Zaterdag 27 October 1917.
32"u Jaargang N°. 2382
voor de Zuidliollaiidüche en Zeeuwiche Eilanden.
Derde Blad.
Ue Oorlog.
Antirevolutionair
Orgaan
IN HOC SIGNO VINCES V
BUITENLAND.
W. BOEKHOVEN Zonen,
411e «tukken voor de ftedacile bestemd, Advertentlën esi verdere Administratie iraneo toe te zenden aan de Uitgevers,
Deze Courant verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG.
ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden franco per post 50 Cent bij vooruitbetaling.
BUITENLAND bij vooruitbetaling f 4.50 per jaar.
AFZONDERLIJKE NUMMERS .5 CENT.
UITGEVERS
SOMMELSDIJK.
Telefoon Intercommunaal No. 2.
ADVERTENTIËN 12'/, Cent per regel, RECLAMES 25 Cent per regel.
BOEKAANKONDIGING 5 Cent per regel.
DIENSTAANVRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN 50 Cent per plaatsing.
Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan.
Advertentiën worden ingewacht tot DINSDAG- en VRIJDAGMORGEN 10 UUR.
DE TOESTAND.
Op het Westfront is de aanval der Fran-
schen aan de Aisne, eindelijk losgekomen en
wel op een betrekkelijk klein stuk van het
frontgedeelte, dat nu al voovele dagen onder
een allerhevigst en allerzwaarst bombarde
ment gelegen heeft.
De omstandigheid heeft de Franschen in
staat gesteld de plaats, waartegen zij hun
eersten aanval beraamden, voor den vijand
verborgen te houden. Die plaats ligt dicht
bij het draaipunt van de zoogenaamde Hin
denburglinie, het punt waar de Duitschers,
tijdens hun terugtocht van het voorjaar, aan
het oude front vasthielden. Hier hebben de
Franschen in April van dit jaar reeds een
geweldig offensief ontketend. Zij werkten den
Iangge8trekten boog bij Vailly, uit het front
weg. Tienduizenden gevangenen en een over
eenkomstig aantal kanonnen gaven de Fran-
sche legerberichten als buit op. De aanval
van April was gericht tegen de heuvelrij, die
zich van Laffaux af (ten Noordwesten van
Vailly, in de frontlijn) naar het Oosten uit
strekt, evenwijdig loopt met het dal van de
Aisne en dit dal scheidt van dat van de Ail-
lette en van de vlakte van Laon.
Het resultaat van het offensief van de Fran
schen in April, ofschoon het destijds veel
indruk maakte, was per slot van rekening
oogenschijnlijk niet volkomen bevredigend,
het koste althans aan vele hooggeplaatsten
hunne positie.
Het huidige offensief geeft denzelfden heu
velrug ten doel. Voorloopig is het nog slechts
gericht geweest tegen het Westelijk gedeelte
ervan, tusschen Aisne en de Aillette. Daar
hebben de Franschen dadelijk bij den aan
vang een aanzienlijk succes bevochten. Zij
drongen door tot Chavignon, waar zij nog
3'/a kilometer van verwijderd waren, en heb
ben daar dus de Noordelijke helling van den
zooeven genoemden heuvelrug bereikt. Het
is te verwachten, dat hun offensief zich nog
verder in de breedte zal ontwikkelen.
Tot op heden blijft het echter stil.
De meest verrassende militaire onderne
ming in deze vóór-winter periode nog op
.touw gezet is het offensief van de centralen
aan de Isonzo. De aankomst van Duitsche
versterkingen was wel in de Italiaansche
legerberichten gemeld, en de toenemende
artillerie-actie wees op de mogelijkheid van
nieuwe gevechten. Een zoo groot opgezette
operatie als de centralen, afgaande op de
eerste bijzonderheden, die gemeld worden,
plan schijnen te hebben om uit te voeren,
viel echter niet te verwachten.
Omtrent de eerste stormloop en de resul
taten zijn de berichten nog schaarsch.
Gemeld wordt slechts dat de aanval onder
nomen werd tusschen Flimsch en Tolmein
aan de boven-Isonzo dus en op het Bainsizza-
plateau, het gebied ten N. en N. O. van Görz,
dat de Italianen met hun laatste offensief
grootendeels wisten te nemen. Van Duitsche
zijde wordt gemeld, dat de eerste Italiaan
sche stellingen genomen werden, van Oos-
tenrijkschen kant heet het, dat men de
Italiaansche linies is binnengedrongen, waarbij
„verscheidene duizenden" gevangen werden
gemaakt.
