Tweede Blad.
lie «i#rï#n*
Zaterdag 10 November ifiïs Mo, 2556
Twee Bladen.
BÏNtiENUm
INHOC-SMOVWSES
Dit nummer bestaat mt
LAM O- EN TUINBOUW.
UIT OE PERS.
BUITENLAND.
Rtu er haalt een ieiegram ont
vangen van het oificieele St. Peters-
knrgsche T«legraafagentbChap, dat
in handen der maximalisten is, mel
dende dat de maximalisten in hot
bezit der stad zijn en da ministers
hebben gevangen genomen.
Lenin, die de l-ider der beweging
is, heelt een onmidellijken gwapeiï-
stiistand en vrede gevraagd
V
Minister Posthuma aan het woord.
Maandag 29 Oct. werd de landbouwwin-
terschool te Hengelo (O.) geopend. Ook de
Minister van Lanb. was daar tegenwoordig.
Hij hield een uitvoerige rede. Een verdedi
gingsrede kunnen wij ze noemen. Hij ver
dedigde als 't ware zijn beleid in zake de
landbouwpolitiek. De nood was het, die
dwong in te grijpen ten koste vaH den boer.
Aan kennis van de landbouwtoestanden kon
het den Minister toch niet mangelen, wijl
liij vroeger toch geacht werd die te kennen.
De omstandigheden beheerschten hem. In 't
begin van den oorlog ging het ook den boer
goed; toch was hij niet tevreden. Hij was
jaloersch op de reuzenwinsten van anderen,
die echter beter georganiseerd waren, 't Is
waar, de boeren, en vooral de zandboeren,
werden door de Regeeringsmaatregelen zeer
getroffen, maar het Nederlandsche volk moest
eten en dus diende de Regeering zich wel
met de producten van den land- en tuinbouw
te bemoeien. Over de prijzen der producten
waren de boeren niet tevreden, maar aan de
schatkist konden onmogelijk meer eischen
gesteld worden. En, al kreeg de boer nog
zooveel geld voor zijn rogge, hij kon toch
nu de rogge hem werd ontnomen de
zaken niet meer in orde houden. Het was
hard het broodkoren af te nemen, maar de
laatste korrel broodgraan moet ten behoeve
van het Nederlandsche volk worden opgele
verd, om het weerstandsvermogen zoo sterk
te doen blijven als maar eenigszins mogelijk
is. Bij de bepaling der prijzen werd de Mi-
nisier geadviseerd door practische landbou
wers; hij moest die adviezen met de noodige
nauwkeurigheid bekijken en week daarvan
wel af. Men moest hierover niet dadelijk
zoo'n lawaai maken: de Minister heeft ook
de belangen der schatkist in het oog te hou
den. De Minister betoogde verder dat bij er
geen schuld aan had, dat de boer niet voor
zijn varkens kreeg, wat was toegezegd; de
Inkoopcombinatie nam direct haar maatrege
len. Ook de Minister had zijn grievenmen
had hem b.v. onjuist voorgelicht, toen men
bij hem aandrong op verlaging van het
slachtgewicht. En aan de inschrijvingen voor
het leveren van distributievarkens namen
nooit meer dan 10 vereeniglngen deel. De
Regeering heeft getoond te willen helpen.
De Minister wees op de verlaging der vee-
voederprijzen, de verhooging van de prijzen
der gewassen, de verlaging van het slacht
gewicht der varkens, het onderzoek naar de
mogelijkheid meer kunstmest beschikbaar te
stellen, enz. De Regeering zou gaarne méér
doen, maar zij ontmoet allerlei bezwaren en
moeilijkheden. De Minister zou wei meer
doortasten, als hij maar kon. Het zandbedrijf
wordt buitengewoon sterk getroffenzoolang
de crisis duurt, zal het een andere richting
in moeten. Hoelang de crisis zal duren, weet
niemand, 't Komt nu al op de boeren neer.
't Moet voor hen heerlijk zijn te weten, dat
men in een zoo critieken tijd zijn vaderland,
waaraan men zoo gehecht is, kan dienen
op zoo nuttige wijze.
