Eerste Antirevolutionair >y) O Hoesters Abdii siroop Zaterdag 2 Februari I§18. 82ste Jaargang N°. 2360. IN HOC SIGNO VÏNCES voor lie SKuidliollaiidsclfte en Zeeuwsclie Eilanden. 1 Eeuwige Vrede of gesol deerde Vriendschap. „HIT QGUBIN ttEHT"* uroprlair R. C. F. i LEE-Ioom Reclames Msdedeslingan OP OEI UITKIJK. W. BOEKHOVEN Zonen, KNOOP HET IN UW OOR neemt de - I. vah deri N BUUREN. 18 des voor ede „Wel ge heid van het >eke van de ilperoort, pti- 5 jaar; bruine klepper oud e oud 4 jaar trvosmerrie 5 jaar(drach- bruine mer- oud Vjt jaar. :1 van 130,— laart haar 3e hottenacht irige stieren.; groot aantal een tilbury, s, een karos, gen, een cor- galploeg, een moorplceg, chines Smijth (naaimachine, met dorsch- vijf houten zigzag, twee :per, twee rol- proeier, twee bakken, ion- ;r schuur- cn nden, zakken, :en verder ten n. :t en g, telkens des iet Logement ddorp in den Breedenweg sectie D. No, of 274 voeden 11 Nov, 1919 c. s. ci f 37, uffrouwen M. inzeten afslag, telkens in het Loge- 1.90.90 H.A. 1 te Ouddorp land, aan den 54, genaamd :elen en com- 1921 en wel: |oh. Pikaart lijke 2 meeden aar, b. 0,95.22 Band te Goe- Sectie B no n combinatie, n welSectie f 71,77 per dert Breen Jbz. H.A. of 4 g. iddorp in den ddeldijk, kad. ïurd tot bloot- ïwis K.Tz. W. H. VAN en VAN DEN inzet en afslag, telkens p in het loge- ceel bouwland t Oudeland na tie D No. 387, 1 gemet 1417s ootschoof 1919 f 66.— per jaar, J» H. van den VN DEN BERG 1918 desvoor- zoeke van den :1 op diens hof- ildaar publieke ir; Een bruine g); Een bruine ruine ruin oud erbruine merrie blauwe schim- dijk drachtig) ling hengst, roe (drachtig) Een witkop (drachtig)Een Zes tweejarige :nTwee jaar- ossenTwee tilbury, 3 boc- sleepslee, rol- :e wielploegen, 'ri en twee ij ze ihoppen, rieken tbreker, ruiters, en melkinven- ij hooienstroo, eldraad en ijzer- s en poters, als- eren en hetgeen en aangeboden, boven f 10— 1 fERMAN. 1918. desvoor- g teMiddelhar- Landbouwwerk- en wat verder den. eer jan van der Notaris VAN ari, des v.m. 10 andbouwschuur aan den Hoofd-- eren, landbouw- es, als dorsch- H.P. gardner st, voorts eenige erzoeke van den eede. 1 1918, 'svoorm. den polder het gschen weg, van aaronder 7 meflc- eenige kippen, ir-, Stal- en Meik- erzoeke van den Sommelsdijk, S. Deze Courant verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG. ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden franco per post 50 Cent bij vooruitbetaling. BUITENLAND bij vooruitbetaling 4.50 per jaar. AFZONDERLIJKE NUMMERS 5 CENT. UITGEVERS: SOMMELSDIJK. Telefoon Intercommunaal No. 202. ADVERTENTIËN 1272 Cent per regel, RECLAMES 25 Cent per regel. BOEKAANKONDIGING 5 Cent per regel. DIENSTAANVRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN 50 Cent per plaatsing. Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan. Advertentiën worden ingewacht tot DINSDAG- en VRIJDAGMORGEN 10 UUR. 4kMe «twfefeen v«»or «ie fi&edacti® bestemd, Advertentie» verdere Adïwin3(»4r»ts«r «r*»*w s«ie te &esa«se«» «sri de UHMsevees Nog steeds duikt,, uit den vloed van meeningen op, de lieflijke gedachte aan een toekomstigen eeuwigen vrede Thans staat men aan den oever eener wild opgezweepte zee en men hoort 't golf geklots als 't rollen van den donder; men ziet de schuimende en witgekuifde baren elkaar najachten, elkaar aanval len of in ijlende vaart de kusten beu ken en men voelt de tegenstel ling, die er zijn zal, als de stormen luwen en de sehepen op effen wateren vredig en statig de rustige wateren doorklieven en men hoopt, dat't toch voor immer zoo'n kalme zee wezen zal, waarop