Nadere bijzonderheden omtrent de eerste
resultaten en de ontwikkeling van den slrijd
die, volgens het Duitsche avond-communiqué,
het „verwachte verloop" heeft, vallen af te
wachten. Van Italiaansche zijde heet| het
slechts, dat de vijandelijke stoot de Italianen
goed voorbereid vindt.
Het behoeft niet gezegd, dat de centralen
met hun militaire onderneming en het ver
hoopte groote succes daarvan, tevens op den
invloed van de politieke factoren speculeeren,
die in Italië zich kunnen doen gelden en, naar
uit de beraadslagingen in de kamer blijkt,
inderdaad op krachtige manier reeds hebben
gewerkt
Volgens de Italiaansche bladen zouden het
vooral Beieren zijn, die de Oostenrijkers zijn
komen versterken. Die troepen zullen waar
schijnlijk gekozen zijn, omdat zij met het
berg-terrein meer bekend zijn.
De laatste berichten luidde voor de Cen
tralen moedgevend
In trouwe wapenbroederschap, zegt Ber
lijn, traden gisteren Duitsch-Oostenrijksch-
Hong. troepen zijde aan zijde in den strijd
tegen den voormaligen bondgenoot, op een
front van meer dan 30 K. M. breedte. Na
korte krachtige vuurvoorbereiding, tot den
stormloop overgaande, braken de in den strijd
geharde divisies door het Italiaansche In-
sonzo-front in het- bekken van Flimsch en
Tolmijn heen. De sterke stellingen des vij-
ands die de dalen versperden, werden in
den eersten stoot overweldigd. Ondanks hard-
nekkigen tegenstand beklommen onze troe
pen de steile berghellingen en bestormden
de vijandelijken steunpunten die de hoogten
bekroonden,
Sremw en regen bemoeilijkten het opruk
ken in het veroverde gebied, maar die moei
lijkheden werden overal overwonnen.
De hardnekkigrn tegenstand van de Itali
anen moest meermalen in verbitterde gevech
ten op korten afstand gebroken worden.
De strijd duurt voort.
Tot 's avonds waren meer dan 10,000 ge
vangenen, waarbij divisie- en brigadestaven
en rijke buit aan kanonnen en oorlogsmatri-
eel gemeld.
(Zie eventueele telegrammen.)
VERSPREIDE BERICHTEN.
De „Daily Telegraph" van 10 October be
spreekt naar aanleiding van de statistische
gegevens betreffende het scheepsruimtevraag-
stuk, die Lloyd George in zijn rede van
Dinsdag 9 October heeft medegedeeld, het
gevaar van den toestand, waarin Engeland
op het oogenblik verkeert.
„Toen de duikbootcampagne in Februari
begon, stonden onze burgerbevolking 1500
schepen boven de 1600 ton ter beschikking.
Daarvan zijn, volgens de opgaven van onze
admiraliteit, 599 schepen tot zinken gebracht.
Vóór Nieuwjaar zuilen er dus tezamen wel
700 schepen zijn vernietigd, het verlies van
ongeveer 300 kleinere niet een3 meegerekend
Wanneer wij al onze oorlogsdoeleinden
verwezenlijken, maar daarbij met een zoo
gereduceerde handelsmarine den vrede ingaan,
zullen wij toch alles verloren hebben
Het blad wijst er dan op, dat de verwach
ting van Lloyd George, voor het einde van
het jaar 1,9 millioen ton nieuwe schepen aan
de Engelsche handelsvloot te kunnen toe
voegen, niet in vervulling is gegaan, en
waarschuwt ernstig voor iedere overschatting
van de Amerikaansche hulp. Het artikel ein
digt met de mededeeling, dat de toestand
van week tot week hachelijker wordt.