Laten wij allen zorgen, vóór alles goede
Nederlanders te zijn.
Dit is in 't kort de rede van den Minister
weergegeven.
De Minister sprak gemoedelijker dan we
den laatsten tijd van hem gewoon waren.
Op de hoofdpunten, b.v, betreffende den prijs,
voor de rogge betaald, was zijn betoog
uiterst zwak. Den zandboeren, wier bedrijf
ontwricht is, te kort te doen, véél te
kort, omdat er geen geld zou zijn, is iets,
wat we niet kunnen loven. Wij allen te za-
men hebben de oorlogslasten te dragen en
niet de arme zandboer in hoofdzaak alleen.
C. B.
Wat de heer Kruseman van den
Minister zegt.
Wij bedoelen natuurlijk den Minister van
Landbouw, den heer Posthuma met wiende
heer Kruseman het in de laatste weken danig
aan den stok heeft gehad. De lezer kent den
heer Kruseman. „Voorzitter van de Kunst-
mest-Commissie", zegt Ge. Jawel, maar ik
moet er bijvoegen„geweest". Want de Minis
ter heeft hem onlangs zijn eervoi ontslag
thuis gestuurd. Ongevraagd. Dit wijst er op
dat het hommeles was tusschen die beiden.
Hoe dat zat Het naadje van de kous weten
we natuurlijk niet. Maar de heer Kruseman
een en ander verteld, eerst in de Holl. Maat
schappij van Landbouw, later aan iemand
van „De Telegraaf". De Minister had dan den
heer Kruseman gewaarschuwd, dat hij met
zijn schrijven in het openbaar tegen Z. Exc.
moest ophouden of zijn ontslag nemen. In
geen van beide scheen de heer K. zin te
hebben. Hij berichtte den Minister dat hij in
't openbaar sprak als landbouwer, niet ais
alsvoorz. der genoemde Commissie. Maar de
Minister gaf geen kamuitscheiden of heen
gaan, luidde een wederschrijven. De heer Kr.
deed of hij dat niet begreep. Ik ben bereid
door U gehoord te worden, meldde hij Z.
Exc. ontwijkend. Daarop vroeg de Minister
een definiatief antwoord. Dit bleef uit, en het
ontslag volgde toen „ongevraagd".
Niet erg prettig voor den heer Kr., die een
maal met een groot gezag bekleed scheen
te zijn. Men kent zijn gezegde: „ik ben de
Jvunstmest-CommissieEn zijn positie bij
den Minister was sterk, want deze wilde er
langentijd niet van hooren om den heer Kr.
te ontslaan, hoezeer hierop uit landbouw-
kringen, waar men in den heer Kruseman
geen vertrouwen meer stelde, sinds hij de
A. H. V. (Algem. Handelsvoorwaarden) had
prijs gegeven, werd aangedrongen.
De heer Kr. was dan af. Maar zwijgen doet
hij niet. Het blijft sputteren tegen den Minis
ter, geen klein beetje. De critiek komt bij
hem los. Nu Z. Exc. hem niet wil hooren,
zegt hij al Multatuli„Ik wil gelezen worden 1"
Hij heeft inzonderheid zijn hart gelucht in
een onderhoud met „De Telegraaf": net een
kostje voor dat blad 1 Daarin heeft hij ver
klaard, dat de boel in de war is geloopen
door de schuld van den Minister, die door
hem gewaarschuwd is geworden. De heer
Kr. had blijkbaar het juiste inzicht zoo
moet men wel gelooven als men hem leest
en het vaderland zou waarschijnlijk nog
gered zijn geworden, indien Z.Exc. nu maar
niet zoo eigenwijs was geweest en naar hem
(Kruseman) had willen luisteren. Maar kun
je begrijpen
Zeer veie goede eigenschappen heeft Mi
nister Posthuma. Aldus de heer Kr. Z.Exc.
