'F Woensdag 3 October 1917. 328t# Jaargang N°. 2325. roor de 2£uiflliollaii«i$clfte en Zeeiiwsclie Eilanden. orioi mim: irksland. Antirevo lution Orgaan IN HOC SIGNO VINCES BUITENLAND. W. BOEKHOVEN Zonen, Onderdaan in benauwde tijden. BINNENLAND. bij de 12568 I CHT en RHEU ifIDDEL ZOEKT IER KWALEN ïSCH ANKER Van55of8G NWRUVINÊ VERMINDE' JNEN I THEKEKi "Etö SN ÏSLiST rs LER m 'PAKKIH& flERVERLICH- de LAMPEN, LLANTAARNS van GASVER- 10UD- en ZIL- OGES, KLOK- BEKKERS enz. louden- en Zil- rwerken tegen nde prijzen. - iNBEVOLEN 129S8 trnis. ïopste adres atingen voor 12695 Deze Courant verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG. ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden franco per post 50 Cent bij vooruitbetaling. BUITENLAND bij vooruitbetaling f 4.50 per jaar. AFZONDERLIJKE NUMMERS 5 CENT. UITGEVERS: SOMMELSDIJK. Telefoon Intercommunaal No. 2. ADVERTENTIËN 12'/2 Cent per regel, RECLAMES 25 Cent per regel. BOEKAANKONDIGING 5 Cent per regel. DIENSTAANVRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN 50 Cent per plaatsing. Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan. Advertentiën worden ingewacht tot DINSDAG- en VRIJDAGMORGEN IO UUR. mie stukken voor «Ie stetaaets» iMssnefiigfii, ^«iYere.enasen eo werdere toe ie lendeti ale Uitercw^g. Zijn we onderdanen of vrije burgers Vooral in roerige tijden komt die vraag naar boven. En dan is 't antwoord van den Christen: We zijn onderdaan. En dan is 't antwoord van den revoluti onair: We zijn vrije burgers Maar wat bedoelt men daarmee DitZooals wij 't recht hebben een vereeniging op te richten naar eigen wil en goedvinden, zoo hebben wij of liever onze voorou ders reeds een Staat ingericht en dat product van ons willen zal ons ge- üoorzaam zijn; de voorzitter* van die £tiatsvereeniging is door ons gekozen; de Statuten vaa dien Staatsbond zijn door ons ontworpende contributie of belasting in dien Staat bepalen wij voor ons zelf; we zijn aan niemand onderworpen, maar als in elke veree niging onze eigen baas en bandelen naar eigen inzichtenen is er een minderheid, ja dan moet ze zich maar aan de meerderheid onderwerpen. Dien Voorzitter noemen ze dan Koning of Koningin. De Statuten noemen ze dan Grondwet. De Contributie noemen ze dan belasting. De inzichten en rede kavelingen op zoo'n vereeniging noemen ze Volkswil. Het gezag van den Voor zitter heeten ze dan door ben tijdelijk verleend tot ze er welbehagen in krij gen om hem te wippen, als hij niet naar hun pijpen danst. En ze genieten in die Vereeniging de vrijheid om als 't moet èn Voorzitter en Statuten en Contributies met één revolutionairen slag op één goeden dag weg èn om te zetteD. Denk om Frankrijk. Denk om 't hui dige Rusland met al zijn ellende. Vrije burgers d.w.z. geen koning over ons, dan dien we zelf aanstellen, en we zetten hem weer af ook en sluiten hem ergens op, totdat onze vrije wil heeft getriomfeerd in den Staat, d.i. tot die Koning is onthoofd of met zijn familie dagelijks wordt gehoond en ge sard, dat zijn lichaam en ziel er onder bezwijkt. Geen-wet of ze zal naar ons volkomen goedvinden zijn en zoo niet dan zullen we eigen rechter zijn, wer pen de wet weg en leven zonder wet als echte anarchisten. Geen heerschappij over ons. Geen God en geen Meester. Maar eigen zin en wil. Eigen lust en genot zonder zich om anderer rechten te bekreunen. De „vrije burger" erkent geen heer schappij, en alle onderwerping is tegen zijn zin, tenzij ze met zijn eigen, hoe wel vaak zondige overtuiging strookt. Geen God, want die staat boven den vrijen burger, en dus zou met dien God ook 't vrije burgerschap in duigen vallen. Geen Overheid, want die staat eigenlijk beneden den vrijen burger. Neen! hij is vrij; autonoom; van nie mand afhanklijk