MMS-EN Zaterdag 20 October 1017. No. 2550 Twee Bladen, Tweede Blad lie Oorlog. BUITENLAND. TUIN- EN LANDBOUW. GEMEENTERAAD. PLAATSELIJK NIEUWS INHOC-SMOWSES Dit nnaime? bestaat uü BINNENLAND, De broodkaart van de 30ste week loopt van Dinsdag 16 tot en met Vrijdag 36 October a.s. DE TOESTAND. De geheele verovering van Oesei is thans een feit. De troepen, die onder bevel van den gene raal der Infanterie Von Kathen op Oesel vechten, aldus de Duitsche staf stelden zich gisteren geheel in het bezit van het voor naamste deel van het eiland. Op hetZ waarts uitloopende schiereiland Sworbe boden de aldaar afgesneden Russische troepen nog hardnekkigen tegenstand. De vijand werd naar de Oostkust zóó scherp achtervolgd, dat slechts gedeelten van zijn troepen zich over den naar Moon voerenden dam konden red den. Bij een vechten om het bruggenhoofd von Ovrissar aan den Oostelijken rand van Oesel, werkten van uit het Noorden onze zeestrijdkrachten door hun vuur met goed gevolg mede. Tot dusver zijn meer dan 2400 gevangenen geteld. Het aantal zal door de uiteenge drevenen nog vergroot worden. 30 kanonnen, 21 machinegeweren, eenige vliegtuigen en vele voertuigen zijn tot dusver in de hand onzer landingstroepen gevallen. In de golf van Riga zijn de eilanden Runö en Abro door ons bezet. Het schiereiland Sworben wordt echter nog steeds verdedigd door de Russen. Want in het avondbericht uit Berlijn wordt gezegd, dat daar vorderingen werden gemaakt. „Er zijn nog 1100 gevangenen gemaakt". Voor Wolff is deze onderneming het be wijs van de groote strijdvaardigheid van leger en vloot. „Niettegenstaande de rotsachtige riffen en de zandbanken overal om het eiland ver spreid en ondanks het koude, stormachtige weer en de hooge zeeën, hebben de mijnen vegers met taai uithoudingsvermogen den ganschen omtrek van Oesel en Dagö van mijnen gezuiverd en daarmee aan onze groote schepen en de tiansportvloot een veiligen doortocht verschaft. De transportvloot moest uit een Verwijderde haven komen, inderhaast bemand en in dienst genomen worden en trots de buitengewone moeilijkheden van den overtocht, belangrijk bemoeilijkt ook door het groote aantal sche pen, dat tusschen de eilanden moest doorge bracht worden onder slechte weersomstandig heden en in den nacht, is er geen enkele stoornis voorgekomen. Dit spreekt beter dan groote woorden voor het kunnen van de Duit sche zeelieden". Aan een beschouwing van Duitsche zijde is voorts het volgende ontleend over de be- teekenis van deze verovering: „De kortelings door de Russische bladen ver melde nederzetting van sterke Engelsche troe- pendeelen aan de Finsche Golfen in het bijzon der op de Aalandseilanden en op Oesel en Dagö, waarvan de verdediging naar verluidde geheel onder Engelsch bevel stond, bewees verder voldoende, dat men ook te Londen het strategische probleem, dat zich door de verovering van Riga en de Golf van Riga ontrold had, in zijn vollen omvang begreep. Het thans door de Duitschers behaalde suc ces treft dus tenslotte Engeland het meest, aangezien zijn Oostzeeplannen door de ver dere verovering van Duitsche steunpunten in eene dreigende nabijheid van de Finsche Golf meer en meer in duigen vallen. Terwijl de door beide eilanden afgesloten Golf van Riga bij een gemiddelde breedte van 90 kilometer en eene lengte van 150 kilometer, eene oppervlakte heeft van meer dan 13.000 vlerkante kilometer en zelfs de grootste vloot er dus plaats kan vinden, zijn de bochten en de havens aan den Moonsond onvergelijke steunpunten voor duikbooten, luchtschepen der marine en watervliegtuigen. Doch ook op de militaire werkzaamheden te land kan de toenemende invloed der Duitsche strijd krachten op de Livlandsche en Esthlandsche kust niet zonder uitwerking blijven, aangezien de flankbescherming van den rechtervleugel van het Russische Westelijk front voortdu rend zwakker