Zaterdag 29 September 1917 32 Jaargang N" 2324. voor de Ziiidliollanflsche en Zeeuwüelie Eilanden. Eerste Blad IN HOC S1GNO VINCES Ze demonstreerden. „HET GOUDEN HEET", OP DEN UITKIJK. LAND- EN TUINBOUW. 4 n tirevo time u e Deze Courant verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG. ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden franco per post 50 Cent bij vooruitbetaling. BUITENLAND bij vooruitbetaling f 4.50 per jaar. AFZONDERLIJKE NUMMERS 5 CENT. UITGEVERS W. BOEKHOVEN Zonen, SOMMEL5DIJK. Telefoon Intercommunaal No. 2. ADVERTENTIËN 12»/i Cent per regel, RECLAMES 25 Cent per regel. BOEKAANKONDIGING 5 Cent per regel. DIENSTAANVRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN 50 Cent per plaatsing. Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan. Advertentiën worden ingewacht tot DINSDAG- en VRIJDAGMORGEN 10 UUR. ftile «nikkei* v«»<u>r «Be Hedaeile «wwiéefiid. -4«s ertemie» %diii«9nf*Bratlefranco toe te zende<» «m» «*e §«*e%e< Nogmaals moeten we onze berichtgevers vooral uit Voorne en dutten op het hart binden om hun berichten en verslagen zoo tijdig mogelijk ii^ te zenden. De vertraagde treinenloop is oorzaak dat veel te laat komt om nog te worden op genomen in het nummer waarvoor het be stemd is. ADMINISTRATIE. «mm» Zondag j.l. was de dag der demon straties. Op 17 Sept. stond er in 't Volk een oproep „Aan 't Nederlandsche Volk", „Op tegen Honger en duurte" en dit stuk geteekend door het bestuur van het Nederlandsch Vakverbonddoor het bestuur der S D. A. P. en door het bestuur van Ned. Arbeiderscoöperaties Wat behelsde die oproep? (ievraagd werd 1. dat ten spoedigste worde over gegaan tot het vaststellen van maxi mum prijzen, die lager zijn dan de thans g Idende of die van kracht waren in den vorigen winter voor: a. Wittebrood; b. rijst; c. aard appelen d. peulvruchtene. vat- groenten en stapelgroenten. 2. dat voor de arbeiders en met hen economisch gelijk te stellen per sonen. de prijzen der brandstoffen aanmerkelijk lager zullen worden ge steld dan voor het overige deel der bevolking 3. dat ten spoedigste worde over gegaan tot de distributie van goed koop rundvleesch 4. dat worde ingevoerd op korten termijn een algemeene rantsoeneering van alle eetbare vetten 5. dat de toegezegde beschik baarstelling van kleeding, schoeisel, zooileder, klompen, wol en saj-*t vóór het begin van den winter zal plaats hebben. De werkeloosheid, die thans weder om groote verhoudingen dreigt aan te nemen, maakt noodzakelijk aan deze eischen toe te voegende on verwijlde totstandkoming eener af doende steunregeling, in samenwer king met de arbeidersorganisaties te treffen, Nu vinden we in deze zaak een paar dingen onaangenaam, afgedacht nog van de al meer gevolgde gewoonte om op Zondag zulke vergaderingen te hou den We kunnen ons maar niet los maken van 't jaar 1913, toen de S. D. A. P. botweg weigerde de verantwoor delijkheid van een ministerportefeuille te aanvaarden, 't Is haar door den Kabinetsformateur, toen dr. Bos, nu overleden, in zeer ernstige overweging gegeven. En in de S. D. A. P., in haar geheele Pers, in haar Congres, is er dagen en dagen over geschreven en ge wreven, maar 't slot was, dat ze wei gerden; Ze zagen er voor hun propaganda niets goeds in. Oppositie voeren, o zoo graag! Aanmerkingen maken en de zweep laten knallen en 't arbeidende volk den indruk geven, dat ze van 't kapitaal niets moesten hebben en ze de Maatschappij voor den arbeid alleen veroveren wilden, o zoo graag. Maar zelf aan 't roer zitten zelf mede regee- renzelf meewerken moeten om ook aan dat kapitaal zijn rechten te gunnen neen, daarvan waren ze niet gediend* Gjng het niet goed in 't f vrijzinnige Kabinet, ze konden van d fouten pro fiteeren maar om ze te voorko men, door zelf Minister te worden, daarvoor bedankten de heeren. En nu wil 't ons bij al die demon straties zoo voorkomen, dat ze geh uden worden om 't toch onrustige geweten te stillen om de arbeiders zoet te hou den, die soms welbewust ,'t mochten uitspreken: „Had in 1913 de verant woordelijkheid op u genomen