dan van zijn eigen Rede en geweten, bezoedeld als ze zijn door de zonde en onontvankelijk voor 't Woord Gods, omdat er geen Geloof is, zelfs niet zoo groot als een mosterdzaad. Daartegenover staat de onderdaan. Onder God. Onder zijn Woord Onder de Overheid. In vrijheid van den Chris- tenmensch, d i. behagen scheppend in den wille Gods en in de liefde voor zich en zijn naaste Bukkend voor 't Gezag des Heeren en 't Gezag door Hem in den Staat vastgesteld. Gode onderdanig en daarom erkennend »alle ziel zij de macht over haar gesteld on derdanig. Niet in opstand bij bittere tijden tegen Hem en de Overheid maar de bron des kwaads gezocht in eigen en nationale zonden en herstel gezocht alleen en uitsluitend in terugkeer tot de Wet Gods en zijn getuigenis. De onderdaan; maar wiens Voor zitter is de Koningin, bij de gratie Gods, gekozen door menschen jamaar in de historie gefundeerd en door Hem nakroning met macht en majesteit be kleed. De onderdaan; maar zijn »Statmit« is de wet; door de Overheid gegeven; door 't Parlement beoordeeld en daar mee grondslag van leven voor Staat en Volk geworden, waaraan niet te tornen valt dan na gemeenschappelijk overleg en onder inroeping van de hulpe des Oppersten Wetgevers. De onderdaan; maar zijn contributie is de belastinggevende Gode wat Gods is en den Keizer wat des Keizers is zoo dat én Kerk en School ondanks die belastingen nog kunnen onderhou den worden en de geheele openbaring der religie, als huizen van Chr. barm hartigheid enz. nog kunnen worden ondersteund. En in benauwde tijden is 't een voorrecht en zegen zich onderdaan te weten, liever dan te roemen in een vrije burgerschap. Want juist in be nauwde tijden, als alles u drukt en prestals de nood aan de lippen komt als er sociale martelaars lijden en dul den en verdragen moeten ten bloede en ten honger toe ja, dan komt 't er op aan zich gewillig te bukken onder' Gods bestelonder de maatregelen der Overheid die naar haar beste weten handelt, hoewel met recht op opbou wende kritiek over die regeeringsmaat- regelen. Dan, in benauwende tijden, kan een onderdaan zich in zijn groot heid openbaren door berusting, mede werking met de Overheid in plaats van haar tegen te werken en den voet steeds dwars te zetten. Dan is een onderdaan geen anarchist geen revolutionair; maar hij draagt elkanders lasten en wekt een ieder tot de hoogste plichtvervulling op, om daarna Land en Volk aan de hoede zijns Gods "geheel en alleen en volko men aan te bevelen. De onderdaan vraagt naar aller recht maar eerst naar aller plicht En als hij voor zijn Overheid smeekt: »0 God, geef den Koning Uwe rechten en Uwe gerechtigheid aan des Konings zoon<, dan voegt hij er in éénen adem aan toe»hij zal 't volk richten met ge rechtigheid, zqo, dat -hij de kinderen der nooddruftigen zal verlossen en de verdrukten zal verbrijzelen». Hij is dus niet een slaaf Hij is een mensch en vraagt verlossing van »de kinderen der nooddruftigen», maar hij begint met te erkennen de rechten zijner Overheid, die hij te eerbiedigen heeft. Onderdaan te zijn in de vreeze Gods vooral in drukkende tijden is dit drin gend noodzakelijk. Maar ook Overheid in de vreeze Gods. Naar 't Gezag luis teren; dat Gezag erkennen en hoog houden; maar ook waken tegen mis bruik van Gezag door de Overheid of tegen verkeerde stappen dier Overheid. Onderdaan te zijn en alle oproerig heden verre uit 't hart bannenonder drukken alles wat daar voor boosheid en gramstorigheid jopborrelt tegen be zwarende feiten en daadzaken in 't sociale en economische leven; opdat ook in 't Buitenland geen wol gespon nen worde van de ontevredenheidgeen grijnslach worde opgemerkt over den honger- en noodtoestand, die ons in den oorlog sleepen zou kunnen Want oproerigheid in