wordt, terwijl omgekeerd de flankdekking van den Duitschen linkervleu gel in gelijke mate in kracht toeneemt. Na het Duitsche succes bij Riga hebben de Rus sen een hoek-stelling ingenomen, die door een Noordelijk van Dünamunde loopende lijn zich tot Wenden uitstrekt, en verder door een van Wenden in de richting van Jacobstad loopende lijn gevormd wordt. De toenemende beheer- sching der kust door de Duitsche troepen zal de Russische verdedigers voortdurend ver der naar het Oosten terugdringen, zoodat de basis van de wig eene verkorting zal onder gaan." VERSPREIDE BERICHTEN. Het Zweedsche blad „Afto.iposten" brengt nadere bijzonderheden omtrent een opzienbarend splonage-proces, dat kortelings bij de rechtbank te Leipzig aanhangig werd gemaakt, en waarbij een groot aantal Zwe den, Denen, Hollanders en Zwitsers, alsook onderdanen der Geallieerden betrokken zijn. De spionage richtte zich tegen Duitschland, en bepaalde zich niet tot de verrichtingen van leger en vloot, doch de vertakkingen van dezen „Inlichtingen'-dienst strekten zich tot verschillende oorlogshavens, als Hamburg, Stettin en Wilhelmshaven uit. Alle neutrale onderdanen, die in deze zaak aandeel hadden, zijn tot tien jaar tuchthuis straf veroordeeld, terwijl twee vrouwen, eene Mevrouw Hansen en hare 21-jarige dochter, beiden twaalf jaar tuchthuis hebben gekre gen. Mevrouw Hansen en hare dochter wer den gearresteerd, juist toen zij op het punt stonden Duitschland te verlaten, en zich naar Denemarken te begeven. Bij een onderzoek van hare bagage werden in een kofferslot enkele stukken papier aangetroffen, die schei kundig werden onderzocht, waarbij een aan tal geheime mededeelingen aan den dag kwamen, die de bestaande verdenking, dat de beide vrouwen in dienst eener vreemde mogendheid stonden, nog versterkten. Een verder onderzoek der voorwerpen, die zij op hunne reis hadden medegenomen, als mede eene huiszoeking in hunne woning te Kiel leverde een volledig bewijs hunner schuld, terwijl bovendien nog bleek, dat een aantal buitenlanders, die in Holland, Zwit serland en Scandinavië verblijf houden, een spionage-dienst hebben georganiseerd, die in geheel Duitschland zijne vertakkingen heeft. De spionnen stonden door middel van schijnbaar onschuldige advertenties in Duit sche dagbladen, als het Berliner Tageblatt en het Hamburger Fremdenblatt met elkaar in verbinding. Zoo luidde eene annonce in het Hamburger Fremdenblatt: „Ik koop d contant 400 paar gedragen kaplaarzen. Ma gazijn voor ongeregelde goederen, Lübeck." De ware beteekenis van deze advertentie was: „Vier treinen met zware artillerie zijn naar het Oostelijk front vertrokken." Eene andere advertentie luidde: „Buitenlandsch handelaar is kooper van 600 paar dames- laarzen. Offertes Stationshotel Hannover!" Na ontcijfering bleek hiermede bedoeld te zijn: „Zes treinen met infanterie zijn naar het Westelijk front vertrokken." Het gerech telijk onderzoek bracht voorts nog aan het licht, dat de arrestanten langs vele omwegen in verbinding hadden gestaan met agenten der Geallieerden in neutrale landen. Twee der veroordeelden, met name Hoal de Winter, bleken zich bij de organisatie van het spi- onagenet zeer verdienstelijk te hebben ge maakt. Hoal hield geruimen tijd in Dene marken verblijf o.a. te Koper hagen, dat hij echter hals over kop verliet, toen de politie aldaar zich met zijne zaken ging bemoeien. Hij reisde daarop naar Rotterdam, alwaar hij aan een „Iniichtingen"-bureau verbonden werd, dat onder leiding staat van een zeke ren kapitein Tinsley. Dit bureau onderhield geregelde betrekkingen met soortgelijke in stellingen te Kopenhagen. Genève en Stock holm. Tijdens het verloop van het proces bleek verder nog welke opdrachten de be schuldigden te vervullen hadden gekregen. Bij een der spionnen werden papieren ge vonden, waaruit kan worden afgeleid, dat hij zich