zonnelicht en maneglans vriendelijk spelen zullen te dag en te nacht. Men hoopt 't, omdat de werke lijkheid zoo hard, zoo ontzettend is. Een storm op zee is verschrikkelijken 't hart verlangt naar vredige stroomen, zacht gerimpeld, kabbelend naar de stranden. En lees dan dien brief van dien En- gelschen soldaat aan 't front. Een gewond Duitscher, nog een jongen, sleepte zich naar mij toe om me zijn waterflesc'n te geven, want toen ik tot bewustzijn kwam, schreeuwde ik het uit van dorst Hij legde zich naast mij neer en we hielden elkaar bij de hand, We wa ren dadelijk vrienden en spraken met elkaar, want zooals u weet, ik spreek Duitsch. We vertroostten elkaar dien vreeselijken nacht en ik voelde voor hem, zooals ik voelde voor mijn eigen jongere broeders, toen ze nog leefden. We hadden vrienden van elkaar moe ten zijn, en, ik weet niet heter, of ik zelf had hem dien bajonetsteek toegebracht, die hem telkens zijn handen deed wringen en zijn adem stokken. Misschien schreide hij ook wel eens, hij was nog zoo jong. Ik had er heel wat gedood. En nu kan ik de gedachte daaraan niet dragen. »Jongen«, zei ik, wat zijn we toch gekken 1 En als een kind zei hij Waar we heengaan zal er geen oorlog meer zijn. Voor de morgen aanbrak stierf hij in mijn armen. Hij legde sich naast mij neer En we hielden elkaar bij de hand Wij vertroostten elkaar De strijd was ten einde. De duister nis spreidde zich over 't slagveld uit en bedekte den weedom van den krijg. Stilte heerschte rondom, afgebroken door een zwaar kermen hier, een droe vig steunen daar, een gorgelen als van stervenden elders. En hoven dat veld van ellende en jammer tintelen in 't firmament met zijn oneindige diepten, de sterren. Daar ligt de vreeseiijk ge wonde. Nog zoo jong. En hij schuifelt naar den Engelschman, die hamgesto ken had, en hij legt zich naast hem neder, en ze hielden, als s vijanden* elkaar hij de hand, als waren zeland- genooten en trouwe wapenbroeders en zij vertroostten elkaar en zij spraken over 't Vaderhuis en 't Vredeland. waar geen oorlog en gekerm meer zijn zou, Toen gaf de Duitscher den geest, on dersteund in die stervensure door zijn »vijand«. En wie verlangt niet naar den Eeu wigen Vrede? Nooit geen oorlog meer. Heen slagvelden meerGeen bloedstor ting meer! Dat werk van krankzinni gen, niet waar Dat demonisch werk van kapitalisten, diplomaten keizers en koningen, vorsten en vorstinnen, niet waar? Dat menschen slachten o hoe ontzettend. Welk menschelijk gevoel kan zijn protesten onderdrukken tegen zooveel levenswee en stervenssmart Ja, er is een heimwee naar den Eeu wigen Vrede God zelf heeft dat in de ziel ingegrift in 't Paradijs, Geluk GelukVrede de mensch snakt er naar en vandaar zijn worstelen om 't te krij gen. Elk zoekt GelukElk zoekt Vrede en ieder op zijn wijze en langs eigen wegen Maar 't zoeken is bij de geheele menschheid, omdat er een diep bewust zijn is van een Verloren Paradijs, dat teruggevonden moet worden, om dit leven niet al te bitter te moeten doorgaan Maar maar Al voelt men de tegenstelling diep tusschen een verbolgen zee en een vlakken waterspiegelal voelt men de tegenstelling tusschen bloedige slagvel- dea vol van gekerm en stervenden met de vredige akkers, waarop 't koren ruischt, dat gevoel is nog niet voldoende om een Eeuwigen Vrede tot stand te brengen, want Want onloochenbaar vast staat 't feit, dat in elke nieuwe levensfazein elkenieuwe levensperiode nochtans blijft en is de oude Menscli. War0 er ooit kans op een Nieuwen Mensch, dan moest hij nu geboren worden, nu de wereld vervuld is met geweeklag