Woensdag 31 October 1917.
32 ,r Jaargang N°. 2333.
voor de Znidhollandiche en Kreuwiche Eilanden.
1
lie Oorlog.
Antirevolutionair
Orgaan
IN HOC SIGNO VINCES
Dr. Maarten Luther en zijn
Herdenking.
Harvormingslisd.
BUITENLAND.
W. BOEKHOVEN Zonen,
Alle stukken v©©r de Redactie bestemd, Adrertentlëia est verdere Administratie franc© toe te sesiden aan de Ultrevers
3 Een toevlucht voor de zijnen!
Deze Courant verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG.
ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden franco per post 50 Cent bij vooruitbetaling.
BUITENLAND bij vooruitbetaling f 4.50 per jaar.
AFZONDERLIJKE NUMMERS 5 CENT.
UITGEVERS:
SOMMELSDIJK.
Telefoon fntercommunaal No. 2.
ADVERTENTIËN 121/» Cent per regel, RECLAMES 25 Cent per regel.
BOEKAANKONDIGING 5 Cent per regel.
DIENSTAANVRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN 50 Cent per plaatsing.
Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan.
Advertenticn worden ingewacht tot DINSDAG- en VRIJDAGMORGEN 10 UUR.
't Protestantsehe volk maakt zich op
den Hervormingsdag te vieren. Het
vierde eeuwfeest te beleggen. Vreugde
te openbaren over 't Reformatiejaar.
En hoezeer we ons in de Luthersche
theologie in haar beschouwing der
Sacramenten van Doop, Avondmaal en
Biecht niet kunnen vindenen hoezeer
j[a we met hem verschillen in de beschou-
wing dat de Roomsche Kerk de Anti-
Christ zou zijn en ofschoon we zijn
verhouding van Volk tot Overheid niet
kunnen toestemmenen zijn beschou
wing over de M Schrift niet in alles
strookt met onze Calvinistische opvat
tingen .dit alles belet niet, dat
we dr. Maarten Luther de hulde bren
gen willen, die hem toekomt. En niet
alleen hem, maar ook allen, die als zijn
voorgangers aan de restauratie der
R. Kerk hebben meegewerkt; want
men vergete niet, dat Luther stond op
de schouders van voorname voorgan
gers Deze voorgangers hebben den weg
gebaand, langs welken Luther 't Duit-
sche Volk vooral bereiken kon. Luther
was niet hst licht;' zosvelen vóór
hem hebben in groote vrijmoedig
heid de zonden der R. K. als met den
vinger aangewezen, In de zoogenaamde
middeleeuwsche donkerheid blonken er
reeds evangelische lichtenwerd kritiek
op de Kerk niet gespaard en zuiverheid
in geloof en zeden reeds aangeprezen.
De R. Kerk is vóór Luthers aanplakken
der 95 stellingen reeds herhaaldelijk
gewaarschuwd en trouwens de
95 stellingen waren niet van dien aard
om de R Kerk daardoor op haar grond-
festen te doen beven want Lather
bleef ook na die aanplakking nog
Roomsch. Trouwens, die 95 stellingen
waren slechts tegen één fout, tegen den
Aflaathandel; waren voor Luther maar
iets bijkomstigs; doch de hoofdzaak
was zijn zondenlast en al moest van
Staupitz, den vicaris zijner orde hem
zeggen„Magister Martinus ik begrijp
dat niet", toch Luther begreep 't wel,
dat hij voor een rechtvaardig God niet
verschijnen kon, hoevaak van Staupitz
ook zeiChristus verschrikt niet, doch
vertroostnochtans de schrik des doods
zat Luther op de hielen. En in de
Schrift vond hij den troost, dien hij
buiten de Schrift zocht. De rechtvaar
dige zal door 't geloof levendat was
de rijke vondst, waaruit de aanplakking
der 95 stellingen volgde. Door 't geloof
leven en niet uit de werken der wet;
niet door aflaat
Uit genade leven door 't geloof en
niet door priesterlijke schulddelging den
last des toorns Gods laten afwerpen,
werd de hoofdgedachte zijns levens. En
wel waren er reeds conciliën ter refor
matie bijeengekomen in 1409 te Pisa;
in 1414 te Konstanz; in 1431 te Ba
zel, maar ze raakten slechts de opper
vlakte, de uiterlijke verbetering. Doch
bij Luther was 't om een innerlijke
reformatie te doen, om 't volle licht
der Schriftom de autoriteit dier Schrift
en niet die der Curie of Kerkregeer-
ders. De 95 stellingen waren in 't La
tijn geschrevengansch niet voor 't
volk, maar bedoelden slechts een we
tenschappelijk dispuut uit te lokken
in de kringen der theologen Maar de
aflaat, de zielehandel bail al reeds zoo
veel afkeer gewekt, dat de 95 stellingen
slechts de vonkeu in 't buskruit waren.