bracht vooral in onderdeelen verrassende op
lossingen. In onderdeelen, weet U. Overigens
mi3t hij het inzicht in den algemeenen eco-
nomischen toestand 1 Telkens werd de Minis
ter door de omstandigheden verrast! De
heer Posthuma ziet door de boornen het
bosch niet! Voorts was het een fout van
hem, dat hij het werk over een groot aantal
commissies verdeelde, die niet samenwerken,
geen voeling met elkaar houden. Er is geen
centrale leiding en het geheel vertoont een
gebrek aan organisatorischen opzet! 't Ligt
in het karakter van den Minister, dat hij
meent van de verantwoordelijkheid af te zijn,
ais hij zijn mannetjes gekozen heeftEn
dezm durft hij nog wel met de meeste
kalmte verloochenen ook! C. B.
We lezen in de N. Haagsche Crt.
Snoeverij en veinzerij.
Zelfs zij, die al het kromme der Entente
pogen recht te praten en het kwade goed,
geven toe, dat snoeverij en veinzerij de open
bare redevoeringen walgelijk maken.
En zeer pijnlijk treft het, dat „de helden
van Zuid-Afiika", hun verleden vergetend in
dezen vaak matador zijn.
Vooral Smuts, die naar sommigen zeggen,
nog meer de gevierde man is dan Lloyd
George, heeft het al heel ver in deze booze
kunst gebracht.
Vlak na het eerste debacle der Italianen
zei hij. Het kanon zal niet beslissen, want
het eigenlijke slagveld is in de ziel der natiën.
Nu ja, dat mag wel gezegd door iemand,
die zóó de ziel van het Afrikaansche volk
verloochent.
Maar ergerlijker wordt het, als Smuts durft
te lasteren: Met den dag wordt het duide
lijker, dat het een oorlog is tnsschen God en
den duivel.
De eigengerechtigheid is hier verschrikkelijk.
Dwaas van arrogantie en onnoozele snoe
verij wordt het, als deze redenaar zegt: Wan
neer de Duitschers de geheele oorlogskaart
verscheuren, d.w.z., ai het veroverde gebied
ontruimen, dan kunnen we zaken doen.
Of verder. Met Italië zal alles in orde ko
men. Onze sterke arm zal zich derwaarts
uitstrekken. En dit ernstig gevaar zal ons
gelegenheid bieden om den vijand te kloppen.
Wat een gebral!
Waarom verscheurt de Entente de Duitsche
oorlogskaart niet Dat is toch veel eervoller,
als men „op zijn arm kan roemen?"
Heeft men loms de Duitschers in de vlakte
van Vinetië gelokt, om hen daar in 't open
veld aan te vallen. Dan ware 't toch wel ge-
wenscht, dat men iets meer deed dan confe-
reeren in Washington en Parijs "Over den
toestand van Italië.
Of ziet men de Centralen voor zulke on-
noozeienaan.dat ze, succes bij succes voegend
al deze waarborgen aan Engeland's voeten
zullen leggen om zich op genade of ongenade
over te geven?
Smuts moet den sterken arm bij 't snoe
vende woord voegen, anders zal het op zijn
vijanden niet veel indruk maken.
Maar het schijnt voor de Ententelanden,
het vrijheidlievende Amerika niet het minst,
gemakkelijker om de zwakke neutralen het
brood uit den mond te stooten, dan het cor
don der Centralen door te breken. België,
Servië, Roemenië en Rusland wachten al zoo
lang op „den sterken arm."
Waarom wordt hij niet uitgestrekt
Veinzen en snoeven is lichter taak dan den
vijand neerwerpen, maar het gevolg kan niet
anders zijn, dan dat de lijdende menschheid,
die schreeuwt naar verademing, gelijk het
hert naar de waterstroomen, dit bittere ver
wijt tot de Entente richt: Vrede door onder
handeling wilt ge nietde Centralen tot vrede
dwingen kunt ge niet; gij zijt deberoerders
der wereld, gij spreekt van zegen en bescher
ming, maar gij legt de menschheid onder den
vloek.
Vreemde vliegtuigen.
Uit Oostburg meldt men aan de N. R. Ct.