In de6 „Basler Nachrichten" van 21 Oct.
bespreekt overste Egli de gevolgen van den
brand te Duinkerken: „Eenigen tijd geleden
werd van Duitsche zijde het bericht ver
spreid dat te Duinkerken door een breed
opgezetten luchtaanval hevige branden waren
uitgebroken. Een démenti van Engelsche of
Fransche zijde bleef achterwege, zoodat moet
worden aangenomen, dat de Duitschers er
werkelijk in geslaagd zijn, aldaar op zijn
minst een zeer aanzienlijke materleele schade
aan te richten. Duinkerken is niet alleen eene
sterke vesting, aan de Fransch-Vlaamsche
kust, doch het is bovendien één der voor
naamste étappen-stalions van het Engelsche
leger dat de verbinding met het vaderland
moet onderhouden. Indien men weet welke
reusachtige magazijnen in een dergelijke
plaats noodzakelijkerwijs moeten worden
ingericht, kan men zich ongeveer voorstellen,
welke storingen door de verwoesting dezer
voorraden levensmiddelen, munitie, materialen,
enz. zullen zijn ontstaan. Wanneer de ver
woesting werkelijk zoo groot is, als volgens
Duitsche berichten kan worden aangenomen,
dan moet de aanvallende kracht van het
Engelsche leger werkelijk daaronder geleden
hebben, zij het dan al niet in dezelfde mate
als destijds h t Russische leger door de
ontploffingen te Archangel".
Lloyd George heeft Maandag in zijn in
de Alberthall te Londen gehouden rede ge
sproken van „de toenemende mislukking van
de Duitsche duikbootcampagne". In flagran-
ton tegenspraak hiermede is het artikel van
^a^-medewerker van de „Times" van
1» October. Onder den titel: „Nog geen
merkbare verandering" schrijft deze, naar
aanleiding van de laatste weekstatlstiek der
Engelsche admiraliteit
„Volgens de statistiek zijn er in de af-
geloopen week bij elkaar 16 Britsche
schepen tot zinken gebracht, in vergelijking
met 15 in de voorgaande week.-Een aan
merkelijke verandering in het weekbericht
is de vermindering van het aantal binnen-
loopende en uitgaande schepen met bijna
1000 stuks. (5'51 in de voorafgaande week,
tegen slechts 4218 in de afgeloopen week.)
Het feit, dat het zeeverkeer vermindert, ter
wijl het aantal tot zinken gebrachte schepen
op hetzelfde peil blijft en nog altijd groot
genoeg is om een gevaar te zijn, moest een
waarschuwing zijn, dat de duikbootcampagne
nog steeds geducht wordt gevoerd.
De cijfers van het zeeverkeer zijn zeer
bedriegelijk, daar ieder vertrek en iedere
aankomst worden aaugeteekend en één schip
dus vaak herhaalde" malen wordt meegere
kend. Een schip van iets meer dan 100 ton,
kan vaak twee of drie of meer havens bin-
nenloopen en ook een transatlantisch stoom
schip van 10.000 ton doet vaak verschillende
havens aan in één week tijds. Bovendien
worden in deze rubriek Alle schepen, ook
die van de geallieerden en van de neutralen,
opgenomen, terwijl in de rubriek „tot zin
ken gebrachte schepen" alleen de Engelsche
schepen worden aangegeven".
Men zal moeten erkennen, dit klinkt heel
andera dan de woorden van den eersten-
,minister I
De Russische Raad van Arbeiders en
Soldaten heeft het volgende vredesprogram
opgesteld, dat de vroegere minister van ar
beid Skobeleff, thans gekozen tot vertegen
woordiger de Russische democratie, aan de
conferentie der geallieerden te Parijs zal
voorleggen
1. Ontruiming van Rusland door de Duit
sche troepen en autonomie voor Polen,
Litauen en de Lettische provincies.
2. Autonomie voor Turksch-Armenië.
3. Oplossing van de Elzas-Lotharlngsche
kwestie door een plebisciet, onder voor
waarde van absolute vrijheid van stemming.
4. Herstel van België en schadevergoeding
voor zijn verliezen uit een internationaal
fonds.
5. Herstel van Servic en Montenegro met
schadevergoeding uit een internationaal fonds
Servië krijgt toegang tot de Adriatische zee
Bosnië en Herzogewina zullen autonoom
worden.
6. De betwiste landstreken op den Balkan
krijgen voorloopige autonomie totdat er een
volksstemming is gehouden.
7. Roemenië wordt binnen dezelfde gren
zen hersteld, belooft den Dobroedsja auto
nomie te verleenen en belooft plechtig, artikel
3 van het Berlijnsche verdrag betreffende de
gelijkheid van rechten der Joden te zullen
toepassen.
