Zaterdag 27 October 1917.
82 Jaargang N" 2332.
voor de Znidhollaiidüclte em lleerawselie Kallanden.
Eerste Blad.
An tirevo
Orgaan
IN HOC SIGNO VINCES
W. BOEKHOVEN Zonen,
'felle stukken voor de Medföeiise desaeMBtti, Advertentie» esi verdere Administratie Irtunco toe te ase»de« de Uitireve&s
Dr, Kuyper 80 jaar.
H ii was Leider. Omdat hij kent en
kende de beginselen, waaruit onze partij
leven zou; die beginselen opgenomen
had in zijn ziel en zijn hoofddie begin
selen had doorgedacht in alhunkonse-
kweatieser over sprak in Kerk en
's Lands Raadzaaler over schreef dag
in dag uit met engekende glashelder
heid en mét een vuur, die de koudste
harten moest verkwikken. Hij verdè
digde die beginselen met geniale gaven
en gaf den geduchtsten tegenstander
nooit kamp. En hij kon ze verdedigen,
omdat hij een man van alomvattende
wetenschap was en de litteratuur der
gansche beschaafde wereld in Duitsch-
land, Frankrijk, Engeland, Amerika bij
zich en in zich had opgenomen. Hij zag
niet alleen 't staatsleven van één volk,
maar kende dat van alle volken, van
hun oudste historie af. Hij was histo
ricus en zag daarenboven bij 't Woord
Gods, dat hem lief en dierbaar was, de
fouten der volken in hun opkomst,
Hotel Mestaursiisf
„HET GOUDEN HEKT".
öi'üpriütair R. C, F. i LEE-Moom
OP OEN UITKIJK.
Brieven uit hat Centrum.
Deze Courant verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG.
ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden franco per post 50 Cent bij vooruitbetaling.
BUITENLAND bij vooruitbetaling f 4.50 per jaar.
AFZONDERLIJKE NUMMERS 5 CENT.
UITGEVERS
SOMMELSDIJK.
Telefoon Intercommunaal No. 2.
ADVERTENTIËN 12l/j Cent per regel, RECLAMES 25 Cent per regel.
BOEKAANKONDIGING 5 Cent per regel.
DIENST AANVRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN 50 Cent per plaatsing.
Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan.
Advertentlën worden ingewacht tot DINSDAG- en VRRDAGMORGEN 10 UUR.
Op 29 Oct. a.s. wordt dr. Kuyper *81)
jaar. In de laatste foto die we van hem
zagen, enkele dagen geleden, staat hij
in zijn tuin, achter zijn huis in de Ka
naalstraatflink ter been rechterhand
den jaszak van zijn colbert en bloots
ofds, heusch nog geen enkel teeken
aanwijzend van lichamelijke aftakeling
j staat daar als een 60-er, maarniet
als een die reeds zijn 80ste viert. Ja,
wel is de God des levens over dezen
onzen Leider getrouw en genadig ge
weest. Want waar van lichaamsuitput
ting van fysiek-op-zijn, volgens die
foto gansch geen sprake isvan seniele
aftakeling, vaüverstandsverdorring ;van
geestesverzwakking mag en kan totaal
niet gerept wie dagelijks zijn Standaard
en wekelijks zijn Heraut leest. Ja wel
is de God des levens onzen politieken
Leider zeer goedgunstig en barmhartig
en zijn grijsheid is een sierlijke kroon,
die we met ongemeene blijdschap ge
plaatst zien op 't hoofd van dezen eeni-
gen, door vrienden vereerden en door
tegenstanders gevreesden en soms ge-
haten, maar toch om zijn veelzijdige
ennis en geniale gaven gerespecteerden
grijsaard.
Dr. Kuyper 80 jaar. Leider der anti-
rev. partij na Groens dood.
Leider, verstaande de teekenen der
Tijden in Staat, Maatschappij en Kerk!