Woensdagnacht hebben weder verschillen
de vliegmachines boven Zeeuwsch Vlaande
ren gevlogen. Aan de Belgische kust werden
zij beschoten.
Dinsdagmorgen is over Oostburg een
groote Duitsche kabelballon gedreven. De
mand was er nog aan bevestigd, een lange
staaldraad sleepte over de gebouwen en
bracht hier en daar schade aan. Militairen
hebben nog vergeefs getracht de staaldraad
vast te houden. De balon is onder Groede
aangehouden.
Te Ritthem (Walcheren) is Dinsdag een
groote Duitsche kabelballon gedaald, waar
aan zich een mandje bevond, waarin twee
telephoontoestellen waren. Er werden geen
personen in aangetroffen.
Te Dordrecht dreef Dinsdagmiddag 'on
zichtbaar door de wolken een ballon over
de stad, waaraan een kabel hing, die als
anker een ijzeren staaf droeg. Die staaf
heeft heel wat verwoesting aangebracht.
Verschillende telegraafdraden werden stuk
geslagen, waardoor het telefonische- en
telegrafische verkeer met Gorinchem ver
stoord werd.
Te Wieldrecht (Dubbeldam) zijn ook dra
den gebroken, terwijl te 's-Gravendeel een
lantaarnpaal, schoorsteen, draden, een dak
stuk van een schuur enz., vernield werden.
Ook aan het Visschertje (Dubbeldam) zijn
telegraafdraden vernield.
Bommen te Axel en Sas van Gent.
Donderdagmorgen ongeveer halfvler heeft
een vliegtuig van onbekende nationaliteit een
bom geworpen op tien meter afstand van de
gasfabriek te Axel. Het waterreservoir werd
dusdanig beschadigd, dat het onbruikbaar is,
zoodat de gastoevoer is afgesneden. Het huis
van den directeur der fabriek werd ook be
schadigd. Door scherven zijn twee vrouwen
niet levensgevaarlijk gewond.
Het vliegtuig dat hevig beschoten werd,
vefciween naar het Zuidwesten.
Omstreeks denzelfden tijd zijn ook twee
bommen geworpen op Sas van Gent, nabij
de suikerfabriek van den heer Malotaux. Een
in het kanaal liggend Rijnschip werd bescha
digd, en drie werklieden der suikerfabriek
zijn door scherven gewond.
Van andere zijde wordt ons gemeld:
De waterketel van de gasfabriek te Axel
is door de bom gesprongenhet water bruiste
eruit. Behalve aan de fabriek werd groote
schade aangericht aan de woning van den
directeur en aan een 12-tal andere gebouwen
waarvan de daken wegsloegen. Het aantal
gebroken ruiten is zeer groot. Een bejaarde
vrouw, die in haar woning te bed lag, werd
ernstig aan de keel gewond; een scherf van
de bom was door een buiten- en een binnen
muur heengeslagen. Een 30-jarige vrouw, die
uit een venster keek, werden drie vingers
afgeslagen.
Na eerst te zijn weggevlogen, kwam het
vliegtuig even later weer boven Axel; het
werd toen door militairen hevig onder vuur
genomen, waarop het voorgoed verdween.
De opschudding en de schrik in het plaatsje
waren zeer groot.
Ook op het Belgische gedeelte der gemeen
te Overslag is een bom gevallen.
Het toestel, dat te Axel een bom heeft
geworpen, kwam uit de richting van België
en vertrok ook in die richting.
Eenige stukken van de bom zijn gevonden
en door den militairen commandant in be
slag genomen.
DE TOESTAND.
Het ziet er voor de Italianen nog niet erg
rooskleurig uit.
Nu eenmaal door de Centralen de Tagli-
amento-linie was genomen, is 't, of de
Italianen nog sneller retireeren als het wei
het geval was, vóór de rivier.
Bij de opmarsch der Centralen in de Ve-
netiaansche laagvlakte hebben zij de Livenza,
de eerste maar veel zwakkere natuurlijke
verdedigingslinie na de Tagliamento, die ais
het ware een strategisch tusschenstation,
tusschen deze laatste rivier en de Piave
vormt, bereikt.
