- ter aantal in de Eerste, gestemd heb ben voor 't wetsontwerp Mackay, dat in die dagen aan da orde was, n.l. subsidieering aan de Bijz. Scholen, Op 26 Sept. 1889 had de stemming in de 2e Kamer plaats en werd de subsidi eering aanvaard met 71 tegen 27 stem men. Onder de 71 voorstemmers waren 16 der Linkerzijde. Maar reeds dit cijfer wijst aan, dat er onder de 43 liberalen, die toen aan de stemming deelnamen er toch nog maar 16 waren, die vóór de rechtsgelijkheid iets gevoelden En ja, 55 Rechtschen plus 16 Linkschen is 71: zoo is 't ontwerp aangenomen. En in de Eerste Kamer is 't ontwerp aanvaard op 8 Dec. 1889 met 31 tegen r 18 stemmen. Er voor stemden13 Rechts en 18 Links. Er tegen 18 Links. Of, met deze cijfers voor oogen n.l. in de Tweede Kamer met haar 43 libera len, waarvan 27 tegen stemden èn in de Eerste Kamer met haar 36 Linkschen, die half om half vóór en tegen stem den of nu met zulke cijfers in de hand gezegd kan Worden, dat de Linkerzijde zoo toeschietelijk was voor het beginsel der Rechtsgelijkheid en der Pacificatie, mag ten zèerste worden ontkend. De Linkerzijde als zoodanig viel in tweeën; 27 tegen en 16 voor; 18 tegen en 18 voor; zoo was de stemmingsnitslag in 2de en le Kamer. Nu vallen we daar niet zoo op. 't Was een heet hangijzer om geliefkoosde theorieën te moeten loslaten, maar men moet 't nu in 1918 niet doen voor komen, alsof door de Liberale partij de Pacificatie gebracht is Dat is pre cies dezelfde zotte redeneering als van den slotvoogd, die capitileerdezijn slot ©vergaf omdat hij 't niet langer tegen den tegenstander kon uithouden, en hem, notabene den overwinnenden generaal, toevoegde„Excellentie, ik breng den vrede." Ja, natuurlijk; hij „bracht" den vrede, omdat hij moest bezwijkenzijn nederlaag was de aan leiding tot de vredesonderhandelingen met al den aankleve daarvan Maar 't is een groot verschil, of men tot den vrede gedwongen wordt, zooals de Libe rale partijen, dan dat men vrijwillig, uit kracht van overtuiging, als partij de Pacificatie aanvaardt. In 1889 waren 't nog maar enkelin genRoell, Gleichmann, Farncombe Sanders en Mees, die onder anderen in de Eerste Kamer den moéd hadden om te zeggen: Wij moeten toonen, dat het niet onze toeleg is, dien strijd tusschen gezag en vrijheid, waarvan de strijd over de bijzondere school stachts een onderdeel is, op en door middel van de lagere school te strijden. Wanneer ik voor mij bereid ben om een conciliante houding aan te nemen, dan komt dat niet voort uit gemak zucht, maar berust het op een be- ginsel. Tegenover den voortgang van moderne ideeënhebben anderen, ge hecht aan 't oude, zich eenigzins angstig teruggetrokken en wenschen voor hun kinderen onderwijs geheel in hun geesteen ander dan op de open bare séhool wordt gegevenen hebben den ernst van die begeerte bewezen door zeer belangrijke offers Er is hier inderdaad, mijns inziens een vrijzinnig beginsel in 't spel. Ik voor mij zal nimmer mijn vrijheid van denken door iemand laten belemmeren, maar evenzeer wensck ik te eerbiedigen de overtuiging van anderen. Zóó sprak de heer Mees in de le Kamer. Dat was beginsel Dat was Pacificatietaai Maar zoo dacht de Lib. partij er als partij niet overwant dan waren er in de Tweede Kamer geen 27 Liberalen geweest van de 43, die tegen stemdenen dan waren er in de Eerste Kamer geen 18 Liberalen tegen geweest van de 36. Neen! de pacificatie wou er in de Partij als zoodanig niet inwel bij en kele verziendenbij enkele verzoenings gezinder Van liberale zijde zij men dus voor zichtig, er zich op te laten voorstaan, dat door haar voorstemmen de Pacifi catie er gekomen is. Dat bij de Leerplichtwet de subsidien zijn verhoogd door Minister Borgesius is waarmaar die verhooging was noodzakelijk, omdat door den Leerplicht het kinderaantal werd uitgebreid. En waar nu de Minister aan de Bijz. Scho len ook dien Leerplicht oplegde, droeg hij ook de verantwoordelijkheid van den meerderen aanbouw der localen om 't meerdere aantal kinderen te herbergen. En over de huidige Pacificatie, kun nen we gevoeglijk zwijgen, 't Is zeer, zeer opmerkelijk, dat in den Kieskring Dordt, juist de gr otste voorvechter voor de Pacificatie, de