Neen, geen tyran, aan wie de partij-
genooten onderworpen zijn die zijn ma
rionetten zijn, en die naar zijn pijpen
dansen. Wie zoo dr. Kuyper schetst is
een leugenaar. Als er ooit iemand ge
weest is, die aan de leden der
antirev. partij heeft toegeroepenWees
u zelfDenk zelfonderzoek zelfCri
tiseer gerust, maar bouw opdan
is hij het. Waarlijk, wat de Vrijzinnig
heid ons van haar gerenomeerde „vrij
heid" op den meuw wil spellen in haar
partijleven; wat voor stralenbundels
van eere en eerbied zij ook mag laten
vallen op 't hoofd van Thorbecke
eertijds en thans' op haar huidige
leiders: leugenachtig zijn ze in de be
wering, dat dr. Kuyper zijn loodzware
hand legt en steeds gelegd heeft op onze
Kiesvereenigingen.
ontwikkeling, kwijning en neerslag Bij
't licht van 's Heeren Woord zag hij
volken opkomen en volken vergaan.
Voor hem was de historie eene vinger
Gods. Eri daarom kon hij leider zijn.
Wandelend en levend ook voor 't Staat
kundige leven uit'Me Openbaring, was
zijn geniale Rede in staat alles te om
vatten en te begrijpen, wat voor een
volk bron van zegen of voorwerp van
vloek zou zijn. Hij kon Leider zijn
omdat hij man van wetenschap, tolk
eener Christelijke Wetenschap was,
overziende door 't oog des Geloofs
't leven der volken, zoo in natuur als
in genadeleven
En hij vereenigde de enkelingen, die
zijn Standaard lazen en met hem
stoelden op dienzelfden wortel des Ge
loofs; hij had meer. dan Thorbecke
meer dan Groen 't organisatorisch talent
om te „vergaderen" en allen 't doel aan
te wijzen waarheen de partij zich rich
ten moest Hij vergaderde, maar ver
strooide nooit. Hij propageerde als Groen,
m t schitterend talent, maar wierf sol
daten en officieren ten aanstaanden
krijg. En ze kwamen. Ze voelden zich
aangetrokken door zijn bezielend woord
zijn krachtige pleidooien voor 't recht
in School en Staatdoor zijn democra
tische ideeën in 't sociale leven.
En 't is dé,t vocraanstaan in den strijd
om 't Recht, belicht als dit door hem
wer .i door Openbaring en met talenten in
spreken en schrijven in allerhande perio
dieken en brochures't is dat tokkelen
der volkskonsjentiedat roepen om de
Eere Gods met teederheid der ziele maar
ook met heiligen toorn over die, die Eere
wilden vergrabbelen dat altijd en altijd
maar weer getuigen vóór de Religie
tegen de ijdele filosofie onzer dagen
dat steeds uitroepen van den Name
Gods tegen den moderne Tijdgeest en
den afval van der Vaderen God
daardoor is dr. Kuyper geworden en
gebleven de Leider onzer partij. Was
hij onfeilbaar? Hij is een menseh en
niets menschelijks is en was hem vreemd.
Hij had en heeft nog de gebreken van
zijn hooge positie en groote geleerdheid
en wereldreputa'ie, di. hij wéét wie
dr. Kuyper ishij, dr. Kuyper »woog€
en >mat« zich zelf herhaalde malen en
hij viel zich zelf nooit tegenhij woog
en mat ook zijn nationale en internatio
nale tegenstanders en ze vielen in 't
gewicht niet mee. Dat vergelijken had
voor dr, Kiyper bijzondere gevolgen,
die door de vijanden worden gescholden
en in onze partij uit pure liefde voor
zijn werk, worden gedragen. Groote
mannen hebben altijd de gebreken van
hun hoedanigheden. En dr Kuyper is
groot, daarom mag hij gebreken hebben,
al worden ze door den vijand uitgebuit
en door jaloersche partijgenooten niet
al te zeer met 't kleed der liefde voor
een geharnast strijder op alle fronten,
behoedzaam bedekt.
Leider, steeds verstaande de teekenen
der tijden in Staat, Maatschappij en
Kerk, maar daarom ook als opportunist,
bijna als beginselverzaker gedoodverfd
en geplaatst niet naast, maar tegenover
Groen
Aan dezen fel bestreden Leider op
zijn 80sten verjaardag onzen heilgroet
namens de antirev partij op onze Eilan
den. Hem te schetsen van 1869 af tot
heden als Staatsman't zou onze een
voudige pen de grootste vreugde zijn
««deaspte Boereastedger 83A, 63B
12451 Direoi esïaij de HouMsinej,
DINERS J 1.as hoogar,
LOGIES MET ONTBIJT
f 1.25, f 1.50 en f 1.76
Tel. No. 1532. Aanbevelend,
Hst ieder aaabevolea adres
maar ons hart is wijder dan de kolom
men van ons blad. Daarom over zijn
arbeid in den Staat geen woord meer.
