voof de
Eilanden.
Woensdag 20 Maart 1918.
3Sste Jaargang Ï*T. 2873
Wi
en Kecnn
IN HOC SIGNO VINCES
Ir
if
li
'i Beloof 'b contrabands?
W, BOEKHOVEN Zonen,
UIT 0E PEIS,
BINNENLAND.
k
"pjgjT^
13
IIP
iy I-I
s k*
liff
It P
ij|
H ly
H I
K3
hem is 't vertrouwen, dat zijn zintuigen
hem bij 't lezen en bestudseren aller
oude en nieuwe geschriften niet be
driegen. Als die „vaste grond", dat
Geloof in sich zeiven ontbreekt, als men
twijfelt aan de kracht van zijn eigen
Ik, als men twijfelt aan de kracht en
logica van zijn denken, als mentwijfelt
aan de sekuuteit van zijn oog en oor
en hersenen, die in de ziel des denkers
de namen, feiten, cijfers, verhoudingen
enz, overbrengen, opdat die ziel ermee
werken zal, als men twijfeltdat die
ziel niet goed functioneert, maar ge
brekkig denkt, als men twijfelt dat
de aanschouwing en "de conclusie en de
Wet niet deugen dan komt de
Wetenschap der Politiek geen stap
vooruit. Eik denker al is hij zóó mo
dern dat hij zelfs atheist moet genoemd
worden of Godloochenaar, dan uog kan
hij geen stap zetten op 't veld der
Wetenschap, tenzij hij gelooft, zooals
we 't hier boven verklaarden.
Deze Courant verschijnt eiken WOENSDAG en ZATEuDAG.
ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden franco per post 75 Cent bij vooruitbetaling.
BUITENLAND bij vooruitbetaling f 5-50 per jaar.
AFZONDERLIJKE NUMMERS 5 CENT.
De Linkerzijde voert, zoo zegt ze,
wetenschappelijke politiek, maar bij de
Rechterzijde werkt 't Geloof, en zoo
is er dan tusschen Rechter-en Linker
zijde een antithese van „Geloof,bij
Rechts en „Wetenschap" bij Links. En
dan ligt daar voor Links in opgesloten
dat de door de Rechterzijde gevoerde
politiek eigenlijk heel wat minderwaar
dig is, want 't komt op „weten" aan,
fup „zeker" weten en niet op „gelooven".
We kunnen die antithese tusschen
dat Geloof en. die Wetenschap niet
aanvaarden. Want Iet eens op.
•ft -ft
Wat is da Wetenschap 't Is de
aandrang in den mensehelijken geest
om den kosmos, de wereld met al wat
in en boven en onder haar is in zich
op te nemen en al 't bestaaude in zijn
onderlinge en saamhangende verhou
dingen te leeren kennen.
Die Wetenschap omvat dan ook de
Staatkunde, nl. de kennis van de Sta
ten en huu 'lpven sinds de allervroegste
tijden, en nu is de Staatkunde dan pas
Wetenschap, niet als iemand zoo eens
of zeer veel aan politiek doet, of als
Kamerlid zijn broo Ije er mee verdient
maar dan is de politiek pas Weten--
schap, als door de beoefenaars de Wet
ten gevonden worden, die in de ver
vloten eeuwen het statenleven beheer
schen, die het nu beheerschen en in
de toekomst beheersehen zullen. Dan
pas is politiek wetenschap; a!s voor
alle Tijden en voor alle Landen de Wet
gevonden wordt, volgens welke vast en
zeker, oaomstootelijk waar, de welvaart
of ondergang bevorderd of bedreigd
wordt. Als uit al de legio gegevens
over alle Landen der wereld sinds de
geboorte der Aarde verzameld is één
of meer algemeene, eeuwig geldende
regelen. Als uit al 't bijzondere opge
klommen is tot 't Algemeene, al de
kleine bijzonderheden ten slofte worden
losgelaten om niets meer te zien dan
de hoofdzaak, 't altijd geldende, de Wet
des Levens voor alle Politiek.
Maar let er nu wel opBij die reu
zentaak is 't subject: de menschelijke
geest Die geest denkt. Duizenden en
duizenden hebben gedacht, gepeinsd
nacht en dag om een stukje van die
reuzentaak af te maken doch
nooit zonder geloof. En nu bedoelen we
met dit „Geloof" volstrekt niet 't za
ligmakend geloof, maar slechts de actie,
de arbeid onzer ziel, die door Paulus
genoemd wordt in 't ïlebr. 11 1 als
„de vaste grond der dingen, die men
hoopt en het bewijs der zaken, die men
niet ziet", 't Algemeen Geloof dus,
buiten de zaligheid en de Godskennisse.