een staat is een eerste stap tot den oorlog. »Liever vechten, dan doodhongeren», met die leus is meer dan één oorlog uitgebroken. Een geprikkeld hart en een warm hoofd zijn de eepste openbaringen van oproer en oproer is voor den vijandrondom ons 't allerbegeerlijkste om ons in den strijd te krijgen, 't Is'den vijand daar ook om te doen. Om aan de zijde van één der strijdenden te gaan staan. Door de verwarring in ons Land zijn slag te slaanonze neutraliteit op te heffen hier een leger te zenden. En dan We blijven als onderdanen trouw aan de Overheid. Steunen haar. Bijten op lippen en tong om ons te bedwin gen, maar treuren met haar over de slagen, die de Heere ons Landen Volk toebrengt. Zoo kunnen we uit den oorlog blij ven. Maar ^relletjes» en >opstand« zijn de eerste stappen tot verlies onzer zelf standigheid. Eu 't leven onzer zonenis ons allen alles. Daarom kan en moet veel verdragen worden. DE TOESTAND. Ondanks hel mooie „vechf'weer is de actie op Westelijk en Oostelijk oorlogsterrein gering. Aileen bij Yperen hebben de Duitschers een reeks tegenaanvallen gedaan, die bij Ha- nebeek, naar Duitschland meldt, tot herstel leidde van de deuk in hun linie. Volgens het Engelsche bericht echter, werden de Duit schers wederom uit de door hun veroverde stellings geworpen. Op het Zuidelijk oorlogsfront hebben de Italianen door een plotselingen stoot het naar verhouding tot de krachtsontwikkeling en de gebrachte offers zoo bescheiden succes van den elfden Isonzoslag plaatselijk nog wat vergroot. Op den Zuidelijken rand van het Baiusizza- plateau hebben zij enkele hoogten genomen en daarmede de bedreiging van de Oostenrijksche stellingen op den Monte San Gabrielle vergroot. Met het verlies van dien veel-omstreden berg 3chijnt men in Oostenrijksche kringen dan ook reeds rekening le houden. De chef van den Oostenrijkschen generalen staf, ge neraal v. Arz, verklaarde dezer dagen in een interview, dat de bezetting van den Gabrielle voor de Italianen een zaak van prestige was en dat voor de Oostenrijkers met den berg slechts een goede waarnemingspost verloren zou gaan. Intusschen geven de Oosteniijksche leger- berichten het jongste succes der Italianen niet toe. Mogelijk hopen de Oostenrijkers nog de verloren stellingen te herwinnen. Hetlta- liaansche communiqué spreekt dan ook van sterke tegenaanvallen der Oostenrijkers. In Mesopotamië hebben de Engelschen, nadat langen tijd, in verband waarschijnlijk met het jaargetijde, niets van hun onderne mingen daar vernomen was, den Turken weer een ernstigen klap toegebracht. Een kleine honderd kilometers ten Westen van Bagdad hebben zij de stad Ramadi, die .op den rechter Euphraat-oever gelegen is, bezet en de sterke Turksche troepen, daar gelegerd, gevangen genom'èn. Een snelle, ver rassende coup, waardoor niet alleen het bezit van Bagdad voor de Engelschen beveiligd is, maar waardoor zij ook in de gelegenheid zijn om zich langs de Euphraat vcoruit te werken en hun heerschappij langs deze rivier, die tot dusver nog {ang niet verzekerd was, te bevestigen. VERSPREIDE BERICHTEN. De 70ste geboortedag van Hindenburg. Men schrijft ons: Onder de veldheeren, die gedurende dezen wereldoorlog op den voor grond zijn getreden, is Hindenburg zonder twijfel de man die het meest van zich heeft doen spreken. Dit feit moet te meer opval len waar de Duitsche opperbevelhebber niet iemand is, wiens persoonlijkheid bijzonder suggestief op de romantische instincten der massa werkt. Hij behoort niet tot die leger aanvoerders, omtrent wier doen en laten fan tastische verhalen de ronde doen, doch hij is een kalme stoere werker, wiens eenvoudig leven weinig stof tot verdichtselen oplevert. Wanneer desniettegenstaande de naam Hin denburg, zoowei in Duitschland