We danken er God voor, hartelijk, in
nig en oprecht, dat Hij ons dr. Kuyper
gaf. Dat was bewijs van Zijn genade
voor de verdrukten door den School
strijd. Dat was een bewijs dat Hij zelf
door een geniaal man paai en.perk stelde
aan 't Rationalistisch Ongeloof.
Dat was het bewijs, dat Hij 't Geloof
in een Cbristelijken Staat wilde verle
vendigen door een krachtmensch met
ongeëvenaarde talenten.
En waar het einde van dezen man
nadert; waar de zon des levens naar
den horizon neigt daar is 't onze bede,
dat hij nog eenige jaren, zij 't nog vele,
gespaard blijve bij 't leven en de ge
zondheid en hij voortga in de kracht
zijns Gods om onze partij te bouwen
en te verrijken door zijn machtig inzicht
in de levensproblemen, die thans aan
de orde zijn. Wie kan hem vervangen
Rust 's Heeren genade steeds milde-
lijk op hem en de zijnen, en worde zijn
levensavond vriendelijker, dan ooit be
schenen door 't licht de, H. Geestes,
dat hem zoovele jaren 't pad wees over
de doornige vlakten van't Staatsmans
leven.
Dr. Kuypernamens Flakkee, Voorne
en Puttenaan u, op uw 80ste jaar
dag onze hartelijke geiukwenschen. Aan
u van onze Plaatselijke en Centrale
Kiesvereenigingen
Als wij zéér sterk zijn tachtig
Tot die „zeer sterken" behoort dus ook
thans Dr. A. Kuyper gerekend te worden,
bij uitstek zelfs.
Want hij heeft een leven achter zich van
zoo intensen arbeid, dat het geen wonder
zou geweest zijn, als zelfs een „sterk"
lichaam er vóór zijn tijd door ware gesloopt
geworden.
Daarbij is zware ziekte hem niet gespaard
gebleven.
Eerst al in den opgang des levens, in den
tijd toen Groen ons ontviel en Kuyper,
de aangewezen leider, vele maanden lang
machteloos néerlei of van kracht beroofd,
met mond nog pen den aangevangen strijd
voortzetten kon.
Later, van '94, na den beeten stembusstrijd,
toen hij op de thuisreis te Brussel het op
geven moest en het Kerstmis werd, eer hij
de pen weer voeren kon.
En nu de laatste jaren zijn 't wéér kwalen,
die het sterke lichaam ondermijnen, al stond
nog op 't jongste Centralen Convent, wie
hem zag en opnam verbaasd over de levens
kracht, die deze „sterke" nog bezit.
Het wordt eenzaam op zijn pad.
Van de mannen, die terzelfden tijde als
hij, de politieke arena binnentraden, is slechts
een zéér enkele meer in leven.
Lohman, even oud, liet toch pas na '78
van zich spreken. Van Houten is feitelijk de
eenige staatsman van beteekenis, dien we
ons uit dien tijd nog herinneren kunnen en
die thans nog onder de levenden is.
Zelfs een tweede geslacht stierf goeddeels
weg.
Borgesius, Drueker en anderen.
Feitelijk is 't het derde geslacht, dat thans
reeds is in 't midden zijner kracht.
Van al die evenouden, die aan Kuyper's
zijde stonden, toen hij in '72 zijn „Standaard"
ophief, kunnen we ons niet herinneren, dat
er nog één man van beteekenis in leven is.
Sommiger werk ligt al véie jaren achter ons.
Keuchenius, Machay, De Geer van Jutfaas,
Van Wassenaar v. Catwijck en veie, véle
anderen, wie ze, als 't mij gegund was,
in zijn jeugd nog persoonlijk heeft gezien,
draagt nu zelf al grijze haren: zóó lang is
dat al geleden. Hun historie is reeds geheel
en al geschiedenis geworden, die ónze jon
gelieden als de historie van een lang ver
vlogen tijdperk leeren moeten.