En dan is 't feit niet tegen te spre
ken. dat alle denkers aller eeuwen
nooit en nimmer zonder dat Geloof ook
maar één steentje hebben kunnen bij
dragen tot 't gebouw eener Politieke
W etenschap.
Waarom niet Omdat er bij elk
denker een „vaste grond" moet bestaan
een zekerheid, dat hij is, dat hij denkt
en dat zijn zintuigen n atuurlijk werken.
Elk denker moet aan zich zélf gelooven]
gelooven, dat in hem is het vermogen
om de gegevens te verzamelen en te
rangschikken; dat in hem is do kracht
om juiste besluiten te trekken, dat in
UITGEVERS
SOMMELSD1JK.
Telefoon Intercommunaal No. 202.
ADVERTENTIËN 12F, Cent per regel, RECLAMES 25 Cent per regel.
BOEKAANKONDIGING 5 Cent per regel.
D1ENSTAANVRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN 50 Cent per plaatsing.
Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan.
Advertentiën worden iagewacht tot DINSDAG- en VR1|DAGMORGEN 10 UUR.
«r.riwr. f- *»<•-. «so lot? ie zenden He i'llrete 8
Meer nog. Er is bij elke donker een
uitgangspunt. Vrijzinnig of niet vrij
zinnig er zijn waarheden, die men
zonder bewijsvoering aanvaardt; er zijn
waarheden, die men „gelooft", juist,
omdat men nalaat 't bewijs te leveren
of te wegen,
Die wa ihsden zijn de vaste grond
der dingen, die men hoopt en 't bewijs
der zakea, die men niet zietdie
waarheden staan zonder feewijs voering
voor ons onomstooteiijk vast. Ia uw
vader uw Vader Kuntge 't
bewijzen? Nooit.. Toch staat 't voor
uw „ziolsbesef vasi_ Welnu dan, als een
Vrijzinnig denker zulke „waarheden'
zonder bewijs aanvaardt gelooft hij
Maar zulke waarheden-zónder bewijs
zijn er zeer veleDe wetenschappelijke
onderzoeker aanvaardt zonder bewijs,
4 dat de Staatslieden aller eeuwen en
aller Volksgemeenschappen in inzicht
en kennis in liefde voor z ch zelf en
voor huu voik, in karakter en aar a
allemaal verschilden; hij weet dat zeker,
hij vraagt er geen bewijs van, hij gelooft
dat En van dat Geloof uitgaande,
lossen zich daardoor reeds vraagstuk
ken op, die zonder dat Geloof niet
aanstonds op te lossen waren. Waarom
was Nero de tyran der christenen een
ander dan Karei de Groote, steun van
Christendom en Kerk Door hun ka
rakter en inzicht onderscheiden,
De Wetenschappelijke onderzoeker
erkent zonder bewijs, hij gelooft 't dat'
als twee menschen 't zalfde doen, ft
daarom nog niet hetzelfde is En dat
lost al weer vraagstukken op. Als 't
Evangelie vraagt om „Vrijheid" en de
Revolutie vraagt er ook om, bedoelen
ze toch iets anders, maar dan geeft
dat ook een andere toepassing in 't leven
der volken.
Doch, die axioma's, die grondwaar
heden „gelooft" men, omdat men ze
zonder bewijsvoering aanvaardt, ze zijn
voor ons helder als glas, men wil er
niet eens een dispunt over aangaan,
of men zich soms ook vergist.
Hij gelooft, want 't is onmogelijk alle
feiten te constateeren, die in 't Staats
leven der volkeren zich hebben voor
gedaan. Honderd feiten kan deze ge
leerde oproepen om iets te bewijzen,
maar er zijn er b v. honderd en tien.