8. Autonomie voor de Italiaansche pro
vincies van Oostenrijk totdat er een volks
stemming is gehouden.
9. Teruggave van al zijn koloniën aan
Duitschland.
10. Herstel van Perzië en Griekenland.
11. Neutralisatie van alle zee-engten, die
naar binnenzeeën leiden, zoowel als van het
Suez- en het Panamakanaal. Vrijheid der
handelsscheepvaart en afschaffing van het
recht, om handelsschepen te kapen en te
torped'eeren.
12. Alle oorlogvoerenden doen afstand van
contributies of oorlogsschattingen, onder
welken vorm dan ook. Alle gedurende den
oorlog opgelegde contributies moeten terug
worden betaald.
13. Ieder land is ten aanzien van zijn had-
delspotitiek onafhankelijk, maar alle landen
verplichten zich, af te zien van een handels
blokkade na den oorlog en geen voorkeurs
toltarieven te verleenen.
14. De vredesvoorwaarden worden op de
vredesconferentie vastgesteld door onder
handelaars, die gekozen worden door de
nationale volksvertegenwoordiging. Deze
voorwaarden moeten door de parlementen
worden goedgekeurd. De diplomaten ver
plichten zich, geen geheime verdragen te
sluiten, die verklaard worden in strijd met
het volkenrecht, dus nietig te zijn.
15. Geleidelijke ontwapening te water en
te land en daarop volgende invoering van
een internationaal politie-systeem.
Het program eindigt met den oproep, om
te trachten, alle hinderpalen, die de confe
rentie te Slockholm belemmeren, uit den
weg te ruimen en het verleenen van passen
te bewerken voor alle partijen, die er deel
aan wenschen te nemen.
In „L'Humanité" van 4 October schrijft
Victor Snell:
„Een vindingrijke kop heeft het volgende
plan uitgedacht: men moest het Duitsche
papiergeld namaken en groote hoeveelheden
van deze valsche bankbiljetten door onze
vliegers op de Duitsche stellingen, steden
en dorpen laten werpen. Deze bankbiljetten
zouden weldra in het verkeer komen, geheel
Duitschland zou er mee overstroomd worden
en het gevolg daarvan zou een algemeen
wantrouwen zijn, daar ieder zou denken,
dat hij valsch papier in zijn bezit had. Bin
nen enkele dagen zou er verwarring ont
staan, ernstige onlusten en een economische
débacle zouden er het gevolg van zijn.
Duitschland heeft immers geen geld meer
en leeft nog slechts van zijn in omloop zijnd
papiergeld. Wordt de waarde hiervan teniet
gedaan, dan blijft het niets over.
Is deze uitvinder werkelijk een dwaas?
vraagt Victor Snell.
Een dwaas niet, zouden wij meenen, maar
een misdadigerAls zoodanig toch pleegt men
valsche munters te beschouwen en te be
handelen. Is het niet fypeerend, dat een
Ententeblad het niet beneden zich acht, de
ideëen van zulk een „vindingrijke kop" nog
te propageeren?
„Wij waren", schrijft „La Croix" van
11 October, „wel het laatste land, dat de
broodkaart leerde kennen. Thans, nu zij wordt
ingevoerd om een slechte oogst te neutrali
seeren, is het wellicht het oogenblik, om er
aan te herinneren, dat het dagelijksch brood
rantsoen in Duitschland en Oostenrijk op 280
gram, in Turkljë op 250 gram per hoofd is
vastgesteld.
Dergelijke beperkingen lijden de neutralen
in Denemarken krijgt men 315 gram, in Zwe
den 260 gram, in Nederland 254 gram en in
Zwitserland 250 gram. Ook onze bondge-
nooten schuwden het niet, zich de noodza
kelijke beperkingen op te leggen. Engeland
bepaalde een dagrantsoen van 260 gram,
Italië een van 250 gram. De Franschen, die
normaal recht hebben op 500 gram en tot
900 gram mogen vragen, zijn dus tijdens
den oorlog de meest begunstigden ter we
reld".