De academische gewoonte om stellingen
aan te plakken en in dispuut te bren
gen, was hier (en de tijdsomstandig
heden drongen daartoe door Tetzels
optreden in zake den St. Pieterspen
ning) de aanleiding om binnen vier
weken de Christenheid in rep en roer
te brengen. En 't was reeds in de 36ste
stelling, dat hij »de vrijheid van den
Christenmenschc bepleitte in deze woor
den: Ieder Christen, die waarlijk be
rouw heeft, komt volkomen vergeving
van straf en schuld toe, ook zonder
af iaat
Luther te WittenbergLuther te
Worms voor den Rijksdagwelke dag
en welk feit men ook 't hoogste stelle
de aanplakking die een protest was,
dan wel de niet-herroeping van zijn
geschriften met dat merkwaardige
God helpe mij, Amen! (Het>Hiersta
ik, ik kan niet anders,wordt door
historische critici ontkendalleen 't
God helpe my wordt waarlijk als Luthers
laatste woord genoemd)welke datum
men ook nemeLuther heeft de Her
vorming*, door zijn voorgangers begeerd
en geprofeteerd, volbracht en voor haar
hoofdbeginsel den strijd ten einde toe-
gestreden nl. Gods Geest alléén komt
toe de heerschappij over de ziel en niet
aan de Kerk En uit dat hoofdbeginsel
"trok hij zijn reformatorische conclusion
of .hesluiten. Want is Gods Geest alleen
de heerscher der ziel, dan is er ook
Christelijke Vrijheid vrijheid om tegen
de machten der Kerk te plaatsen de
ordinantiën Gods voor alle leven in en
buiten de Kerkdan moest ook de
eenheid der Kerk opgeofferd worden
aan de vrijheid, want een Eenheid zon
der die vrijheid was de doodvrijheid
met verscheidenheid moet er zijn.
En als Gods Geest alleen de heer
schappij had, dan zou die Geest ook
overtuigen van zonde, en gerechtigheid
en oordeel en dus de konsjentie open
gaan het recht dier konsjentie om
naar Gods Woord te leven en niet naar
't Woord der Kerk en der Conciliën
was daarmee bevestigden als dat
geweten overtuigde van zonde en nood
zakelijke genade, dan kon niet de Kerk
met haar goede werken* doch slechts
't bloed van Christus reinigen die de
Genade zelve was, Offer en Offeraar
tevens.
En als Gods Geest alleen de heer
schappij had, dan leidde die ook alleen
in de waarheid in en vormde alzoo
de menschelijke persoonlijkheid, die
durft te zeggen voor Paus en Kerk
voogd Ik gal Gode meer gehoorzamen
dan de menschen, want dan is 't de
Goddelijke Geest die tot zoo'n vrijmoe
dig getuigen hoopt en den mensch
maakt tot een waarlijk individu, een
gekenteekende, godsdienstige, naar Hem
luisterende, karaktervolle persoonlijk
heid.
En als Gods Geest alleen de heer
schappij heeft, dan is er ook maar één
Wet; één wet van dien éénen Geest,
en die Wet is de Schriftdaarom van
den Paus en van de Kerk en van de
Conciliën terug naar de Wet des Gees -
tes, naar die Schrift, die de Wet des
levens is.
En van dat Woord zouden z e af blij
ven zei Luther, En dat beteekende
wat in dien tijd, toen grootsche mach
ten in Kerk en Staat daar anders over
ja» a .n f> sl o ba mm a.aj».n a a a a a oH
<3
3
3
2 Een vaste burg is onze God,
1 Al drukt het leed, al dreigt het lot,
Hij doet zijn hulp verschijnen!