Nochtans hij laat de 10 rusten, de 100
zijn hem voldoende. Die 100 gaven hem
een levenswet der Natiën te aanschou
wen, ,en door die 100 gelooft hij in
die wet. En nu staat 't voor hem vast,
dat én in 't verleden éu in 't heden
éa in de toekomst die wet zal gelden
ofschoon hij belangena nog niet
alle feiten heeft onder^pcht Ja, hij gelooft
dat hij na de waarneming der feiten
al waren 't er maar 100, recht heeft
om de Wet vast te stellen. Waarom
heeft hij dat recht Waarom eigent
hij zich"'dat recht toe? Omdat hij zelf
gelooftdat 't mag Die 100 feiten zijn
'zijn zekerheid, en 't recht om er nu
een besluit uit te trekken is ook zijn
zekerheid, dat recht eigent hij zich t©e,
dat staat voor hem vast.
Doch genoeg, 't Is een verkeerde
waan te meenen, dat' de Vrijzinnige
Politicus geen Geloof beoefent. Dat
alles bij hem „weten" is. Ook bij hem
is Geloof en zonder dat is 't onmoge
lijk zelfs maar den eersten sport van
den wetenschappelijken ladder te be
reiken „Geloof en Wetenschap" staan
niet tegenover elkaar, maar naast el
kaar. Ook de „Wetenschap" moet be
ginnen met „G-elooven" d.i voor zeker
houden zonder bewijsvoenng
Nederland en de geassocieerden.
De Nederlander schrijft:
Ons komt het voor, dat de „geassocieerde
regeeringen" met ons land hetzelfde spel
gaan spelen, dat zij met^Griekenlaud hebben
gespeeld. Van ons pand, va» onze schepen
wllien zij gebruik staken, om den uiihoage-
ring30orlog ;tcgea .Daitschland iet een göed
einde te brengenzonder dat wij Duilseh-
land officieel den oorlog verklaren. Weigeren
wij, can worden ook wij uitgehongerd,
evenals de Grieken. De honger is een scherp
zwaard.
Dat -/.waard willen deze edelen voor recht
en vrijheid strijdende, volken bezigen tegen
een fklein, machteloos volk, waarmede zij
In vrede leven.
Wij honen ei verwachten, dat de reerlag
den kCföó zal afwijzen. Den koop; immers
wordt ons, als wij onze schepen, met het
bekende oorlogsdoel, aan Engeland.en Ame
rika willen leeien, ons tarwe beloofd en
later restitutie.
Wij zuiien er nu niet opwijzen, hoe on-
voordeelig die koop is. Als politiek en recht
voor ons allereerst was, 't geen jhet voor
velen schijnt te zijn, „Zaken doen", dan
zouder. wij niet aarzelen ook dit in hellicht
te stellen.
Maar men kan en behoort den toestand
uit hooger oogpunt te beschouwen.
Nederland hield zich tot dusver neutraal:
niet uit lafheid, uit vrees, of uit onverschil
ligheid. De meeste Nederlanders althans be
grepen zeer goed „waarom het gaat; zij
weigeren het veik op ta offeren voor eene
zaak, die niet een zaak voor Nederland is.
Wel beweren de Entente Mogendheden,
evenals de Amerikanen, dat zij strijden voor
recht en vrede. Maar wij zeggen, indien dat
waar is, maakt dan vrede. Gij kunt, zooals
gij zeer goed weet, dien eiken dag krijgen.
Maar een vrede na overleg. Alleen zulk een
vrede biedt eenigen waarborg tegen herhaling
van den wereld; amp.
Dat echter willen de geassocieerden niet.
Zij willen Hun vrede opleggen. Daarna recht,
d.w.z. den overwonnene zoo te binden door
rechtsregelen enz., dat hij zich later niet
meer roeren kan. Dan blijft de toestand van
Europa zóó als zij die zuiien hebben vast
gelegd.
Dat is dus niet meer een strijd voor recht,
maar een strijd om de overmacht, om een
blijvende overmacht.
Dit voelt ons volk. Daarom kan het geen
partij trekken. Indien de Regeering dat wilde
doen, indien zij ons leger wilde bezigen voor
een vreemd belang, zou zij afstuiten op het
rechtsgevoel van een groot deel van ons volk.
Maar juist om die reden kan dan ook thans
ons volk niet, zij het ook stiekem, meedoen
aan den oorlog tegen Duitschland, Het moet
den moed foonen voor recht en waarheid te
kunnen lijdenook den honger. Als de
groote mogendheden ons deswege vertrappen
widen, het zij zoo! Onze voorouders hebben
ook geleden voor vrijheid en recht,. Laat ons
hunner waardig zijn.