over den oorlog. Nu is 't de tijd der moreele wedergeboortenu alles gruwt van 't vergoten bloed en aller hart smelt van leed over de tranen der weduwen en weezen in alle landen. Maar, eilacy! het grootkapitaal concentreert zich ge ducht; de Nijverheid loert op nieuwe stukken der wereldmarkt; de Handel maakt de Kabels al los en wil de zeeën doorploegen de dood concurrentie staat klaar kiem en voorbode van nieu wen oorlog! Geleerd door scha en schande in deze vier jaren, moest de Oude Mensch bezield zijn met een geest van altruïsme, vau algemeenen menscheuminmaar zijn moreele evolutiezijn wedergeboorte als mensch, om van nu voortaan zich te matigen in den economischen en socialen strijd der volken, gaat uiterst langzaam. Neen! hij vergeet Augustus 1914; hij vergeet alle jammeren en ellende der oorlogsjaren, en de zelfzucht klimt op den troon en heerseht er weer in ongetemde kracht De zondelust blijft de kern des levens. Er is in den mensch moreele en in- teUectueéle achterstand. Hij weet, dat oorlog ontzettend is, maar na den vrede, werkt hij toch tot nieuwen oorlog mee Is dat geen tekort aan zedelijk besef? Hij weet, dat zijn geestesgaven in dienst moesten staan van 't Geluk en 't Heil der menschheid, maar hij spitst zijn vernuft op eens anders ondergang. Is dat geen intellëetueele achterstand? En de omgroeiing der menschelijke Natuurduizenden jaren zijn noodig eer er van wat meer beschaving* en van menschenmin sprake kan zijn, tenzij door een machtige actie des Heiligen Motel McstaisraisiS Meiipte Boerenstel^ 63A, ÖSB 12451 ÏJirees nabij Kuaffeseg, DiHSRS f I,m hooger. LOGIES MET ONTBOT f IM, f 1.50 en 1,76 Tel. No. 1532, Aanbevelend, Het «tossF ieder aubevulea edre®. Geestes de volken tot bekeering komen dan is in één punt des tijds 't Egoisme in Altruïsme veranderd; dan wordt de zelfzucht ook Menschenmin, Maar zai in deze bedeeling zoo de li. Geest wer ken 't Zal niet zijn. Integendeel. De ^mensch der zonde* zal in de toekomst opstaan en gruwelijk zijn in zijn optre den tegen God en de medeschepselen, die hem met wil steunen en volgen. En juist daarom, omdat de omgroeiing der menschelijke natuuromdat de moreele evolutie zoo uiterst langzaam gaat en er na eeuwen en eeuwen nog zoo weinig beterschap is te bespeuren, daarom zal ook in de toekomstige Maat schappij 't antwoord op de vraag naar den eeuwigen vrede dit zijn: We wil len vrede, maar op de puinhoopen van eens anders Geluk, zoo dit 't onze schaadt.* Hoogstens een gesoldeerde vriendschap. V Posthuma weg 1 Ij lu bon j ar &eleden, dat vanGhijn bedankt» als minister van fiuantiêu. De oorsaak is bakens. Er was een som uit- gui rokken va*? 80 miliioea voor distributie uugaven, maar eige..lijk was 't slechts een lelpOjt, eeu memorie poat, want ver moeden^ xoudea tie kosten boven de 80 miliioen uitgaan. Nu was dit de kwestie: Mocht Posthuma méér tl tgeven «onder onophoudelijke coutro.e o.f hrd vau Ghiji ook X recht van streng toesicht ea wei ger ng, als bleek dat de distribatie wel met wat miuder kosten kon gebeuren. Daardoor ontstond botsing tusschen Post huma en van Ghijn. Üy.r de controle van Van Ghijn op de doelmatigheid van t meerdere boven do 80 miliioen. Ea omdat 't Kabinet 't eens was met Posthuma ui. uitgeven, waar de „acod" roept, al is 't tot 200 miliioen, èa dit «onder controle van dea Geidmini&ter, daarom ging Van Ghijn weg Hij kon «oo»n fiaantieering niet met sijn geweten dekken. En nu gaat 't om eeu anderen minister. Oai Posthuma. Zal t Orisiadebat hem wegmaaien Wordt hem de «aak te machtig, waar er al sprake was van een Crisismmiaier met den naam van Wibaut Van Ghijo weg in Pebr. 1917. Posthuma in Febr 1918? 