op de hoogte moest stellen of de Vulkan-werf de bouw van een tweetal krui sers reeds had voltooid, een ander moest trachten te weten te komen, welke naam een kruiser droeg die op de Howaldtwerf te Kiel werd gebouwd. Een ander had weer opdracht vast te stellen, waar in Duitschland regimen ten werden gevormd. Het kwam hierbij er op aan, te weten te komen hoe groot hunne sterkte was, wanneer zij afgericht zouden zijn, enz. Het geding bewees ten duidelijk ste, dat Duitschland's tegenstanders op uit nemende wijze omtrent de binnenlandsche gebeurtenissen [in het Duitsche Rijk zijn in gelicht. Van v/el ingelichte Duitsche zijde wordt ons uit Berlijn geschreven: „Op 5 Juni van dit jaar is de torpedoboot „S. 20" in een gevecht met vijandelijke mo nitoren, die een aanval op Ostende hadden gedaan, tot het laatste oogenblik vurende, gezonken. Een gedeelte der bemanning kon door ons worden gered; 7 man werden door den Engelschen torpedojager „F. 51" aan boord genomen. Inzake het optreden der Engelschen bij het reddingswerk werd des tijds door beëedigde verklaringen van over levenden het volgende vastgesteld en gepu bliceerd: „Kort na het zinken van de torpedoboot voeren Engelsche torpedojagers op de in het water liggende schipbreukelingen toe. Een dezer torpedojagers, de „F. 51", zette een groote sloep uit, die bij het rustige weder gemakkelijk 20 man had kunnen bevatten; hij nam er echter slechts 7 op. De overige, ten deele ernstig gekwetste lieden, waaron der de machinistsmaats Ihle en Nitsche, die later beiden zijn verdronken, werden door slagen met sabels en houten teruggeslagen, toen zij zich aan den sloep wilden vast klampen; de bootsman hield een hunner zelfs de revolver voor het voorhoofd. De beman ning van den torpedojager maakte geen aan stalten, om de 10 man, die slechts op een afstand van 2 tot 5 meter van hun schip zwommen, te redden. Nadat de sloep aan boord was genomen, voer de torpedojager met volle vaart weg. Andere torpedojagers, die dicht aan de overblijvenden voorbijstoom- den, letten nóch op hun hulpkreten, nóch op hun wenken; de Engelsche zeelieden lachten zelfs, riepen den schipbreukelingen onverstaanbare woorden toe en toonden hun Engelsche granaten." „Dit schandelijk optreden der Engelschen tegenover weerlooze vijanden, in wie de Duitsche ridderlijkheid in de eerste plaats kameraden ziet, is indertijd door de Duitsche pers naar behooren aan de kaak gesteld. Thans wordt de herinnering aan de Engel sche schanddaad weder verlevendigd door het feit, dat de commandant van de „F. 51", de kapitein ter zee Hubert Henry de Burgh, volgens een bericht in de „Times" van 15 September, met de Oftje voor bijzondere ver diensten is gedecoreerd, wegens zijn optreden in het genoemde gevecht, en wel in het bij zonder, omdat liet hem onder moeilijke om standigheden is gelukt, zeven man van de „S. 20" te redden. Dezelfde onderscheiding kreeg luitenant ter zee le klasse Eiye King ton Boddam-Wetham voor zijn optreden in dat gevecht ais commandant van een torpe dojager, vermoedelijk dezelfde, die de over levenden van de „S. 20" onder hoonend gelach der bemanning voorbijvoer, zonder acht te slaan op hun hulpgeroep en hun wenken. „Naast de namen „Baralong" en „King Stephan" zij in het vervolg die van kapitein Hubert Henry de Burgh in het boek der schande geschreven. Hij heeft slechts één verontschuId:g ng voor zijn houding, namelijk deze, dat de Engelsche regeering schanddaden als de zijne met eereteekenen beloont. Wan neer komt de kapitein van de „Baralong" en die van de „King Stephan" in aanmerking voor dezelfde onderscheiding?" NEDERLAND EN DE OORLOG. Nederland en de Entente. Naar Reuter ons seint, vraagt de Times in een artikel over den doorvoer door Ne derland van zand en grind naar België, ge titeld „Beteugeling van onneutrale daden", of het vervoerde erts en metaalschroot be