Het moet voor „La Croix" en haar lezers
wel een onaangename verrassing zijn geweest,
dat op denzelfden dag, waarop dit artikel
verscheen, namelijk Donderdag 11 October,
de minister van bevoorrading, Long, in de
Kamer mededeelde, dat het dagelijks rant
soen in Frankrijk tot 150 h 200 gram ver
minderd moest worden. De Franschen zijn
dus, om in den trant van het blad te blijven,
de minste begunstigden ter wereld
„Fairplay" van 27 September berekent,
dat de bouwkosten van een schip in Amerika
29 Po d Sterling per ton deadweight be
dragen, terwijl zij in Engeland slechts 15
Pond Sterling zijn. Men ziet de koortsachtige
ijver, waarmede Amerika zich op den scheeps
bouw toelegt, is niet zoo onbaatzuchtig als
het de goedgeloovige menschheid tracht wijs
te maken I
Men zal zich herinneren, dat de „Ru
manian Oilfields Ltd", een hoofdzakelijk met
Engelsch kapitaal werkende, Roemeensche
petroleumondernemlng, bij de Engelsche re
geering een eisch tot schadevergoeding ten
bedrage van 1.270.000 Pond Sterling heeft
ingediend voor de verwoestingen, die op last
van Engelsche officieren aan haar machines
en boorputten zijn aangericht, teneinde de
petroleumbronnen voor de Duitschers waar
deloos te maken. Deze hooge eisch schijnt in
Engeland met eenigszins gemengde gevoelens
te zijn opgenomen en den Engelschen een heel
anderen kijk te hebben gegeven op de eerst
als een „schitterende ingeving" toegejuchte
werkzaamheden der Engelsche vernielings
commissie. Dit komt duidelijk aan den dag
in een artikel van kapitein E. N. Bennett in
de „Daily News". Kapitein Bennett constateert
met leedwezen, dat de verwoestingen slechts
ten deele en voor korten tijd resultaat hebben
gehad, omdat de Duitschers, inplaats van te
trachten, moeilijke en tijdroovende herstellin
gen aan te brengen, eenvoudig een aantal nieu
we putten hebben geboord, waaruit zij sinds
maanden groote hoeveelheden olie verkrijgen.
Na deze inleiding geeft de schr^ver de vol
gende „beschouwing der feiten":
„Roemenië besloot aan den oorlog deel te
nemen, tijdens den terugtocht zijner troepen
gelastte de Roemeensche legerleiding de ver
nieling der petroleumbronnen. Dit werk werd
verricht door een aan den Roemeenschen ge-
neralen staf verbonden Engelsman. Dus moet
de maatschappij zich om schadevergoeding
niet tot de Engelsche, maar tot de Roemeen
sche regeering wenden. Zou echter, wat wordt
voorgegeven, de verwoesting niet alleen in
het belang van Roemenië, maar in dat van
de geheele Entente zijn geschied, waarom
verlangt men dan dat de Engelsche belasting
betaler er alle kosten van zal dragen, en
waarom ook Frankrijk, Italië en Rusland niet?
De kwestie moet noodzakelijk in het Parle-
ter sprake worden gebracht!"
Een enkele opmerking naar aanleiding van
dit betoog. Kapitein Bennett zou volkomen
gelijk hebben, als de feiten zich inderdaad
zoo hadden voorgedaan als hij ze belieft voor
te stellen. Dit is echter niet zoo Roemenië
en in het bijzonder de belanghebbenden bij
de Roemeensche petroleumnijverheid, waar
onder ook Nederlanders, hebben zich met
hand en tand vei zet tegen de door Engeland
gelaste verwoestingen. Zij zijn eerst gezwicht,
toen de Engelsche „vernielingscommissaris"
hun had medegedeeld, dat zijn land „natuur
lijk de schade zou vergoeden".
Men mag benieuwd zijn, op welk stand
punt het Engelsche parlement zich ten deze
zal stellen. Deelt het de opvatting van kapi-
Bennett, dan heeft men hier weer een fraai
staaltje van de wijze, waarop Engeland de
kleine naties beschermt 1
Naar aan de Koln. Ztg. uit Stockholm
wordt geseind, deelt de Birschewija Wjedo-
mosti mede, dat de boerenonlusten in het
Gouvernement Saratoff steeds toenemen. Het
landgoed der vorstin Ajelossersk-Bjelosserska
is geheel geplunderd geworden, bijwelke gele
genheid eene waardevolle beekerij en geschied
kundige herinneringen verloren zijn gegaan.