't zijn ook twae lastige DeaartemeatenGeld uitgeven is een hart seer, En hoe 't bij elkaar te houden is een harteprao», Ambtenaarssoldij. Met Buremcrauus i« een scheldnaam be doeld. 't I3 het stelsel van we;gevicg, waarin de Ambtenarij schering en inslagi°. Alles van u t rien H uig ea door do Haag- sche bureaux oogelesderi uitgewerkt tot op 't allergedetaideerdsle toe. Alles aan banden door de ge chreven regelen. Niets (gaen vrijheid. Maar al heeft dat woord Bureau- cratius een akeliger, klankdoor 't misbruik wordt 't gebruik niet opgeheven en dan is 't k!a-,r als de dag, dat de ambtenaren door heel Nederland en in alle takken van bestuur ea op allerlei terreinen «eer on misbare elementen sijn. Ambtenaren bij 't Ouderwijs, bij de Rechtspraak, bij Water staat, bij Fiaautiëa, ja waar niet al; onmisbare schakels in de samenleving; denk eens om de Pos'erijea en veel Spoor- personeel Eu hen alles bedoelen we, als we pleiten voor hoogere soldijen. Want t nijpt in die kringen overal. Zu leu al die mauneu en vrouwen met opgewektheid hun taak vervuliea ten a gemeen en nutte (want in 't algemee 1 belang arbeiden se; se «ijn Overheidsorganen!) dan moeten Sta-nt^Pro- viacie en Gemeente niet krenterig tijo, maar *e door deze benarde tijden heenhepeii, te meer omdat S aat Provincie en Gemeente nog wat te goed te maken hebben, Zelfs in normale tijden imners was 't geen botertje tot den bóóu. Er wa3 al achter stand V Chr. Land-, Tuin- en Zuivelarbeidcrs. Blijiens de advertentie in ons B -.d aal Maandag 4 Fubr. voor de Chr. Landarbei ders optreden de heer Knetsch van Lisse. We vestigen de aasdaeht op deze verga dering, opdat er onder da werklieden toch eindelijk eens een poging woide gewaagd om «e tot organisatie te brengen. We ho pen, dat de spreker met succes sal optre den, 't brengt den werkman voo uit. Want organisatie is bacdvorming en bandvormisg is kracht. Eendracht is toch machtMacht door 't Recht. Plicht en Recht bloeien in elke Chr. organisatie en om die twee factiren des levens is 't te doee. 25 cent per Regel. ÏEKS3 verwaarloost toch dat schijn baar onbeteekenende hoestje of kuchje niet, want Bron chitis, Pleuris of Longont- jetekingkunnenU aangrijpen. Verzorgt U bijtijds meteen krachtig ingrijpend middel, tlsjmoplcs&end en hoeststillend veelgeprezen bij BRONCHI TIS, INFLUENZA, KINK- en SLIJMHOEST, ASTHMA. Prija per flacon f 1.25, f2,25, f3.75. Ei8cnt roode-n band met onze handteekening: L.!. AKKER, Rotterdam. 'ZZZZZZZZZZZi Trek na beide koordjes aan, dan knoop? ge dezefi taa«| voor altijd in Uw oor en vergeet 't nooitl „Wat val jij me tegen Zoo „echt" kwam het er uit. Hij kwatn wel eens meer bij me; weken den elkaar sinds jaren en ik hield van 'm, óók omdat-ie nooit flikflooide, rondweg zijn meening zei, prees als hij iets prijzenswaard vond, maar even vrijmoedig afkeurde datgene waarmee hij 't niet eens kon zijn, „Neem een sigaar", zei ik. 'n Stoel had-ie al genomen, uit kracht van onze goede bekendheid en het recht dat hij daaruit afleidde om ook zonder nadere noo- diging in mijn tegenwoordigheid zich te zetten als Ik óók zat. „Heb je ook tabak was zijn wederwoord, terwijl hij z'n teeder bewaakt meerschuimen pijpje uit 't étui nam „Sigaren is tegen woordig zondagskost en als ze nog duurder worden, dan komen ze alleen op een gouden of zilveren bruiloft voor den dag I" „Zooals je 't wilt, amice 1" 'k Schoof hem m'n tabaksbuil toe. Weldra zaten we samen te dampen en de kamer vol rook te blazen, alsof de tabak dezen