stemd is als vulling van groote projectielen en voor geschutmunitie. Het blad acht het een redelijke gevolgtrek king uit bekende feiten, dat het doorgevoerde zand en grint is bestemd voor militaire doeleinden. Dat de Duitschers het zouden gebruiken voor het welzijn der burgerlijke bevolking van België wil er bij de Times niet in, gezien de wijze waarop de Duitschers tegen die bevolking zijn opgetreden. De Times vindt het in verband met de ervaringen van de laatste drie jaar kin derachtig van de Nederlandsche regeering, dat zij met Duitsche verzekeringen over de bestemming van de doorgevoerde materialen aankomt. Het blad hoopt, dat Engeland met zijn bekende „bezorgdheid" voor de belangen van Nederland in staat zal zijn Nederland de gun sten op handelsgebied te blijven verleenen, maar dat zal slechts het geval kunnen zijn, als Nederland ophoudt den vijand den door voer van materialen voor militair gebruikte veroorloven. Men seint ons uit Batavia: De uitvoer van rijst uit Rangoon naar Nederland en Nederlandsch Oost-Indië is verboden. De overheidspersonen weigeren de redenen mede te deelen, die tot dit verbod geleid hebben. In wélingelichte kringen meent men, dat dit verbod in verband staat met den door voer van zand en grind door Nederland naar België. Wij (N. I. P. A.) vernemen verder, dat het rijstuitvoerverbod voor Rangoon weldra ge volgd zal worden door een voor Saigon. Stellige berichten uit Rangoon vermelden, dat er groote hoeveelheden rijst zijn opge slagen; een tekort is dus niet de reden van het uitvoerverbod. Deze maalregel treft in het bijzonder Deli, dat hoofdzakelijk Rangoonrijst ontvangt. Burgerlijken dienstplicht. Naar verluidt zou bij de Regeering in overweging zijn, het indienen van een wets ontwerp regelende den burgerlijken dienst plicht. Verhooging der mobilisatie vergoeding. Naar wij vernemen, worden aan het Mini sterie van Oorlog plannen overwogen om binnenkort het maximum der toe te kennen vergoeding aan de gezinnen van dienstplich tigen bij de militie, landweer en landstorm te brengen van f 2 op f 3 per dag. Door bommen tot zinken gebracht. Hedenmiddag is te IJ muiden aangebracht door den motorlogger Cornells JJM. 172, de volledige bemanning bestaande uit 8 man, van de Noorsche bark Bethel, die Zaterdag j.l. door een Duitsche onderzeeboot door middel van bommen in de Noordzee tot zinken is gebracht. Graan. Te Rotterdam zijn gisteren twee stoom schepen met graan gearriveerd, nl. hetFran- sche s.s. Eole van New-York, en het Belgi sche s.s. Princesse Clementine van Philadel phia Beide schepen hebben ligplaats geno men in de Maashaven. Regeeringsprijs voor de Rogge. De heer G. van Leusen te Frederiksoord Directeur der Mij. van Weldadigheid en Voorz. der landbouwvereeniging te Steenwijk, ver zond onlangs een schrijver aan den Voorz. vanhet Ned. Landbouw-Comité, waarin hij speciaal opkwam voor den zandboer, voor wien een noodtoestand was ingetreden. Hij sprak de hoop uit dat de voormannen op landbouwgebied ook in de toekomst ernstig zouden streven om den zandboer, wiens be drijf in dezen tijd aan zoo groote risico is blootgesteld, de hand boven het hoofd te houden. „Zij toch vertegenwoordigen een cate gorie van menschen, die steeds tevreden wa ren met een sober bestaan. Voor hunne be langen te waken, is mede de plicht van onze hooge Regeering". De schrijver noemde een drietal zandboeren, aller eerst den roggeprijs, welke de heer Van Leusen ten eenenmale onvoldoende achtte en waardoor de zandboer in hooge mate wordt geschaad. Ten bewijze gaf hij verschillende berekeningen. Stellende de productiekosten van 1. H.A. rogge op onzen doorsnee-zandgrond naast de opbrengst-waar de van rogge en stroo, kreeg hij een winst cijfer p r H A. van slechts f 13.50. zegge der tien gulden 50 cents. Bij een tweede be rekening zette hij voorop, dat niemand met een bedrijf van 