De vijand rukt vast aan
Met opgestoken vaan:
5ji Hij draagt zijn rusting nog
«j Van gruwel en bedrog,
e; Maar zal als kaf verdwijnen!
Geen aardsche macht begeereii wij;
2 Die gaat welras verloren!
<3 Ons staat de sterke Held ter zij,
a Dien God ons heeft verkoren.
Vraagt gij zijn naam? zoo weet,
<3 Dat Hij de Christus heet.
ej Gods Eengeboren Zoon,
Verwinnaar op den troon!
De zeeg' is ons beschoren!
En grimd' ook d' open hel ons aan,
Met al haar duizendtallen,
Toch zal geen vrees ons nederslaan,
e, Toch doen wij 't krijgslied schallen1
Hoe ook de satan woedt,
Wij staan hem voet voor voet,
3 Wij tarten zijn geweld!
Zijn vonnis is geveld
Een woord reeds doet hem vallen!
Gods woord houdt stand in eeuwigheid
<S En zal geen duimbreed wijken.
Beef, satan! Hij die ons geleid,
Zal u de vaan doen strijken I
<3 Delf vrouw en kindren graf,
Neem goed en bloed ons af.
Het brengt u geen gewin
3 Wij gaan ten hemel in
a En erven koninkrijken!
(MAARTEN LUTHER).
dachten Dat woord was reeds een
heldenwoord.
Zoo danLutber en de Kerkhervor
ming! ze bohooren bij elkaar. En al is
't dat wij., Gereformeerden veelliever,
den naam van Calvinisten dragen en
geen Lutheranen zijn; al is 't dat 't
cujus regio cius religio* d i. wiens rijk,
diens godsdienst ons tegen de borst
stuit en ons een inkonsekweatie van
Luthers vooropgestelde Christelijke vrij
heid dunkt, waar wij Calvinisten tegen
over stellen de vrijheid der Overheden
om op hun wijze God te dienen, maar
daarbij tevens dezelfde vrijheid der
onderdanen om van 't Geloof der Over
heden af te wijkennochtans heeft
Luther aan Europa een inzicht geschon
ken, dat toen, maar oolc stééds, in een
zondige wereld eene voortdurende Re
formatie noodig is. Een Reformatie in
de R. KerkEen reformatie óók onder
de reformatoren en Gereformeerden
zeiven. Zelfs de ^Hervorming* heeft
reformatie noodig!
E>
feitelijk weinig toe ie voegen hebben indien
wc die in zijn geheel onder het overzicht op
Hamen.
Zij spreken voor zichzelf.
De strategische gevolgen van het offensief,
door de centralen ingezet, hebben zich met
een voor de Italianen schrikwekkende snel
heid voltrokken.
Zaterdagavond zijn «Ie Duitsche troepen,
die tusschen Flitsch en Tolmein en ten Zuide
daarvan door de Italiaansche bergstellingen
heengebroken zijn, Cividale reeds binnenge
rukt. En als gevolg daarvan hebben de
Italianen Görz, of Gorizia zooals het scdeit
heette, hun stellingen op den Karst enMon-
falcone ontruimd en zijn zij in snellen terug
tocht naar de vlakte van Venetië terugge
trokken.
Wat de Oostenrijkers met hun offensief in
Juli 1916 van Zuld-Tirol uit, ondanks de
kracht, waarmede zij hun aanval doorzetten,
niet bereiken konden, is nu in een eersten
stormloop als het ware geluktde vlakte van
Venetië, die voor den aanvaller de gelegen
heid tot een snellen opmarsch biedt, is be
reikt. De Oostenrijkers hadden het vorige
jaar door een breederen bergmuur heen te
dringen, maar zij hadden er waarschijnlijk
op gerekend, dat de Italiaansche stellingen
daar niet zoo sterk zouden zijn als op het
Oostelijk deel van het front, aan de fsonzo.
Zij slaagden bij hun opzet niet. Nu hebben de
centralen den smalsten maar ook den meest
krachtig versterkten bergmuur doorbroken
en het doel bereikt.