God zal bijstand zenden. Hij is sterker,
ook sterker dan Entente en Amerika saam.
De Tijd schrijft:
Dat onze regeering zal toegeven aan den
elsch, haar door de geassocieerden gesteld,
is ondenkbaar.
Wij hebben er dus rekening mede te hou
den, dat onze schepen in de AmerikaaHSGhe
en Engelsche havens worden buitgemaakt.
En dat, na het sluiten van den vrede, onze
tonnemaat, waaraan wij juist dan de grootste
behoefte hebben, voor een gedeelte vernietigd
zal zijn of door anderen zal worden beaut.
De slag, welke ons toegebracht wordt,
treft ons niet alleen In dezen hachelijke» tijd,
maar meer isog in de toekomst.
Dit vergete men niet. Het beteekent vaar
ons enorme schade.
Maar toch zal geen Nederlander wenschen,
dat wij zwichten voor de brute bedreiging
van deze paladijnen voor menschelijkheid en
recht.
Het Centrum:
De Entente en haar Amerikaansche mede
strijder voor „de rechten der kleine Staten"
verlangden in hun eigen belang scheepsmimte
en zij eischen van'het kleine Nederland, dat
dit niet onbelangrijk deel van zijn tonnen-
maat ter beschikking zal stellen, óók voer
de vaart in de gevaarlijke zóae.
Zóó en niet anders staat de zaak.
Alle praatjes, commentaren, geruststellin
gen en beloften doen daaraan niets af.
Voor een ieder, die juist en objectief oor-
deelen kan, moet het duidelijk zijg, waike
naam aan zulk een bejegening is te geven.
Onze Mederlaedsche vaartuigen zullen er,
in dienst van vreemden, aan worden gewaagd
Onredelijker eisch kan men nauwelijks
stellen, en het lijkt oas, zooais wti reeds
gisteren schreven, onaannemelijk, dat op zaik
een punt zou worden toegegeven.
Men kan ons' d«>ar da overmacht an het
„recht" van den sterkste in anderen met
zoo groote verontwaardiging gelaakt stel
len voor dwangmaatregelen en voldongen
feiten.
Maar onze toestemming verkrijgt men
daarvoor niet. I
Het Huisgezin
Als straks, indien niet op het laatste
osgeublik de geassocieerden van hua dra-
C0R|schen 'eisch terugkomen, onze minister
van' Buitenlandsche Zaken in het Parlement
meedeelt dat Nederland onder het Coudija-
sche juk niet is doorgegaan en is mpgsn
doorgaan, dan zal het volk de beslissing be
grijpen en billij -ten.
juichen zal het niet, want het zwerk is
zoo somber als het ooit geweest is.
Maar wij werischen in de omhelzing der
geassocieerden in ieder geval niet te worden
doodgeklemd.
NEDERLAND EN DE OORLOG.
Nederland en de geassocieerde regeeringen.
D® verklaring door Misister Loudon, Maan
dag in de Tweede Kamsr afgelegd, luidt als
volgt
Mijnheer de Voorzitter,
Uit de Nota, die ik U 11 dezer deed toe
komen, is het aan de Kamer bekend, dat de
regeering in afwachting van de vertraagde
tot standkoming eener definitieve economi
sche regeling met de geassocieerde regee-
riïigeii dezen heeft verzocht om een voor
schot van 100,000 ton tarwe op de 400,000
ton, welke aan Nederland zouden verzekerd
v/orden bij een definitieve regeling op den
voet der Lxmdensche „basis of agreement".
De geassocieerde regeeringen stemden daarin
toe doch onder voorwaarde, dat dan ook
voorlóopig het gedeelte onzer scheepsrulmte,
dat bij de definitieve regeling ter beschikking
der geassocieerde belangen zou komen, reeds
aanstonds daarvoor zou worden afgestaan.
Met het oog od een bijeenkomen der geas
socieerden te Londen cp 18 dezer werd ik
verzocht de beslissing der Nederlandsche re
geering vóór dien dag te doen kennen.
De regeering, te rade gaande met de be
langen der volksvoeding, stond gereed op
die voorloopige schikking in te gaan, t» en
van geassocieerde zijde plotseling de eLch
werd gesteld, dat de evenbedoelde tonnage
ook in de z.g. „gevaarlijke zone" zou varen.