dan had u op de distributie en op de maximum prijzen en op de werkloosheidvoorzie ning eens een goed oog kunnen houden, wat ge nu niet zoo kuntalthans de beslissing er over ligt buiten u en is in handen van een Bourgeois- minister". Maar er is nog iets We kunnen ook niet van ons afzetten de idee, dat al die demonstraties zonder nut, op touw worden gezet uit vrees .oor David Wijnkoop. Want wie 't Volk dagelijks met aandacht leest, m^rkt- het wel Gehate Davidje zit den Sociaaldemo craat geducht verkeerd En daar is reden voor, Wijnkoop is nog de oude revolutionair; nog de barricadeheid; nog de leerling en medgezel van Domela Nieuwenhuisde werkstaker en stoker de oude anarchist. Troelstra en Vliegen zijn daar *te deftig voor behalve in 1903 met de groote, misdadige spoorwegsta king de Sociaaldemocratische heeren zijn revisionistisch; zoo niets meer van de dagen vóór 1890; niets revolutio nairs meer; maar deftig en laten zich kiezen tot Raadslid, Wethouder Bur gemeester, Lid der Staten, Lid der Ka mer, Lid van allerlei commissies en verdienen daar een zeer fatsoenlijk stuk brood mee. Maar al zijn deze leiders deftige socialisten en al gaan ze den gewonen weg der Bourgeoisie op in al hun politiek optreden enz. daarom zijn de volgelingen nog niet aan de kinder schoenen ontwassendaarom hebben de volgelingen hun wilde haren nog niet verloren. En om nu deze nog revolutionairen, die eigenlijk bij Wijnkoop thuis behoo- ren toch nog een fopspeen te geven, daarom komen er de demonstraties. Ze zijn een tegemoetkoming aan Wijnkoop en zijn aanhang aan de revolutionairen in de S. D. A. P. die aan.Wijnkoop verwant zijn. Bij de demonstraties dus kunnen we twee dingen niet van ons zettenwe zeiden: 't ongeruste geweten der lei ders, dat ze in 1913 hun plicht ver zuimd hebben om Ministnr te worden, zoodat nu alle beslissingen buiten hen om worden genomen en Posthuma de eenige verantwoordelijke persoon is en daarbij 't doel om de revolutionaire elementen in de S. D A. P. te ver hinderen naar Wijnkoop over te loopen want heusch, dat aantal zou niet zoo luttel zijn. Maar 't nut der demonstraties ont gaat ons. We vinden ze zelfs zeer ge vaarlijk. De relletjes in Amsterdam zijn toch zeker niet vergeten. Er waren Hotel fleicmple Unercnsteiger 63A, 63B 12451 Vitreet de Hoofditeeg, DINERS J 1en hooger. LOGIES MKT ONTBIJT f 1,25, f 1.60 en f 1.76 Taf.. No 1532 kxabevelend, orupriëtair R. C. F. i i LEE-Ho» Het teller fiUifie- tmmsmB&mmsmÊÊm :sm> dooden en gewonden en de dieverij was schandelijk Nog maar een week gele den ging 't er in de Jordaan weer op los en stal men uit broodwagens en roofde brood zonder bons. Nu gaat de S. D. A P. demonstra ties houden Maar de sprekers kunnen aan de feiten niets verzetten. Ze moe ten dus als Wethouders en als Kamer leden zeer voorzichtig zijn in hun woor den en toch de massa voor propaganda) gebruiken. Er moet zijn (en er was „applaus", „luidruchtig applaus", „don derend aupplaus" „zeer donderend ap plaus"moeten er zijn vuurpijlen zevenklappers, krachttermen vuisten gedreun, om effekt en indruk te maken maar al hoort al dat lawaai dus er bij Ier opluistering, ter politieke propaganda met 't oog op de verkiezingen in 1918 toch weten de leiders wel, dat met al dat gede monstreer geen mud kolen meer of minder in Nederland komt en geen mud tarwe meer of minder van Neer- lanrls akkersdat met al dat gede- monstreer de prijzen der brandstoffen wel gelijk zullen blijven en dat de Minister alles doet wat hij nu nog kan doen om den honger ons van 't lijf te houden. Fouten worden er gemaakt. Die zou de S D. A. P., als zij ministers had afgevaardigd, ook gemaakt hebbenn waar niet is verliest de keizer zelfs zijn recht. Maar heel Nederland staat heusch flink genoeg op den uitkijk om den Minister aan een en ander te her inneren. Heel de Pers is er dagelijks vol van De deuren van 't Departement zijn nacht en dag open. En dan nog wat er in de Gemeenteraden verhan deld wordt, enz. Waarlijk: de Minister heeft geen demonstraties der arbeiders noodig: hij weet heel goed wat er in Nederland omgaat, maar ook, dat er veel gevraagd kan worden, doch wei nig gegeven. En dit zoo zijnde zeggen weontketen de hartstochten niet Werp u niet op in een bitteren tijd als leiders van demonstratiesmaar late de Pers een zeer eerlijke uiteenzet ting geven van de behoeften die er zijn en van 't goede, dat de Regeering doet. 