10 H. A. zeer zeker f 1250 per jaar moet verdienen om te kunnen bestaan dat is dus f 125 per H. A. De rogge aan de Regeering te leveren, zou dan moeten op brengen f 18.17'/i per H. L. of f 25.96 per 100 K.Q, De Minister betaalt uit slechts f 18 f 19, dus 7 a f 8 te min 1 Voorts gaf de Schr. nog cijfers uit de praktijk, waaruit blijkt, dat een landbouwer met 4 H.A. land een bruto ontvangst moet hebben van ruim f 2000, zal hij kunnen blijven bestaan, per H. A. derhalve ruim f 500. Voor 1 H. L. rogge dient de Re geering volgens deze becijfering te betalen f 19 167j, of per 100 K.G. f27 38. Bij dit voor beeld krijgt* men dus als rechtmatigen prijs nog f 1.42 meer dan bij het tweede, In ver gaderingen en in dagbladen werden dito be rekeningen gemaakt en steeds kwam men tot den prijs van minstens f 25 (vijf en twintig gulden) I De Minister is hiermee bekend, heeft naar mijn weten niet getracht zelf een en ander te weerleggen, maar scheept niet temin de boeren af met f 18 k f 19. Een algemeen en ernstig protest is daarte gen opgegaan, de Minister houdt echter vast aan de minimumprijzen, reeds in Januari van dit jaar vastgesteld. Sedert dien zijn alle voe derartikelen in den vrijen handel waarvan de veehouder wel gebruik maken moest, zeer in prijs gestegende Regeering zelf liet den boer ook veel meer betalen voor hetgeen werd gedistribueerd. Voor de mais, in ruil tegen rogge nam de Minister ook f 25. Maar den boer ontneemt hij dezen prijs, noodig om te kunnen bestaan. Hij neemt hem alles af, zelfs zijn broodkoren, waarop hij de vaststel ling van genoemden minimum prijs ook niet is gerekend, zoodat de boer minderwaardig en duurder produkt moet terugkoopen. De schade hierdoor geleden, moest in ieder ge val door een hoogeren roggeprijs worden ver goed. Officieel heet het dat de Minister op loyale wijze aan de wenschen der boeren wilde tegemoet komen. Daarvan hebben we, helaas nog niet veel gezien Zoo blijft het mokken en wrokken onder de boeren en al hebben dezen meerendeels gevolg gegeven aan den raid— gevolgd door een dreigement van den Minister, om het winterkoren uit te zaaien de goede geest ontbreekt. Dat moet zich wre ken in den oogst. Hoe zou de goede geest er kunnen zijn, als de boer het gevoel heeft, dat hem despotisch wordt ontnomen, waarop ieder mensch recht heeft: de zekerheid van te kunnen bestaan. De heer Van Leusen toonde ook nog aan, dat den zandboer voor zijn rogge een hoogere prijs toekomt dan den boer op klei-en zavelgronden, die minder productie kosten heeft. OP denzelfden grond bepleit in het „Hbld". van 9 Oct. een schrijverhet vaststellen van twee regeeringsprijzen voor den roggeoogst 1918. Hij maakte becijferingen der productiekosten op 't zand en op de be tere gronden en komt tot de slotsom, dat de roggeteler op de laatste grondsoort f 125 min der bemestingskosten heeft en f 100 meer voor zijn oogst maakt, dus f 225 per H. A. voordeeliger uitkomt dan de zandboer, wiens bedrijf tengevolge van de genomen maatre gelen totaal ontwricht is. De Schrijver be veelt dan aan als een uitstekend middel om den uitzaai van alle graanvruchten in hooge mate te bevorderendat de Regeering zoo 'spoedig mogelijk bepale, dat de boeren van den oogst 1918 een zeker percentage b.v. 10 of 15 pCt. mogen behouden voor eigen gebruik en voor veevoeder. Als dien tenge volge de uitzaai wat de Schr. meent te mogen verwachten 20 a 25 pCt. toenam, dan werd voor de geheele bevolking de toe stand toch belangrijk gunstiger. Volkomen waar. Maar ook en allereerst dient de Minister voor het heden recht te doen en alsnog den zandboer te doen toekomen, wat hem in bil lijkheid voor den oogst 1917 toekomt. Eerst dan zal werkelijkheid kunnen worden, wat de Schrijver voorspelt„'t zou overal de boe ren volmaakt tevreden maken en hun lust om mee te werken met de regeering ver- grooten waardoor een zeer