Het feit wordt van Italiaansche zijde toe
gegeven. Cadorna meldt, dat de Italiaansche
stellingen achter de Livenza zijn teruggetrok
ken. Opmerkelijk is alleen, dat hij als reden
tot het opgeven van de Tagliamento-stelling
de omstandigheid aanvoert, dat de rivier
„laag" en daardoor weinig verdedigbaar was.
Het is nauwelijks echter een week geleden,
dat de Duitschers meldden, dat die zelfde
rivier „hoog gewassen" was, waardoor de
terugtocht van de Italianen aanmerkelijk
bemoeilijkt zou moeten worden. Zooüat de
ontwikkeling van de krijgsbedrijven waarlijk
zelfs op den natuurlijken loop der rivieren
haar invloed schijnt te hebben.
Te verwachten is het niet, dat de Italianen
achter de Livenza trachten zullen blijvend
stand te houden. Toch is het echter voor
hen van belang, om achter de rivier den
opmarsch van de centralen zoolang mogelijk
te vertragen. Daardoor kunnen zij immers
aan de uit het bergland terugtrekkende af-
deelingen de noodige ruimte en de noodige
gelegenheid bieden om haar moeilijken terug
tocht zoo goed mogelijk uit te voeren.
In welke ongunstige omstandigheden deze
afdeelingen achterwaarts moeten trekken,
blijkt voor een deel al reeds daaruit, dat de
twee laatste Oostenrijksche legerberichten er
melding van kunnen maken, dat „eenige
duizenden" Italianen gevangen werden ge
nomen. En toch heeft de terugtocht nu nog
onder de meest gunstige voorwaarden voor
de Italianen plaats.
Indien de centralen er in zouden slagen,
om de Livenza met spoed te forceeren, en
hun opmarsch naar de Piave snel door te
zetten, gezwegen dan nog van een even
tueel forceeren van die stelling, dan zou
den de omstandigheden een heel wat ongun
stiger karakter voor de terugtrekkende Itali
anen hebben aangenomen.
En dit is reeds het geval al.
Het laatste bericht, dat nog binnenkwam
van Duitsche zijde, spreekt er reeds van dat
„in een opgewekten aanval de Duitsche en
Oostenrijksch-Hongaarschedivisies, niette
genstaande de vernielde bruggen een over
gang over de Livenzo bevochten hadden, en
dat ze de vijand verder naar het Westen te
rug dringen."
De totale buit beloopt nu al reeds boven
de 250.000 man gevangenen benevens ruim
2300 kanonnen.
We zeggen dus niet te veel als we bewe
ren dat het er voor Italië niet rooskleurig bij
staat.
Eindelijk hebben de Engelschen het zoo
hardnekkig door de Turken verdedigde Gaza
in Palestina bezet.
Reeds voor meerdere maanden waren zij,
bij den verrassenden uitval van het Sinai-
8chiereiland uit enkele uren lang meester van
de stad. Ze werden er echter weer dooreen
sterken Turkschen tegenaanval uitgeworpen
en geruimen tijd heeft het geduurd en heel
wat strijd heeft het gekost voor generaal Al-
leuby het echec heeft kunnen herstellen en
het Turksche verzet kon breken.
Het succes, dat de Engelsche troepen voor
eenige weken bij Bir-es-Seba behaald hebben,
schijnt echter een aanmerkelijke verandering
in de militairen toestand ten gunste van de
Engelschen gebracht te hebben. Van dat punt
uitgaande, konden zij de Turksche verdedi
gingstellingen voor Gaza in de flank bestoken
en de stad voor de Turken onhoudbaar maken.
De Engelschen zijn nu in het bezit van een
krachtige en wei-uitgebouwde „bruggenhoofd-
stelling" waardoor hun militaire positie in
Egypte vrijwel onaantastbaar wordt en waar
door zij tevens een basis hebben om hun
opmarsch in het Heilige Land voort te zetten.