heer Roodhuizen, staat op de candidateniijst onder no. 10 't aller ondersteen dat de '„heer Otto, die nogal wat af te dingen had op Art, 192 elders staat onder no. 1. De heer Roodhuizen, de Pacificist (men knoope 't toch in zijn ooren, wie zoo jop de Linkerzijke vertrouwt in zake Art. 192staat ouder no. 10 heelemaal onderaanmaar Otto, de bestrijder, dé frontmaker voor de Op. School staat als no. 1 op een andere lijst. Daar zit wat achter niet waar Neenals de Linkerzijde er prat op gaat, dat zij ook pacificist is, en dat 't B. Ond. haar ook ter harte gaat zetten we daar nog steeds een vraag- teeken bij, vooral als we bedenken, dat „Volksonderwijs" in zijn Verg. van 7 en 8 Juli 17 eisehte: Geen geld uit de Gemeentekas voor 't B. Onderwijs. Dat de aanneming van Art. 80, Alg Kiesrecht, door Rechts, aan de Link schen den plicht oplegde om ook, als tegendienst, vóór Art. 192 te stemmen, is wel niet te betwijfelen. Vóór wat, hóór wat. De ééne dienst is de andere waard. v En als de Vrijzinnigheid zegt: Wij hebben in 1889 de pacificatie gebracht, dan denken we toch onwillekeurig aan de Gemeente-melk-koe, die der Linker zijde zoo nuttige diensten bewijst van 1889 af; aan die gedienstigheden der practijk als van ultra lage schoolgelden en onnoodige vrijstellingen, om toch maar de B. School tegen te werken. En denken we tevens om die vinnige debatten over 't Hoogere Onderwijs in 1904. Neen 't wordt wel -vervelend, als men zoo zich zelf prijst over dat jaar 1889 Ook de jaren na '89 hebben hun historie. En niet zoo aangenaam voor 't B. Onderwijs, zelfs bij pacificatie. XXIII. Amice „Bij den Duitschen Rijksdag is ingediend een wetsontwerp ter regeling vaa bioscoop- uitvoeringen. Volgens de voorgestelde ver ordening Is voor de uitoefening van het bios coop-bedrijf de goedkeuring van de overheid een vereischte. Verlof tot de uitoefening van het bedrijf zai worden geweigerd, wanneer met reden kan worden aangenomen, dat de vertooningen in strijd zullen zijn met de wettelijke bepalingen of de goede zeden of wanneer aan de betrouwbaarheid van den aanvrager kan worden getwijfeld. Eveneens wordt geen verlof toegestaan, wanneer de voor het bedrijf bestemde localitelten niet aan de vereischte bepalingen voldoen, als mede wanneer in een bepaalden kring reeds een genoegzaam aantal bioseoop-inrichtingen bestaat. De vergunning kan worden inge trokken, wanneer de vertooningen in strijd komen met de bestaande bepalingen of de goede zeden, of wanneer de ondernemer door zijne handelingen bewijst niet meerde betrouwbaarheid te bezitten, welke voor de uitoefening van het bedrijf vereischt wordt. Wie zonder vergunning het bioscoop bedrijf uitoefent of voortzet of handelt in strijd met de bij het verkenen der vergunning geldende bepalingen, wordt gestraft met een geldboete tot een maximum van 300 Mark of wel met hechtenis". Aldus lees ik in het R. K. Dagblad, „De Residentiebode". Verder niets meer er over. Verleden week heb ik er het mijne van gezegd. In den Nederlandschen Rijksdag.spreekt men er over maar dadea o, maar Maar inmiddels is er, terwijl ik dit schrijf wel over wat anders te redeneeren. Wat zij* de laatste dagen spannend geweest! Je weet, wat ik bedoel. Ik behoef het niet nader uiteen te zetten. De geassocieerde Regeeringen hebben ons een eisch gesteld, die wij feitelijk niet konden toestaan. Ze wil, op slot van zaken, met ons het zelfde spelletje gaan spelen als met Grie kenland. Wij hadden gehoopt, dat de Regeering aan de eischen niet zou toegevenmaar hedenmiddag heeft de Minister van Buiten- landsche Zaken in de Tweede Kamer een Regeeringsverklaring afgelegd. En de Regeering heeft toegestemd. Zij heeft moeten toestemmen, want wij moeten in April 100,000 ton tarwe hebben, willen we niet verhongeren. Duitschland heeft verklaard het ons niet te kunnen geven. En dus daarom vallen wij in de handen van de Entente O 't is vreeselijkl Maar God regeert! Laten wij dat vasthouden. Morgen ('t is nu Maandag avond) zal er in de Kamer over de regee ringsverklaring worden gediscussieerd. Mis schien verspreid dat wat meer licht. En daarom hou ik op met schrijven, om mor genavond den brief te vervolgen, wanneer ik