Dr. Kuyper heeft hen allen overleefd
De tachtigjarige zal er zelf weieens van
onder den indruk zijn, al bleef hij wonder
lijk frisch, ai leeft hij nog geheel het leven
mee van onzen modernen tijd en al vervalt
hij zoo heel niet in de fout van vele ouden
om altijd maar weer de beelden van lang
vervlogen jaren naar voren te brengen.
Tachtig jaarwelk een tijd!
Stel u eens voor: een man als Dr. Kuyper
heeft de April-beweging meegemaakt en ge
juicht over Thorbecke's val; hij heeft met
Groen van Prinsteren intiem omgegaan en
Elout van Soeterwoude nog in zijn kracht
gekend. Tegenover Beets heeft hij gestaan
en den degen met hem gekruist. Hij heeft
het ministerie Van Lijnden bestreden.
Hoedemaker en De Hartog Sr. hoe lang
reeds doodl zijn z'n collega's geweest.
Hij heeft het Volkspetitionement mêe geleid
en de „Vrije" gesticht.
Dat alles heeft hij gedaan en nog veel,
véél meer!
Zijn leven vraagt een boek.
En dan niet een zes of tienvels boeksken
in de „Mannen van Beteekenis", maar een
boek in deelen, 'n monumentaal boekwerk,
dat eens een standaardwerk, op historisch
en biografisch gebied wezen zal voor ons
calvinistisch nageslacht.
Dat rijke ieven maakt, wie er „eventjes
een stuk" over schrijven moet, in de krant
die heden gelezen en morgen weer wegge
worpen wordt of gebruikt voor de hooikist,
eigenlijk verlegen.
Dan staat men er net zoo voor, als wan
neer iemand een emmertje in de handen ge
geven wordt met de opdracht er de Zuider
zee mee leeg te scheppen.
Ziet hem in zijn staatkundig werk!
Het lijkt misschien voor dilettant-politici
achter de biertafel, die alles het beste weten
en voor niets stóón, een kleinigheid, om een
partij te vormen, te organiseeren, haar pro
gram te ontwerpen en in dikke boekdeelen
te verdedigen, te verklaren en toe te passen
op de vraagstukken van den dag, en dan
voorts die partij-organisatie te leiden, den
stembusstrijd als veldheer te beheerschen
de partij en de beginselen in de kamer te
verdedigen en, geroepen door het koninklijk
woord, ook als minister den band aan het
beginsel trouw te blijven
Het lijkt zoo'n onervaren snuiter gemak
kelijk
Maar Dr. Kuyper zou het recht hebben
hem toe te voegen, wat hij indertijd op 't
zilveren Standaard-feest in anderen zin zei
„Probeer het dan zelf
Men weet het van de Ruijter.
Toen een Engelsch vlootofficier te midden
van den zeeslag als gevangene op zijn schip
was gebracht en daar een poosje had rond
gekeken, borst hij uit, in bewondering van
onzen vlootvoogd.
„Deze man is admiraal, kapitein, officier,
kanonnier en gewoon matroosdeze
man is alles tegelijk
Zoo is 't met Kuyper óók geweest.
Vele jaren lang heeft hij met zeer weinig
hulp naast hem, onze partij gedragen.
Toen de „voortrekkers" wegvielen en
ook zij waren weinigen in getal! waren
de mannen, die hen vervangen konden, zeld
zaam.
Veel moest Kuyper alléén doen.
Soms ook wel te veel.
Dat hij zich ook nog bekommeren moest
om den leeftocht van de partij en zijn oog
moest laten gaan over de finantien, is eigen
lijk gezegd schande geweest. Nó wordt er
soms nog gesputterd over 't reeds spreek
woordelijke „kwartje voor 't Centraal Comi
té", maar met name de meervermogenden in
onze partij hadden dien last nooit op de
schouders van den leider (aten drukken
Maar genoeg daarvan
't Is onmogelijk, een zoo veelzijdig man
als Dr. A. Kuyper Sr. ten voüe, of ook maar
eenigszins volledig in een artikel als dit te
„behandelen".
Slechts op één punt zij nog gewezen.
Noch op politiek noch op kerkelijk terrein
zou hij naar den mensch gesproken, ook
maar iets van beieekenis hebben bereikt, als
hij niet was geweest bij al het andere, de
geboren, de geniale journalist.