winter even overvloedig en gratis neerviel als de sneeuw. „Tot je dienst", zei ik toen. „Ik val je tegen waarmee?" „Wel, door wat je geschreven hebt xiver de democratie. Dat lijkt nergens naar. Wij, als christenen, hebben nu lang genoeg achter het conservatieve bakje aangesukkeld, 't wordt tijd dat wij het woord „democratie", óók es leeren spellen." Nu hebben we dat al vaker uitgevochten. Ik heb nooit ontkend, dat er in de Chr. partijen verschil van graad en zelfs tot op zekere hoogte verschil van richting gevonden wordt ten opzichte der sociaie kwestiën. Er zijn harddravers onder ons. Maar er zijn ook siakkekruipers I Ook zijn er bladzijden in de historie ik denk nu b.v. aan de afstemming der Bak kerswet die ik wou, dat ik wegscheuren kon. Evenwel vind ik het ónbillljk en onwaar achtig, om geen oog te hebben voor de sociale wetten en maatregelen, die we aan Rechts te danken hebben, noch ook voorde sociale evolutie, die zich binnen de drie Rechtsche partijen bezig is te ontwikkelen en die haar politiek steeds meer drijft „in democratische richting". En ochm'n vrind, hij is zoo kwaad nog niet; hij zegt het alleen graag wat kras. Maar met mijn stuk over de valsche leuze der „democratie" had ik het dan toch maar bij hem verbruid, dat zag ik wel. Hij gebruikte een aardig beeld. 'n Dijk, zei hij, is een nuttige zaak. „Maar, ainieemerkte hij op ge moet den dijk leggsn langs den stroom, dan houdt hij dien binnen zijn oevers, maarniet dwars in den stroom want dan komen er groote ongelukken I" Dat was ik natuurlijk met hem eens Maar wat méénde hij daarmee „Ailes heeft zijn bestemden tijd", zei hij Salomo na. „Er is een tijd om te waarschuwen tegen de „democratie" en zoo'n tijd is 't nu niet en er is een tijd, om haar met beide handen in te halen, omdat het haar beurt is en omdat de reactie en het conservatisme en het imperialisme enz. enz. het smadelijk hebben afgelegd". En omdat ik nn, nü tegen de leuze„Leve de democratie!" gewaarschuwd had,daarom was ik thans uit de gratie. Ik verstond in dezen m'n tijd niet Thans meende ik, dan de beurt aan mij kwam, om ook es iets in 't midden te bren gen. Hij zat daar zoo smakelijk op z'n pijpje te sabbelen, met een gezicht, of het ter we reld onmogelijk was, dat er iets tegen zijn woorden zou in te brengen zijn. Dat van dien dijk, liet ik daar. Tegen beelden valt moeilijk te redeneeren. Ik hëd kunnen zeggen, dat vele „democraten" aan de ratten en de bevers gelijk zijn, die ondergronds en onder water de dijken door graven en daardoor zoo verzwakken, dat ze bij sterk stijgenden waterstand gevaar loo- pen te bezwijken en 'k had 'm naar Rusland kunnen verwijzen, waar het tegenwoordig, van dergelijke ratten krioelt 'k Had dit kannen zeggen Maar aangezien me dit antwoord pas 's nachts op mijn bed te binnqn schoot, had ik daar op dit moment nog niets aan. Doch die tekst, dit kan ik zoo niet laten passeeren want op die manier kan men van alles alles maken „Amice!" begon ik vreedzaam. „Tot je dienst 1" zei hij toen. „Tjaik wou maar zeggenje moet met een tekst toch altijd voorzichtig zijnAls ik nu es ging zeggen: Er is een tijd om de zonde te vlieden en te haten, èn er is een tijd, om haar triomfantelijk binnen te halen en giëriglijk te bedrijven „Watblief?" vroeg hij opspringend. „Nu ja er is een tijdalle ding heeft z'n bestemden tijd ik pas nu jou methode toe, zie je!" Neen, vond hij, dat was niet zoo. Maar ik liet hem niet los. Eén van tweeëndie „democratie", waar jij het oog op hebt, is een ramp of een

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1918 | | pagina 1