bizonderheden uit de kamer weet. In één van onze Anti Rev. dagbladen stond Zaterdag: Nederlands donkere ure heeft ge slagen Het is maar al te waar. Dat het volk van Nederland terugkeere tot den God van zijn historie en ootmoedig zich buige onder zijnen wil 1 En dan zal Hij ons niet begeven noch verlaten. Ik kon nu verder mijn brief vervolgen. De Kapier heeft dan gisteren over de ver klaring van de Minister van Bftüenlandsche Zaken gediscusseerd. Het heeft mijn opmerkzaamheid getroffen, dat voornamelijk de rechtsche leden en ook Troelstra het scherpst humaniteit hebben doen hoort n. De leden ter linkerzijde waren zeer gereserveerd. Vandaag antwoord Minister Loudon weer. Daar kan ik dus niets van vertellen dan vol gende week. Maar och wat helpe het tenslotte De beslissing is nu eenmaal gevallenMen kan er over denken, zoo men wil, maar Ne derland Is gevallen in zijn hooge positie, waarop het de laatste drie jaar heeft ge staan Dat was een positie van strikte neutrali teit. Maar nu is het te laat. Mocht de re geering die beslissing nemen, zonder het volk er in te kennen. Harde noten zijn ook daarover gisteren in de Kamer gekraakt. Al gemeen werd gewraakt die handeling van de Regeering, die ze heeft gedaan, zonder de volksvertegenwoordiging in te lichten of advies te vragen. Neen, dat schijnt waarlijk niet in de haak te zijn. De Regeering en dus ook Min. Loudon schijnt daarmee een groote fout te hebben begaan. Ik ben nieuws gierig, het antwoord van de Minister te hooren, want hij zal zich dienaangaande dan grondig moeten verantwoorden. Inmiddels de vinger is gegeven aan de „beschermers der kleine natiën". Zullen zij voor 't vervolg de heele hand nemen? Zal dan de Nederlandsche leeuwenkracht, die nu aan het tanen i3, weer boven komen. Wij zijn een klein volk; maar als het er op aankomt, moeten we ons toch niet laten knechtenGod verhoede het, maar dan nog maar liever het zwaard laten beslissen, hoe vreeselijk of het is! Wij hebben het recht aan onze sijde en God kan geen onrecht dulden De beschermers der kleine naties! Hoe is het in de oorlogsjaren tot een bespotting geworden. Nederland ondervindt het nu ook. Wil ik met dezen brief stemming wekken ten gnnste van Duitschland. Neen, dat zij verre van mij. Ik ben pro-Hollandsch en be treur het, dat deze beslissing is genomen, betreuren voor mij persoonlijk. Hat heeft mij bezorgd een pijnlijk gevoel van onmacht. Dat is nu ons landje, zoo trotsch op zijn onafhankelijkheid Min. Loudon heeft gister in de Kamer ge zegd, dat we onze neutraliteit niet prijs heb ben gegeven. Ik wil het wel gelooven, dat het volkenrecht, zooals Z.Ex. beweerde, toe staat dat neutrale schepen handelswaren ver- voeien voor een oorlogvoerend land. Maar dat is op papier. De waarheid is laten we maar eerlijk zijn dat we ons hebben prijsgegeven op genade of ongenade aan de Entente. HelaasHelaas I Is het won der, dat de publieke opinie in ons land was naar de zijde der Centralen? Nog eenswil ik dat prediken Neen, dui zendmaal, neen. Blijf voör alles een Hollander tot in merg en nieren I God behoede ons kleine Holland, dat ik zoo liefheb. Het zijn kritieke dagen. Dat ze mogen stemmen tot verootmoediging 1 Groetend, „HAKA". (Te laat voor het vorig nummer.) DE TOESTAND. We konden natuurlijk in ons laatste num mer over het allergeweldigst offensief en de daaraan verbonden aanvallen op het West front niet anders dan sober iets weergeven. Trouwens de Duitschers gaven zelf van de gevechten een heel sober beeld. Eerst Zaterdagavond kwam, als een granaat uit het nieuwe verdragende kanon de Duitsche mededeellng: „Wij hebben den slag b(j Monchy, Kamerijk, St. Quentin, la-Fére ge wonnen". Terecht ging daaraan vooraf„Het eerste deel van den grooten slag in Frank rijk is gewonnen". Reeds vroeger (ofschoon veel later dan gewoonlijk want slechte tijdingen plegen aan vertraging onderhevig te zijn) had ons echter het offlcieele Engelsche bericht van Zaterdag bereikt, met de droge mededeellng, dat de Duitschers ten Westen van St. Quentin door het Brltsche verdedigingsstelsel heen gebroken waren, d.w.z. door alle opvolgende Engelsche linies achtereen. Hier is dus aan de Duitschers, op