Het varen buiten het gevaarlijke gebied
was te Londen van Nederlandsche zijde als
een prineipieele voorwaarde voor het tot
stand komen van een schikking gesteld en
van geassocieerde z^de had men zich met
het opnemen van die voorwaarde vereenigd.
De beweegredenen, welke tot het stellen
van dien eisch geleid mogen hebben, laat ik
In het midden.
De rechtmatigheid van zoodanïgen eisch
kan de Nederlandsche regeering niet erken
nen. Ook vereenigt zij zich In geenen deele
met de i;i enkele landen thans gekweekte op
vatting, als zou, wanneer de seheepsnood
van een oorlogvoerende bovenmatig stijgt,
daz9 volkewrechteiSjk bevoegd zfln neutrale
schepen, nog wel iu massa, te dwingen tot
het verrichten van dlenstea uitsluitend in
zgn belanghet volkenrecht toch erkent die
bevoegdheid slechts b| wijze van hooge uit
zondering, nl. waar het gaat om bereiking
vas eenig onmiddellijk en noodzakelijk stra
tegisch doel.
De Nederlandsche regeering gaf na rjjp
beraad aan de geassocieerde regeeringen te
kennen, dat zjj zoowel uit politiek als uit
economisch oogpunt de ernstige bezwaren
tegen den gestelöeu elsch had, doch schortte
haar definitief antwoord nog op.
Rekening houdende met den tarwenood,
die ons land tegen den aanstaanden zomer
bedreigd, en met de waa-se'hijn'ijkheid, dat
een weigering het afsnijden van alle over-
zeesehe toevoeren tengevolge zou hebben,
achtte het n.l. haar plicht, zich vooraf
te vergewissen, of er in dit geval broodko
ren nit Centraal Europa te verkrijgen zou
wezgn.
Zij' wendde zich dus tot de Duitschere-
geerisg met c'e vraag, of op de levering bin
nen two© maanden van ten minste 100,000
ton tarwe gerekend zou kunnen worden Het
antwoord was beslist ontkennend, deDuit-
sche regiering verklaarde, dat zij, feoe gaarne
ook bereid Nederland t« helpen, toch met het
oog op ac be k seften van enkele harer bond-
geaootsn niet in staat zou zijn aan ons ver
langen te voldoen, terwijl zelfs ten aanzien
van een latere verstrekking in kleinere hoe
veelheid geenertel zekerheid kon worden ver
schaft.
In die omstandigheden achtte de regee
ring zich gedwongen den eisch te aanvaar
den, waike door de geassocieerde regeeringen
verbonden wordt aan cie levering ep 15 April
a.s. van 100,000 ton tarwe voor de Neder
landsche bevolking.
Zfj heeft echter hare toestemming afhan
kelijk gesteld van de navolgeane voorwaar
den. Ie de eerste plaats moet vaststaan, dat
Naderland rekenen kan op de verdeeiing der
Nederlandsche scheepsrulmte en op de voor
ziening des lands naar den maatstaf, aange
geven in de Londenche „basis", waaromtrent
de regeering thans ook hare definitieve voor
stellen in hoofdlijnen aan de geassocieerden
heeft medegedeeldook moet wèi begrepen
zijn, dat de bunkerkolen, noodig voor het
vervoer der voor Nederland volgens de even-
bedoelde voorziening of „rafioneering" be
stemde goederen aan de daarvoor aan te wij
zen Nederlandsche schepen zal worden ver
strekt. Voorts zal ten aanzien van de vaa?t
van Nederlandsche schepen in het gevaarlijke
gebied door de geassocieerde regeeringen ge
waarborgd worden moeten wordenten eerste
dat die schépen geen troepen of oorlogsbe-
noodigheden vervoerenten tweede, dat zij
niet bewapend zullen zijn; ten derde, dat de
bemanningen geheel vrij blijven al dan niet
aan die vaart deel te nemen en eindelijk ten
vierde, dat de eventueel vernietigde schepen
terstond na den oorlog door andere vervan
gen zullen worden.
Tot zoover meent de regeering te moeten
gaan. Zij heeft zich daartoe genoopt gevoeld
met het oog op den nood, niet alleen hier
te lande, doch ook in de koloniën, terwijl
zij bovendien zich daardoor althans verze
kerde van een belangrijk deel van onze vloot,
hetgeen voor het heden en de toekomst van
ons volk van overwegend belang is.
Verder kan nog mag de regeering gaan.