Zaterdag 22 December 1917.
32,tK Jaargang N°, 2348
Eerste Blad.
WOENSDAGNUMMER
1918.
Nieuwjaatwenschsn
KERSTFEEST.
Antirevo
Orgaan
voor de Zuidhollandüelie eis SSeeuwsclie eilanden.
IN HOC SIGNO VINCES
niet verschijnen,
W. BOEKHOVEN Zonen,
Alle stokken voor de Redactie bestemd, Advertentiën en verdere Administratie trance &®e te «enden «sn de Uitireve? s
Wegens de in
vallende feestda
gen zal ons aanstaand
„HIT GOUDEN MET".
LOGIES MET ONTBIJT
f 1,25, f 1.50 en f 1.75
Tel. No 1632 A-anbavelend,
croprictaïr R. C. F. v. I LES-Moonen
OP DEi UITKIJK.
Deze Courant verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG.
ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden franco per post 50 Cent bij vooruitbetaling.
BUITENLAND bij vooruitbetaling 4.50 per jaar.
AFZONDERLIJKE NUMMERS 5 CENT.
UITGEVERS:
SOMMELSBIJK.
Telefoon Intercommunaal No. 2.
ADVERTENTIËN 12Vi Cent per regel, RECLAMES 25 Cent per regel.
BOEKAANKONDIGING 5 Cent per regel.
DIENSTAANVRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN 50 Cent per plaatsing.
Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan.
Advertentiën worden ingewacht tot DINSDAG- en VRIJDAGMORGEN 10 UUR.
mi «iüiiaii—in iM ui i i n m ■mm mui i iimiii
In het a.s. Nieuwjaarsnummer van
dit blad, zullen evenals vorige jaren
gebracht aan Familie, Vrienden en Be
gunstigers opgenomen worden tegen den
geringen prijs van slechts 5® cenïs
indien de advertentie 5 of minder regels
bedraagt. Elke regel meer ÏO cents
Daar jan deze wijze om elkaar geluk
te wenschen, steeds meer wordt gebruik
gemaakt, omdat het 't omslachtige ver
zenden van naamkaartjes kan vervan
gen, zal het ons aangenaam zijn, reeds
tl U de advertentiën daarvoor te
ontvangen, teneinde voor een goede
plaatsing te kunnen zorg dragen.
DE UITGEVERS.
Opdat gij door Zijn ar
moede zoudt rijk worden.
2 Cor. 8 9.
Wat een tegenstelling
Hoort ge den geest des Tijds,
dan is 't precies andersom als Pau-
lus over den in Bethlehem geboren
Heiland schreef. Paulus roemt zijn
Heiland en prijst Hem aan, omdat
Hij arm geworden is om daardoor
anderen rijk te maken. Maar als je
tegenwoordig de menschen hoort
en de toestanden nauwkeurig ga
deslaat, dan merkt ge een streven
om anderen arm te maken door zelf
rijk te worden, 't Een staat lijnrecht
tegenover 't ander. Hij in de her
berg en daar géén plaats. Hij van
arme ouders afkomstig Hy in doe
ken gewikkeld en neergelegd in de
kribbe. Hij, de Vorst des Levens
zonder praal en pracht in een bees
tenstal. Waarlijk, 't was wel alles
armoe. En door die armoe nu, maakt
Hij duizenden rijk.
Maar tegenwoordig redeneert
men alzooJezus was arm. Had geen
plaats om zich behoorlijk te rusten
te leggen. Hij was een „proletariër"
in Kanaan; zijn moeder een prole
tariër en zijn vader een proletariër
en de Bethlehemsche „bourgeois"
had voor Hem geen plaats;
zoo moet nu de rijke óók worden.
En dan brengt men daar de Wijzen
van 't Oosten nog bij, die hun
schatten Hem aanbodenzich ont
deden van hun rijkdommen aan
goud en mirre en wierook en 't neer
legden aan de voeten van het arme
Kind en die arme ouders,
alzoo wordt de arme Jezus rijk en
de rijke Wijzen uit 't Oosten wor
den arm de bourgeois staat
alles aan den proletariër af.
Maar zoo spreekt Paulus niet. Hij
zegt niet, dat Jezus arm was en rijk
wil worden, maar dat de Heiland
arm was, arm bleefarm stierf om
anderen rijk te maken.
Wat een verschil in opvatting.
De materialistische tijd, dien we
doormaken, en in 't Socialistisch
denken van duizenden zich open
baart, vloekt met hetgeen de kribbe
tot ons te zeggen heeft.