als daarbuiten op veler lippen is, dan kan dit slechts aan zijne zeer bijzonder militaire hoedanigheden wor den toegeschreven. Hindenburg is inderdaad niet een van die figuren, die in den chaos van den oorlog, plotseling uit het niet te voorschijn zijn ge treden, doch zijn degelflke militaire loopbaan stempelde hem reeds a priori tot een man, die in dezen ooriog een rol van beteekeqis zou spelen. Zijn 70ste verjaardag, dien hij op 2 October herdenkt, biedt ons de gelegenheid een korten terugblik op het zeer arbeidzame leven van den grijzen veldheer te. werpen. Op 2 October 1847, als zoon van een P'ui- sisch Majoor te Posen geboren, zat hem reeds van kindsbeen af de soldatengeest in het bloed. Als hij er maar eenigszins kans toe zag, was hij als jeugdig toeschouwer op het exercitieveld aanwezig of vergezelde hij de soldaten op hunne marschoefeningen. Hij legde ook eene groote voorliefde aan den dag voor geschiedkundige verhalen, in het bijzonder voor die welke betrekking hadden op tijden van oorlog, en zijn grootmoeder die de veldtochten van Napoleon had beleefd, kon hem hieromtrent niet vaak genoeg ver halen. Tot zijn twaalfde jaar bleef hij in het ouderlijk huis, waarna zijne militaire oplei ding een aanvang nam. Op 1 April 1859 werd hij als leerling tot een cursus voor aanstaan de officieren toegelaten, en te Wahlstatt, bij Liegnitz in de provincie Schlesien ingedeeld. Het ging in dje dagen op dergelijke cursus sen streng toe wellicht wat al te streng voor onze huidige opvattingen doch de officieren, die er vandaan kwamen, waren in alle opzichten uitmuntend. Toen in 1866 de oorlog met Oostenrijk uitbrak, werd de bijna 19-jarige Paul von Hindenburg tot officier benoemd, en bij het 3e Garde-regement ingedeeld. In den slag bij Königgratz bestormde hij met zijne manschap pen eene batterij, veroverde drie stuks ge schut, doch werd aaii het hoofd verwond. In den Fransch-Duitschen oorlog, dien hij als bataljonsadjudant medemaakte, onder scheidde hij zich door zijn heldhaftig gedrag waarvoor hem het IJzeren Kruis werd ver leend, terwijl hem wegens zijn optreden bij Kö- ninggratz reeds in 1866 de Kroonorde, vier de klasse met de zwaarden was verleend. Na het einde van den Fransch-Duit schen oorlog begon voor Hindenburg eerst de eigenlijke officiersstudie. Van 1873 tot 1876 maakte hij deel uit van de Academie, waar hij door zijne ernstige studie en zijne groote militaire begaafdheden reeds spoedig de aandacht trok. Na het verlaten der aca demie maakte hij eene langdurige omzwer ving door het leger, waarbij hem tal van gewichtige posten, o.a. aan het Ministerie van Oorlog en het groote Hoofdkwartier wer den toevertrouwd. In 1903 werd Hindenburg bevelvoerend Generaal van het vierde leger korps, welke positie hij tot 1911 bekleedde, in welk jaar hij zich uit den militaieren dienst terugtrok, en op non-actief gesteld werd. Hem was echter slechts een korte rust be schoren, want op 23 Augustus 1914 werd hij tot opperbevelhebber over het Oostelijk le ger benoemd, en daarmede nam het laatste deel zijner militaire loopbaan een aanvang. De groote verwachtingen, die in deze functie aan hem werden gesteld, heeft Hindenburg ten volle verwezenlijkt, en zijne benoeming tot de hoogste waardigheid in het Duitsche leger, welke op 30 Augnstus 1916 plaats had, was het beste bewijs voor het diepe vertrou wen, dat hij bij Keizer en volk heeft weten te verwerven. De slag bij Tannenberg, alsook zijne mees terlijke strategio bij de Masoerische meren, hebben Hindenburg als krijgskundige een faam verschaft, waarvan het nageslacht nog zal gewagen. Het behoort tot den taak van den geschiedvorscher de verdiensten van deze merkwaardige persoonlijkheid tot In bijzon derheden vast te stellen, en voor