Met Cividale hebben de centralen immers
niet alleen den Italianen een gewichtig steun-
punt-ln-den-rug genomen, maar ook eerste
stad in de laagvlakte bereikt.
Daarmede is voor de centrale» de gelegen
heid voor een omvattende beweging op
groote schaal geopend, fn de laagvlakte im
mers is hun de mogelijkheid geboden door
een snel en krachtig vooruitbrengen van hun
troepen, de Italiaansche stellingen in de
Juiische Alpen en aan het Tiroolsche front
in ernstig gevaar te brengen. Zij kunnen
daardoor niet alleen die stellingen voor de
Italianen onhoudbaar maken, maar tevens
belangrijke Iegerafdeelingcn afsnijden en ge
vangen maken.
De groote vraag is, of de Italianen zich
nog tijdig kunnen herstellen, om den op
marsch der centralen in de laagvlakte tegen
te houden. De kans daarop is niet groot.
Hun levende weermacht heefteen geduchten
knak gekregen door het verlies van 100000
man, hun artillerie is geweldig verzwakt
door het verlies van 700 slu^ken, wanorde
en verwarring heerschen in hun midden. Te
verwachten vait dan ook, dat het belangrijke
knooppunt Udine, door de centralen, die,
zooals het Duitsche avond-communiqué meldt
op snelle wijze de achtervolging voortzetten
genomen zal worden. Wel kunnen de Itali
anen, van de vele zijrivieren, die de vlakte
loodrecht doorsnijden, als natuurlijke verde
digingslinies gebruik maken. Maar de cen
tralen hebben aan hun zijde het geweldige
moreele overwicht, dat, gelijk bij vroegere
strategische ondernemingen gebleken is, als
een zeer invloedrijke factor beschouwd moet
worden.
Of het de Italianen wat zal helpen, dat de
regeeringen van Engeland en Frankrijk hun
kritieken' toestand, zooals de Times meldt,
„in welwillende overweging" zullen nemen,
is zeer twijfelachtig. Zelfs al mocht het re
sultaat van deze welwillende overweging
het besluit zijn, om rechtstreeksche hulp te
verleenen, dan is de vraag, of deze nog op
tijd zou kunnen komen, en komt ze te laatï
dan is het maar verloren moeite.
Daar het doel, dat de centralen nastreven,
klaarblijkelijk is, de Italianen van zich af te
schudden en daarna een versterking van hun
Westelijk front mogelijk zou kunnen zijn,
schijnt een verscherping van de aanvallen in
het Westen voorshands de beste steun, dien
den Italianen kan worden verleend.
DE TOESTAND.
Aan de nuchtere veelzeggende berichten
die de Duitsche en Weensche Regeeringjover
de ontwikkeling van de gebeurtenissen op
het Italiaansche front geven, zouden wg
VERSPREIDE BERICHTEN.
De Stockholmsche Correspondent van
de „Vossische Ztg." verneemt langs indirek-
ten weg uit Petersburg dat de bezetting van
Oesel in de Russische hoofdstad een paniek
heeft veroorzaakt, niet alleen door het feit,
zelf, doch ook door de alarmeerende wijze
waarop de gebeurtenissen in de plaatselijke
pers zijn weergegeven. Eene beschouwing
der „Nowoje Wremja": „Petersburg in ge
vaar" en eene verklaring van den Minister
van Marine, in de „Ruszkaja Wolja" dat het
nieuwe Duitsche optreden buitengewoon
gevaarlijke gevolgen met zich moet brengen,
hebben de inwoners van Petersburg met een
wilden schrik vervuld. Zondag geloofde men
zelfs dat de vijand vlak voor de poorten der
stad stond. Op het Snamenskiplein waar zich
het Moskou-station bevindt, verzamelden zich
honderdduizenden burgers gepakt en gezakt,
die sterk gesticuleerende een extra-trein naar
het binnenland eischten.
Eene zelfde vertooning viel aan het Mos-
kou-Windau-station waar te nemen. De toe
stand werd nog erger toen 1.1. Zondag be
kend werd dat op bevel uit Petersburg Revai
ten spoedigste ontruimd moest worden.