Men wil rijk worden door een
ander te plukken. Des eenen dood
is des anderen brood. En of men
nu die zaak nationaal of internatio
naal bekijktof ge acht geeft op 't
Socialisme en 't Anarchisme onzes
tijds, die den Staat en de Staatskas
gebruiken om er zooveel mogelijk
uit te halen om den werkenden
stand te ondersteunen en te bedee-
len; of dat ge naar de oorlogvoe
rende Mogendheden ziet, die rijk
willen worden door elkaar in de toe
komst den economischen strot dicht
te knijpen't Materialisme open -
baart zich allerwege. Rijk worden
door anderen te kort te doen Ge
vindt die brutale zelfzucht overal.
Halen van een ander wat er maar
van te halen is, vlak in strijd met
wat te Bethlehem gezien werd, waar
Jezus arm was, bleef, en ten slotte
arm stierf om anderen rijk te maken.
En dan was de rijkdom, dien
Jezus schonk, een geestelijke, 't Was
een opheffen der ziel tot Hem.
't Was de aanbidding van den Zone
Gods van den Zaligmaker en Ver
losser en in en door aanbidding rijk
en gelukkig. Maar dat vindt ge
tegenwoordig ook niet. Men wil
zelf rijk worden, doch in contanten,
door een ander zijn beurs te ledigen
en die over te gieten in de zijne.
Geen korrelske geestelijken drang
is daarbij aanwezig, 't ls alles stol-
felijk en om 't stoffelijke. En 't hart
wordt er koud onder en 't teedere
geloof kan er niet bij tieren, 't Is
opgaan in den Mammon, maar van
geestelijke aanraking met Jezus,
neen, daar is geen tijd voor en geen
lust toe.
't Kerstfeest verliest daardoor zijn
bekoring. De goudglans is er af.
De Kribbe wordt zoodoende een
propagandamiddel voor de slecht
gevulde portemonnee, om ze te vul
len met de schatten van een ander.
Maar toch moet men onzerzijds ook
Motel Reateurmut
«Jpdessspt® Boerensteller H3A/9SP
12451 Biraci nabij de Hocfihiaeg.
Refttefdam,
DINERS j 1,— an hoogsr,
Hes door fcder Aanbevolen adres.
weer aan Paulus woord een zeer
bijzondere beteekenis hechten, 't
Feit is er, dat er een arme Jezus
was. En Hij had toch rijk kunnen
zijn, maar Hij had alle heerlijkheid
des hemels vaarwel gezegd en kwam
als een uitgeschudde naakt en ar
moedig ter wereld en had bij Zijn
omwandeling geen steen om 't hoold
op neer te leggen, alhoewel de vos
sen nog holen en de vogelen nog
nesten hadden, 't Is dus niet te ont
kennen de rijke Jezus werd arm.
En nu is 't de vraag aan onze Chris
telijke Maatschappij hoe is in u,
gezien Jezus toestand in Bethlehem,
nu uw verhouding tot uw naaste.
Rachel beweende haar kinderen en
wilde niet vertroost zijn. Maar Ra
chel zou tegenwoordig nog evenzeer
kunnen huilen, want de maatschap
pelijke verhoudingen deugen in vele
opzichten nog niet en vertoonen
heusch geen beeld van een rijken
Heiland, die arm werd.
Van de kribbe gaat voor onze
Maatschappelijke verhoudingen een
schoone sprake uit. Jezus was rijk
en werd arm. En hij werd arm om
anderen gelukkig te maken. Wat
een ontlediging van eigenbaat. Alles
voor een ander. Niets voor zich,
zelfs 't leven nietzijn bloed niet,
zijn eere niet. Eén leven van zelf
overgave en zelfvernedering. Alle
begeerzucht was een edele't Geluk
des naasten te volmaken, en niets
te doen dan de wil des Vaders, die
in de hemelen is
Moge dan ook op dit Kerstfeest
de armoe der kribbe 't levensleed
gaan verzachten dat is of komt.
Want er is een bange tijd in aan
tocht waarin wederzijdsche hulp
niet mag ontbreken. En waarin de
rijke een zware verantwoordelijk
heid draagt voor de onderste lagen
der bevolking. Dat dan de rijke
den moed hebbe om „arm" te
worden, om door zijn „armoede"
anderen te laven en te verkwikken.
Maar «bovenallaat 't Kerstfeest
een di< pen indruk op ons maken,
omdat er onze geestelijke armoe
en geestelijke ellende uitspreekt.