hetoogen- blik kunnft» wij dan ook volstaan met de erkentenis, dat wat Hindenburg gedurende dezen wereldoorlog heeft verricht, hem in de oogen van het Duitsche volk gemaakt heeft tot een nationalen figuur van de eerste grootte. NEDERLAND EN DE OORLOG. Onze kolenvoorziening. Van zeer bevoegde zijde verneemt het Hbld dat de Buitsche regeering tegenover onze onderhandelingen met Engeiand over de leve ring van Engelsche kolen net volgends stand punt inneemt. Duitschland kan zelf nauwelijks kolen mis sen, maar is bereid per maand ^230.000 ton aan Nederland te leveren, omdat het dan een tegenprestatie kan eischen ten bate van zijn voedsel voorziening en van zijn crediet. De Duitsche regeering ziet echter wel in, dat 250.000 ton per maand voor Nederland niet of nauwelijks voldoende is en daar Duitschland niet meer kan leveren, heeft zij geen be zwaar dat Holland de verdere behoefte uit Engeland aanvult en zullen aan die aanvulling zoo min mogelijk moeilijkhe den in den weg worden gelegd, zonder dat thans evenwel reeds vast staat op welke wijze het verkeer tusschen Nederland en En geland voor den aanvoer van Engelsche kolen zal worden gen. geld. Intusschen houdt Duitschland vast aan den eisch dat eerst ten aanzien van de levering van Duitsche kolen een regeling moet zijn getroffen voordat van kolen uit Engeland kan worden vrijgelaten, waarbij de Duitsche re geering uitgaat van het standpunt, dat zij roet in haar eigen eten zou gooien door toe te staan, dat Holland zich uit Engeland van kolen voorzag en dus de Duitsche kolen niet of minder noodig had. De houding van de Duitsche regeering komt dus hierop neerwij willen u ter wille zijn ten aanzien van uw kolenaanvoer uit Engeland als wij eerst tot overeenstemming zijn gekomen over de levering van Duitsche kolen, en deze houding blijft zij ook innemen tegenover het Engelsche aanbod tot levering op het oogenblik van 100.000 ton. Het bericht dat Duitschland het verkeer tusschen Nederiandsche en Engelsche ha vens zou hebben vrij gegeven, is dan ook minstens praematuur. Hoogstens kan de Duitsche regeering verklaard hebben dat zij dat verkeer tot genoemd doel zou vrij geven onder zekere voorwaarden, welke voorwaarden dan weer beteekenen minstens een nadering tot de overeenstemming in zake de levering van Duitsche kolen. Intusschen had de gisteren gehouden con ferentie van de betreffende NeaerlandscJie en Duitsche commissie een zoodanig verloop dat de indruk werd gewekt, dat de onder handelingen weldra tot een goed einde zullen komen. Suikerdistributie. De Rijks-commissie van Toezicht op de Suikervereeniging meldt ons In verband met de nieuwe bepalingen voor de suikerdistributiezullen sommige winkelza ken tijdelijk geen suiker aan het publiek kun nen ver kc open. De aanoacht wordt er op gevestigd, dat dit geenszins verband houdt met schaarste aan suiker, want er is ruim voldoende suiker voor de behoeften van de bevolking aanwe zig, maar alleen noodzakelijk is tengevolge van administratieve maatregelen. In alle plaatsen is er echter een voldoend aantal winkels waar suiker te verkrijgen is. Winkelzaken, die tevens suiker in een of ander bedrijf verwerken, en dientenge volge uitsluitend zijn ingeschreven als in dustrieel, kunnen op hun verzoek van het Suiker Distributie Kantooi te Amsterdam een voorloopige dispensatie verkrijgen om tevens suiker voor hun winkel te ontvangen. Vreemde vUegmachienes. Men meldt uit Oostbrug: Zaterdagmiddag tusschen halfdrie en half- vier zijn vliegmachines over gevlogen, ko mende uit het Westen en gaande naar het Zuiden. Vermoedelijk waren het Engelsche vliegmachines, welke bommen hadden gewor pen in België. Op de terugkomst was het, Ié

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1917 | | pagina 1