Hoe vertrekkend de paniek is, blijkt
uit het feit,, dat de Petersburgsche zomer
gasten', die wegens den woningnood nog
steeds in hunne zomerverblijven aandeOost
Finsche kust vertoeven, komen in groote
scharen naar Peterburg vluchten, zoodat de
straatweg van Sestrorezk met eene onaf
zienbare schare vluchtelingen gevuld is.
Bij den trein van Wiborg naar Petersburg
spelen zich de wildste tooneelen af. Dat bij
deze zenuwachtige stemming de meest over
dreven geruchten worden verspreid en ook
geloof vinden, is licht te begrijpen. Nu eens
heet het dat de Duitschers reeds Hangon
bezet hebben, dan weder weet men mede te
deelen, dat Baltischport in Duitsche handen
gevallen is.
De hoofdspaaibank aan de Fontanka-kade
wordt door reusachtige massa's belegerd, die
niettegenstaande het Zondag is, eischen dat
het bureau geopend wordt ter uitbetaling der
spaargelden.
Zeer onverstandig handelde de regeering
toen zij om onbekende oorzaken Zondag
vroeg plotseling het stoombootverkeer met
Kroonstadt liet stopzetten; onmiddellijk ver
spreidde zich de wildste geruchten, o.a. zou
de Oostzee-vloot In Westelijke richting weg-
gestoomd zijn, ten einde zich bij de Duitsche
vloot aan te sluiten.
Anderen wisten weder te vertellen dat
artilleristen van Kroonstadt het geschut van
de forten Pawel en Konstantijn onbruikbaar
gemaakt hadden, enz. Toen in den vroegen
ochtend eene groote Russische vliegmachine,
die een proefvaart van Dudernhof naar No-
woja Dereffna maakte, boven Petersburg
verscheen, ontstond er op straat een wilde
vlucht. Men geloofde een Dultsch vliegtuig
te zien, en algemeen werd een wijkplaatsin
de kelders gezocht.
De kalmere elementen in de stad, die den
militairen toestand juister weten te beoor-
deelen, vreezen echter dat onrustige politieke
elementen van den nieuwen toestand mis
bruik zullen maken om uiterst gevaarlijks
relletjes op touw te zetten.
In de „Observer" houdt de marine-mede-
werker, Gerard Fiennes zich bezig met de
moeilijkheden, die zich zullen voordoen bij
eventueel het vervoer van een Amerikaansch
leger, naar Europa. De Duitsche duikbooten
zullen ons nog wel genoeg scheepsruimte
laten, schrijft hij, dat wij ons kunnen staande
houden, maar niet genoeg om eene groote
Amerikaansche armee naar Europa te trans
porteeren en daar te onderhouden. De nieuwe
schepen, die wij bouwen, zullen net voldoen-
doende zijn, om de verliezen, die wij door
den duikbootoorlog lijden, goed te maken.
Daar wij bovendien aan onze andere bond-
genooten scheepsruimte moeten Ieenen, is
het onmogelijk, ook nog andere schepen ter
beschikking te stellen voor het vervoer der
Amerikaansche troepen. Deze overwegingen
brachten den Engelschen scheepvaartcontro
leur tot de verrassende verklaring, dat, wan
neer de Amerikanen een millioen man wilden
overbrengen naar Europa en daar onderhou
den, zij zes millioen ton scheepsruimte jaar
lijks van stapel moeten laten loopen, d.w.z.
het drievoudige van de Engelsche productie
in de beste vredesjaren. Maar, volgens Fien
nes gaf deze schatting niet alleen de parti
culiere meening van den scheepvaartcontro
leur weer, maar ook de meening van de
admiraliteit en van den minister van oorlog,
zoodat men zeer zeker met alle factoren had
rekening gehouden. De vermeerdering der
Engelsche vloot bleek minder te zijn dan men
verwacht had. In Februari had men hoop,
de Amerikaansche tonnage bij de eigene te
kunnên voegen, wat echter, met het oog op
de Amerikaansche behoeften onmogelijk bleek.
Men had dus in Engeland meer tonnage
noodig dan oorspronkelijk was aangenomen,
terwijl het er per slot van de rekening naar
uitzag, dat men minder zou krijgen.