Die kribbe is geen paradijs weelde,
•maar vloek en veroordeeling der
zonde, 't Is 't zichtbare bewijs van
Adams ongehoorzaamheid en val
en dies van de ellende van 't men
schel ijk geslacht. Elke kreet van
't kindeke Jezus is een bittere aan
klacht tegen 't verkankerde gees
telijk leven, dat niet meer naar den
hemel hijgt. Staan bij de kribbe...
maar met zelfverwijt en zelfbeschul
diging over eigen inzinking en
eigen geestelijke dor- en matheid.
Dinsdag, Woensdag.
De Keratuag-ii zijn ia aantocat. 0? 'i
platteland Lebben vele jonge menschen de
gewoonte de Kersiavonden te misbruiken
om aan B icchus te offinrea en aan de grof
ste bandeloosheid sieh o.er te geven. Dron
keman -tooneelen, wiid get-chreeuvr, vecht
partijen xija dan aan de orde van den avond.
Ge dverkwisU: g ea ve achting van iichasm
en geest gaan dan hand aan hand. Het
schaamtegevoel is uitgeschud. Man leeft 't
dierlijke, geenssins t menscheliju leven, 't
li alles laag en 't is alles mia.
Kan dit nu Dinsdag en Woensdag niet
eens anders gaan? Op al o.tie elanden;
want Bacchus woidt op den dag overal
gediend Jaar in, j »ar uit ko ..t sop 't jonge
leven op de straat uit de uerberg. Er ie
geld maar daarom xija de tijden er
n et Eaar om too ongebonden d e d-^gen te
passeeren. Waar op onze Eilanden zooveei
stoffelijke zegen is genoten e i de welvaart
allerwege wordt erkend, daar is d.t juist
een reden om zeer behoedzaam en zeer
voorechtelijk (laat staan ernstigda dagen
te slijten. Dankbaarheid voor genoten wel
daden openbaart zich niet in bandeloosheid.
Ervaren zegen is toch geen oorzaak voor
t vertrappen van :t mececheiijüe ia ons.
'l Beet van spaargeld bij jo; gs mannen
kan nooit een reden zijn om t weg te smij
ten aan den jenever en daarmee xiei en
lichaam en te krenken en God te hooaen.
die ols voor dat geldbezit ter verantwoor
ding roepen sal. Want ook die opge paarde
peemmgou zijn Zijn gave, Zijn gunst, Zijn
ge..ado, ea ieder mensch is er slechts rent
meester van. Maar de bezitter is God. En
Hij deelt 'i uit om 't tot Zijn eere te ga
bruiken. Voor Kerk en School. Voor de
Barmhartigheden. Om ellendigen we, te doen.
Maar 't geid is een vloek, ah 't in de her-
bergüa wordt uitgegeten oia zich als een
gevolg daarvan aan de gruweiijk-te bui
tensporigheden over te geven, als de drank
ia den man en de wijsheid m de kan is.
De Kerstdagenmaar hoe brengt men se
door ais jongeman en joagedochtei Eén
uur van onbedachtsaamh id kan makeu dat
men jareu schreit. Ea de Kerstvreugd h eft
ai wat tranen ge ost Bittere bittere tra-ien
Jeruzalem! gij hebt niet gewild.
Wie herinnert z.cu niet, nu Jerusa
lem den EngeicChman is g worden, d.*t hart
roerende, zielsaangrijpeod woord des Hei-
lande
Ja usalem, Jerusalem, gij. die de pro
feten doodt, en steenigt, die tot u ge
zonden zijn, hoe menigmaal heb Ik uwe
kinde.ea wiileu bijeenvergaderen, gtlij-
kerwijs een he., haar kiekens bijeenver-
grd rt oncier de vleugelen en gij lieden
kebt niet gewdd,
Wat liefde voor die stad des grooten
Koair.gjeu ee liefde, die niet beantwoord
werd, waarom ook de Heiland er aan toe
voeg'Uw huis wordt u woest gelater.
Wat smart spreekt er uit elk woord tiij
dioeg die stad op zijn ziel; ze was 't cen
trum van Zijn der.kunde uitgangen Zijns
harten waren naar haar, omdat se de zetel
des gerichts was; 't middelpunt van Israels
geleerdheid en Lraëis eerediaast, omdat zi
was 't aantrbkkiagspunt van allen Israëliet,
die mei sterven kon zonder haar zij 't slechts
eonmaai gezien te hebben. Jerusalem
ea de histo ie loofde zijn tempel en mu eo
zijn hoogepriesters en Levieten, zijn offe
raars en offeranden maar ze beschreef
ook den dood oer profeten, die 't Wee u,
Wee u! aan die stad aanzegden, alj de
g.uwe'ea hemelhoog opstegen.