Gaza is nog slechts een kleine 65 kilometer
ten Zuiden van Jaffa de „haven" van Jeruzalem
gelegen. Jeruzalem zeif is vermoedelijk nu
het voornaamste steunpunt van de nieuwe
Turksche stelling.
In Rusland schijnen de maximalisten met
de uitvoering van een nieuwe Staatsgreep
begonnen en is daarmede een tweede revo
lutie ontbrand.
De eerste telegrammen luidden dat zij door
een detachement van leger en vloot gesteund
verschillende belangrijke gebouwen in de
hoofdstad, de bureaux van het officieel tele-
graaf-agentschap, de centrale banken en het
marine-gebouw bezet hebben. Hun invloed
schijnt dus zeer belangrijk te wezen en met
zekere spanning heeft men de uitvoering van
hun verdere plannen tegemoet te zien.
Tot dusver, meldt een Reuier-telegram la
coniek, hebben zich geen „wanordelijkheden"
in Petrogrado voorgedaan. Het optreden der
maximalisten schijnt dus niet onder de „wan
ordelijkheden" te vallen.
Dat er meer was voorgevallen als Reuter
wel wilde doorlaten was ontegenzeggelijk.
Naar de waarheid behoeven we dan ook
niet lang te wachten.
Nog geen 12 uur na dat deze berichten
bekend waren werd ons het volgende'geseind
Op het Westfront is Passchendaale na een
hardnekkigen aanval door de Engelschen op
de Duitschers veroverd. Overigens geen be
langrijke gevechten.
VERSPREIDE BERICHTEN.
De strijd in het Westen.
(Van een bijzonderen militairen medewerker).
Terwijl aller aandacht geboeid wordt door
het machtige gebeuren op het Italiaansch
oorlogstooneel, wordt de worsteling in het
Westen om het bezit van Laon met onver
minderde hevigheid voortgezet. Ofschoon
van geringe afmetingen en minder schokkend
verdient het verloop van den strijd aldaar
toch zeer de aandacht, en wel omdat de
gevechten in het Westen min of meer als
een terugslag van hetgeen zich in Italië af
speelt, mogen worden beschouwd. De rel3
van den Italiaanschen koning naar Frankrijk,
zoomede de weigering van Cadorna om
troepen voor het Fransche front af te staan,
zijn beide factoren, die er op wijzen, dat
het in Italiaansche regeeringskringen reeds
geruimen tijd bekend was, dat de Centralen
iets in hun schild voerden. Ondanks het
koningsbezoek heeft het Cadorna niet mogen
gelukken van zijne bondgenooten rechtstreek-
sche hulp in den vorm van manschappen te
verkrijgen. Thans," nu het te laat is, zegt
Frankrijk steun toe, doch het is duidelijk,
dat een uiteen gerukte legermacht wat
de Italiaansche troepen ophetoogenblikzijn,
zelfs door den aanvoer van eene groote hoe
veelheid nieuw menschenmateriaal niet licht
tot staan te brengen Is, om nog niet eens
van een herstel der slagvaardigheid te spreken.
De eenige hulp die de Geallieerden kunnen
bieden zou eene uiterste krachtinspanning
in het Westen zijn. De Franschen, ingelicht
omtrent het aanstaande Isonzo-offensief der
Centralen hebben dan ook bloedige pogingen
ondernomen om Laon te vermeesteren, en
ofschoon het hen door een hevig artillerie
vuur en massale infanterie-aanvallen heeft
mogen gelukken eene niet onbeduidende
terreinwinst te behalen, hebben zij hun wer
kelijk doel niet bereiktde druk in het
Westen heeft het krijgsbedrijf op het Itali
aansche oorlogstooneel niet kunnen verhin
deren.
Op zichzelf bezien kunnen de Franschen
natuurlijk tevreden zijn met het bij Laon
verkregene, evenals de Engelschen in Vlaan
deren. Doch wat helpt hen ten slotte dit
voortdringen bij stukjes en beetjes? Het
Duitsche front wijkt elastisch terug, doch
tot een werkelijke doorbraak en daar gaat
het toch ten slotte om komt men niet.