't Kwaad wil er zoo graag in. Een lucifer steekt een heelen strooberg aan. En wie moet dan blusschen Dan komen weer de relletjes, gesmoord in bloed. En zonder resultaat. Want er is niet. Neende demonstraties zijn gevaar lijke middelen in dezen tijd, waarin 't hart toch al sneller klopt en 't hoofd minder kalm denkt. „Worden wij er beter van?" Mijn goede kennis, die me deze vraag stelde, valt net aan den twijfelzieken kant. Hij komt njet gauw in entasel De meeste zaken zijn voor hem „in dublo" en hij heeft zoo'n eigenaardige manier van schoudertrekken en mondverdraaien, waarbij dan zijn oogen ietwat rusteloos heen en we der zweven, als vermoedde bij hier of ginds een valstrik. Wij hadden 't over de komende E. V. De Evenredige Vertegenwoordiging. En toen ik hem, op mijn manier dacht ik zeer duidelijk en met zekere warmte, als waarmee men een onderwerp bespreekt, waar men zijn leven lang voor heeft gevoeld, toen ik hem dan op deze wijze de geheimen der E. V. had uitgelegd, werd ik beloond met die nuchtere vraag: „Worden wij er beter van?" Dat is dan op zoo'n oogenblik net of ze je 'n straaltje koud water langs je warmen rug spuiten. En toch kon ik de vraag plaatsen. Met „wij" bedoelde hij onze a.r. partij. Want die heeft hij hartelijk lief. Hij is van meening, dat hij 't belang des vaderlands niet beter dienen kan, dan door krachtig te ijveren voor de beginselen onzer partij en 't staat voor hem vast, dat volken vaderland er óók beter van worden, als 't onze partij goed gaat. Ik dacht even over de vraag na. „Ja, wij wórden er beter van", zei ik toen, nuchter maar beslist. „Leg mij dat dan eens uit!" „Wel zeide ik wij krijgen 'n Ietsje meer waarheid in de politiek en dat is voor iedereen goed; dus óók voor onze partij." Ik heb hem dat toen uitgelegd. En om dat duidelijk te doen, heb ik hem eerst bepaald bij het stelsel, dat we totnog toe altijd bij de stembus hebben gehad:het meerderheids-stelsel'k heb hem eens dui delijk gemaakt, hoe onwaar dat is. In theorie kan men dlles Men zou in theorie, bij het meerderheids stelsel, zelfs elk kiezer honderd leden kunnen laten opschrijven voor de kamer, of ook hem op een reuzen-stemplakkaat met vele hon derden namen, honderd puntjes kunnen laten zwart maken. Maar men weet: dat gaat toch nietl Bij het meerderheidsstelsel moeten er huis districten zijn en dét is een bron van veel ónwaarheid. Vroeger had men zelfs enkel- en meervou dige districten onze oudjes weten daar nóg wel vanen dan wist de Kamermeer derheid met de beruchte districtsschaar die twee-, drie- en meervoudige districten wel zóó te knippen, dat er voor haar uit het stembuslaken het beste pak werd geknipt. In '87 kwam daar 'n einde aan. Alleen de groote steden bleven nog eenige jaren als samengestelde districten behouden, doch ook aan die onrechtvaardigheid kwam een einde en er bleven niet anders dan één- mans-districien over. Op zichzelf reeds een verbetering. Doch deze districten hadden een dubbel euvel. Vooreerst, dat er nooit anders in verkozen kon worden dan volgens het „meerderheids stelsel". D.w z. volgens de helft plus één. D.w.z. met allerlei kans op groote onbillijk heden. Stel eens want stellen mag men Alles Stel eens, dat in honderd districten elk 10.000 kiezers zijn, die Mie «pkomen. Dat er voorts in elk district 5001 stemmen op Links en 4999 op Rechts zijn uitgebracht Wie komen er dan in de Kamer? Wel, honderd man van Links. En niet één van Rechts! En dat niettegenstaande van de één millioen stemmen. Links er slechts tweehonderd méér had dan Rechts. Dat is fantasie, zal men zeggen. Zeker, dat weten we ook wel, maar uit dit voorbeeld kan men zien wat „de" fout is van het meerderheidsstelsel, al wordt die fout in de werkelijkheid nooit in zulk een