den avond van den tweeden dag van hun aanval, gelukt, wat nimmer, noch aan een Duitsche, noch aan een Fransche of Brltsche leger macht op het Westelijk front, hetzij in een plotselingen aanval, hetzij in een langdurig voortgezet offensief, ooit is mogen gelukken, de doorbraak door het heele vijandelijke verdedigingsstelsel, het bereiken van het zeer veronderstellenderwijs zoogenoemde „open" veld daarachter. Bezien we de feiten uit de ingekomen be richten. Uit de bijzonderheden, die de legerberich- ten melden, valt de ontwikkeling van het Duitscho offensief gemakkelijk na te gaan. Lie Engelsche communiqué's zijn in de me dedingen, die zij geven, vrij sober, maar zij geven onverbloemd den toestand weer. Nadat de Engelsche stellingen tusschen Atrecht en La Fére geforceerd waren, hebben de Engelschen zich teruggetrokken achter een linie, aia voor een cteel gevormd wordt door de Somme ten Zuiden en de Tortille ten Noorden van Péronne. Diea terugtocht hebben de Engelschen met succes, negatief succes altijd, tot stand ge bracht. Tijdens de periode, van den strijd hebben zij slechts een 5000 man verloren. De Duitschers hebben echter de Engelschen achter de Somme en Tortille niet mot rust gelaten, maar zijn, zooals het Duitsche avond- bericht meedeelt en het Engelsche communiqué toegeeft, de beide rivieren overtrokken. En volgens het Duitsche legerbericht van heden middag hebben de Duitschers hun opmarsch verder voortgezét. Zij hebben Bapaume en Com oles waar de Engelsche cavalerie in den strijd geworpen werd, genomen, terwijl tus schen de Somme en de Oise Fransche en Amerikaanscha hulptroepen, afdeelingen van generaal Foch's reserve-leger terug geworpen werden. Bij de verdere achtervol ging hebben de Duitschers nog 15.000 ge vangenen gemaakt. De strijd ontwikkelt zich nu dus vooreen groot deol in het gebied, waar in 1916 de groote Som.aeslag geleverd werd, maar nog altijd binnen de linies, die de geallieerden vóór Juni 1916 Innamen. Eerst wanneer de Duitscners die linies overschreden zouden hebben, zich van Albert zouden hebben mees tor gemaakt of Amiëns bereikt zouden hebben, dan oeginnen zich de strategische gevolgen, scherper af te teekenen V Tot dusver blijft het terrein van den strijd beperkt tot het gebied tusschen Atrecht en St. Quentin. Op de vleugels blijven de En- gelscnen zich met groote kracht tegen de Duitsche aanvallen verzetten. Ook op het overige front is de slag nog niet uitgebroken; de Franschen zijn geen „afleidings" offensief nog begonnen, en ook de Duitschers zijn op geen ander punt tot den aanval overgegaan. De felheid van het bombardement, dat bfj Verdun gaande is, en dat, volgens het „Petit Journal", reeds geleid moet hebben, tot een ontruiming van de veste, doet een spoedige uitbereiding van den strijd verwachten. Intusschen heeft zich op het overige front een zekere verrassing nog voorgedaan de beschieting van Parijs door een vèrdragend stuk geschut, waarmede de Duitschers van morgen om goed half zeven voor de vierde maal 'n begin gemaakt hebben. Met een dergelijke beschieting kunnen de Duitschers slechts tot oogmerk hebben een poging om het moreel van de Fransche hoofd stad te ondermijnen. Een andere vraag is echtei of zij daarin met hun wonderlijk tech nische uitvinding, die de Parijzenaars mis schien de nadering van den vijand moest suggereeren, zullen slagen. Havas heeft reeds puoliek gemaakt, dat het kanon op een afstand zich bevindt van 120 kilometers. Daarmede heeft men ongetwijfeld de gemoederen in Parijs tot rust gebracht, maar tevens erkent men daardoor de bui tengewone beteekenis van de artilleristische „nieuwigheid" der Duitschers, die over zulk een haast onbegrijpelijken afstand hun dood en vernieling brengende obussen weten te verplaatsen. Wanneer zal Dover nu aan de beurt komen? (Zie telegrammen.) VERSPREIDE BERICHTEN. Men schrijft ons van bevoegde Duitsche zijde Alle zeelieden aan boord van de in Noord- Amerikaansche havens liggende Nederland sche en andere neutrale schepen worden door de Amerikaansche regeering voor keuze ge steld, dienst te nemen op schepen in de Ameri-

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1918 | | pagina 1