gunstige invloed zou worden geoefend op hun bedrijf en de resultaten daarvan". C. B. Openbare vergadering van den Raad der gemeente Hellevoetsluis op Dinsdag 16 Oct. des avonds 7.30 ure. Voorzitter de Burgemeester. Aanwezig alle leden, een vacature. De notulen worden na lezing behoudens een kleine opmerking van dhr. Smit over winkelsluiting goedgekeurd. Tot het onderzoek der gemeentebegrooting 1918 worden als le sectie aangewezen de heeren Smit, v. d. Wiele, Kerbert en v. Lien, als 2e sectie de heeren de Boo, Prins, de Klerk en Haas. Voor de begrooting Armen- instellingen Prins en de Boo; voor de be grooting der Waterleiding v. d. Wiele en Haas. Vastgesteld wordt het kohier Schoolgeld 3e kwartaal tot een bedrag van f 1131.11 en het suppletoir kohier H. Omslag tot een be drag van f 1454.81 'ƒ2. Eenige af- en over schrijvingen worden goedgekeurd. Het 4e lid voor het stembureau zal door de leden onderling worden benoemd. Ingekomen een schrijven van de Vereeni- ging van Ned. Gemeenten met verzoek te berichten voor hoeveel geld men wenscht deel te nemen in de N. V. Export-Centrale. B. en W. adviseeren geen deel te nemen, alzoo besloten. Aanvraag van het algemeen Armbestuur om eene buitengewone subsidie van f 600 a f 650, daar de gewone subsidie voor 1917 ontoereikend is. De gevraagde som ad f650 wordt toegestaan. Dhr. Haas merkt op dat dit stuk niet ter inzage heeft gelegen en vraagt dit voortaan te voorkomen. De voorz. zegt dat het pas hedenmiddag inkwam, en het spoedeischend was. Verder zijn ingekomen 2 adressen om de winkelsluiting van 7 uur te wijzigen en te bepalen op 9 uur zoo mogelijk, het eerste adr s was van A. J. ten Hoope, en het tweede van verschillende winkeliers. De heeren Haas en Smit pleitten voor het gevraagde, dhr. Haas merkt op dat het onbillijk is alles van de winkeliers te halen, Nieuwenhoorn en Nieuw Helvoet betrekken ook gas daar is men open tot 9 uur. Is het niet mogelijk zich met die gemeenten te verstaan en gezame- lijk op 8 uur te bepalen. Dhr. Smit zegt dat de vele handteekeningen onder het tweede adres bewijzen dat de winkeliers niet tevre den zijn met de 7 uur winkelsluiting; wel kan ik begrijpen dat de winkeliers in distri butieartikelen er mee content zijn, de ove rigen echter niet Dhr. de Boo zegt dat het kinderspel is, ©m de verordening nu al te wijzigen. Dhr. Ker bert vraagt of het noodig is voor de gasbe sparing, daar gaat het toch over. De voorz. antwoordt dat het noodzakelijk is te beper ken, er zal met Nieuw Helvoet en Nieuwen hoorn een algemeene gasrantsoeneering wor den vastgesteld zoowel voor particulieren als voor winkeliers. De Directeur der gasfabriek heeft zelf geen kolen genoeg voor de mlni- mumcijfers der Rijksrantsoeneering. Het motto is besparen, B. en W. adviseeren dan ook de 7 uur sluiting niet te wjjzigen. Dhr. Smit gaat met de 7 uur sluiting niet accoord, zie naar Rotterdam en Den Haag, daar is tenminste meerdere vrijheid omtrent gebruik. Den Briel heeft wel voldoende kolen, dat de Gasfabriek hier geen voldoende kolen krijgt zal wel andere redenen hebben. Dhr. Haas stelt voor 8 uur sluiten, dhr. Prins stelt voor aanhouden tot een volgende vergadering met het oog op de door B. en W. testellen rantsoeneering. Het voorstel Prins wordt met 7 tegen 3 stemmen aangenomen. Dhr. de Klerk leest nu voor het verslag der commissie voor een Centrale Keuken, bestaande uit de heeren de Klerk, Schlosser en Smit. De [meerderheid der commissie is voor oprichting te dezer plaatse, de minden» heid bestaande uit dhr. de Klerk ziet de nood zakelijkheid en uitvoerbaarheid voor Helle voetsluis nog niet in, zijne bezwaren zijn in een afzonderlijke nota breedvoerig gemoti veerd. B. en W. stemmen in met de meening van dhr. de Klerk, groote kosten gaan er mee gepaard, installatie en het te kort dekken voor de portle's. De kosten voor een portie m»eten