't Geslacht, dat nu opgroeit en gaat mee
leven, kent hem slechts als den „ouden man
uit de Kanaalstraat".
Daardoor mist dit geslacht vééi.
Goeddeels is Kuyper voor hun besef reeds
een historische figuur, die ais zoodanig tégen
heeft, dat zijn leven nog geen historie is.
De ouderen kenngn hem eigenlijk het best
als den „man van de Prins-Hendrik-kade".
Dóór de stemmige, Amsterdamsche woning,
heeft hij zijn zwaarsten strijd gestreden voor
Kerk en Staat en Universiteit, dóór stond hij,
nog niet in 't rijpst van zijn leven, maar
wel in 't sterkst van zijn kracht.
Ook als journalist is hij toen het aller
grootst geweest, al strekt hij in deze levens
taak nóg hoog boven 't groote gros der
schrijftent uit.
De zwaargewapende ridder van 't herle
vend calvinisme!
Met zijn machtig slagzwaard sloeg hij in
de „groote stukken", zoowel in „Standaard"
als „Heraut", de vijanden neer. De „drie
starren" vlogen in lichte, maar scherpgepunte
pijlen dag aan dag rond. Met zijn ondoor
dringbaar schild dekte hij, terwijl hij zichzelf
bloot gaf aan de aanvallen des vijands, de
kleinen en zwakken, die achter hem aankwa
men, maar zijn weerkracht niet hadden.
Zoo stond hij en gaf nooit kamp.
Zoo staat hij nóg, tachtig jaar oud
Gode alléén daarvoor de eerel
Hij schenke den hoogbejaarde nog eenigen
tijd van arbeidende rust en rustigen arbeid;
doe hem meer vrucht nog zien op zijn werk,
en bereide hem voor om op 's Heeren tijd
in te gaan in de ruste, die er blijft voor het
voik van God!
UITKIJK.
ii.
Amice
Terwijl Ik mij nederzet, om te beginnen
aan mijn wekelijkschen brief, verkeert Ne
derland in tijd van spanning. Feitelijk ver-
keeren we reeds in spanning van Augs. 1914
af. En ik vind, dat wel eens al te veel uit
het oog wordt verloren, in welke benarde
positie ons land zich bevindt. Het is niet
mijn bedoeling pessimist te zijn. Heelemaal
niet. integendeel, ik ben een eerste liefheb
ber van gezond optimisme. Maar daarom is
het toch nooit goed te keuren, dat men maar
raak leeft, voornamelijk in de groote steden.
Schouwburgen, bioscopen en allerlei andere
vermakelijkheden zijn er aan de orde van
den dag. Aan de oorlog, ach, men denkt er
zoo weinig mogelijk aan. Alleen de menschen
aan onze frontieren, met name in Zeeuwsch-
Vlaanderen en Walcheren, waar het gedon
der van het geschut niet van de lucht af is
en waar ieder oogenblik het gesnor van een
vliegmachine het luchtruim vervult, waar men
bang is, dat bommen zullen neervallen op
onschuldige menschen, zooals onlangs nog
te Sluis geschiedde, ja, daar bemerkt men
en denkt men er nog wel eens over, dat het
oorlog is. Maar voor het overige Nu, dat
laat veel te wenschen over. Zeker, het zijn
dure tijden en er wordt veel armoe geleden,
wat, naarmate de winter nadert, nog erger zal
zijn. Maar dat is ook al. Nog eens: ik wii
geen pessimisme prediken. Want op stuk van
zaken zijn wij Christenen nietwaar, die ge-
loovig vertrouwen op God 1 En dat is maar
alles. Maar toch zult ge me onmiddellijk toe
stemmen, dat er veel te licht over alles heen
wordt geloopen. Alleen wanneer de politieke
horizont donker wordt, wanneer zich wolken
opstapelen, ja, dan schrikt men op voor 'n
oogenblik. Dat is den heelen oorlogstijd zoo
al geweest, nu met dit, dan met dat. De
laatste weken spant het weer met Engeland.
Ge weet wat het geval is. Van uit Duitsch-
land worden door Nederland naar België ge
voerd zand, grint enz. Dat was vóór den oor
log reeds het geval en berust op overeenkom
sten, handelsovereenkomsten met Duitschland.
Tijdens den oorlog is dat ook zoo geweest,