Jeruzalem, door Hem bemind; 't wiide
J zus niet erkennen, maar dreef Hem uit
naar Golgotha. Weg met Hem 1 Laat Bar-
abbas los, maar deze was een moo denaar
Ea Jezus viel ia zijn geliefde stad onder
beulshanden.
Ea dat Jeruzalem nu aan den Engelsch-
man. S on, nog van gramschap vol voor
Jezus, nu onder voogdij van een Christen
volk. De Christenbelijder zal dea Christus-
hater siju Sion teruggeven, om er Jezus
andermaal te kruisigen, zoo't mogelijk ware,
Gij hebt niet gewild, o Sionl om uwen
Beere te erkennen; uw Goël, uw Zaligma
ker! Ook onder E-igelseh bewind zal uw
hart koud b ij ven voor den .Beloofde" der
Vaderen 1 En Eogeland zal uw haat verdra
gen en u steunen!
Houd dan altijd goeden moed
't Kan gebeuren, dat we den stroom tégen
hebben en wie de christelijke beginselen, de
levenswetten van Gods Woord verdedigt en
voorstaat, nudie moet er maar op rekenen,
dat hij in den regel tegen stroom en tij op
moet.
Dat vermoeit, maar 't staalt ook!
Alleen, 't is niet steeds verblijdend.
Wij hebben nu eenmaal „de wereld, de
wetenschap, de grootheid, de publieke opinie
en met name „het beschaafde publiek" liever
voor dan tegen ons: wij blijven menschen
en niets menschelijks is ons vreemd.
In den regel echter hebben we dit alles
niet mêe.
Wij prijzen de „wijsheid Gods".
En die is nu eenmaal der wereld dwaas
heid, ergernis; zij spot er mee of zij lastert
haar en zij vervolgt en verguist, wie 't
voor die „wijsheid Gods" hier op aarde op
nemen durft.
Toch krijgen we soms ongezocht gelijk!
Ja, dat is zóó frappant, dat niemand min
der dan prof. H. H. Kuyper er, jaren geleden,
op een meeting van de „Vrije" een pakkende
rede over hield, hoe de wijsheid der wereld
soms na honderd omwegen vaak toch uit
kwam bij 't geen ze begonnen was als klink
klare onzin uit te krijten en terwijl de chris
ten, die dien „onzin" als „openbaring" ge
liefden, naar 't oude rijmpje, als „stomme
honden" door haar buiten de gemeenschap
van 't „denkend deel" waren gezet.
Prof. K. had toen vooral het oog op de
schriftuurlijken leer der erfzonde, in verband
met de moderne reactie tegen de zoolang
verheerlijkte leer van den „vrijen wil".
Maar dat laat ik nu los.
Ik wil er dit maar mee zeggen
Wie wéét, dat hij gelijk heeft in de een
of andere zaak, maar koppige tegenspraak
ontmo:t, die niet voor reden wijken wil en
vast zit in vóóroordeelen, die zegge kalm
De tijd zal 't leeren
Want die tijd kan wonderen doen.
Zij heelt diepe wonden en zij cureert
willens-blinden.
Het zal nu zoo ongeveer een kwart eeuw
geleden zijn, dat er veel gepraat en geschre
ven werd over „De Vrouw en de Studie".
Dat was toen zoo de eerste rage.
Och, Och wat werd er over gedelibereerd
't was enorm
't Was eensdeels 'n praktische kwestie en
dat is zij nóg.
Het leven heeft zich nu eenmaal in de laat
ste halve eeuw zoo ontwikkeld, dat er een
talrijk overschot van vrouwen blijft, die niet
tot een huwelijk komen en die ook bij bin-
uenhuiselijken arbeid geen loonend emplooi
kunnen vinden.
Men moge dit betreurende zaak ligt er
eenvoudig toe.
Met dooddoeners maakt men er zich niet af.
Zoo hoorde ik nog kort geleden beweren,
dat er altijd dienstboden tekort komen
wat waar is en dat déarom de vrouwen
nog lang niet genoodzaakt zijn den weg der
studie op te gaan, wat ik een conclusie
noem van den kouden grond en allerminst
van bijbelschen, christelijken bodem, al was
't dan ook een ouderwetsche belijder, die haar
uitsprak.
Hij dwaalde in dezen zeer.
Wie zóó redeneert gaat uit vaneenvhlsch
gelijkheidsbeginsel, waar wij als christenen
niet aan mogen toegeven.
Vrouwen óver, dienstboden tekort, laat
de overtollige vrouw dan maar dienstbode
worden, het klopt schijnbaar als een bus.
Nu éér ik de dienstbode, die waarlijk dienst
bode is, zeer.