lager gesteld dan het daarvoor uit gegeven bedrag, anders is mislukking zeker. De vraag is toch nog, of er voldoende kans van slagen is. Dhr. Smit pleit voor een keuken, financieel kost het geld, doch het behoeft niet uitslui tend betaald personeel te zijn, wellicht is er wel belangelooze hulp te krijgen. De voorz. ontkent dit, dit is reeds genoeg gebleken in plaatsen waar Belgische vluchtelingen ge weest zijn. Reeds nu weten B. en W. f9000 op de begrooting niet te dekken, op een bij drage uit de oorlogswinstbelasting (een stok paardje van dhr. Schlosser) is niet te rekenen, de voorz. leest een Min. circulaire voor waar uit dit duidelijk blijkt, zoodat B. en W. niet weten waar de kosten voor een Centrale Keuken van betaald moeten worden. Besloten wordt geen Centrale Keuken op te richten. De voorz. dankt de commissie voor haar ar beid. Dhr. Prins komt terug op de vroeger in gestelde levensmiddelencommissie door wij len burgemeester Gallas. En bewijst uit de notulen dier commissievergaderingen dat zij zeer zeker officieel is Ingesteld een der ver gaderingen werd zelfs door B. en W. bijge woond, gemaakte onkosten waren door de gemeente gedragen. De voorz. deelt op een vraag van dhr. Kerbert mee dat het kolenbureau de cokes- prijs heeft bepaald op f 2.50 de gemeente is verplicht 1700 H.L. te betrekken. De heer Kerbert doet het voorstel namens de gemeente beslag te leggen op 3000 H.L. en deze te distribueeren voor f 1.50 per H.L. voor de mlndergegoeden, dat zijn 568 gezinnen. Laten wij die elk 5 H.L. cokes voor dien prijs ge ven, dan zijn die menschen althans geholpen. Dhr. Kerbert waarschuwt er haast mee te maken, want in November zal Flander trach ten weer een hoogeren prijs te bedingen. De heer de Boo geeft op zijn bekende manier weer geducht af op de gasfabriek, doch is niet in staat nieuwe lichtpunten te ontsteken. Dhr. Kerbert deelt mee dat de Marinewerf 15 ton cokes kan betrekken van de Steen- kolenhandelsvereeniging te Utrecht. Dhr. de Klerk merkt op dat deze voorraad te Rotter dam ligt. Dhr. Haas wil B. en W. denzelfden weg trachten in te slaan sis de Marinewerf en aan het kolenbureau schrijven over deze zaak. De voorz. zegt dat het voorstel Kerbert f 3000 kost, waar moet het van daan komen in beslagnemen gaat met moeilijkheden ge paard, direct moet betaald worden, vergun ning moet gevraagd. Dhr. Prins meent dat er toch iets gedaan moet worden. Besloten wordt een en ander nader te onderzoeken en zoo spoedig mogelijk dan een vergadering beleggen, intusschen zal aan het kolenbureau in den geest van dhr. Haas geschreven wor den. Dhr. Haas merkt op dat daar wij van het goedkoope gas profiteeren, de menschen zoh- der gas 25 pCt. toeslag te geven op de pe troleum van 44 cent per Liter en doet daar toe een voorstel. Ook dit zal in een volgende vergadering aan de orde komen. Hierna slui ting. MIDDELHARNIS. Een rondreizend persoon met name M. Kwaak stelde zich Woensdag zoo lastig aan dat de politie hem in het Ar restantenlokaal op moest brengen. DEN BOMMEL. De Burgemeester van den Bommel maakt bekend, dat het kohier der Personeele belasting No. 3, over het belas tingjaar 1917 Invorderbaar is verklaard en aan den Ontvanger ter invordering ter hand gesteld. Aan de heer L. Grelinger te Amsterdam is vergunning verleend tot het bouwen van twee arbeiderswoningen. In het huisgezin van den landbouwer J. Mosselman heerscht zich de besmettelijke ziekte van Dipheritus, en wel een met doo- delijken afloop. Burgemeester en Wethouders brengen ter openbare kennis, dat de begrooting van de inkomsten en uitgaven der gemeente, voor het dienstjaar 1918, van 18 October tot den dag der behandeling in den Raad ter gemeente secretarie voor een ieder is nedergelegd en, tegen betaling der kosten, algemeen verkrijg baar gesteld.

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1917 | | pagina 3