mate gevoeld. Maar toch is 't een feit, dat in deze en in de vorige eeuw zich gedurig weer 't geval voordeed, dat Rechts bij de stembus, wat de optelsom der stemmen aan gaat, in de meerderheid was, en toch in de Kamer slechts een minderheid uitmaakte. Dit is de eerste onwaarheid en onwaar achtigheid van het tegenwoordige disiricts- en meerderheidsstelsel. En dan is er nog een tweede. N.I. de ongelijkheid der districten. Toen, tal van jaren geleden, de honderd districten werden afgedeeld, heeft de Re geering en ook de Kamer, haar best gedaan, om het land zóó te verdeelen, dat elk dis trict ongeveer evenveel inwoners had. En dus ook ongeveer evenveel kiezers. Dat is toen ook vrijwel gelukt. Klachten werden niet gehoord. Maar het leven staat niet stil. En zoo, om een zéér sprekend voorbeeld te nemen, telde in 1913 b v. Amsterdam IV slechts 4733 kiezers, terwijl Amsterdam IX, waar reusachtig bijgebouwd was, op 22557 stond en sinds dien tijd is de verhou ding nóg schriller geworden. Toch kiezen beide slechts één Kamerlid. Dat is de tweede onwaarheid en onwaar achtigheid van het tegenwoordige districts- en meerderheidsstel. Onwaar en onwaarachtig: Waarom? Zie, de Staten-Generaal, zoo zegt de Grondwet en zoo voelt het ook ons volk „vertegenwoordigen het geheele Nederland sche volk." Zoo behóórt het tenminste te zijn. En om dat te kunnen doen, behooren de Staten-Generaal zoo te zijn samengesteld, dat zij een zoo getrouw mogelijke weerspie geling zijn van het volk in al zijn schakee ringen en nuances. Zoo, dat wat meerderheid is onder het volk, ook vanzelf meerderheid worde in de Kamer. Niet bij toeval, maar zonder eenig mankement. En dè&r wil nu de Evenredige Vertegen woordiging voor zorgen. Terwijl zij er bovendien voor zorgt, dat elke partij volgens haar juiste grootte in de Kamer vertegenwoordigd wordt. Daar worden ze alle beter vanwij dus ook. Want als wij b.v. 25 leden in de Kamer hebben, dan is ons deel te groot en dat is niet goed voor ons, want dan gaat het ons net als een knaap, die buiten zijn kracht groeit. Erg lang, maar erg smalletjes! En als we wat ook gebeurd is met 6 i 8 man in de Kamer zitten, dan hebben we te weinig en kunnen we niet dien invloed uitoefenen, waarop we recht hebben. E. V. wil dit beide afsnijden. En daar worden wij beter van. Waar dan nog iets bijkomt. Wij gaan voortaan ten stembus op, als elke andere partij: „heelemaal alleen". Geen coalitie meer; geen passen en meten geen dringen en wringen; geen krammen en lijmen. Niet meer A stemmen, omdat-ie van deze of die kerk is; of B omdat z'n groot vader zoo'n bekenden naam had in't district; of C omdat-ie zoo glad praten kan en de lui zoo lekker kan laten lachen in de meetingzaal. Wij gaan meer letten op 't beginsel en minder op den man en wij kunnen beter die mannen stemmen, van wie de gansche partij overtuigd is, dat zij de beginselen het best kunnen bepleiten. Zie, daar worden wij beter van. Waarlijk, het kan geen kwaad, als er eens een frissche zuiverende wind waalt door den politieken hof. Of daardoor werkelijk kwade moerasdampen zuilen worden weggeblazen, moeten we afwachten Ervaring heeft ons geleerd, vooral op politiek terrein altijd hopende te blijven, maar nooit véél te ver wachten Din kan men 't uithouden, en ook nog weieens 'n goed oogenblik hebben. Of dat ook óns deel zal zijn? Dat zal onder Gods zegen hieivan afhangen of wij straks onze eenheid weten te bewaren. Of de stokken „Liefelijkheid" en „Samen binding" niet worden gemist. Want mochten die verbroken worden: Din wordt de E. V. ons tot een vloek! UITKIJK. Boeren organiseert UI „Een feit is, dat het niet georganiseerd zijn der boeren reeds millioenen heeft gekost en nog zal kosten, als tenminste drie oorlogsja ren nog niet duidelijk hebben gemaakt aan onze landbouwers, wat organisatie vermag". Zoo schreef onlangs iemand in het „Zeeuwsch L.- en T. blad", 't Ware te wenschen, dat dit eindelijk eens tot alle boeren, groote en kleine doordrong, want de boerenstand wordt

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1917 | | pagina 1