Bovendien leeren de oogenblikkelijke gebeur
tenissen aan de Isonzo, dat elf met bloed
gekochte overwinningen, door één nederlaag
volkomen te niet worden gedaan.
Het kan derhalve zijn nut hebben eens na
te gaan, welke resultaten de Fransch-En-
gelsche troepen sedert het voorjaar 1917 met
hunne aanvals-ondernemingen hebben be
haald. In drie groote slagen zijn de Engel
schen er in Vlaanderen in geslaagd het front
der Duitschers in te deuken, echter geenszins
op zoodanige wijze, dat hunne strategische
positie er door in gevaar wordt gebracht.
Meer dan een millloen soldaten werden in
den strijd geworpen, en als men thans den
toestand objectief overziet, dan blijft slechts
de slotsom over, dat de geheele vooruitgang
slechts bestaat uit een terreinwinst van niet
meer dan honderd vierkante kilometers, ter
wijl de Duitschers nog 30.000 vierkante kilo
meters Belgisch gebied bezet houden.
Veel nader tot hun doel zijn de Gealli
eerden hier dus niet gekomen!
De buitengewoon felle aanvallen der Fran
schen aan de Aisne in het voorjaar 1917,
waaraan een artillerie-duel van ongekende
hevigheid voorafging, leidden tot niet veel
minder dan eene catastrophe. Menherlnnere
zich slechts de tallooze interpellaties in de
Fransche Kamer, en de afzetting van den
opperbevelhebber, generaal Nivelle! Ook het
offensief bij Verdun werd na een beperkt
aanvankelijk succes in korten tijd tot staan
gebracht.
Wat nu ten slotte de jongste Fransche
aanvallen betreft, die op 23 October j.l. over
een front van 25 kilometer breedte een ahn-
vang namen, en die zich richtten tegen de
linie, welke zich bij Vauxaillon tot ten
Noorden van de hoogvlakte van Paissy uit
strekt, ook hier bleef succes van plaatselij
ken aard. Indien men zich de moeite geeft
het terrein van den strijd eens op een eenigs
zins gedétailleerde oorlogskaart te bekijken,
zal men tot de overtuiging komen, dat het
door de Duitschers prijs gegeven terrein,
door hen om zuiver strategische redenen,
en tot op zekere hoogte vrijwillig werd ont
ruimd, terwijl anderzijds de Franschen Laon
nog bijlange niet bereikt hebben. De door
hen veroverde heuvels tusschen Vauxaillon
en Pinon zijn 154 meter, de heuvels bij Orme
en Montparnasse resp. 183 en 198 meter hoog.
Tegenover dezen bergrug, en daarvan door
het Aisne-kanaal met zijn moerassig dal
geschieden, bevinden zich de Duitsche stel
lingen. Deze strekken zich over een heuvel
reeks uit, waarvan de hoogte tusschen 172
en 182 meter varieert. Verder is de toegang
tot Laon zoodanig door bergachtig terrein
versperd, dat voor de Franschen nog slechts
een in Noord-Noord-Westeüjke ric iting naar
Laon leidend dal overblijft, dat echter niet
meer dan 2 kilometer breed is. De bewering,
dat deze stad aan de handen der Duitschers
dreigt te ontvallen, kan derhalve niet anders
dan zeer voorbarig worden genoemd.
Wanneer men tegenover de verschillende
duurbetaalde plaatselijke successen der En
tente, stelt de enorme terreinwinst door de
Centralen dit jaar in Galicië, in de Boeko-
wina, bij Riga en Jacobstad, op de Oostzee-
eiianden en last not least in Italië behaald,
dan zal ieder onbevooroordeeld waarnemer
moeten erkennen, dat de vaak geuite mee
ning, als zou de militaire kracht der Cen
tralen eene spoedige uitputting tegemoet
gaan, allen grond van waarheid mist.
Het verschil in de strijdmethode der Gealli
eerden en der Centralen is, dat terwijl de
eersten hunne kracht zoeken in verschillende
onsamenhangende lokale successen, laatst
genoemden volgens een vast plan evenwel
met grootere tusschenpoozen, hunne tegen
standers verpletterende slagen toebrengen.
Wat aan de strijdwijze der Geallieerden
ontbreekt, is de groote lijn der Hindenburg-
sche strategie.
„L' Information de Bruxelles" van 5
November vraagt zich af, wat toch wel de
bedoeling der Engelsche luchtaanvallen op
Antwerpen mag zijn. „Geen enkel punt van
militair belang heeft men bereikt, geen enkele
Duitsche soldaat is getroffen, geen enkel sta
tion is beschadigd, geen enkel stransport ver
nietigd. Maar er zijn eenige huizenreeksen
tottaai verwoest door de geweldige bommen
en 42 ongelukkige burgers, meest vrouwen
en kinderen, allen landgenooten zijn gedood,
in stukken gescheurd door de entploffingen.
Men heeft een half vrouwenlichaam gevonden
zonder hoofd en borsten .Tal van fa
milies zijn in rouw gedompeld, Het aantal
gewonden is zeer aanmerkelijk en velen hun
ner verkeeren in zorgwekkenden toestand
Maar waarom dan toch? vraagt het blad.
Antwerpen wordt niet belegerd, het front is
er ver vandaan en zelfs al troffen de bommen
der Britsche vliegers eens een punt van mili
tair belang, dan zou het resultaat daarvan
toch nog zeer indirect, het voordeel uiterst
gering zijn, daar het de groote operaties ab
soluut niet zou beïnvloeden. Het blad is dan
ook van meening dat andere dan militaire
bedoelingen bij deze luchtaanvallen voorzitten.
„Het (Engeland) spant zich in, om onze
groote haven in het oog van den internati
onalen handel zooveel mogeI(jk te benadee-
len en zoodoenden haar handel en de bron
van welvaart, die er voor het geheele land
uit voortvloeit, te verminderen. Is de Schelde
niet de „natuurlijke concurrent" van de
Theems? zeggen de Engelschen openlijk.
Men moet deze mededinster dus in moreel
en materieel opzicht afbreuk doen. Het is een
der oorlogsdoeleinden van Engeland, den
handel en het verkeer van Antwerpen en van
de trans-contimentale wegen af te wenden
en over de Engelsche havens op den Brit-
schen weg Gibraltar-Malta-Suez te leidden.
Eveneens heeft Frankrijk tijdens den oorlog
nieuwe spoorwegen aangelegd om den han
del van Zwitserland aan Bordeaux te trekken
door het traject op eigen gebied te verkor
ten. Een Fransche gedeputeerde, de heer Gèe
Gèrard, is president van het „Comité econo-
mique international Suisse-Ocèan": een nieuwe
transatlantische lijn moet den handel van
Bordeaux en het transport over de Fransche
spoorwegen zoo veel mogelijk in de hand wer
ken, ten nadeele van Antwerpen en van onze
spoorwegen I
Als onze „geallieerden" ons gedurende den
oorlog, terwijl zij de hulp van België noodig
hebben, reeds zóó veraden, hoe zal het dan
later gaan, als zij ons niet meer noodig heb
ben? Welk vertrouwen kunnen wij in hun
beloften stellen?
Ook tracht men de industrieën, die hier,
vooral in Antwerpen, bloeien, naar elders
over te planten, bij voorkeur naar Engeland.
Twee duizend invalide Engelschen leeren reeds
het diamant slijpen, met het doel om onze
werklieden bij hun afnemers van overzee
te verdringen!
Is het een uiting van een analoog principe,
dat de Engelsche minister Lord Robert Cecil
er zich in het Lagerhuis op beroemde, 12.500
ton aardappelen in Holiand te hebben laten
bederven, bij gebrek aan scheepsruimte, om
ze naar Engeland te vervoeren Deze „pa
tatten" zouden hier wel afnemers hebben
gevonden
Een inzender in de Daily Maul schrflft:
U vraagt, wie de Noordzee beheerscht?
Het antwoord is waarschijnlijk; deduikkrui-
ser, de Tauchkreuzer, zooals de Duitschers